De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

www4.vlaanderen.be
from www4.vlaanderen.be More from this publisher
13.07.2015 Views

Hoofdstuk 2Macro-economische vergelijking van het Vlaamse Gewest met zes landenDe Ierse uitvoerstructuur werd gekenmerkt door een forse vermindering van de uitvoervan computers en kantoormachines. Ook de verzwakking van de uitvoer vanelektrische apparaten verklaart de lagere groei. Dit werd deels gecompenseerd dooreen forse positieve groei van de export van farmaceutische producten. De inzinkingvan de Ierse export moet in een ruimer kader worden bekeken. Na 2000 boette Ierlandimmers aan competitiviteit in doordat de lonen te scherp stegen, de productiviteitvertraagde en Ierland te weinig aanwezig was op groeimarkten (OECD, 2011c).De Deense exportstructuur veranderde niet zoveel, mede door de zwakke prestatievan telecommunicatie-apparatuur en farmaceutische producten.De daling van de Finse uitvoer komt op naam van telecommunicatie-apparatuur. Ditkon onvoldoende gecompenseerd worden door de betere prestatie van aardolieproductenof non-ferrometalen. Finland heeft het moeilijker dan zijn buurlanden op deexportmarkt.Zweden ten slotte kende een relatief matige groei van de export, waarbij aardolieproducten,metaalertsen en elektrische apparaten belangrijk waren. De uitvoer vanvoertuigen liep terug.Wat de geografische spreiding betreft, is de EU15 voor het Vlaamse Gewest minderbelangrijk geworden en dit ten voordele van de opkomende handelsblokken (BRIC,Aziatische Tijgers, N11 en EU12). Vooral de BRIC-landen werden prominenter in deuitvoerstructuur van de benchmarklanden tussen 2005 en 2010. Dat is in minderemate het geval voor de N11. Japan en de VS werden in de meeste gevallen minderbelangrijke afzetgebieden. Maar in de Ierse en de Finse export won de VS aan belangsedert 2005. In beide gevallen groeide de export ernaar ook in nominale termen.5.4. Gezonde overheidsfinanciënGezonde overheidsfinanciën zijn onder meer van belang voor investeringen, groei enlange termijnontwikkeling. Er bestaat geen exacte norm voor ‘gezonde overheidsfinanciën’.Dit wordt meestal omschreven als een schuldniveau dat aangegaan werdvoor investeringen waarvan de huidige generatie de baten plukt en waarvoor ze danook de schuldaflossingen draagt. Het schuldniveau mag niet excessief groeien opdatde overheid geen te groot beslag zou leggen op financiële middelen die elders (privateinvesteringen) kunnen gebruikt worden. Verder moeten de jaarlijkse rentelasten binnende perken blijven opdat het jaarlijkse begrotingssaldo niet te sterk in het roodduikt.Maar in 2008 brak een financieel-economische crisis uit. Er ontstond argwaan over desolvabiliteit van banken. De kredietverlening dreigde te stokken. Sommige financiëleinstellingen geraakten daadwerkelijk in moeilijkheden. In een aantal Europese landen,zoals in Spanje en Ierland, was er eveneens sprake van een vastgoedboom. Onderinvloed van steeds stijgende prijzen geraakten bouwpromotoren en investeerders teoptimistisch over de winstmogelijkheden van vastgoed en stonden bijgevolg groteprojecten in de steigers. De banken financierden dit alles gretig. Toen er een eindekwam aan de hausse van de prijzen geraakten promotoren in moeilijkheden doordatde rendementen niet meer volstonden om hun leningsverplichtingen af te lossen. Deconjunctuuromslag had ook als gevolg dat meer en meer gezinnen betalingsmoeilijk-47

SVR-studie • De Vlaamse open economieheden kenden. Vooral Ierland en Denemarken maakten een afkoeling van de huizenprijzenmee.Dit alles had gevolgen voor het bankwezen. Overheden zagen zich verplicht in te grijpenin het financiële systeem omdat dit cruciaal is voor het economisch weefsel. Ditgebeurde door kapitaalinjecties in banken, het verlenen van garanties en het nationaliserenvan financiële instellingen. Het kostenplaatje voor de – voornamelijk Westerse– overheden liep sterk op, met negatieve gevolgen voor het begrotingstekort en destaatsschuld (figuur 8). Meer en meer geraakte de financiële wereld bezorgd over dekredietwaardigheid van overheden, te meer daar de overheidsfinanciën de komendejaren onder druk zullen komen van de oplopende kosten van de vergrijzing.FIGUUR 86Budgettair resultaat en geconsolideerde bruto schuld van de overheden (in % van hetbbp), België en de 6 benchmarklanden, 2005 en 2011DK 200542IE 2005FI 2005SE 2005Budgettair resultaat, in % bbp0-2-4-6SE 2011 NL 20050 20 40 60 80 100 120FI 2011AT 2005BE 2005NL 2011 AT 2011BE 2011DK 2011-8-10IE 2011-12Bron: AMECO, verwerking SVR.Overheidsschuld, in % bbpDit uitte zich in dreigende kapitaalvlucht en oplopende interestlasten voor sommigeoverheden die mede door de redding van hun financiële systeem met oplopendetekorten te kampen hadden. Zo bedroeg de spread 11 met Duitsland voor het lange termijnoverheidspapier in juli 2012 1,45 basispunten voor België. Ierland stond er duidelijknog slechter voor (4,88), maar Nederland (0,51), Finland (0,31) en Oostenrijk(0,83) haalden lagere spreads 12 .11 Procentpuntverschil x 100 tussen de rente op 10-jarige Belgische staatsobligaties en het Duitse equivalent.12Denemarken en Zweden zijn geen eurolanden.48

SVR-studie • <strong>De</strong> <strong>Vlaamse</strong> <strong>open</strong> <strong>economie</strong>heden kenden. Vooral Ierland en <strong>De</strong>nemarken maakten een afkoeling van de huizenprijzenmee.Dit alles had gevolgen voor het bankwezen. Overheden zagen zich verplicht in te grijpenin het financiële systeem omdat dit cruciaal is voor het economisch weefsel. Ditge<strong>be</strong>urde door kapitaalinjecties in banken, het verlenen van garanties en het nationaliserenvan financiële instellingen. Het kostenplaatje voor de – voornamelijk Westerse– overheden liep sterk op, met negatieve gevolgen voor het <strong>be</strong>grotingstekort en destaatsschuld (figuur 8). Meer en meer geraakte de financiële wereld <strong>be</strong>zorgd over dekredietwaardigheid van overheden, te meer daar de overheidsfinanciën de komendejaren onder druk zullen komen van de opl<strong>open</strong>de kosten van de vergrijzing.FIGUUR 86Budgettair resultaat en geconsolideerde bruto schuld van de overheden (in % van hetbbp), België en de 6 <strong>be</strong>nchmarklanden, 2005 en 2011DK 200542IE 2005FI 2005SE 2005Budgettair resultaat, in % bbp0-2-4-6SE 2011 NL 20050 20 40 60 80 100 120FI 2011AT 2005BE 2005NL 2011 AT 2011BE 2011DK 2011-8-10IE 2011-12Bron: AMECO, verwerking SVR.Overheidsschuld, in % bbpDit uitte zich in dreigende kapitaalvlucht en opl<strong>open</strong>de interestlasten voor sommigeoverheden die mede door de redding van hun financiële systeem met opl<strong>open</strong>detekorten te kampen hadden. Zo <strong>be</strong>droeg de spread 11 met Duitsland voor het lange termijnoverheidspapier in juli 2012 1,45 basispunten voor België. Ierland stond er duidelijknog slechter voor (4,88), maar Nederland (0,51), Finland (0,31) en Oostenrijk(0,83) haalden lagere spreads 12 .11 Procentpuntverschil x 100 tussen de rente op 10-jarige Belgische staatsobligaties en het Duitse equivalent.12<strong>De</strong>nemarken en Zweden zijn geen eurolanden.48

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!