De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

www4.vlaanderen.be
from www4.vlaanderen.be More from this publisher
13.07.2015 Views

Uitleiding2. Samenvatting2.1. Macro-economische basisindicatorenHoofdstuk 1 laat de lezer kennis maken met een aantal centrale begrippen die in devolgende hoofdstukken aan bod komen.Het Vlaamse Gewest is een welvarende regio met een bbp dat groter is dan dit van 13EU lidstaten. Het bbp per inwoner (€ 29.200 KKP in 2011) is hoger dan het gemiddeldein de EU27 of oude EU15. Een ontbinding van deze indicator in deelcomponentenleert dat het Vlaamse Gewest zijn welvaart hoofdzakelijk te danken heeft aan eenhoge arbeidsproductiviteit. Het bbp dat gerealiseerd wordt op het grondgebied vaneen land of regio is niet gelijk aan het inkomen dat de inwoners daadwerkelijk verdienen.Met € 17.600 KKP gebaseerd op de finale consumptie laat het Vlaamse Gewestop landniveau enkel Luxemburg, Oostenrijk en Duitsland voorgaan.Conjunctuurindicatoren zijn nuttig om snel een actueel beeld te schetsen van de economischetoestand. De curves van het producenten- en consumentenvertrouwen vande NBB zijn het meest gekend. Deze curves wijzen momenteel op een afzwakkendeconjunctuur.De tertiaire sector vormt de hoofdmoot in het economische weefsel van ontwikkeldeeconomieën zoals de Vlaamse. ‘Hoofdzetels, consultancy, technische analyse’, maarook ‘transport en telecommunicatie’, ‘administratieve en ondersteunende dienstverlening’en ‘onderwijs’ zijn een Vlaamse specialiteit. De secundaire sector scoort relatiefgoed in het Vlaamse Gewest. De Vlaamse troeven situeren zich in de ‘voeding’,‘chemie’ en in mindere mate in ‘textiel en confectie’, ‘petroleumproducten’, ‘rubberen plastiekverwerking’ en de ‘metaalnijverheid’.De Vlaamse werkzaamheidsgraad bedroeg in 2011 71,8% van 20-64 jarigen. Dat isbeter dan gemiddeld in de EU15, maar onze buurlanden (behalve Frankrijk) doen hetbeter. De werkzaamheid bij ouderen en allochtonen is immers een pijnpunt.De werkloosheidsgraad in het Vlaamse Gewest bedroeg 4,3% in 2011. Dat is lager danin de EU15 en in onze buurlanden.2.2. Macro-economische vergelijking van het Vlaamse Gewest met zeslandenIn hoofdstuk 2 vergelijken we het Vlaamse Gewest met kleine, welvarende economieënin de Europese Unie. Op landniveau is fijnmaziger en recenter cijfermateriaalvoorhanden. De benchmarklanden zijn Nederland, Ierland, Oostenrijk, Zweden, Finlanden Denemarken. De vergelijking gebeurt op basis van een reeks macro-economische,arbeidsmarkt- en innovatieve indicatoren. De analyse start in 2005. Debeschouwde periode omvat zowel jaren van goede als van slechte conjunctuur.149

SVR-studie • De Vlaamse open economieOok in deze groep welvarende landen doet het Vlaamse Gewest het betrekkelijk goed:het bbp per inwoner is er – gecorrigeerd voor pendelbewegingen – van de hoogste.Hetzelfde geldt voor het beschikbaar inkomen per inwoner. Bovendien scoort hetVlaamse Gewest ook als een van de beste op basis van de (Eurostat) armoede indicatoren.Over de periode 2005-2011 kende de Vlaamse economie een eerder matige economischegroei in vergelijking met de benchmarklanden. Maar dat is enkel te wijten aan deopgaande conjunctuur (2005-2007) die sterker was in de benchmarklanden. HetVlaamse Gewest hield beter stand tijdens de minder goede economische jaren (2008-2011). Tijdens de bestudeerde periode in zijn geheel had de werkgelegenheid een groteraandeel in de bbp-groei dan de arbeidsproductiviteit. Dat was niet zo in de jarenvoordien. Men mag echter niet vergeten dat de arbeidsproductiviteit op zich nogsteeds de voornaamste factor is in het Vlaamse bbp per inwoner. In Nederland, Oostenrijken Zweden is de werkgelegenheidsgraad naar verhouding belangrijker.Opdat een economie performant zou zijn moeten een aantal voorwaarden vervuldworden: vooreerst moeten er voldoende, kwaliteitsvolle jobs zijn. De Vlaamse werkzaamheidsgraadsitueert zich anno 2011 nog steeds onder de Europese doelstellingvan 75% en is de op één na laagste onder de benchmarklanden. Een belangrijke redenis de lage werkzaamheidsgraad bij de 55-64 jarigen (38,9% in 2011). In alle benchmarklanden,met uitzondering van Oostenrijk, is minstens de helft van de oudereberoepsbevolking nog actief. Maar op het vlak van werkloosheid doet het VlaamseGewest het zeer goed. Ons arbeidsmarktmodel (sociale bescherming, tijdelijke werkloosheid)slaagde er relatief goed in de ergste klappen van de crisis van 2009 op tevangen.De Vlaamse economie is investerings- en uitvoergericht, wat belangrijk is voor de performantievan een economie. De Vlaamse uitvoer is traditioneel gericht op de EU15en de buurlanden in het bijzonder. Dat is niet verwonderlijk, gezien de ligging tussengrote, welvarende landen. Een aantal benchmarklanden is relatief sterk aanwezig inspecifieke landen(groepen): Oostenrijk voert intensiever handel met de nieuwe EU12,Finland met Rusland en Ierland met de VS.Gezonde overheidsfinanciën zijn van belang voor investeringen, groei en lange termijnontwikkeling.Ierland scoorde in 2005 heel goed op budgettair vlak en qua overheidsschuld.Maar de financieel-economische crisis zorgde voor een forse verslechteringvan de overheidsfinanciën zodat deze nu een pijnpunt zijn. Heden kan Zwedende beste papieren voorleggen.Ten slotte blijkt dat innoveren een cruciale factor is voor de performantie van een ontwikkeldeeconomie. Het Vlaamse Gewest telt een relatief hooggeschoolde bevolking,maar de georganiseerde bijscholing is er minder verspreid dan in de beschouwde landen.Het Vlaamse Gewest besteedde anno 2009 2,11% van zijn bbp aan onderzoek enontwikkeling. Dat is iets meer dan gemiddeld in de EU15, maar Oostenrijk en de Scandinavischebenchmarklanden doen het nog beter.150

Uitleiding2. Samenvatting2.1. Macro-economische basisindicatorenHoofdstuk 1 laat de lezer kennis maken met een aantal centrale <strong>be</strong>grippen die in devolgende hoofdstukken aan bod komen.Het <strong>Vlaamse</strong> Gewest is een welvarende regio met een bbp dat groter is dan dit van 13EU lidstaten. Het bbp per inwoner (€ 29.200 KKP in 2011) is hoger dan het gemiddeldein de EU27 of oude EU15. Een ontbinding van deze indicator in deelcomponentenleert dat het <strong>Vlaamse</strong> Gewest zijn welvaart hoofdzakelijk te danken heeft aan eenhoge ar<strong>be</strong>idsproductiviteit. Het bbp dat gerealiseerd wordt op het grondgebied vaneen land of regio is niet gelijk aan het inkomen dat de inwoners daadwerkelijk verdienen.Met € 17.600 KKP gebaseerd op de finale consumptie laat het <strong>Vlaamse</strong> Gewestop landniveau enkel Luxemburg, Oostenrijk en Duitsland voorgaan.Conjunctuurindicatoren zijn nuttig om snel een actueel <strong>be</strong>eld te schetsen van de economischetoestand. <strong>De</strong> curves van het producenten- en consumentenvertrouwen vande NBB zijn het meest gekend. <strong>De</strong>ze curves wijzen momenteel op een afzwakkendeconjunctuur.<strong>De</strong> tertiaire sector vormt de hoofdmoot in het economische weefsel van ontwikkelde<strong>economie</strong>ën zoals de <strong>Vlaamse</strong>. ‘Hoofdzetels, consultancy, technische analyse’, maarook ‘transport en telecommunicatie’, ‘administratieve en ondersteunende dienstverlening’en ‘onderwijs’ zijn een <strong>Vlaamse</strong> specialiteit. <strong>De</strong> secundaire sector scoort relatiefgoed in het <strong>Vlaamse</strong> Gewest. <strong>De</strong> <strong>Vlaamse</strong> troeven situeren zich in de ‘voeding’,‘chemie’ en in mindere mate in ‘textiel en confectie’, ‘petroleumproducten’, ‘rub<strong>be</strong>ren plastiekverwerking’ en de ‘metaalnijverheid’.<strong>De</strong> <strong>Vlaamse</strong> werkzaamheidsgraad <strong>be</strong>droeg in 2011 71,8% van 20-64 jarigen. Dat is<strong>be</strong>ter dan gemiddeld in de EU15, maar onze buurlanden (<strong>be</strong>halve Frankrijk) doen het<strong>be</strong>ter. <strong>De</strong> werkzaamheid bij ouderen en allochtonen is immers een pijnpunt.<strong>De</strong> werkloosheidsgraad in het <strong>Vlaamse</strong> Gewest <strong>be</strong>droeg 4,3% in 2011. Dat is lager danin de EU15 en in onze buurlanden.2.2. Macro-economische vergelijking van het <strong>Vlaamse</strong> Gewest met zeslandenIn hoofdstuk 2 vergelijken we het <strong>Vlaamse</strong> Gewest met kleine, welvarende <strong>economie</strong>ënin de Europese Unie. Op landniveau is fijnmaziger en recenter cijfermateriaalvoorhanden. <strong>De</strong> <strong>be</strong>nchmarklanden zijn Nederland, Ierland, Oostenrijk, Zweden, Finlanden <strong>De</strong>nemarken. <strong>De</strong> vergelijking ge<strong>be</strong>urt op basis van een reeks macro-economische,ar<strong>be</strong>idsmarkt- en innovatieve indicatoren. <strong>De</strong> analyse start in 2005. <strong>De</strong><strong>be</strong>schouwde periode omvat zowel jaren van goede als van slechte conjunctuur.149

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!