ECHTSCHEIDING EN SOCIAAL KAPITAAL IN ... - Vlaanderen.be

ECHTSCHEIDING EN SOCIAAL KAPITAAL IN ... - Vlaanderen.be ECHTSCHEIDING EN SOCIAAL KAPITAAL IN ... - Vlaanderen.be

www4.vlaanderen.be
from www4.vlaanderen.be More from this publisher
13.07.2015 Views

ECHTSCHEIDING EN SOCIAAL KAPITAAL IN VLAANDEREN• Socio-culturele en religieuze verenigingen: een vereniging voor kunstbeoefening, eensocio-culturele vereniging, een religieuze of kerkelijke vereniging en een wijk- of buurtcomité.• Sportverenigingen.Volgende verenigingen nemen we niet op in onze analyses: een fanclub, een politieke verenigingof partij, een vakbond, een gemeentelijke adviesraad (of schoolraad, enz.), gezinsverenigingen(Bond voor Grote en Jonge Gezinnen), een vereniging, groep of bond voor gepensioneerdenen een zelfhulpgroep. Bovendien zijn wij, in het licht van sociaal kapitaal,enkel geïnteresseerd in mensen die op dit moment actief participeren binnen één van debovenstaande groepen van verenigingen. Actieve leden hebben ook reële contacten met anderemensen binnen deze verenigingen en hebben dus ook het meeste toegang tot potentiëlehulpbronnen. In grafiek 2 worden de proporties van respondenten weergegeven die actief lidzijn van minstens één van de verenigingen binnen elke groep, opgesplitst naar geslacht enpartnerstatus.Grafiek 2. Actieve deelname aan het verenigingsleven naar geslacht en partnerstatus50%45%40%35%30%25%20%15%10%5%0%Man Vrouw Man Vrouw Man VrouwNieuwe sociale bewegingen Socio-culturele verenigingen SportverenigingenGehuwdNooit gehuwd, samenwonendGescheiden, ongehuwd samenwonendNooit gehuwd, alleenstaandeGescheiden, momenteel alleenstaandeWat het actief lidmaatschap van verenigingen betreft, blijken er duidelijke verschillen te bestaantussen mannen en vrouwen. Uit de figuur blijkt dat alle vrouwen actiever zijn in denieuwe sociale bewegingen dan mannen. Dit is niet zo verwonderlijk aangezien ook de vrouwenverenigingenopgenomen zijn in deze groep. Gehuwde mannen en vrouwen participerenover het algemeen ook meer in de nieuwe sociale bewegingen in vergelijking met respondentenmet een andere partnerstatus. Vergeleken met de gehuwde respondenten, zien we datgescheiden vrouwen duidelijk minder actief zijn. Opmerkelijk is echter dat het aandeel actieveleden van nieuwe sociale bewegingen bij de gescheiden maar samenwonende respondentenlager is dan bij de gescheiden alleenstaanden. Let wel: het gaat hier om de kleinste subgroep313

BELiNDA WiJCKMANS • MAAiKE JAPPENS • JAN VAN BAVEL(3,2%). Bovendien omvat deze groep een aantal verenigingen waar een zekere mate van engagementvereist is.Bij actief lidmaatschap van de socio-culturele of religieuze verenigingen krijgen we een anderbeeld. Met respectievelijk 18,4% en 17,8% actieve leden is er nauwelijks verschil tussengehuwde en gescheiden maar ongehuwd samenwonende mannen. Bovendien zijn mannen ineen partnerrelatie vaker actief binnen deze verenigingen dan vrouwen met een partner (uitzonderingzijn de ongehuwd samenwonenden waar mannen en vrouwen nauwelijks van elkaarverschillen). Gescheiden alleenstaande mannen én vrouwen participeren minder, hoewel hetverschil tussen vrouwen met en zonder partner slechts 2% bedraagt. Bovendien is er ook weinigverschil met de ongehuwd samenwoners. Mannen die na een echtscheiding alleen komente staan ondervinden duidelijk de grootste hinder in hun deelname aan het socio-cultureleverenigingsleven.Meer mannen dan vrouwen zijn lid van een sportvereniging, niet geheel onverwacht. Opmerkelijkis echter het grote verschil tussen gehuwde en gescheiden mannen die ongehuwdsamenwonen. Terwijl bijna de helft van de gescheiden samenwonende mannen lid zijn vaneen sportvereniging, geldt dit ‘slechts’ voor 32% van de gehuwde mannen. Zowel bij mannenals vrouwen stellen we vast dat respondenten die nooit huwden meer actief lid zijn dan degehuwden.4.3.3. Sociaal en maatschappelijk vertrouwenIn de SCV-surveys werd aan respondenten gevraagd telkens aan te geven op een schaal van 0tot 10 in welke mate ze vinden dat mensen (i) over het algemeen te vertrouwen, (ii) eerlijk en(iii) behulpzaam zijn. Daarnaast werd ook gepeild naar de mate van vertrouwen in de Vlaamseadministratie, de gemeentelijke administratie, de Vlaamse Regering, het Vlaams Parlement,de Federale Regering en de overheid in het algemeen. Een exploratieve factoranalyse brachtduidelijk twee samenhangende groepen van items aan het licht: sociaal vertrouwen (algemeenvertrouwen, eerlijkheid en behulpzaamheid - Cronbach’s alfa 0,754) enerzijds en institutioneelvertrouwen (vertrouwen in de verschillende overheidsinstellingen en de overheid in het algemeen- Cronbach’s alfa 0,853) anderzijds. De correlatie tussen beide dimensies van vertrouwenbedraagt 0,391. Grafiek 3 geeft het gemiddelde sociale en maatschappelijk vertrouwen naarpartnerstatus weer, opnieuw afzonderlijk voor mannen en vrouwen. Om de interpretatie vande grafiek te vergemakkelijken werden somschalen berekend (herschaald naar 0 tot en met 5).Hoe hoger men scoort, hoe groter het vertrouwen.Bij de mannen zien we nauwelijks een verschil in de mate van vertrouwen naar partnerstatus.314

<strong>ECHTSCHEID<strong>IN</strong>G</strong> <strong>EN</strong> <strong>SOCIAAL</strong> <strong>KAPITAAL</strong> <strong>IN</strong> VLAANDER<strong>EN</strong>• Socio-culturele en religieuze verenigingen: een vereniging voor kunst<strong>be</strong>oefening, eensocio-culturele vereniging, een religieuze of kerkelijke vereniging en een wijk- of buurtcomité.• Sportverenigingen.Volgende verenigingen nemen we niet op in onze analyses: een fanclub, een politieke verenigingof partij, een vakbond, een gemeentelijke adviesraad (of schoolraad, enz.), gezinsverenigingen(Bond voor Grote en Jonge Gezinnen), een vereniging, groep of bond voor gepensioneerdenen een zelfhulpgroep. Bovendien zijn wij, in het licht van sociaal kapitaal,enkel geïnteresseerd in mensen die op dit moment actief participeren binnen één van debovenstaande groepen van verenigingen. Actieve leden heb<strong>be</strong>n ook reële contacten met anderemensen binnen deze verenigingen en heb<strong>be</strong>n dus ook het meeste toegang tot potentiëlehulpbronnen. In grafiek 2 worden de proporties van respondenten weergegeven die actief lidzijn van minstens één van de verenigingen binnen elke groep, opgesplitst naar geslacht enpartnerstatus.Grafiek 2. Actieve deelname aan het verenigingsleven naar geslacht en partnerstatus50%45%40%35%30%25%20%15%10%5%0%Man Vrouw Man Vrouw Man VrouwNieuwe sociale <strong>be</strong>wegingen Socio-culturele verenigingen SportverenigingenGehuwdNooit gehuwd, samenwonendGescheiden, ongehuwd samenwonendNooit gehuwd, alleenstaandeGescheiden, momenteel alleenstaandeWat het actief lidmaatschap van verenigingen <strong>be</strong>treft, blijken er duidelijke verschillen te <strong>be</strong>staantussen mannen en vrouwen. Uit de figuur blijkt dat alle vrouwen actiever zijn in denieuwe sociale <strong>be</strong>wegingen dan mannen. Dit is niet zo verwonderlijk aangezien ook de vrouwenverenigingenopgenomen zijn in deze groep. Gehuwde mannen en vrouwen participerenover het algemeen ook meer in de nieuwe sociale <strong>be</strong>wegingen in vergelijking met respondentenmet een andere partnerstatus. Vergeleken met de gehuwde respondenten, zien we datgescheiden vrouwen duidelijk minder actief zijn. Opmerkelijk is echter dat het aandeel actieveleden van nieuwe sociale <strong>be</strong>wegingen bij de gescheiden maar samenwonende respondentenlager is dan bij de gescheiden alleenstaanden. Let wel: het gaat hier om de kleinste subgroep313

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!