13.07.2015 Views

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DiagnostiekEMG wordt gemaakt. Neurofysiologische criteria zoals voorgesteld door Hadden(1998) en Ho (1995) en door Hughes en Cornblath (2005) zijn samengevat intabel 4.Tabel 4. Classificatie van GBS op basis van EMG-bevindingenAIDPTen minste één van de volgende items in twee zenuwen, oftwee in één zenuw*Zenuwgeleiding 120% als CMAP < 100% LLN)pCMAP/dCMAP ratio < 0,5 and dCMAP > 20% LLNF-waves latentie > 120% ULNAMANAMSANOnprikkelbaarNiet meer dan één demyeliniserend kenmerk in één zenuw(als de CMAP < 10% LLN)Normale amplitudes van sensibele actiepotentialen (SNAP)Niet meer dan één demyeliniserend kenmerk in één zenuw(als de CMAP < 10% LLN)Abnormale amplitudes van sensibele actiepotentialen (SNAP)dCMAP afwezig in alle zenuwen of aanwezig in slechts een zenuwmet dCMAP 10% LLNis. LLN: lower limit of normal. ULN: upper limit of normal. CMAP: compound muscle actionpotential; pCMAP: proximale CMAP, dCMAP: distale CMAP. SNAP: sensibele actiepotentiaal.EMG en prognoseAfwezige of zeer lage CMAP-amplitudes (< 10% van de ondergrens van normaal),afwezige sensibele responsen en spontane spiervezelactiviteit ("denervatie") bijnaaldonderzoek wijzen op axonale schade en veelal op een slechtere prognosevoor herstel (Hadden, 1998; <strong>Richtlijn</strong> Polyneuropathie, 2005). Een proximaleversus distale CMAP-amplitude-ratio over de n. peroneus van minder dan 56%bleek een onafhankelijke voorspeller van een slechtere prognose na zesmaanden te zijn (Durand, 2006). Patiënten met een dergelijke geleidingsblokkadeaangetoond in de eerste zes dagen na opname in combinatie met eenverminderde vitale capaciteit bleken een significant grotere kans te hebben ombeademingsbehoeftig te worden (Durand, 2006) (zie hoofdstuk 6).Geleidingsblokkaden bij GBS wijzen echter niet altijd op zekere demyelinisatie.Voorbijgaande geleidingsblokkaden kunnen berusten op tijdelijke blokkade terplaatse van de knoop van Ranvier door anti-ganglioside antistoffen (bijvoorbeeldanti-GM1). Een blokkade van de zenuwgeleiding kan ook plaatsvinden door zeerdistale afwijkingen ter plaatse van de peri-axonale Schwanncellen bij deneuromusculaire overgang. Deze anti-GM1-antistoffen kunnen bijvoorbeeld bij depuur motore vorm van GBS worden gevonden (Hughes, 2005).63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!