De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

www4.vlaanderen.be
from www4.vlaanderen.be More from this publisher
13.07.2015 Views

Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in internationaal perspectief4. Determinanten van het marktaandeelIn een recente publicatie heeft de Nationale Bank van België geprobeerd de marktaandelenin afzetgebieden te correleren aan de kosten die de exporteurs in België en 4buurlanden moeten dragen (Baugnet e.a., 2010). Daarvoor werd nagegaan wat deinvloed is van twee onafhankelijke variabelen. De eerste zijn de relatieve uitvoerprijzen,dat wil zeggen de uitvoerprijzen, gerelateerd aan het gewogen gemiddelde van deprijzen van de (buitenlandse) concurrenten. Daarnaast is er een structurele variabele.Dit is een trendmatige variabele die uit de tijdreeks econometrisch werd geschat. Hiervoorwerden kwartaalcijfers gebruikt van de Economic Outlook van de OESO (buurlanden)en van het INR (België) voor de periode 1995-2008. Men gaat in deze studieuit van de premisse dat als de exportprijzen sneller stijgen dan de prijzen van de buitenlandseconcurrenten, dit nadelig is voor de export en dus voor de marktaandelen.De marktaandelen van België en 4 buurlanden in de wereldhandel zijn in de periode1995-2008 gedaald, behalve in Duitsland. Het verlies aan marktaandeel was bijna volledigtoe te schrijven aan de structureel neerwaartse trend (tabel 11). Zo ondervondBelgië (met een structureel verlies aan marktaandelen van 1,7% per jaar) samen metFrankrijk (-2,7%) en het Verenigd Koninkrijk (-2,0%) een duidelijk negatief effect vandeze structurele variabele. Van de 4 buurlanden toont alleen Duitsland (+0,7%) eenpositieve bijdrage van de structurele variabele. De resultaten van deze vergelijkingwijzen op een vrij beperkte bijdrage van de relatieve uitvoerprijzen op de marktaandelen.In België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk is deze bijdrage vrijwel gelijkaan nul. Voor Frankrijk en Nederland doet het verloop van de relatieve prijzen er weltoe, in die zin dat een daling van de relatieve prijzen zorgde voor een licht positiefeffect op de marktaandelen.TABEL 11 Marktaandelen naar volume (kwartaalgegevens), België en 4 buurlanden, 1995-2008Gemiddeld jaarlijksverloop van demarktaandelen(veranderingspercentages)Structurele tendens(bijdrage inprocentpunten)Relatieve uitvoerprijzenBelgië -1,7 -0,09 * -1,7 ***Duitsland +0,7 -0,10 * +0,7 ***Frankrijk -2,0 -0,83 *** -2,7 ***Verenigd Koninkrijk -2,0 -0,02 -2,0 ***Nederland -0,3 -0,41 *** -0,5 **** p

SVR-studie • De Vlaamse open economienale markt te worden gestoten. In dat laatste geval moeten de exporteurs de veranderingenvan de relatieve productiekosten opvangen via hun winstmarges.De aldus geraamde coëfficiënten geven aan dat de internationale prijzen de voornaamstedeterminant zijn van de uitvoerprijzen. De invoerdeflator krijgt dus een veelgroter gewicht toegekend dan de loonkosten per eenheid product. Dit houdt in dat eenbeheerst verloop van de productiekosten noodzakelijk is ter vrijwaring van het concurrentievermogen,aangezien het vermogen om deze door te rekenen in de prijzenbeperkt is.UitleidingHet wereldmarktaandeel van het Vlaamse Gewest is lager dan dat van 4 buurlanden.Wanneer we het Vlaamse Gewest en 4 buurlanden evenwel wegen naar hun bevolking,stellen we voor alle onderzochte afzetmarkten vast dat het Vlaamse marktaandeeldat van de referentielanden overtreft. Het Vlaamse Gewest doet het in die zin zeergoed.Een belangrijke kanttekening is dat kleine landen door hun geringe thuismarkt automatischmeer exporteren. Voorts leidt het gebruikte ‘communautair concept’ van deexportcijfers tot een zekere vertekening aangezien de doorvoer volgens dit conceptaan het doorvoerland wordt toegerekend, waardoor in landen met belangrijke havensde totale exportcijfers relatief hoger liggen. In beide gevallen leidt dit ertoe dat deVlaamse exportprestaties worden overschat.De Vlaamse wereldmarktaandelen evolueren zoals het gemiddelde van 4 buurlanden.Dit geldt inzonderheid voor de marktaandelen buiten de EU15. De tendens stijgt overde periode 2002-2010, maar enkel dankzij de goede prestatie van 2010.Als we de evolutie van het Vlaamse marktaandeel voor specifieke opkomende exportmarktenbekijken, stellen we algemeen een dalende trend vast. De twee uitzonderingenzijn de EU12 en de N11 (Next Eleven). In de EU12 is het marktaandeel in deperiode 2002-2010 zo goed als stabiel gebleven, in de N11 is het zelfs gestegen.TABEL 12 Marktaandeel (indices, 2002 = 100), Vlaams Gewest, 2010EU12 BRICNoord-Amerika N11 JapanAziatischeTijgers ASEANWaarde 98,4 62,8 79,6 106,6 90,7 82,8 80,4Positie t.o.v. 4 buurlanden 2 5 3 2 1 4 3Bron: Eurostat, INR, UNCTAD, eigen bewerking.De daling van het martkaandeel van het Vlaamse Gewest is het sterkst in de invoermarktenvan Noord-Amerika, de ASEAN en vooral in BRIC (Brazilië, Rusland, Indiaen China). In eerstgenoemde twee blokken is het marktaandeel met 20% gedaald, inBRIC zelfs met 37%. In de rijkere Aziatische landen is het verlies echter kleiner. In144

Hoofdstuk 5<strong>Vlaamse</strong> marktaandelen in internationaal perspectief4. <strong>De</strong>terminanten van het marktaandeelIn een recente publicatie heeft de Nationale Bank van België gepro<strong>be</strong>erd de marktaandelenin afzetgebieden te correleren aan de kosten die de exporteurs in België en 4buurlanden moeten dragen (Baugnet e.a., 2010). Daarvoor werd nagegaan wat deinvloed is van twee onafhankelijke varia<strong>be</strong>len. <strong>De</strong> eerste zijn de relatieve uitvoerprijzen,dat wil zeggen de uitvoerprijzen, gerelateerd aan het gewogen gemiddelde van deprijzen van de (buitenlandse) concurrenten. Daarnaast is er een structurele varia<strong>be</strong>le.Dit is een trendmatige varia<strong>be</strong>le die uit de tijdreeks econometrisch werd geschat. Hiervoorwerden kwartaalcijfers gebruikt van de Economic Outlook van de OESO (buurlanden)en van het INR (België) voor de periode 1995-2008. Men gaat in deze studieuit van de premisse dat als de exportprijzen sneller stijgen dan de prijzen van de buitenlandseconcurrenten, dit nadelig is voor de export en dus voor de marktaandelen.<strong>De</strong> marktaandelen van België en 4 buurlanden in de wereldhandel zijn in de periode1995-2008 gedaald, <strong>be</strong>halve in Duitsland. Het verlies aan marktaandeel was bijna volledigtoe te schrijven aan de structureel neerwaartse trend (ta<strong>be</strong>l 11). Zo ondervondBelgië (met een structureel verlies aan marktaandelen van 1,7% per jaar) samen metFrankrijk (-2,7%) en het Verenigd Koninkrijk (-2,0%) een duidelijk negatief effect vandeze structurele varia<strong>be</strong>le. Van de 4 buurlanden toont alleen Duitsland (+0,7%) eenpositieve bijdrage van de structurele varia<strong>be</strong>le. <strong>De</strong> resultaten van deze vergelijkingwijzen op een vrij <strong>be</strong>perkte bijdrage van de relatieve uitvoerprijzen op de marktaandelen.In België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk is deze bijdrage vrijwel gelijkaan nul. Voor Frankrijk en Nederland doet het verloop van de relatieve prijzen er weltoe, in die zin dat een daling van de relatieve prijzen zorgde voor een licht positiefeffect op de marktaandelen.TABEL 11 Marktaandelen naar volume (kwartaalgegevens), België en 4 buurlanden, 1995-2008Gemiddeld jaarlijksverloop van demarktaandelen(veranderingspercentages)Structurele tendens(bijdrage inprocentpunten)Relatieve uitvoerprijzenBelgië -1,7 -0,09 * -1,7 ***Duitsland +0,7 -0,10 * +0,7 ***Frankrijk -2,0 -0,83 *** -2,7 ***Verenigd Koninkrijk -2,0 -0,02 -2,0 ***Nederland -0,3 -0,41 *** -0,5 **** p

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!