13.07.2015 Views

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DiagnostiekC. Overige bepalingen in de liquorIntrathecale productie van antistoffen (oligoclonale banden in de liquor maar nietin het serum) wordt bij 10-30% van de patiënten met GBS gevonden (Ropper,1991). Het bepalen van specifieke eiwitten in de liquor heeft op dit moment noggeen toegevoegde waarde voor de diagnostiek (Brettschneider, 2009). Er wordtde laatste jaren wel meer gezocht naar het voorkomen van markers in de liquordie mogelijk een prognostische waarde hebben. Dit onderzoek heeft nog geeneenduidige gegevens opgeleverd.EMG-onderzoekEMG-onderzoek kan het vermoeden op het bestaan van eenpolyradiculoneuropathie bevestigen en kan daarom een rol spelen in hetdiagnostisch proces. Hierbij dient te worden opgemerkt dat een EMG niet altijdnoodzakelijk is om de diagnose GBS te stellen. Met name als het onduidelijk is ofer wel sprake is van een polyneuropathie heeft het EMG een duidelijkemeerwaarde (Van der Meche, 2001). Het EMG kan ook worden gebruikt om eenonderscheid tussen de demyeliniserende (AIDP) en axonale (AMAN) variant vanGBS te maken. Voorts kan het EMG ook van prognostisch belang zijn.Meer dan 80% van de patiënten met GBS in Noord-Amerika, West-Europa enAustralië heeft AIDP. Abnormale zenuwgeleiding van motorische zenuwen, inhet bijzonder van proximale zenuwsegmenten (abnormale late responsies: F-wave en H-reflex van de n. tibialis) is meestal de eerste afwijking die bij EMGonderzoekwordt gevonden. Een gestoorde geleidingsfunctie van sensibelezenuwen wordt bij patiënten met AIDP meestal later in het ziektebeloop en bijpuur motorische varianten in het geheel niet gevonden. In de eerste week nahet ontstaan van GBS kan het EMG geheel normaal zijn (10-20%), of kunnener slechts afwijkende late responsen (H-reflex en F-waves) zijn. Hoewel eenbeperkt EMG-onderzoek de klinische diagnose kan ondersteunen wordt hetaangeraden om drie motorische (inclusief F-waves en de H-reflex van de m.soleus) en drie sensibele zenuwen te onderzoeken.Een goed uitgevoerd EMG dat na de eerste week na het ontstaan van hetkrachtverlies wordt gemaakt heeft waarschijnlijk een hoge sensitiviteit enspecificiteit voor het vaststellen van GBS (Hughes, 2005; Hadden, 1998;Meulstee, 1995; <strong>Richtlijn</strong> Polyneuropathie, 2005).Er zijn geen elektrofysiologische consensuscriteria voor classificatie van AIDP enAMAN. Veelal worden de EMG-criteria van Hadden gebruikt om een onderscheidtussen AIDP en AMAN te maken (Hadden, 1998). Het ontbreken vandemyeliniserende kenmerken bij zenuwgeleidingsstudies wijst op een mogelijkeaxonale variant van GBS. Indien motorische zenuwen niet meer te stimuleren zijn,is het onderscheid tussen AIDP en AM(S)AN niet mogelijk. Misschien kan ditonderscheid dan nog wel worden gemaakt als er in een later stadium weer een62

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!