13.07.2015 Views

De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Hoofdstuk 4Situering van de <strong>Vlaamse</strong> uitvoer en invoer van goederenvolgens de Lafay-index. Voor de 3 buurlanden, de EU15 en de overige handelsblokkenziet men doorgaans een verdere versterking van de comparatieve nadelen in ‘aardolieen aardolieproducten’. Aan de andere kant was er doorgaans ver<strong>be</strong>tering merkbaar inallerhande machines en apparaten in de 3 buurlanden, de EU15 en in de BRIC en deAziatische Tijgers. Het tegenovergestelde is waar voor de VS en Japan. In de ASEANen N11 is het <strong>be</strong>eld voor deze producten gemengd. Duitsland wist zijn comparatiefvoordeel in ‘medicinale en farmaceutische producten’ tussen 2002 en 2010 uit te bouwen,zoals vooral blijkt uit de NRCA (+17,2). Opmerkelijk is dat het comparatievevoordeel van het <strong>Vlaamse</strong> Gewest, Duitsland en Frankrijk inzake ‘voertuigen’ afgenomenis tussen 2002 en 2010 volgens de NRCA; volgens de Lafay-index is dat enkel hetgeval voor het <strong>Vlaamse</strong> Gewest en Frankrijk.Uit dit globale overzicht blijkt dat de comparatieve voordelen van de opkomende handelsblokkenvooral liggen in een reeks elektronische uitrustingsgoederen. Zij zijnzeker niet gespecialiseerd in grondstoffen of voedingsproducten. Het <strong>Vlaamse</strong> Gewestheeft geen troeven in deze laatste productcategorieën, maar de <strong>Vlaamse</strong> comparatievevoordelen liggen elders (farmaceutische en kunststofproducten,…). Maar zijn comparatievevoordelen in een <strong>be</strong>paald product <strong>be</strong>ter of slechter dan in een ander? Daaroppoogt volgend deel een antwoord te bieden.5. <strong>De</strong> uitvoer als weerspiegeling van een competitieve<strong>economie</strong>In het ontwikkelingsproces van een <strong>economie</strong> worden in de traditionele theorie driestadia onderscheiden (World Economic Forum, 2011, 8-9). Een land dat economischegroei realiseert door de inzet van meer productiefactoren (ar<strong>be</strong>id, kapitaal,…) zit inhet stadium van de factorgedreven groei. Maar dit proces heeft zijn grenzen. Op een<strong>be</strong>paald ogenblik resulteert meer van een <strong>be</strong>paalde productiefactor niet noodzakelijkin een evenredige toename van de output en/of geraakt de voorraad aan productiefactorenuitgeput. Een land komt dan terecht in het stadium van de efficiëntiegedrevengroei waarbij productiefactoren zodanig ingezet moeten worden dat hun inzet maximaalrendeert. Maar ook dat proces kan niet in de tijd <strong>be</strong>stendigd worden. Een landzal dan op zoek moeten gaan naar nieuwe bronnen van groei. Dit is het zogenaamdeinnovatiegedreven stadium. Dankzij de toepassingen van onderzoek en ontwikkeling,maar ook van creativiteit, design en marketing kan een land dan goederen en dienstenproduceren die het met een hogere toegevoegde waarde zou kunnen verk<strong>open</strong>. Dat iseen vrij algemene indeling. In de praktijk komen deze stadia altijd in een <strong>be</strong>paaldecombinatie voor. Het is de dominante combinatie die de kwalificatie <strong>be</strong>paalt.<strong>Vlaanderen</strong> is een sterk ontwikkelde en innovatie gedreven <strong>economie</strong> 5 . Om de concurrentiemet omliggende landen en regio’s met een gelijkaardig ontwikkelingsniveauaan te kunnen, dient <strong>Vlaanderen</strong> zich ook als dusdanig te profileren. Het is interessant5 Zoals bijvoor<strong>be</strong>eld blijkt uit de indeling ontwikkelingsstadia (stages of development) die het World EconomicForum hanteert in het jaarlijkse Global Competitiveness Report.103

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!