De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be
De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be
Hoofdstuk 3Lonen en arbeidsproductiviteit in de Vlaamse economieTABEL 1Arbeidsproductiviteit a in niveau en gemiddelde jaarlijkse groei (in %), België en gewesten,3 buurlanden en de EU15, 1980-2011EU15niveaugroeiFrankrijkniveaugroeiDuitslandniveaugroeiNederlandniveaugroeiBelgiëniveaugroeiBrussels Hoofdstedelijk GewestniveaugroeiVlaams GewestniveaugroeiWaals Gewestniveaugroei1980 1985 1990 1995 2000 2005 2007 201121.600–17.900–22.900–25.700–21.800–26.400–21.800–19.000–27.5004,930.20011,128.5004,431.5004,231.5007,638.0007,531.5007,627.5007,734.4004,640.4006,034.3003,833.4001,239.3004,647.2004,439.6004,734.1004,443.5004,847.1003,144.5005,348.4007,748.4004,258.2004,348.2004,043.1004,846.9001,553.0002,447.4001,346.000–1,054.6002,566.6002,754.4002,548.1002,351.8002,061.6003,052.1001,955.3003,763.4003,078.1003,263.2003,055.4002,853.8001,966.1003,554.8002,558.4002,868.2003,783.5003,468.3004,059.4003,5––––––––––91.3002,372.0001,364.1001,9aVoor een gegeven jaartal bevat deze tabel enerzijds de absolute waarde en anderzijds de gemiddelde jaarlijksegroei van de afgelopen 5 jaar. Voor 2007 en 2011 betreft het een gemiddelde over 2, respectievelijk 4 jaar.Bron: EUKLEMS en HERMREG.met het Vlaamse Gewest (€ 22.900 en € 25.700). De Franse arbeidsproductiviteitbedroeg slechts € 17.900 in 1980. Frankrijk had daarmee veruit de laagste productiviteitvan de in dit hoofdstuk bestudeerde landen en gewesten.De volgende vijf jaren (1980-1985) groeide de arbeidsproductiviteit relatief snel in hetVlaamse Gewest. De Vlaamse werkgelegenheid daalde in het begin van de jaren 80,maar nam daarna terug toe. De groei van de bruto toegevoegde waarde daarentegen wassteeds positief en hoger dan de werkgelegenheidsgroei (zie figuur 1). Een en ander heeftook te maken met het feit dat de toegevoegde waarde nominaal uitgedrukt is; de inflatiewas relatief hoog in de eerste helft van de jaren tachtig wat voor een deel de sterkeregroei van de toegevoegde waarde verklaart. De gemiddelde jaarlijkse arbeidsproductiviteitsgroeiin het Vlaamse Gewest bedroeg in die periode 7,6%. Enkel in Frankrijk, wasde arbeidsproductiviteitsgroei hoger met een gemiddelde jaarlijkse groei van 11,1%.Maar dat land startte dan ook van een lager niveau. In 1985 was de Vlaamse arbeidsproductiviteit(€ 31.500) enkel lager dan deze in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest(€ 38.000) en evenaarde Nederland en België (€ beide 31.500).In de periode 1985-1990 bleef de Vlaamse arbeidsproductiviteitsgroei relatief hoog,hoewel de groei vertraagde vergeleken met de vijf voorgaande jaren (gemiddeld61
SVR-studie • De Vlaamse open economie+4,7% per jaar). Dit komt door een afzwakkend groeitempo van de bruto toegevoegdewaarde samen met een aantrekkende groei van de werkgelegenheid. De Vlaamsearbeidsproductiviteitsgroei is vergelijkbaar met de groeivoet in de EU15 (+4,6%),maar lager dan de arbeidsproductiviteitsgroei in Frankrijk (+6,0%). In Duitsland(+3,8%) en zeker in Nederland (+1,2%) groeide de arbeidsproductiviteit minder snelgedurende deze periode. In absolute termen sprong Frankrijk in 1990 over hetVlaamse Gewest (€ 40.400 en € 39.600), en ook het Brusselse Hoofdstedelijke Gewestbleef een hogere arbeidsproductiviteit hebben (€ 47.200). De andere landen en gewestenhebben een lager arbeidsproductiviteitsniveau dan het Vlaamse Gewest. Het laagsteniveau werd opgetekend in het Waalse Gewest (€ 34.100), van dichtbij gevolgddoor Duitsland (€ 34.300) en de EU15 (€ 34.400).Ook de vijf daaropvolgende jaren (1990-1995) worden gekenmerkt door relatief hogegroeivoeten van de arbeidsproductiviteit in meerdere landen. De Vlaamse arbeidsproductiviteitgroeide met gemiddeld 4,0% per jaar, wat vergeleken met de andere landenen gewesten relatief laag was. De toenames in Nederland (+7,7%), Duitsland(+5,3%), de EU15 (+4,8%), het Waalse Gewest (+4,8%) en het Brusselse HoofdstedelijkeGewest (+4,3%) waren hoger, maar Frankrijk (+3,1%) scoorde lager dan hetVlaamse Gewest. Figuur 1 maakt duidelijk dat zowel de werkgelegenheidsgroei als degroei van de bruto toegevoegde waarde in deze periode lager zijn dan in de voorgaandeperiode (zo was de werkgelegenheidsgroei quasi nul in de jaren 92-94). Dearbeidsproductiviteit in het Vlaamse Gewest steeg tot € 48.200 in 1995. Ook het BrusselseHoofdstedelijke Gewest kampte met een afzwakkende groeivoet, maar kon in1995 nog steeds veruit de hoogste waarde voorleggen (€ 58.200). De Vlaamse arbeidsproductiviteitbevond zich op het niveau van Nederland en Frankrijk (respectievelijk€ 48.400 en € 47.100).Vanaf de periode 1995-2000 vertraagde de groei van de arbeidsproductiviteit overalaanzienlijk. Zowel structurele als conjuncturele elementen speelden een rol. Niettegenstaandede zwakke algemene prestaties bevond het Vlaamse Gewest zich met eentoename van gemiddeld 2,5% bij de koplopers. De groei van de toegevoegde waardebleef op peil, op het jaar 1996 na. Maar er was ook een stijgende werkgelegenheidsgroei(zie figuur 1). Dit reflecteert de effecten van de maatregelen die toen genomenwerden om meer mensen aan het werk te zetten. De arbeidsproductiviteitstoenameverliep vooral traag in Duitsland (+1,3%), de EU15 (+1,5%) en Nederland (-1,0%). Detoegenomen populariteit van deeltijdse arbeid verklaart een belangrijke deel van deevolutie in Nederland. In 2000 was de arbeidsproductiviteit in het Vlaamse Gewestopgelopen tot € 54.400, min of meer op het niveau van Frankrijk (€ 53.000). Nederlandnoteerde in 2000 de laagste arbeidsproductiviteit (€ 46.000), het BrusselseHoofdstedelijke Gewest de hoogste (€ 66.600), gevolgd door België en het VlaamseGewest.Gedurende de periode 2000-2005 lagen de groeivoeten terug iets hoger, maar nogaltijd beduidend lager dan in de jaren tachtig. In het Vlaamse Gewest groeide dearbeidsproductiviteit met gemiddeld 3,0% per jaar. Dit hogere cijfer was het resultaatvan een terugval van de werkgelegenheidsgroei. Enkel in het Brusselse Hoofdstede-62
- Page 12 and 13: Inleidingten geïntegreerd in de Eu
- Page 14 and 15: Inleiding3. OverzichtHoofdstuk 1 bi
- Page 16 and 17: HOOFDSTUKMacro-economische basisind
- Page 18 and 19: Hoofdstuk 1Macro-economische basisi
- Page 20 and 21: Hoofdstuk 1Macro-economische basisi
- Page 22 and 23: Hoofdstuk 1Macro-economische basisi
- Page 24 and 25: Hoofdstuk 1Macro-economische basisi
- Page 26: Hoofdstuk 1Macro-economische basisi
- Page 29 and 30: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 31 and 32: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 33 and 34: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 35 and 36: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 37 and 38: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 39 and 40: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 41 and 42: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 43 and 44: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 45 and 46: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 47 and 48: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 49 and 50: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 51 and 52: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 53 and 54: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 55 and 56: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 57 and 58: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 59 and 60: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 61: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 65 and 66: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 67 and 68: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 69 and 70: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 71 and 72: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 73 and 74: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 75 and 76: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 77 and 78: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 79 and 80: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 81 and 82: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 84 and 85: HOOFDSTUKSituering van de Vlaamse u
- Page 86 and 87: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 88 and 89: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 90 and 91: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 92 and 93: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 94 and 95: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 96 and 97: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 98 and 99: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 100 and 101: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 102 and 103: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 104 and 105: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 106 and 107: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 108 and 109: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 110 and 111: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
SVR-studie • <strong>De</strong> <strong>Vlaamse</strong> <strong>open</strong> <strong>economie</strong>+4,7% per jaar). Dit komt door een afzwakkend groeitempo van de bruto toegevoegdewaarde samen met een aantrekkende groei van de werkgelegenheid. <strong>De</strong> <strong>Vlaamse</strong>ar<strong>be</strong>idsproductiviteitsgroei is vergelijkbaar met de groeivoet in de EU15 (+4,6%),maar lager dan de ar<strong>be</strong>idsproductiviteitsgroei in Frankrijk (+6,0%). In Duitsland(+3,8%) en zeker in Nederland (+1,2%) groeide de ar<strong>be</strong>idsproductiviteit minder snelgedurende deze periode. In absolute termen sprong Frankrijk in 1990 over het<strong>Vlaamse</strong> Gewest (€ 40.400 en € 39.600), en ook het Brusselse Hoofdstedelijke Gewestbleef een hogere ar<strong>be</strong>idsproductiviteit heb<strong>be</strong>n (€ 47.200). <strong>De</strong> andere landen en gewestenheb<strong>be</strong>n een lager ar<strong>be</strong>idsproductiviteitsniveau dan het <strong>Vlaamse</strong> Gewest. Het laagsteniveau werd opgetekend in het Waalse Gewest (€ 34.100), van dichtbij gevolgddoor Duitsland (€ 34.300) en de EU15 (€ 34.400).Ook de vijf daaropvolgende jaren (1990-1995) worden gekenmerkt door relatief hogegroeivoeten van de ar<strong>be</strong>idsproductiviteit in meerdere landen. <strong>De</strong> <strong>Vlaamse</strong> ar<strong>be</strong>idsproductiviteitgroeide met gemiddeld 4,0% per jaar, wat vergeleken met de andere landenen gewesten relatief laag was. <strong>De</strong> toenames in Nederland (+7,7%), Duitsland(+5,3%), de EU15 (+4,8%), het Waalse Gewest (+4,8%) en het Brusselse HoofdstedelijkeGewest (+4,3%) waren hoger, maar Frankrijk (+3,1%) scoorde lager dan het<strong>Vlaamse</strong> Gewest. Figuur 1 maakt duidelijk dat zowel de werkgelegenheidsgroei als degroei van de bruto toegevoegde waarde in deze periode lager zijn dan in de voorgaandeperiode (zo was de werkgelegenheidsgroei quasi nul in de jaren 92-94). <strong>De</strong>ar<strong>be</strong>idsproductiviteit in het <strong>Vlaamse</strong> Gewest steeg tot € 48.200 in 1995. Ook het BrusselseHoofdstedelijke Gewest kampte met een afzwakkende groeivoet, maar kon in1995 nog steeds veruit de hoogste waarde voorleggen (€ 58.200). <strong>De</strong> <strong>Vlaamse</strong> ar<strong>be</strong>idsproductiviteit<strong>be</strong>vond zich op het niveau van Nederland en Frankrijk (respectievelijk€ 48.400 en € 47.100).Vanaf de periode 1995-2000 vertraagde de groei van de ar<strong>be</strong>idsproductiviteit overalaanzienlijk. Zowel structurele als conjuncturele elementen speelden een rol. Niettegenstaandede zwakke algemene prestaties <strong>be</strong>vond het <strong>Vlaamse</strong> Gewest zich met eentoename van gemiddeld 2,5% bij de koplopers. <strong>De</strong> groei van de toegevoegde waardebleef op peil, op het jaar 1996 na. Maar er was ook een stijgende werkgelegenheidsgroei(zie figuur 1). Dit reflecteert de effecten van de maatregelen die toen genomenwerden om meer mensen aan het werk te zetten. <strong>De</strong> ar<strong>be</strong>idsproductiviteitstoenameverliep vooral traag in Duitsland (+1,3%), de EU15 (+1,5%) en Nederland (-1,0%). <strong>De</strong>toegenomen populariteit van deeltijdse ar<strong>be</strong>id verklaart een <strong>be</strong>langrijke deel van deevolutie in Nederland. In 2000 was de ar<strong>be</strong>idsproductiviteit in het <strong>Vlaamse</strong> Gewestopgel<strong>open</strong> tot € 54.400, min of meer op het niveau van Frankrijk (€ 53.000). Nederlandnoteerde in 2000 de laagste ar<strong>be</strong>idsproductiviteit (€ 46.000), het BrusselseHoofdstedelijke Gewest de hoogste (€ 66.600), gevolgd door België en het <strong>Vlaamse</strong>Gewest.Gedurende de periode 2000-2005 lagen de groeivoeten terug iets hoger, maar nogaltijd <strong>be</strong>duidend lager dan in de jaren tachtig. In het <strong>Vlaamse</strong> Gewest groeide dear<strong>be</strong>idsproductiviteit met gemiddeld 3,0% per jaar. Dit hogere cijfer was het resultaatvan een terugval van de werkgelegenheidsgroei. Enkel in het Brusselse Hoofdstede-62