De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

www4.vlaanderen.be
from www4.vlaanderen.be More from this publisher
13.07.2015 Views

Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse uitvoer en invoer van goederenTABEL 4NRCA (uitvoer) en Lafay-indices voor de productindeling naar factorintensiteit, VlaamsGewest en de landen/handelsblokken, 2010Indeling naar factorintensiteitLanden /handelsblokkenVlaams GewestNRCALafayBasismaterialen-16,2-3,77Arbeid11,11,77Kapitaal8,20,81Gemakkelijk nabootsbaaronderzoeksintensief31,31,34Moeilijk nabootsbaaronderzoeksintensief-32,6-0,18Niet geklasseerd-1,80,03Totaal goederen0,00,00DuitslandNRCALafay-146,0-7,10-7,2-0,4280,84,3914,3-0,2061,53,36-3,5-0,020,00,00FrankrijkNRCALafay-39,9-4,40-3,6-2,0522,82,534,50,1218,83,72-2,60,080,00,00NederlandNRCALafay31,11,05-12,3-0,52-13,2-0,5727,10,09-29,4-0,04-3,20,000,00,003 buurlandenNRCALafay-154,8-4,46-23,1-0,9290,42,7145,90,0050,82,65-9,30,020,00,00EU15NRCALafay-282,2-4,5841,70,02150,01,65106,20,582,92,31-18,60,010,00,00EU12NRCALafay-44,8-3,3213,40,8335,02,60-16,3-1,5816,41,48-3,70,000,00,00VSNRCALafay-44,8-1,82-9,7-1,70-13,2-0,7025,10,6238,53,194,00,410,00,00JapanNRCALafay-112,4-20,72-43,9-2,9271,511,04-8,6-0,2094,212,44-0,70,360,00,00BRICNRCALafay-53,3-3,46139,27,31-97,5-0,9919,81,226,9-3,28-15,2-0,810,00,00Aziatische TijgersNRCALafay-172,0-8,37-5,31,81-47,90,942,60,79219,94,802,70,030,00,00ASEANNRCALafay-6,3-0,23-12,71,75-46,1-1,9013,31,8249,4-1,122,3-0,320,00,00N11NRCALafay2,7-1,15-8,10,7910,50,54-38,5-1,3132,90,930,40,210,00,00Bron: INR, UNCTAD, bewerking SVR.105

SVR-studie • De Vlaamse open economieDe uitvoer van het Vlaamse Gewest in 2010 was bijna evenredig verdeeld (elk 1/5)over de vijf categorieën naar factorintensiteit 6 , met uitzondering van de onderzoeksintensievegoederen waar de gemakkelijk nabootsbare subcategorie meer dan een vijfdeheeft (26,1%) en de moeilijk nabootsbare subcategorie voor minder dan een vijfdestaat (12,6%). In vergelijking met de wereld situeren de comparatieve voordelen vanhet Vlaamse Gewest zich vooral in ‘gemakkelijk nabootsbare onderzoeksintensievegoederen’ (tabel 4). Het belang van chemische en farmaceutische producten in deVlaamse economie zit daar voor iets tussen. Voor het ‘moeilijk nabootsbare gedeelte’is de situatie net andersom, zeker volgens de NRCA die het uitvoeraandeel vergelijktmet de wereldexport. Tot deze categorie worden voornamelijk elektrische apparaten,gespecialiseerde machines en fijnmazige apparatuur gerekend. De Lafay-index is voordeze categorie weliswaar negatief, maar veel minder sterk. Voorts heeft het VlaamseGewest troeven in arbeidsintensieve en kapitaalsintensieve goederen. De troef inarbeidsintensieve goederen is te verklaren door de Vlaamse specialisatie in diamanten kunststofproducten; deze in kapitaalsintensieve goederen is toe te schrijven aan deuitvoer van voertuigen. Het is weinig verwonderlijk dat er een comparatief nadeel tebespeuren is voor goederen die intensief gebruik maken van basismaterialen. Naastaardolie, aardgas en ertsen gaat het om voedingsproducten.In vergelijking met de 3 buurlanden vallen meteen twee zaken op: de 3 buurlandensamen hebben een comparatief voordeel in de ‘moeilijk nabootsbare onderzoeksintensievegoederen’, terwijl het omgekeerde geldt voor arbeidsintensieve goederen. Dit istegengesteld aan het Vlaamse Gewest. De goede positionering van de 3 buurlanden in‘moeilijk nabootsbare onderzoeksintensieve goederen’ is te danken aan de relatiefsterke aanwezigheid van generatoren, motoren, diverse machines en vervoermaterieel(met uitzondering van wagens). Bij de buurlanden vertonen Duitsland en Frankrijkeenzelfde patroon met troeven in de kapitaalsintensieve goederen en in de ‘moeilijknabootsbare onderzoeksintensieve goederen’. Nederland is atypisch: het heeft hetgrootste comparatieve voordeel in goederen die intensief gebruik maken van basismaterialen.Dat komt door het belang van groenten, vlees, zuivel en andere ruwe dierlijkeen plantaardige producten in de Nederlandse uitvoer. Net als het Vlaamse Gewestsitueert het belangrijkste comparatieve nadeel voor Nederland zich volgens de NRCA(vergelijking met wereldexport) in de ‘moeilijk nabootsbare onderzoeksintensievegoederen’. En ook hier is dat veel minder evident volgens de Lafay-index (vergelijkingtussen export en import).Het plaatje voor de EU15 vertoont veel gelijkenissen met de 3 buurlanden samen. DeNRCA onderkent echter nauwelijks een voordeel in de ‘moeilijk nabootsbare onderzoeksintensievegoederen’ voor de EU15.De EU12 verschilt van de EU15 doordat ze een comparatief nadeel hebben in de categorie‘gemakkelijk nabootsbare onderzoeksintensieve goederen’. Zij hebben volgensbeide indices een voordeel in het moeilijk nabootsbare gedeelte.6 Er wordt abstractie gemaakt van de restcategorie, die maar voor een miniem aandeel staat (in het VlaamseGewest 0,3% in 2010).106

SVR-studie • <strong>De</strong> <strong>Vlaamse</strong> <strong>open</strong> <strong>economie</strong><strong>De</strong> uitvoer van het <strong>Vlaamse</strong> Gewest in 2010 was bijna evenredig verdeeld (elk 1/5)over de vijf categorieën naar factorintensiteit 6 , met uitzondering van de onderzoeksintensievegoederen waar de gemakkelijk nabootsbare subcategorie meer dan een vijfdeheeft (26,1%) en de moeilijk nabootsbare subcategorie voor minder dan een vijfdestaat (12,6%). In vergelijking met de wereld situeren de comparatieve voordelen vanhet <strong>Vlaamse</strong> Gewest zich vooral in ‘gemakkelijk nabootsbare onderzoeksintensievegoederen’ (ta<strong>be</strong>l 4). Het <strong>be</strong>lang van chemische en farmaceutische producten in de<strong>Vlaamse</strong> <strong>economie</strong> zit daar voor iets tussen. Voor het ‘moeilijk nabootsbare gedeelte’is de situatie net andersom, zeker volgens de NRCA die het uitvoeraandeel vergelijktmet de wereldexport. Tot deze categorie worden voornamelijk elektrische apparaten,gespecialiseerde machines en fijnmazige apparatuur gerekend. <strong>De</strong> Lafay-index is voordeze categorie weliswaar negatief, maar veel minder sterk. Voorts heeft het <strong>Vlaamse</strong>Gewest troeven in ar<strong>be</strong>idsintensieve en kapitaalsintensieve goederen. <strong>De</strong> troef inar<strong>be</strong>idsintensieve goederen is te verklaren door de <strong>Vlaamse</strong> specialisatie in diamanten kunststofproducten; deze in kapitaalsintensieve goederen is toe te schrijven aan deuitvoer van voertuigen. Het is weinig verwonderlijk dat er een comparatief nadeel te<strong>be</strong>speuren is voor goederen die intensief gebruik maken van basismaterialen. Naastaardolie, aardgas en ertsen gaat het om voedingsproducten.In vergelijking met de 3 buurlanden vallen meteen twee zaken op: de 3 buurlandensamen heb<strong>be</strong>n een comparatief voordeel in de ‘moeilijk nabootsbare onderzoeksintensievegoederen’, terwijl het omgekeerde geldt voor ar<strong>be</strong>idsintensieve goederen. Dit istegengesteld aan het <strong>Vlaamse</strong> Gewest. <strong>De</strong> goede positionering van de 3 buurlanden in‘moeilijk nabootsbare onderzoeksintensieve goederen’ is te danken aan de relatiefsterke aanwezigheid van generatoren, motoren, diverse machines en vervoermaterieel(met uitzondering van wagens). Bij de buurlanden vertonen Duitsland en Frankrijkeenzelfde patroon met troeven in de kapitaalsintensieve goederen en in de ‘moeilijknabootsbare onderzoeksintensieve goederen’. Nederland is atypisch: het heeft hetgrootste comparatieve voordeel in goederen die intensief gebruik maken van basismaterialen.Dat komt door het <strong>be</strong>lang van groenten, vlees, zuivel en andere ruwe dierlijkeen plantaardige producten in de Nederlandse uitvoer. Net als het <strong>Vlaamse</strong> Gewestsitueert het <strong>be</strong>langrijkste comparatieve nadeel voor Nederland zich volgens de NRCA(vergelijking met wereldexport) in de ‘moeilijk nabootsbare onderzoeksintensievegoederen’. En ook hier is dat veel minder evident volgens de Lafay-index (vergelijkingtussen export en import).Het plaatje voor de EU15 vertoont veel gelijkenissen met de 3 buurlanden samen. <strong>De</strong>NRCA onderkent echter nauwelijks een voordeel in de ‘moeilijk nabootsbare onderzoeksintensievegoederen’ voor de EU15.<strong>De</strong> EU12 verschilt van de EU15 doordat ze een comparatief nadeel heb<strong>be</strong>n in de categorie‘gemakkelijk nabootsbare onderzoeksintensieve goederen’. Zij heb<strong>be</strong>n volgens<strong>be</strong>ide indices een voordeel in het moeilijk nabootsbare gedeelte.6 Er wordt abstractie gemaakt van de restcategorie, die maar voor een miniem aandeel staat (in het <strong>Vlaamse</strong>Gewest 0,3% in 2010).106

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!