13.07.2015 Views

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Medicamenteuze behandelingHet relatieve risico (RR) op verbetering van 1 of meer graden op de „Hughesdisability scale‟ bedroeg 1,64 (95% betrouwbaarheidsinterval (BI): 1,37-1,96) inhet voordeel van PF. Andere significante verschillen ten gunste van de PF-groepwerden gevonden voor de tijdsduur tot lopen zonder hulp, de noodzaak voorkunstmatige beademing, het volledig herstel van de spierkracht en het risico vanernstige restverschijnselen na een jaar. De mortaliteit bedroeg in beide groepen(wel/geen PF) ongeveer 5%.Een systematische review uit 2007 van acht trials waarin PF werd vergeleken metondersteunende therapie (Hughes, 2007) bevestigde de uitkomsten uit deCochrane Review (Hughes, 2007). Hierbij dient opgemerkt te worden dat dezereview grotendeels gebaseerd is op dezelfde studies die zijn opgenomen in deCochrane Review.Intraveneus immuunglobuline (IVIg)Samenvatting van de literatuurDe eerste RCT waarin het effect van intraveneus immuunglobuline (IVIg) wordtaangetoond, werd in 1992 gepubliceerd (vd Meche, 1992). Dit betreft een trial diein Nederland is uitgevoerd door de Dutch <strong>Guillain</strong>-Barré Syndrome Studygroup.Patiënten die voor randomisatie in aanmerking kwamen konden niet zonder steunten minste tien meter lopen („GBS disability‟ ten minste graad 3) en hadden bijrandomisatie krachtverlies sinds maximaal twee weken. Deze RCT vergeleek heteffect van vijf dagen 0,4 g IVIg/kg lichaamsgewicht met vijf standaard PF-sessies.Deze studie laat zien dat IVIg (dosering 0,4 g/kg lichaamsgewicht gedurende vijfdagen) ten minste even effectief is als PF.Een Cochrane Review uit 2006 over de werkzaamheid van IVIg identificeerdegeen RCT‟s waarin het effect van IVIg ten opzichte van placebo werd onderzocht(Hughes, 2006). In drie open trials, alle uitgevoerd bij kinderen, werd IVIgvergeleken met ondersteunende therapie. Eén van de drie was echter zeer klein(n=18) en van matige kwaliteit en in één werd geen informatie gegeven over dedoor de reviewers geformuleerde eindpunten. Daarom was in slechts één vandeze trials (n=72) informatie beschikbaar over het primaire eindpunt “verbeteringop de „GBS disability score‟ na vier weken” (Korinthenberg, 2005). De verbeteringhierin was significant groter in de IVIg-groep. Uit deze open studie kan wordengeconcludeerd dat er enig bewijs is dat de met IVIg behandelde kinderen snellerherstellen dan de groep patiënten die uitsluitend ondersteunende therapie kreeg.In de Cochrane Review werd ook het effect van PF en IVIg vergeleken. Vooranalyse van het primaire eindpunt, verbetering in de „GBS disability‟-graad na vierweken, waren in deze meta-analyse vijf trials beschikbaar met totaal 273patiënten in de IVIg-groep en 263 in de PF-groep.70

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!