13.07.2015 Views

Milieukwaliteit - Maasvlakte 2

Milieukwaliteit - Maasvlakte 2

Milieukwaliteit - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Voorwaarden gebruik puinbreker en betoncentraleAan het gebruik van de puinbreker en betoncentrale worden specifieke eisen gesteld omde emissies van fijn en grof stof te beperken. Werken binnen deze voorwaardenrechtvaardigt dat in de berekeningen kan worden uitgegaan van ‘controlled’emissiefactoren. De belangrijkste voorwaarden staan gerubriceerd naar “op- enoverslag”, “be- en verwerking” en “cementsilo’s”Op- en overslagBe- enverwerkingCementsilo’sBeperking verstuiving opslagBij de opslagplaatsen voor stuifgevoelige stoffen van de NeR-stuifklasse S4 moet een op dewaterleiding aan te sluiten sproei-installatie of een sproeiwagen aanwezig zijn. Met dezesproei-installatie of sproeiwagen moeten de opslagplaatsen over het volledige oppervlak entot het hoogste punt kunnen worden besproeid.Zo vaak als nodig is om verspreiding van stof buiten de inrichting (werkterrein) te voorkomendoch minstens één maal per week, moet het verharde terrein van de inrichting (werkterrein)worden gereinigd met een sproei- en veegwagen.Beperking verstuiving overslagTer beperking van de stofemissie moet het laden en lossen in de openlucht gestaakt wordenindien -gelet op de stuifklasse- de windsnelheid de 14m/s (NeR-stuifklasse S3) of 20m/s(NeR-stuifklasse S4) overschrijdt.Wanneer de weerssituatie en/of de aard van het materiaal dat nodig maken, moet de ladingvan de van het werkterrein vertrekkende vrachtwagens worden afgedekt.Bij het lossen of overslaan van (afval)stoffen mag de valhoogte maximaal 1 meter bedragen,dan wel bij het lossen of overslaan in schepen niet meer dan 2 meter boven de bovenrandvan het ruim van het schip.Vochtig houden afval en bouwstoffenVoor het vochtig houden van de afval- en bouwstoffen moeten in ieder geval permanentesproeiers, aangesloten op een watertoevoer, zijn aangebracht op de volgende punten:• bij de ingang van het werkterrein;• bij de storttrechter van de puinbreker;• bij de nazeving van de windziftfractie (indien van toepassing);Afscherming werkzaamhedenDe afstortpunten van de puinbreekinstallatie moeten zijn voorzien van adequate en effectieveafschermingen om stofhinder te voorkomen. Ter verdere voorkoming van verstuiving dienentransportbanden, met uitzondering van de banden tussen de voorbreker en de nabreker tegenwindinvloeden te zijn beschermd. De windzifters, zeven en de nabreker moeten inpandigworden opgesteld ter voorkoming van emissie van stof buiten de inrichting.Voorkomen cementstofverspreidingDe cementsilo's moeten zodanig zijn uitgevoerd en het vullen van de silo’s moet zondanigplaatsvinden, dat tijdens het vullen geen cementstofverspreiding wordt veroorzaakt.Toepassen doekfiltersElke cementsilo moet zijn aangesloten op een doekfilterinstallatie die op een direct bereikbareplaats moet zijn opgesteld. De stofemissie mag na passering van het doekfilter niet meerbedragen dan 10 mg/m3. Eénmaal per jaar dient onderzocht te worden of de emissie hieraanvoldoet.MER Aanleg - Bijlage <strong>Milieukwaliteit</strong> Annex 4 9P7008.A5/<strong>Milieukwaliteit</strong>/R005/GJM/Nijm- 3 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!