De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

www4.vlaanderen.be
from www4.vlaanderen.be More from this publisher
13.07.2015 Views

Hoofdstuk 3Lonen en arbeidsproductiviteit in de Vlaamse economieFIGUUR 312Groei van de arbeidsproductiviteit, de arbeidseenheidskost en het loon per eenheidproduct (in %), Vlaams Gewest, 1981-20111086%4201981 1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011-2-4Bron: HERMREG.Arbeidsproductiviteit Arbeidseenheidskost Loon per eenheid productEen centraal concept binnen die groeiboekhouding is de totale factorproductiviteitsgroei.Het is immers zo dat de outputgroei in de praktijk groter is dan de reële groeivan de gecombineerde inputs. De totale factorproductiviteitsgroei is het verschil tussenbeide. De achterliggende hypothese is dat de productiefactoren beloond wordena rato van hun marginaal product. Dit volgt uit de neo-klassieke hypothese van volkomenconcurrentie (dat is een marktvorm met veel aanbieders en vragers naar eenhomogeen product en waar er verder geen belemmeringen zijn). Dit laat toe om de outputgroeite omschrijven als een gewogen som van de groeivoeten van de verschillendeinputs, waarbij de gewichten de respectievelijke aandelen zijn van de factorinkomensin het totale inkomen. Ten slotte wordt het productieproces gekenmerkt door constanteschaalopbrengsten (zie verder).De totale factorproductiviteitsgroei krijgt de meeste aandacht in de macro-economischegroeiboekhouding. Ondanks de interessante interpretatie van deze maatstaf,wordt deze ook wel geplaagd door een aantal moeilijkheden. Zo wordt een veelheidaan begrippen gebruikt om naar deze maatstaf te verwijzen. Naast de totale factorproductiviteitsgroeicirculeren onder meer de begrippen multifactorproductiviteitsgroei,Solow residu, maatstaf voor onwetendheid, mate van technologische vooruitgang, …De totale factorproductiviteitsgroei is in feite een residuele maatstaf en kan als dusdaniginderdaad een veelheid aan andere effecten bevatten, zoals ook aangegeven inTimmer e.a. (2010) en Hulten (2010).Tot slot gelden nog volgende opmerkingen: aangezien de totale factorproductiviteitsgroeiberekend wordt onder een aantal veronderstellingen van de neo-klassieke economischetheorie wordt elke afwijking daarvan meegenomen door de maatstaf. Ten69

SVR-studie • De Vlaamse open economietweede bevat de totale factorproductiviteit niet alleen technologische ontwikkelingmaar ook organisatorische innovatie. Op de lange termijn zal deze laatste factor leidentot een hogere totale factorproductiviteitsgroei. Op de korte termijn daarentegen kanorganisatorische innovatie leiden tot lagere gemeten waarden voor de totale factorproductiviteitsgroeiaangezien sommige van de inputs gebruikt worden voor het reorganisatieproceszelf. Meer algemeen omvat de totale factorproductiviteit de effecten vanwijzigingen in niet-gemeten inputs, zoals bijvoorbeeld onderzoek en ontwikkeling.Ten derde wordt de totale factorproductiviteit berekend op het bedrijfstakniveau, enniet op bedrijfsniveau. Aangezien de productiviteit grondig kan verschillen tussen deondernemingen onderling, kunnen wijzigingen in de totale factorproductiviteit opbedrijfstakniveau ook veroorzaakt worden door een herallocatie van marktaandelentussen bedrijven. Ten slotte wordt de totale factorproductiviteitsgroei ook beïnvloeddoor meetfouten in inputs en outputs.2.2. MethodologieIn de volgende alinea’s wordt een overzicht gegeven van de manier waarop een economischegroeiboekhouding tot stand komt. Hiertoe worden eerst een aantal variabelengedefinieerd:• output: Y ,• kapitaal: K ,• arbeid: L ,• energie 1 : E ,• overige intermediaire input 2 : M ,• een index voor technologische vooruitgang: A .Een productiefunctie geeft dan het verband weer tussen de verschillende inputs ( A ,K, L, E, M) en de output, Y. In algemene vorm:Y it=fA ( it , K it , L it , E it , M it ); (1)waar, bijvoorbeeld, Y it de output is van bedrijfstak i op tijdstip t. Voor de eenvoudzullen de subscripts i en t in wat volgt weggelaten worden, maar impliciet zijn ze welaanwezig.Indien we (1) afleiden naar tijd t en delen door de output Y, resulteert dit in:∂fλ Y; (2)∂A----- A Ȳ - λ ∂ fA ∂K------ K Ȳ --λ ∂ fK ∂L----- L Ȳ -λ ∂----- f E L ∂E Ȳ - λ ∂f= + + + E + ------- M ∂M Ȳ ---λ Mwaarbij λ X voor de continue groeivoet van een variabele X staat, dit is:dX ⁄ dt d ln Xλ X = --------------- = --------------- ; (3)X dtmet als discrete tegenhanger de groeivoet: ( ( X t – X ) X t – 1 ⁄ . t – ) 11 Dit betreft onder meer elektriciteit.2Dit betreft onder meer grondstoffen en half-afgewerkte producten.70

SVR-studie • <strong>De</strong> <strong>Vlaamse</strong> <strong>open</strong> <strong>economie</strong>tweede <strong>be</strong>vat de totale factorproductiviteit niet alleen technologische ontwikkelingmaar ook organisatorische innovatie. Op de lange termijn zal deze laatste factor leidentot een hogere totale factorproductiviteitsgroei. Op de korte termijn daarentegen kanorganisatorische innovatie leiden tot lagere gemeten waarden voor de totale factorproductiviteitsgroeiaangezien sommige van de inputs gebruikt worden voor het reorganisatieproceszelf. Meer algemeen omvat de totale factorproductiviteit de effecten vanwijzigingen in niet-gemeten inputs, zoals bijvoor<strong>be</strong>eld onderzoek en ontwikkeling.Ten derde wordt de totale factorproductiviteit <strong>be</strong>rekend op het <strong>be</strong>drijfstakniveau, enniet op <strong>be</strong>drijfsniveau. Aangezien de productiviteit grondig kan verschillen tussen deondernemingen onderling, kunnen wijzigingen in de totale factorproductiviteit op<strong>be</strong>drijfstakniveau ook veroorzaakt worden door een herallocatie van marktaandelentussen <strong>be</strong>drijven. Ten slotte wordt de totale factorproductiviteitsgroei ook <strong>be</strong>ïnvloeddoor meetfouten in inputs en outputs.2.2. MethodologieIn de volgende alinea’s wordt een overzicht gegeven van de manier waarop een economischegroeiboekhouding tot stand komt. Hiertoe worden eerst een aantal varia<strong>be</strong>lengedefinieerd:• output: Y ,• kapitaal: K ,• ar<strong>be</strong>id: L ,• energie 1 : E ,• overige intermediaire input 2 : M ,• een index voor technologische vooruitgang: A .Een productiefunctie geeft dan het verband weer tussen de verschillende inputs ( A ,K, L, E, M) en de output, Y. In algemene vorm:Y it=fA ( it , K it , L it , E it , M it ); (1)waar, bijvoor<strong>be</strong>eld, Y it de output is van <strong>be</strong>drijfstak i op tijdstip t. Voor de eenvoudzullen de subscripts i en t in wat volgt weggelaten worden, maar impliciet zijn ze welaanwezig.Indien we (1) afleiden naar tijd t en delen door de output Y, resulteert dit in:∂fλ Y; (2)∂A----- A Ȳ - λ ∂ fA ∂K------ K Ȳ --λ ∂ fK ∂L----- L Ȳ -λ ∂----- f E L ∂E Ȳ - λ ∂f= + + + E + ------- M ∂M Ȳ ---λ Mwaarbij λ X voor de continue groeivoet van een varia<strong>be</strong>le X staat, dit is:dX ⁄ dt d ln Xλ X = --------------- = --------------- ; (3)X dtmet als discrete tegenhanger de groeivoet: ( ( X t – X ) X t – 1 ⁄ . t – ) 11 Dit <strong>be</strong>treft onder meer elektriciteit.2Dit <strong>be</strong>treft onder meer grondstoffen en half-afgewerkte producten.70

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!