13.07.2015 Views

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

Richtlijn Guillain-Barré syndroom

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Vermoeidheid(zestien met GBS en vier met stabiele CIDP) met ernstige vermoeidheidsklachten(FSS score 5 of hoger). De kracht van alle patiënten was (vrij) goed hersteld(„GBS disability‟-schaal graad 1 of 2) en alle CIDP-patiënten waren in eenneurologisch goede en stabiele conditie. De training bestond uit drie keer perweek een fietstrainingssessie onder begeleiding. Na twaalf weken was er eensignificante 20% afname in ernst van de vermoeidheid. De veranderingen op deFSS waren vergelijkbaar voor de GBS- en CIDP-patiënten (Garssen, 2004).Conclusie 12.1.1Er zijn aanwijzingen dat vermoeidheid een veelvuldig voorkomendrestverschijnsel van GBS is.Niveau 3C Garssen, 2006; Merkies, 1999Conclusie 12.1.2De vermoeidheid die kan optreden als restverschijnsel van GBSkan leiden tot aanpassingen in het werk en tot verandering inNiveau 3 activiteiten in de vrije tijd.C Bernsen, 1999/2002; Bersano, 2006Conclusie 12.1.3Er zijn aanwijzingen dat training kan bijdragen aan verbetering vande vermoeidheid ontstaan na GBS.Niveau 3C Garssen, 2004Overige overwegingenUit de literatuur komt naar voren dat vermoeidheid vaak voorkomt, lang aanhoudten een belangrijk beperkend restverschijnsel is na GBS. De gevondenpercentages in de literatuur variëren van 30 tot 80%. Daarnaast lijkt vermoeidheidiets meer voor te komen bij vrouwen en bij ouderen. De gevonden beperkingenworden gerapporteerd over het thuis functioneren, de vrijetijdsbesteding en hetwerk. Er werd geen relatie gevonden tussen de score en de ernst van uitvaltijdens het dieptepunt van de ziekte, voorafgaande infecties en het moment vande meting in de follow-up. Het pathofysiologische mechanisme bij het ontstaanvan vermoeidheid is nog onbekend. Hypothesen lopen uiteen vanposttraumatische stressreacties, deconditionering tot aan subklinischeelektrofysiologische veranderingen in het perifere zenuwstelsel. Meer specifiekonderzoek onthult wellicht bepalende factoren en kan misschien tot specifiekeretherapieën leiden.150

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!