13.07.2015 Views

Milieukwaliteit - Maasvlakte 2

Milieukwaliteit - Maasvlakte 2

Milieukwaliteit - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

7.4.5 Variatie tussen de zandwinscenario’sIn het kader van deze m.e.r. is voor vijf zandwinscenario’s bestudeerd hoe de liggingvan de gebieden waarin het onderwatergeluid hoorbaar is voor zeezoogdieren verandertals gevolg van de keuze voor één van de scenario’s.InrichtingDe diepte van de putten heeft geen effecten op het aantal geluidsbronnen datonderwatergeluid veroorzaakt. De geluidsproductie van de schepen wordt hoofdzakelijkbepaald door het geïnstalleerde vermogen van de ingezette hoppers. Het feit dat bijgebruik van diepe putten volstaan kan worden met een kleiner aantal putten wordthieronder beschouwd onder het kopje Locatie. Vanuit onderwatergeluid is geenvoorkeur aan te geven voor diepe of ondiepe winning.LocatieEen gevolg van zandwinputten die verder weg liggen van de landaanwinning is dat hetaantal vaarkilometers groter wordt. Om eenzelfde productie te realiseren zullen danmeer schepen worden ingezet en daarmee wordt het oppervlak dat verstoord wordt dooronderwatergeluid groter. Door te kiezen voor scenario S2 of scenario S4, waarbijnoordelijke putten worden gebruikt voor de winning, wordt het gebied waarbinnen dezandwinning hoorbaar is voor de zeehond in noordelijke richting ongeveer 10 kilometervergroot. Tegelijk wordt aan de zuidzijde een beperking van enkele kilometers bereikt.De conclusie is dat de oppervlakte van het gebied waarbinnen geluid hoorbaar is voorde zeehond of de bruinvis het kleinste is bij de scenario’s S1a en S1b, die uitgaan vaneen winning in vlek 1. Ongeacht de keuze voor winning in een van de drie vlekken isgeen gebied aan te wijzen waar verwacht mag worden dat de bruinvis of de zeehondeen reactie gaat vertonen als gevolg van de landaanwinningactiviteiten.UitvoeringDe snelheid van winnen, en daarmee het aantal in te zetten schepen, bepaalt de duuren de grootte van het oppervlak van het toenemende onderwatergeluid. Indien er snellergewonnen wordt, wordt er meer materieel ingezet in een kortere tijdsperiode. Hetverschil tussen de grootte van de gebieden waarin het geluid hoorbaar is voorzeezoogdieren komt enigszins tot uitdrukking in figuur 7.5. Scenario S1a beschrijft eensnelle winning in 2 jaar en scenario S1b een winning in 5 jaar. Het gebied dat hoort bijscenario S1a is minder dan 10% groter dan bij scenario S1b. Daar staat tegenover datde duur van de belasting bij scenario S1a slechts 40% is van de duur bij scenario S1b.Ongeacht de keuze voor een uitvoeringssnelheid in de bandbreedte tussen 60 en150 Mm3/jr is geen gebied aan te wijzen waar verwacht mag worden dat de bruinvis ofde zeehond een reactie gaat vertonen als gevolg van de landaanwinningactiviteiten.7.5 Toetsen en waarderenDe toetsing en waardering van de effecten van onderwatergeluid op de ecologie komenin hoofdstuk 8 van het hoofdrapport, Natuur, aan bod.MER Aanleg - Bijlage <strong>Milieukwaliteit</strong>9P7008.A5/<strong>Milieukwaliteit</strong>/R005/GJM/Nijm- 50 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!