De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

www4.vlaanderen.be
from www4.vlaanderen.be More from this publisher
13.07.2015 Views

Hoofdstuk 3Lonen en arbeidsproductiviteit in de Vlaamse economieDe outputgroei is in vergelijking (2) dus een functie van de groeivoet van de productiefactorenkapitaal, arbeid, energie en overige intermediaire input, en de overblijvendeterm die gedefinieerd wordt als het Solow residu of de totale factorproductiviteiten die het effect weergeeft van wijzigingen in A , of het effect van productiviteitsverbeteringenop de output. In wat volgt noteren we deze term met het symbool Ω(waar opnieuw de onderschriften i en t weggelaten worden).Vergelijking (2) kan vereenvoudigd worden en aldus bruikbaar gemaakt worden voorpraktijkberekeningen in een groeiboekhouding via de aanname van de neo-klassiekehypothese van volkomen concurrentie. Uit de veronderstelling dat de productiefactorenverhandeld worden op competitieve markten volgt dat de prijs van de productiefactorengelijk is aan de waarde van hun respectievelijke marginale product. Het marginaleproduct van arbeid bijvoorbeeld, is gelijk aan het reële loon, hier genoteerd alsσ L . Voor de productiefactoren geldt dus dat:f-----∂= σ ; (4)∂X Xmet X = K, L, E,M.Indien de marginale producten in vergelijking (2) vervangen worden door vergelijking(4), kan de outputgroei geschreven worden als volgt:λ Y Ω σ K K σ L L σ E E σ----------λ . (5)Y K ---------λY L --------- M M= + + + λY E + ------------λY MDeze vergelijking kan verder vereenvoudigd worden door gebruik te maken vanσΣ X XX = --------- ; (6)Ymet X = K, L, E,M. Σ X is het aandeel van het totale inkomen dat gespendeerd wordtaan de betalingen voor productiefactor X . Bijvoorbeeld, Σ L = ( σ L L) ⁄ Y is het aandeelvan het totale inkomen gespendeerd aan betalingen voor de productiefactor arbeid enwordt vandaar ook het arbeidsaandeel in het totale inkomen genoemd. Met deze substitutieen na herschikking wordt dan de volgende vereenvoudigde uitdrukking afgeleidvoor de totale factorproductiviteit of Solow residu Ω :Ω = λ Y – ( Σ K λ K + Σ L λ L + Σ E λ E + Σ M λ M ). (7)Het Solow residu is gelijk aan het verschil tussen de outputgroei en de gewogen somvan de groeivoeten van de productiefactoren, waarbij de gewichten gelijk zijn aan defactoraandelen in het totale inkomen. Het Solow residu is dus dat deel van de outputgroeidat niet kan worden toegewezen aan de inputgroei van kapitaal, arbeid, energieof overige intermedaire inputs.Een verdere vereenvoudiging is mogelijk door te veronderstellen dat de productiefunctiegekenmerkt wordt door constante schaalopbrengsten. In dit geval is de som van defactoraandelen in het totale inkomen gelijk aan één, dit is Σ K + Σ L + Σ E + Σ M = 1 .71

SVR-studie • De Vlaamse open economieDe totale factorproductiviteit kan dan weergegeven worden door de volgende vergelijking:Ω = L Y – ( Σ K λ K + Σ L λ L + Σ E λ E +( 1 – Σ K – Σ L – Σ E )λ M ). (8)Dit is de vergelijking die verderop in dit hoofdstuk gebruikt wordt in de berekeningenvan de totale factorproductiviteit voor de verschillende bedrijfstakken in de Belgischegewesten, waarbij dus gesteund wordt op de standaard neo-klassieke hypothesen vanvolkomen concurrentie en constante schaalopbrengsten, zoals meestal het geval is indergelijke oefeningen.Door vergelijking (8) af te leiden in per capita termen verschijnt een interessant analyse-instrument.De volgende notatie wordt hiervoor gebruikt:λ x = -------------------------------------( dX ( ⁄ L)) ⁄ ( dt)=d--------------------------ln( X⁄L); (9)X⁄Ldtmet X = Y, K, E,M en x = y, k, e,m. Of, k, e,m zijn de factorintensiteiten met betrekkingtot de productiefactor arbeid L. Zo is e de energie-intensiteit of de hoeveelheidenergie per eenheid arbeid ( E⁄ L) en k de kapitaalintensiteit of de hoeveelheid kapitaalper eenheid arbeid ( K ⁄ L). y staat voor de arbeidsproductiviteit, dit is de outputper eenheid arbeid ( Y ⁄ L).Vergelijking (8) herschrijven in per capita termen resulteert, na herschikking, in:λ y = Σ K λ k + Σ Z λ e + Σ M λ m + Ω. (10)Deze vergelijking ontbindt de arbeidsproductiviteitsgroei in de groeibijdragen van dekapitaalintensiteit, energie-intensiteit en de intensiteit van de overige intermediaireinputs aan de ene kant en de bijdrage van de totale factorproductiviteitsgroei aan deandere kant. Aan de hand van deze vergelijking zal in het volgende deel de arbeidsproductiviteitsgroeiopgesplitst worden in verschillende componenten. In Mignolete.a. (2010) werd de groeiboekhoudingmethode toegepast om een verklaring te vindenvoor de groeiverschillen in de industrie tussen het Waalse Gewest en het VlaamseGewest.3. De motoren van de arbeidsproductiviteit in deBelgische gewesten3.1. DataDe reeksen die nodig zijn voor de uitvoering van de groeiboekhouding voor de drieBelgische regio’s zijn afkomstig uit de HERMREG-databank. Deze databank kwam totstand in het kader van de ontwikkeling van het regionaal econometrisch modelHERMREG, in een samenwerking tussen het Federaal Planbureau (FPB), het BrusselsInstituut voor Statistiek en Analyse (BISA), l’Institut Wallon de l’Evaluation, de la72

Hoofdstuk 3Lonen en ar<strong>be</strong>idsproductiviteit in de <strong>Vlaamse</strong> <strong>economie</strong><strong>De</strong> outputgroei is in vergelijking (2) dus een functie van de groeivoet van de productiefactorenkapitaal, ar<strong>be</strong>id, energie en overige intermediaire input, en de overblijvendeterm die gedefinieerd wordt als het Solow residu of de totale factorproductiviteiten die het effect weergeeft van wijzigingen in A , of het effect van productiviteitsver<strong>be</strong>teringenop de output. In wat volgt noteren we deze term met het symbool Ω(waar opnieuw de onderschriften i en t weggelaten worden).Vergelijking (2) kan vereenvoudigd worden en aldus bruikbaar gemaakt worden voorpraktijk<strong>be</strong>rekeningen in een groeiboekhouding via de aanname van de neo-klassiekehypothese van volkomen concurrentie. Uit de veronderstelling dat de productiefactorenverhandeld worden op competitieve markten volgt dat de prijs van de productiefactorengelijk is aan de waarde van hun respectievelijke marginale product. Het marginaleproduct van ar<strong>be</strong>id bijvoor<strong>be</strong>eld, is gelijk aan het reële loon, hier genoteerd alsσ L . Voor de productiefactoren geldt dus dat:f-----∂= σ ; (4)∂X Xmet X = K, L, E,M.Indien de marginale producten in vergelijking (2) vervangen worden door vergelijking(4), kan de outputgroei geschreven worden als volgt:λ Y Ω σ K K σ L L σ E E σ----------λ . (5)Y K ---------λY L --------- M M= + + + λY E + ------------λY M<strong>De</strong>ze vergelijking kan verder vereenvoudigd worden door gebruik te maken vanσΣ X XX = --------- ; (6)Ymet X = K, L, E,M. Σ X is het aandeel van het totale inkomen dat gespendeerd wordtaan de <strong>be</strong>talingen voor productiefactor X . Bijvoor<strong>be</strong>eld, Σ L = ( σ L L) ⁄ Y is het aandeelvan het totale inkomen gespendeerd aan <strong>be</strong>talingen voor de productiefactor ar<strong>be</strong>id enwordt vandaar ook het ar<strong>be</strong>idsaandeel in het totale inkomen genoemd. Met deze substitutieen na herschikking wordt dan de volgende vereenvoudigde uitdrukking afgeleidvoor de totale factorproductiviteit of Solow residu Ω :Ω = λ Y – ( Σ K λ K + Σ L λ L + Σ E λ E + Σ M λ M ). (7)Het Solow residu is gelijk aan het verschil tussen de outputgroei en de gewogen somvan de groeivoeten van de productiefactoren, waarbij de gewichten gelijk zijn aan defactoraandelen in het totale inkomen. Het Solow residu is dus dat deel van de outputgroeidat niet kan worden toegewezen aan de inputgroei van kapitaal, ar<strong>be</strong>id, energieof overige intermedaire inputs.Een verdere vereenvoudiging is mogelijk door te veronderstellen dat de productiefunctiegekenmerkt wordt door constante schaalopbrengsten. In dit geval is de som van defactoraandelen in het totale inkomen gelijk aan één, dit is Σ K + Σ L + Σ E + Σ M = 1 .71

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!