Hoofdstuk 4Situering van de <strong>Vlaamse</strong> uitvoer en invoer van goederenpese Unie. Japan kende een stabielere uitvoerstructuur (13,8). <strong>De</strong> meeste nieuw opkomendehandelsblokken scoren hogere MDI waarden dan de Europese Unie of het<strong>Vlaamse</strong> Gewest, vooral de Aziatische Tijgers, de ASEAN en de N11.In welke mate is de uitvoer geconcentreerd naar product? Ta<strong>be</strong>l 1 geeft vier concentratiemaatstaven:het aandeel van de 3 en van de 5 <strong>be</strong>langrijkste producten, de Ginicoëfficiënten de Herfindahl index (zie ook Lapadre & Proietti, 2010).TABEL 1Concentratiemaatstaven voor de uitvoer en de invoer, Vlaams Gewest ende handelsblokken, 2010UitvoerInvoerAandeel top 3producten (in %)Aandeel top 5producten (in %)Gini coëfficiëntLanden / handelsblokkenVlaams Gewest 29,5 42,6 63,1 0,22 32,4 45,8 62,9 0,233 buurlanden 24,3 33,9 58,0 0,20 25,0 34,5 - 0,20EU15 22,8 33,5 56,7 0,19 25,3 34,2 - 0,20EU27 23,0 33,4 56,4 0,20 25,4 34,1 - 0,20VS 22,6 32,5 58,7 0,20 34,3 47,0 - 0,25Japan 40,7 52,4 76,3 0,29 33,2 43,3 - 0,25EU12 31,5 39,8 61,1 0,22 26,1 36,8 - 0,20BRIC 28,8 42,8 64,6 0,22 33,8 42,5 - 0,24Aziatische Tijgers 39,9 51,7 75,3 0,30 41,8 50,4 - 0,28ASEAN 42,7 50,4 67,7 0,28 42,0 49,7 - 0,29N11 38,6 50,5 70,8 0,27 29,0 38,7 - 0,22Bron: INR, UNCTAD, <strong>be</strong>werking SVR.Herfindahl indexAandeel top 3producten (in %)Aandeel top 5producten (in %)Gini coëfficiëntHerfindahl index<strong>De</strong> top 3 van de <strong>be</strong>langrijkste exportproducten (lijst van 64 producten) is in 2010 goedvoor 29,5% van de <strong>Vlaamse</strong> uitvoer. Voor de top 5 is dat al 42,6%. <strong>De</strong>ze concentratiemaatstavenliepen enigszins terug sedert 2002 (33,7% en 44,8%). Maar toch vormt detop van de exportproducten in het <strong>Vlaamse</strong> Gewest een <strong>be</strong>langrijker aandeel dan globaalin de 3 buurlanden of de EU15.Ook in deze referentiegebieden differentieerde de export iets meer tussen 2002 en2010. Er zijn echter verschillen tussen de onderscheiden landen: in Ierland is de top3 van de uitvoerproducten in 2010 goed voor 56,9%. Dit komt door het grote <strong>be</strong>langvan ‘farmaceutische en chemische producten’ voor dat land. Ook Luxemburg (ijzer enstaal) en Duitsland (voertuigen) scoren relatief hoog voor hun top 3 exportproducten(33,1% en 32,3%). Er is een grotere concentratie van productgroepen in de uitvoer vande EU12 dan van de EU15.<strong>De</strong> <strong>be</strong>langrijkste exportproducten vormen een kleiner aandeel in de VS. In Japan echterligt het aandeel van de top 3 circa 10 ppt hoger dan in het <strong>Vlaamse</strong> Gewest. Hetgrote <strong>be</strong>lang van ‘voertuigen’ en ‘elektrische apparaten’ in de Japanse uitvoer verklaartdit. Verder <strong>be</strong>rust de uitvoer van de Aziatische Tijgerlanden, de ASEAN en de N11(maar niet de BRIC-landen) meer op top-producten dan de <strong>Vlaamse</strong>. Dit heeft in deze89
SVR-studie • <strong>De</strong> <strong>Vlaamse</strong> <strong>open</strong> <strong>economie</strong>nieuwe groei-economiën te maken met <strong>be</strong>langrijke exportproducten zoals ‘aardolie’en ‘elektrische apparaten’.<strong>De</strong> Gini-coëfficiënt en de Herfindahl index zijn synthetische concentratiematen dierekening houden met de hele productiestructuur en niet alleen met de <strong>be</strong>langrijksteproducten. Uiteraard is de uitkomst van <strong>be</strong>ide maten afhankelijk van de gebruikteproductindeling.<strong>De</strong> Gini-coëfficiënt geeft weer hoe ongelijk de spreiding van de uitvoer naar productenis. Om de waarde van de Gini-coëfficiënt <strong>be</strong>ter te <strong>be</strong>grijpen vertrekken we <strong>be</strong>st vaneen grafische voorstelling aan de hand van de Lorenz-curve (figuren 3a en 3b). <strong>De</strong>Lorenz-curve rangschikt op een cumulatieve wijze de aandelen van elk product in detotale uitvoer van een land naar opl<strong>open</strong>de grootte (Y-as) en gaat na welk deel van hetaantal producten daarbij hoort (X-as). Omwille van die rangorde zullen de eerste producteneen klein aandeel vertegenwoordigen, maar dat verandert stilaan naarmatemen verder opklimt. Aldus <strong>be</strong>komt men een convexe curve. Bij een volledig gelijkespreiding van de uitvoer naar producten is de curve gelijk aan een opl<strong>open</strong>de rechte45° lijn (bissectrice). Hoe meer de uitvoer van een land door een paar producten gedomineerdwordt, hoe meer de curve zal neerbuigen. <strong>De</strong> Gini-coëfficiënt is de verhoudingvan de oppervlakte tussen de curve en de bissectrice ten opzichte van de volledigeoppervlakte van het onderste deel onder de bissectrice (driehoek). In geval vaneen volledig ongelijke verdeling van de producten in de uitvoer is de Gini-coëfficiëntgelijk aan 100. Als elk product een even groot aandeel van de uitvoer voor zijn rekeningneemt, is de Gini-coëfficiënt gelijk aan nul.FIGUUR 3a Lorenz curve voor de uitvoer, Vlaams Gewest, 3 buurlanden en de EU15, 2010100908070Cumulatief % waarde goederenuitvoer605040302010bissectriceVlaams Gewest3 buurlandenEU1500 10 20 30 40 50 60 70 80Cumulatief % aantal productgroepen(gerangschikt naar aandeel in de totale uitvoer)Bron: INR, UNCTAD, <strong>be</strong>werking SVR.9010090