De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be
De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be De Vlaamse open economie - Vlaanderen.be
Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse uitvoer en invoer van goederenAnno 2010 heeft het Vlaamse Gewest volgens de NRCA een duidelijk comparatiefvoordeel in ‘medicinale en farmaceutische producten’ (20,2) en in ‘organische chemischeproducten’ (12,3). De grootste comparatieve nadelen zijn te vinden in ‘elektrischeapparaten’ (-12,9) en ‘aardolie en aardolieproducten’ (-12,2). De Lafay-index –die de netto export in ogenschouw neemt – bevestigt het comparatieve voordeel in‘medicinale en farmaceutische producten’ (0,67), maar onderscheidt nog een belangrijkervoordeel voor de ‘kunststofproducten’ (1,32). Nog volgens de Lafay-indexbeschikt Vlaanderen over troeven inzake ‘ijzer en staal’ en ‘non-ferrometalen’ (0,51 en0,48). Deze producten hebben weliswaar positieve NRCA scores, maar veel minderuitgesproken. Ook ‘aardolie en aardolieproducten’ zijn het belangrijkste comparatievenadeel volgens de Lafay-index. Die index voegt ‘aardgas’ toe aan dat lijstje.In onze 3 buurlanden samen is het plaatje enigszins anders: gezamenlijk hebben zeeen belangrijk comparatief voordeel in ‘voertuigen’. Dat komt grotendeels op naamvan Duitsland. Nederland heeft hier zelfs een comparatief nadeel. ‘Diverse machines’scoren voor de 3 buurlanden ook hoog volgens beide indicatoren. In feite betreft hetenkel een comparatief voordeel voor Duitsland. ‘Medicinale en farmaceutische producten’zijn in de 3 buurlanden samen goed voor een hoge NRCA waarde. EnkelDuitsland en Frankrijk zijn hiervoor verantwoordelijk. Maar de Lafay-index onderkenteen veel minder groot comparatief voordeel omdat ook de invoerstromen voordat product vrij omvangrijk zijn.Het belangrijkste comparatieve nadeel voor de 3 buurlanden is ‘aardolie en aardolieproducten’.Dit is analoog aan het Vlaamse Gewest. De NRCA wijt dit quasi hoofdzakelijkaan Duitsland en Frankrijk en is vrij neutraal voor Nederland. Maar volgens deLafay-index doet Nederland het ook niet goed. Wederom komt dat doordat er ookomvangrijke importstromen zijn van dat product (ruwe grondstoffen uit olieproducerendelanden). Daarenboven vormt aardgas een nadeel voor Duitsland en Frankrijk.Dat is niet het geval voor Nederland omwille van de eigen aardgaswinning. Verderheeft met name Duitsland nog comparatieve voordelen in ‘gespecialiseerde machines’en in ‘diverse machines’. Frankrijk heeft een specifieke troef in ‘ander vervoermaterieel’.Het is ook het enige buurland dat volgens de Lafay-index een comparatief voordeelheeft in ‘medicinale en farmaceutische producten’. Tenslotte zij opgemerkt datNederland volgens de NRCA een comparatief voordeel heeft in ‘kantoor- en automatischegegevensverwerkende machines’. Maar dat is omgekeerd volgens de Lafayindex.Dat wil zeggen dat Nederland een relatief belangrijke exporteur is van dat product,maar dat de importstromen er ook van tel zijn. Blijkbaar zijn doorvoer en/ofveredeling van dat product er belangrijk.De structuur van de comparatieve voordelen van de EU15 als geheel wijkt niet sterkaf van deze van de 3 buurlanden. Het feit dat exportstromen van grotere omvangzwaarder doorwegen in de NRCA betekent dat een aantal troeven van sommige landenniet sterk tot uiting komen in de NRCA, maar wel in de Lafay-index, zoals bijvoorbeelddrankproducten uit Frankrijk of papier en hout uit de Scandinavische landen.De EU12 hebben noemenswaardige comparatieve voordelen in ‘voertuigen’ en ‘toestellenvoor telecommunicatie en het opnemen van geluid’. Dat laatste is andersomvoor de EU15. De Lafay-index die rekening houdt met de netto exportstromen, rekent101
SVR-studie • De Vlaamse open economieeveneens een comparatief voordeel toe aan de EU12 voor ‘meubels’. Het belangrijkstenadeel van de EU12 situeert zich eveneens in ‘aardolie en aardolieproducten’.Er zijn vrij veel gelijkenissen tussen de VS en Japan: beide hebben een comparatiefvoordeel in ‘gespecialiseerde machines’; ‘aardolie en aardolieproducten’ zijn naarverhouding hun zwakste product. Daarnaast heeft Japan relatief hoge NRCA waardenvoor ‘voertuigen’ en ook voor ‘elektrische apparaten’ en ‘gespecialiseerde machines’.De VS scoren ook positief voor beide laatste producten, maar minder sterk. Beide landenhebben een comparatief nadeel in ‘kleding’.De sterke punten in de uitvoer van de BRIC-landen zijn ‘kantoor- en automatischegegevensverwerkende machines’, ‘toestellen voor telecommunicatie en het opnemenvan geluid’, ‘kleding’ en ‘garens en weefsels’. De voornaamste comparatieve nadelensitueren zich volgens de NRCA in ‘voertuigen’ en ‘medicinale en farmaceutische producten’.Maar als de netto uitvoerstromen beschouwd worden, zoals in de Lafay-indices,dan zijn de nadelen in ‘elektrische apparaten’ en ‘metaalertsen’ groter.De voornaamste comparatieve voordelen van de Aziatische Tijgers situeren zich in deproductgroepen ‘elektrische apparaten’, ‘toestellen voor telecommunicatie en vooropname en weergave van geluid’ en ‘instrumenten’. De grootste zwakte situeert zichin ‘aardolie en aardolieproducten’. Opmerkelijk is dat er volgens de NRCA een comparatiefnadeel is in ‘voertuigen’, terwijl dit een voordeel is volgens de Lafay-index.De Aziatische Tijgers (vooral Zuid-Korea) zijn weliswaar belangrijke producenten van‘voertuigen’, maar hun aandeel in de wereldexport van voertuigen (6,3% in 2010) islager dan hun aandeel voor alle producten samen (10,0%). Dit zorgt voor een negatieveNRCA. Anderzijds is de netto uitvoer van ‘voertuigen’ uit de Aziatische Tijgersrelatief belangrijker dan hun totale netto uitvoer, wat voor een positieve Lafay-indexzorgt.Wat de ASEAN betreft, blijken ‘elektrische apparaten’, ‘kantoor- en automatischegegevensverwerkende machines’ en ‘kleding’ hun belangrijkste comparatieve voordelente bieden. Het omgekeerde is waar voor ‘ijzer en staal’. Volgens de Lafay-index is‘aardolie en aardolieproducten’ het belangrijkste comparatieve nadeel.De N11 is op één punt atypisch ten aanzien van de hiervoor besproken handelsblokken:ze hebben een comparatief voordeel in ‘aardolie en aardolieproducten’ (omwillevan Iran, Nigeria en Mexico). Verder hebben ze troeven voor ‘voertuigen’ (Zuid-Koreaen Mexico), ‘kleding’ en ‘toestellen voor telecommunicatie en het opnemen vangeluid’. De comparatieve nadelen van de N11 zijn verspreid over meerdere producten.Louter volgens de NRCA zou het vooral ‘medicinale en farmaceutische producten’betreffen.Tussen 2002 en 2010 verzwakten de Vlaamse comparatieve voordelen in diamant(-9,6 punten) en in wagens (-8,7 punten) volgens de NRCA. De Lafay-index wijst echterop een verbetering voor diamant. Dit komt omdat zowel het invoer- als uitvoerbedragvan diamant in 2002 hoger lag dan in 2010, maar meer nog de invoerwaarde. Ditalles stond tegenover een versterking van de voordelen in ‘elektrische apparaten’(+5,0 punten) en in ‘kantoor- en automatische gegevensverwerkende machines’ (+3,7punten) volgens de NRCA en vooral van ‘medicinale en farmaceutische producten’102
- Page 51 and 52: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 53 and 54: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 55 and 56: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 57 and 58: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 59 and 60: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 61 and 62: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 63 and 64: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 65 and 66: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 67 and 68: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 69 and 70: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 71 and 72: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 73 and 74: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 75 and 76: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 77 and 78: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 79 and 80: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 81 and 82: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 84 and 85: HOOFDSTUKSituering van de Vlaamse u
- Page 86 and 87: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 88 and 89: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 90 and 91: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 92 and 93: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 94 and 95: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 96 and 97: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 98 and 99: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 100 and 101: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 104 and 105: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 106 and 107: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 108 and 109: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 110 and 111: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 112 and 113: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 114 and 115: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 116 and 117: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 118 and 119: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 120 and 121: Hoofdstuk 4Situering van de Vlaamse
- Page 122 and 123: HOOFDSTUKVlaamse marktaandelen in i
- Page 124 and 125: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 126 and 127: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 128 and 129: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 130 and 131: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 132 and 133: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 134 and 135: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 136 and 137: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 138 and 139: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 140 and 141: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 142 and 143: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 144 and 145: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 146: Hoofdstuk 5Vlaamse marktaandelen in
- Page 149 and 150: SVR-studie • De Vlaamse open econ
- Page 151 and 152: SVR-studie • De Vlaamse open econ
Hoofdstuk 4Situering van de <strong>Vlaamse</strong> uitvoer en invoer van goederenAnno 2010 heeft het <strong>Vlaamse</strong> Gewest volgens de NRCA een duidelijk comparatiefvoordeel in ‘medicinale en farmaceutische producten’ (20,2) en in ‘organische chemischeproducten’ (12,3). <strong>De</strong> grootste comparatieve nadelen zijn te vinden in ‘elektrischeapparaten’ (-12,9) en ‘aardolie en aardolieproducten’ (-12,2). <strong>De</strong> Lafay-index –die de netto export in ogenschouw neemt – <strong>be</strong>vestigt het comparatieve voordeel in‘medicinale en farmaceutische producten’ (0,67), maar onderscheidt nog een <strong>be</strong>langrijkervoordeel voor de ‘kunststofproducten’ (1,32). Nog volgens de Lafay-index<strong>be</strong>schikt <strong>Vlaanderen</strong> over troeven inzake ‘ijzer en staal’ en ‘non-ferrometalen’ (0,51 en0,48). <strong>De</strong>ze producten heb<strong>be</strong>n weliswaar positieve NRCA scores, maar veel minderuitgesproken. Ook ‘aardolie en aardolieproducten’ zijn het <strong>be</strong>langrijkste comparatievenadeel volgens de Lafay-index. Die index voegt ‘aardgas’ toe aan dat lijstje.In onze 3 buurlanden samen is het plaatje enigszins anders: gezamenlijk heb<strong>be</strong>n zeeen <strong>be</strong>langrijk comparatief voordeel in ‘voertuigen’. Dat komt grotendeels op naamvan Duitsland. Nederland heeft hier zelfs een comparatief nadeel. ‘Diverse machines’scoren voor de 3 buurlanden ook hoog volgens <strong>be</strong>ide indicatoren. In feite <strong>be</strong>treft hetenkel een comparatief voordeel voor Duitsland. ‘Medicinale en farmaceutische producten’zijn in de 3 buurlanden samen goed voor een hoge NRCA waarde. EnkelDuitsland en Frankrijk zijn hiervoor verantwoordelijk. Maar de Lafay-index onderkenteen veel minder groot comparatief voordeel omdat ook de invoerstromen voordat product vrij omvangrijk zijn.Het <strong>be</strong>langrijkste comparatieve nadeel voor de 3 buurlanden is ‘aardolie en aardolieproducten’.Dit is analoog aan het <strong>Vlaamse</strong> Gewest. <strong>De</strong> NRCA wijt dit quasi hoofdzakelijkaan Duitsland en Frankrijk en is vrij neutraal voor Nederland. Maar volgens deLafay-index doet Nederland het ook niet goed. Wederom komt dat doordat er ookomvangrijke importstromen zijn van dat product (ruwe grondstoffen uit olieproducerendelanden). Daarenboven vormt aardgas een nadeel voor Duitsland en Frankrijk.Dat is niet het geval voor Nederland omwille van de eigen aardgaswinning. Verderheeft met name Duitsland nog comparatieve voordelen in ‘gespecialiseerde machines’en in ‘diverse machines’. Frankrijk heeft een specifieke troef in ‘ander vervoermaterieel’.Het is ook het enige buurland dat volgens de Lafay-index een comparatief voordeelheeft in ‘medicinale en farmaceutische producten’. Tenslotte zij opgemerkt datNederland volgens de NRCA een comparatief voordeel heeft in ‘kantoor- en automatischegegevensverwerkende machines’. Maar dat is omgekeerd volgens de Lafayindex.Dat wil zeggen dat Nederland een relatief <strong>be</strong>langrijke exporteur is van dat product,maar dat de importstromen er ook van tel zijn. Blijkbaar zijn doorvoer en/ofveredeling van dat product er <strong>be</strong>langrijk.<strong>De</strong> structuur van de comparatieve voordelen van de EU15 als geheel wijkt niet sterkaf van deze van de 3 buurlanden. Het feit dat exportstromen van grotere omvangzwaarder doorwegen in de NRCA <strong>be</strong>tekent dat een aantal troeven van sommige landenniet sterk tot uiting komen in de NRCA, maar wel in de Lafay-index, zoals bijvoor<strong>be</strong>elddrankproducten uit Frankrijk of papier en hout uit de Scandinavische landen.<strong>De</strong> EU12 heb<strong>be</strong>n noemenswaardige comparatieve voordelen in ‘voertuigen’ en ‘toestellenvoor telecommunicatie en het opnemen van geluid’. Dat laatste is andersomvoor de EU15. <strong>De</strong> Lafay-index die rekening houdt met de netto exportstromen, rekent101