Hoofdstuk 2Macro-economische vergelijking van het <strong>Vlaamse</strong> Gewest met zes landenIn Nederland en <strong>De</strong>nemarken is de tertiaire sector het sterkste aanwezig. In Finlanden Oostenrijk is de secundaire sector naar verhouding <strong>be</strong>langrijker dan in de andere<strong>be</strong>nchmarklanden. <strong>De</strong> tertiaire sector werd overal <strong>be</strong>langrijker tussen 2005 en 2010.<strong>De</strong> industrie en bouw werden zwaarder getroffen door de crisis.Het loont de moeite om even dieper in te gaan op de <strong>be</strong>drijfstakstructuur in het<strong>Vlaamse</strong> Gewest en de <strong>be</strong>nchmarklanden.Ta<strong>be</strong>l 4a geeft de spreiding weer van de werkgelegenheid en de bruto toegevoegdewaarde in 2010. <strong>De</strong> ‘handel en reparatie van voertuigen’ is overal de <strong>be</strong>langrijkste<strong>be</strong>drijfstak volgens de werkgelegenheid en meestal ook volgens de bruto toegevoegdewaarde. <strong>De</strong> top <strong>be</strong>staat verder uit een reeks tertiaire <strong>be</strong>drijfstakken en de bouw. Het‘onroerend goed’ is heel <strong>be</strong>langrijk volgens de bruto toegevoegde waarde, maar steltnaar verhouding weinig personen tewerk.Specialisatie-indices geven weer of een land al dan niet gespecialiseerd is in een<strong>be</strong>drijfstak (ta<strong>be</strong>l 4b). <strong>De</strong>ze indices geven het aandeel weer van een <strong>be</strong>drijfstak in eenland ten opzichte van het analoge aandeel in een referentiegebied x 100. Het referentiegebiedis de EU15. Indices hoger dan 100 duiden op een relatieve oververtegenwoordigingin het land versus de EU15. <strong>De</strong> indicatoren werden zowel volgens dewerkgelegenheid als volgens de bruto toegevoegde waarde <strong>be</strong>rekend.Het <strong>Vlaamse</strong> Gewest is voor de secundaire sector vooral gespecialiseerd in ‘chemie’,‘aardolieraffinage’, ‘voeding’ en ook in ‘textiel en confectie’. Met ‘textiel en confectie’onderscheidt het <strong>Vlaamse</strong> Gewest zich van de <strong>be</strong>nchmarklanden die daar helemaalniet in gespecialiseerd zijn. Voorts is ook ‘farmacie’ een <strong>Vlaamse</strong> specialisatie, maaralleen op het vlak van werkgelegenheid. In 2005 was het <strong>Vlaamse</strong> Gewest ook duidelijkgespecialiseerd in ‘transportmiddelen’. Maar dat is vijf jaar later veel mindermerkbaar. Anno 2010 zijn volgende industriële <strong>be</strong>drijfstakken geen <strong>Vlaamse</strong> troevenmeer: ‘informaticaproducten en elektronica’, ‘elektrische apparaten’ en ‘meu<strong>be</strong>ls, diamanten overige industrie’.In de tertiaire sector onderscheidt het <strong>Vlaamse</strong> Gewest zich in ‘consultancy, activiteitenvan hoofdkantoren, architecten en ingenieurs’. <strong>De</strong> voornaamste <strong>Vlaamse</strong> troevenzijn verder ‘uitzendkantoren, reisbureaus, onderhoud gebouwen, administratieveactiviteiten’, ‘onderwijs’ en – enkel volgens de bruto toegevoegde waarde – ‘handel enreparatie van voertuigen’. Tertiaire <strong>be</strong>drijfstakken zoals de ‘horeca’ en ‘banken en verzekeringen’zijn niet echt specialisaties van het <strong>Vlaamse</strong> Gewest ten opzichte van deEU15.Nederland telt niet zoveel industriële sectoren waarin het gespecialiseerd is. ‘Instellingen,hulp en opvang’, ‘banken en verzekeringen’ en ‘consultancy, activiteiten vanhoofdkantoren, architecten en ingenieurs’ zijn Nederlandse troeven in de tertiaire sector.37
SVR-studie • <strong>De</strong> <strong>Vlaamse</strong> <strong>open</strong> <strong>economie</strong>TABEL 4a Spreiding van de werkgelegenheid en de bruto toegevoegde waarde naar <strong>be</strong>drijfstak in %,Vlaams Gewest en de 6 <strong>be</strong>nchmarklanden, 2010WerkgelegenheidNACERev.2 BedrijfstakVlaamsGewestNederlandIerlandOostenrijk<strong>De</strong>nemarkenFinlandZwedenAA Landbouw en visserij 1,7 2,6 4,6 4,9 2,6 4,8 2,1BB <strong>De</strong>lfstoffen 0,0 0,1 0,4 0,2 0,1 0,3 0,2CA Voeding 2,6 1,6 2,4 2,0 2,1 1,5 1,2CB Textiel en confectie 1,0 0,2 0,3 0,5 0,3 0,5 0,2CC Drukkerijen en papierindustrie 1,1 0,9 0,9 1,7 0,9 2,5 1,9CD Aardolieraffinage 0,1 0,1 0,0 0,0 0,0 0,1 0,8CE Chemie 1,3 0,5 0,2 0,4 0,5 0,6 0,8CF Farmacie 0,4 0,2 1,7 0,3 0,6 0,2 0,0CG Kunststofproducten en bouwmaterialen 1,3 0,7 0,6 1,5 1,0 1,2 0,9CH Metallurgie en metaalproducten 2,5 1,3 1,0 2,6 1,4 2,4 2,4CI Informaticaproducten en elektronica 0,4 0,6 1,4 0,6 0,7 1,5 1,0CJ Elektrische apparaten 0,5 0,2 0,1 1,1 0,4 0,8 0,6CK Machines en apparaten 0,9 0,9 1,5 1,8 2,0 1,9 1,7CL Transportmiddelen 1,3 0,5 0,2 0,9 0,3 0,7 1,7CM Meu<strong>be</strong>ls, diamant, overige industrie 1,1 2,3 1,1 1,8 1,1 1,5 1,2DD Elektriciteit en gas 0,4 0,3 0,6 0,7 0,5 0,5 0,6EE Afvalinzameling en -recyclage, water 0,6 0,4 0,6 0,5 0,5 0,6 0,5FF Bouw 6,5 5,6 6,5 6,9 5,8 7,5 6,8GG Handel en reparatie van voertuigen 13,8 16,4 14,6 15,5 16,2 12,0 12,0HH+JB Vervoer, opslag en telecommunicatie 6,3 5,0 6,1 5,5 6,1 6,9 6,0II Horeca 3,3 3,7 6,5 6,3 3,5 3,2 3,4JA Uitgeverijen, audiovisuele diensten 0,4 0,7 0,6 0,6 1,2 1,2 1,2JC Informatica- en informatiediensten 1,2 1,8 2,2 1,4 1,9 2,0 2,0KK Banken en verzekeringen 2,0 3,1 5,0 3,2 3,1 1,7 2,0LL Onroerend goed 0,4 0,9 0,5 1,3 1,5 0,9 1,5MA Consultancy, activiteiten van hoofdkantoren, architecten en ingenieurs 9,0 5,0 3,2 3,9 3,7 3,1 3,8MB Onderzoek op wetenschappelijk gebied 0,2 0,4 0,2 0,3 0,3 0,7 0,4MC Reclame, marktonderzoek en overige gespecialiseerde technische activiteiten 0,8 1,4 2,0 1,1 1,3 1,1 1,3NN Uitzendkantoren, reisbureaus, onderhoud gebouwen, administratieve activiteiten 8,2 9,0 3,2 4,9 4,2 4,6 4,9OO Openbaar <strong>be</strong>stuur, sociale verzekeringen 6,9 5,8 5,7 6,5 5,7 7,1 5,5PP Onderwijs 7,8 5,7 8,1 6,2 8,1 6,8 9,8QA Gezondheidszorg 6,0 5,8 8,3 6,4 5,8 7,3 7,0QB Instellingen, hulp en opvang 5,7 9,2 4,5 3,8 12,0 7,3 9,3RR Kunst, amusement en recreatie 0,7 1,7 2,3 1,5 1,6 1,9 1,8SS Verenigingen, overige persoonlijke diensten 2,3 2,2 2,3 3,0 2,5 2,8 3,7TT Huishoudelijke diensten 1,1 3,2 0,4 0,2 0,6 0,4 0,1TOTAAL 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0Bruto toegevoegde waardeNACERev.2 BedrijfstakVlaamsGewestNederlandIerlandOostenrijk<strong>De</strong>nemarkenFinlandZwedenAA Landbouw en visserij 0,9 1,8 1,7 1,5 1,3 3,0 1,7BB <strong>De</strong>lfstoffen 0,0 3,1 0,3 0,5 3,4 0,5 0,9CA Voeding 2,7 2,7 4,5 1,8 2,1 1,7 1,3CB Textiel en confectie 0,7 0,2 0,1 0,4 0,1 0,3 0,2CC Drukkerijen en papierindustrie 1,2 0,9 3,7 1,9 0,7 3,2 2,2CD Aardolieraffinage 0,3 0,1 0,0 0,1 0,1 0,3 0,4CE Chemie 2,9 2,2 0,8 0,5 0,6 1,1 2,6CF Farmacie 0,7 0,3 10,2 1,0 1,2 0,5 0,0CG Kunststofproducten en bouwmaterialen 1,5 0,8 0,7 1,5 0,9 1,2 0,9CH Metallurgie en metaalproducten 2,5 1,4 0,6 3,3 1,1 2,3 2,2CI Informaticaproducten en elektronica 0,5 0,4 2,8 0,7 0,9 2,3 1,4CJ Elektrische apparaten 0,6 0,2 1,2 1,4 0,6 0,8 0,5CK Machines en apparaten 1,0 1,2 0,5 2,1 2,1 2,5 1,8CL Transportmiddelen 1,3 0,5 0,3 1,4 0,1 0,5 1,8CM Meu<strong>be</strong>ls, diamant, overige industrie 0,9 1,6 0,3 1,5 1,1 1,3 1,0DD Elektriciteit en gas 1,7 2,0 1,6 2,3 1,7 2,5 3,3EE Afvalinzameling en -recyclage, water 0,8 0,9 0,4 1,1 0,8 0,8 0,6FF Bouw 6,6 5,5 2,8 6,8 4,7 6,6 5,5GG Handel en reparatie van voertuigen 14,3 12,9 9,5 13,6 11,6 10,0 11,7HH+JB Vervoer, opslag en telecommunicatie 7,5 5,8 5,2 5,8 7,6 6,7 7,2II Horeca 1,7 1,7 2,1 4,9 1,4 1,7 1,5JA Uitgeverijen, audiovisuele diensten 0,7 1,2 0,4 0,7 1,0 1,4 1,3JC Informatica- en informatiediensten 1,7 2,2 1,4 1,4 2,0 2,2 2,7KK Banken en verzekeringen 3,5 8,2 10,1 4,9 6,3 2,8 4,2LL Onroerend goed 9,0 6,2 7,5 9,5 10,9 11,8 9,0MA Consultancy, activiteiten van hoofdkantoren, architecten en ingenieurs 8,3 4,8 2,4 4,0 3,5 3,1 4,6MB Onderzoek op wetenschappelijk gebied 0,3 0,4 0,1 0,2 0,6 0,6 0,5MC Reclame, marktonderzoek en overige gespecialiseerde technische activiteiten 0,6 1,0 1,2 0,7 0,9 0,7 1,0NN Uitzendkantoren, reisbureaus, onderhoud gebouwen, administratieve activiteiten 4,5 5,3 4,8 4,1 2,5 3,4 3,4OO Openbaar <strong>be</strong>stuur, sociale verzekeringen 5,2 7,5 5,6 5,9 6,3 6,2 4,7PP Onderwijs 6,5 5,1 6,0 5,6 6,5 5,3 5,6QA Gezondheidszorg 5,1 5,3 6,1 4,8 5,2 5,4 5,5QB Instellingen, hulp en opvang 2,5 4,4 2,5 1,4 6,7 4,2 5,4RR Kunst, amusement en recreatie 0,6 0,9 1,7 1,2 1,6 1,3 1,1SS Verenigingen, overige persoonlijke diensten 1,0 1,2 0,8 1,6 1,8 1,7 2,4TT Huishoudelijke diensten 0,2 0,4 0,1 0,0 0,2 0,1 0,0TOTAAL 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0Bron: Eurostat, INR, verwerking SVR.38