Klik hier - Global State
Klik hier - Global State
Klik hier - Global State
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Voor de situatie dat de participatie wordt belast in box 3,<br />
zal de vrijstelling ter voorkoming van dubbele belasting als volgt<br />
worden bepaald:<br />
Buitenlandse rendementsgrondslag in box 3 X Totale Nederlandse<br />
Totale rendementsgrondslag in box 3<br />
belasting over de<br />
totale rendementsgrondslag<br />
in box 3<br />
De buitenlandse rendementsgrondslag bestaat uit de<br />
waarde van de Duitse bezittingen verminderd met de aan deze<br />
Duitse bezittingen toe te rekenen schulden. De hoogte van het<br />
Duitse inkomen (positief dan wel negatief) speelt geen rol bij de<br />
berekening van de vrijstelling ter voorkoming van dubbele<br />
belasting in box 3.<br />
3.2. Participanten/ondernemers<br />
Als een participant reeds op grond van andere activiteiten<br />
winst uit onderneming geniet of wordt geacht te genieten (box 1)<br />
en op grond van bepaalde feiten en omstandigheden de participatie<br />
in de Commanditaire Vennootschap gerekend dient te<br />
worden tot het vermogen van deze andere activiteiten, geldt dat<br />
deze participant voor de belastingheffing over de inkomsten uit<br />
de participatie wordt aangemerkt als een participant/ondernemer.<br />
Of de activiteiten welke in het kader van het project Spieksee<br />
worden uitgevoerd zelf als een onderneming dienen te worden<br />
aangemerkt, is voor de kwalificatie participant/ondernemer dan<br />
niet relevant.<br />
Indien de participant op andere gronden reeds winst uit<br />
onderneming geniet of wordt geacht te genieten (box 1), maar de<br />
participatie niet tot het vermogen van deze andere activiteiten kan<br />
worden gerekend, geldt dat een dergelijke participant voor de<br />
belastingheffing over de inkomsten uit de participatie wordt aangemerkt<br />
als een participant/natuurlijk persoon. Ten aanzien van een<br />
dergelijke participant zal de belastingheffing plaatsvinden op basis<br />
van box 3. De fiscale behandeling is <strong>hier</strong>boven reeds uiteengezet in<br />
onderdelen 3.1.1 en 3.1.2.<br />
3.2.1. Belastingheffing in box 1<br />
Indien de participatie in de Commanditaire Vennootschap<br />
in box 1 valt, worden de inkomsten uit de participatie belast tegen<br />
een progressief tarief van maximaal 52% (tarief 2006).<br />
Kosten die verband houden met de participatie, inclusief<br />
eventuele rente op leningen aangegaan ter financiering van de<br />
participatie en een verlies bij verkoop van de participatie kunnen<br />
tegen het progressieve tarief in aftrek worden gebracht.<br />
34<br />
Aankoopkosten en andere kosten die direct betrekking<br />
hebben op de ontwikkeling van het onroerend goed kunnen niet<br />
als aftrekbare kosten in mindering worden gebracht op het inkomen<br />
uit het Duitse onroerend goed. Deze kosten zullen als onderdeel<br />
van de kostprijs van het onroerend goed dienen te worden geactiveerd.<br />
Deze kosten kunnen vervolgens tijdens het daadwerkelijk<br />
gebruik van het onroerend goed door middel van afschrijvingen in<br />
mindering komen op het inkomen uit Duits onroerend goed. Voor<br />
zover de kosten ten tijde van de verkoop van het onroerend goed<br />
nog niet door middel van afschrijvingen in aanmerking zijn genomen,<br />
zullen deze kosten bij de berekening van de verkoopwinst in aanmerking<br />
worden genomen. Op de grond, inclusief de aankoopkosten<br />
toerekenbaar aan de grond, kan niet worden afgeschreven.<br />
Een mogelijk verlies uit de participatie kan met overige<br />
inkomsten in box 1 binnen het jaar worden verrekend. Indien<br />
daarna nog een verlies uit de participatie resteert, kan dit verlies<br />
worden verrekend met inkomen in box 1 van de drie voorafgaande<br />
en alle toekomstige jaren.<br />
3.2.2. Voorkoming dubbele belasting in box 1<br />
In Nederland woonachtige natuurlijke personen zijn in<br />
beginsel onderworpen aan inkomstenbelasting met betrekking tot<br />
hun wereldwijde belastbare inkomen. Op grond van het verdrag<br />
ter voorkoming van dubbele belasting tussen Nederland en<br />
Duitsland zal Nederland echter een vrijstelling ter voorkoming van<br />
dubbele belasting verlenen in verband met de in Duitsland reeds<br />
verschuldigde belasting.<br />
De te verlenen vrijstelling ter voorkoming van dubbele<br />
belasting bedraagt een zodanig deel van de Nederlandse belasting<br />
over het totale belastbaar inkomen in box 1 als overeenkomt met<br />
de verhouding tussen het Duitse inkomen en het totale inkomen<br />
(wereldinkomen) toerekenbaar aan box 1, dat wil zeggen:<br />
Duits inkomen toerekenbaar aan box 1 X De Nederlandse inkomsten-<br />
Wereldinkomen toerekenbaar aan box 1 belasting verschuldigd over<br />
het wereldinkomen toerekenbaar<br />
aan box 1<br />
Bij de berekening van de vrijstelling ter voorkoming van<br />
dubbele belasting in verband met box 1 inkomen geldt de<br />
zogenoemde afzonderlijke methode. Dit betekent dat in bovengenoemde<br />
berekening alleen de Duitse inkomsten in de teller van<br />
de breuk moeten worden opgenomen. Eventueel ander (niet Duits)<br />
buitenlands inkomen, voor zover toerekenbaar aan box 1, behoort<br />
tot het wereldinkomen maar mag niet in de teller van de breuk<br />
worden meegenomen bij de berekening van de vrijstelling ter<br />
voorkoming van dubbele belasting.