13.07.2015 Views

Eindevaluatie Caparis - SBCM

Eindevaluatie Caparis - SBCM

Eindevaluatie Caparis - SBCM

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

aan.<strong>Caparis</strong> in Beweging, eindrapportage, Bert Horlingsjan 2011


2. MOTIVATIE EN DEELNAME<strong>Caparis</strong> in Beweging, eindrapportage, Bert Horlingsjan 2011a. ‘iedereen doet mee’<strong>Caparis</strong> in Beweging is gestart met de leuze ‘ iedereen doet mee’. Een verplichte deelname aanvitaliteitsprogramma’s is in het algemeen een controversieel punt: in hoeverre mag een werkgeverzich bemoeien met de leefstijl van de werknemers. In de SW-branche liggen de verhoudingen daarbijiets anders, een werknemer met een SW-indicatie heeft een ontwikkelopdracht waarvan deelnameaan een vitaliteitsprogramma een onderdeel zou kunnen zijn. Deelname aan <strong>Caparis</strong> in Beweging zouverplichtend opgelegd kunnen worden. In de praktijk blijkt dat lastiger . Er is in eerste instantiegekozen voor een motiverende aanpak in plaats van een verplichtende aanpak.b. faciliteitenIn de motiverende aanpak zijn maatregelen genomen om de drempel tot deelname zo laag mogelijkte houden. Zo is bij de inrichting van de sportvoorziening gekozen voor goede individueledouchevoorzieningen. Alle deelnemers hebben gratis sportschoenen en –kleding in bruikleengekregen en de deelname is in werktijd.c. motiveerbaarheidIn principe zijn de medewerkers qua motivatie in te delen in drie groepen:- Een groep intrinsiek gemotiveerden, dit zijn medewerkers die enthousiast zijn, geenbijzondere stimulering nodig hebben tot deelname.- Een groep motiveerbare medewerkers, dit zijn medewerkers die met de juiste aanpak temotiveren zijn tot deelname.- Een kleine groep medewerkers die zich voorgenomen hebben absoluut niet te gaan sporten.d. aanbodHet aanbod van voorzieningen en activiteiten is zo ingericht dat er voor iedereen een passend aanbodis in bewegen: er zijn fitnessapparaten; er zijn verschillende sport en spelvormen aangeboden; er iseen Wii spelcomputer.In het aanbod van beweeg- en sportactiviteiten is de nadruk gelegd op plezier in bewegen (defunfactor) en minder op prestatie.Er is veel tijd geïnvesteerd in het opstellen van een vast rooster waarbij iedere afdeling een vastmoment per week heeft.e. de leidinggevendeDe belangrijkste motivator is de direct leidinggevende – werkleiders en uitvoerders. De deelname vanafdelingen is sterk afhankelijk van de wijze waarop de werkleider zijn medewerkers daarin betrekt. Opafdelingen waarbij werkleiders zelf gemotiveerd zijn en de voordelen zien van het programma hebbenlukt het zelfs om een aantal van de minst gemotiveerde groep in beweging te krijgen.f. Productie


De werkdruk in de productie is een factor die zijn invloed heeft gehad op deelname en motivatie. Bijde start in 2009 was het werkaanbod laag en was er veel ruimte om de verschillende onderdelen uitte rollen. Na de opening in juni van de sportvoorziening was er een sterk toegenomen werkaanbod,waardoor het enthousiasme van werkleiders en management om deel te nemen afnam. Voor eenaantal afdelingen is gedurende een aantal weken de deelname door het management afgezegd. Ditblijkt een sterk effect te hebben op de motivatie van de medewerkers, de investering van enkelemaanden in de motivatie wordt door een dergelijke maatregel tenietgedaan.<strong>Caparis</strong> in Beweging, eindrapportage, Bert Horlingsjan 2011


3. DEELNAME EN RESULTATEN PER ONDERDEELa. Bewegen op de werkplekDe ambitie is steeds een maximale deelname geweest. De inzet was niet om deelnemers teverplichten maar ze via een attractief programma te verleiden. In de eerste fase is dat zeker gelukt.Het deelnamepercentage aan het onderdeel bewegen op de werkplek was meer dan 80%.b. Sporten en bewegenIn de overgang naar het sporten en bewegen in de hal is de deelname afgenomen. Daarvoor zijn ertwee oorzaken. Naar de hal gaan en met sportkleren aan sporten vraagt meer initiatief van dewerknemer en werpt een hogere drempel op dan de bewegen op de werkplek waar het programmalangs komt. De huidige deelname ligt op gemiddeld 150 SW en 30 ambtelijke medewerkers per week.Er is grote groep die door verschillende redenen (ziekte, wisseling van afdeling, flex-detachering)onregelmatig deelneemt. Er zijn in totaal 375 medewerkers in bezit van een kledingset. Alle nietregelmatigedeelnemers worden in 2011 individueel benaderd.c. TestenEen eerste serie beperkte tests zijn uitgevoerd in mei 2009. Bij de opening van de sportfaciliteit in juni2010 zijn uitgebreide tests uitgevoerd, deze zijn in december 2010 herhaald. De tests bestonden uitmetingen van lengte, gewicht, vetpercentage, bloeddruk, cholesterol en uithoudingsvermogen.In december 2010 zijn eveneens tests uitgevoerd in Leeuwarden en Heerenveen.Uit de test blijkt dat een zeer groot percentage van de medewerkers kampt met ernstig overgewicht(BMI > 27) en dat het gemiddelde uithoudingsvermogen matig is (zie bijlage). Er zijn veelmedewerkers die een hoog gezondheidsrisico lopen en waarbij meer bewegen de belangrijksteremedie is.d. Voeding en leefstijlIn het najaar van 2009 is er gestart met voorlichting op het gebied van voeding.In 2009 zijn er 2 bijeenkomsten geweest, over de thema’s ‘ Schijf van 5’ en ‘ Keuzes maken’ . In heteerste half jaar van 2010 zijn er 3 bijeenkomsten geweest, over de thema’s ‘Gezond gedrag’, ‘Etiketlezen’ en ‘Balans’.De themabijeenkomsten zijn aangeboden aan alle afdelingen Het aantal medewerkers dat bij dezebijeenkomsten bijgewoond heeft ligt op ongeveer 300. Dit lag iets lager dan de deelname aanBewegen op de Werkplek.e. QuizVoor een goede meting van voeding en leefstijlgewoonten was het lastig om een geschiktmeetinstrument te vinden. Daarom is er in samenwerking met AVS dietisten en het UMCG een eigenvragenlijst ontwikkeld die in de vorm van een digitale quiz is opgesteld. Tot op heden hebben 180medewerkers de quiz ingevuld. Uit de praktijk blijkt dat quiz in de huidige vorm verder ontwikkeldmoet worden.<strong>Caparis</strong> in Beweging, eindrapportage, Bert Horlingsjan 2011


f. Wij fitterHet onderdeel Wij Fitter wordt gevolgd door 12 deelnemers. In het programma volgen zij extrabeweginglessen en voorlichting en zijn er individuele consulten bij met een diëtist. De consulten voordietetiek worden vergoed als eerstelijnsconsulten bij de zorgverzekeraar.<strong>Caparis</strong> in Beweging, eindrapportage, Bert Horlingsjan 2011


4. ARBEIDSONTWIKKELINGDe bijdrage die aandacht voor leefstijl, vitaliteit en beweging kan geven aan arbeidsontwikkeling isuitgewerkt in samenwerking met Sportstad Heerenveen en het Friesland College in twee onderdelen.a. AKA bewegen, leren, werkenVanuit de samenwerking met docenten van het CIOS / ROC Het Friesland College is het idee ontstaanom een opleidingsvariant te maken voor SW-medewerkers van <strong>Caparis</strong> waarin sport en beweging eenbelangrijke rol hebben. Als basis voor de cursus is uitgegaan van de opleidingArbeidsmarktgekwalificeerd assistent. Hierin staat de ontwikkeling van algemenewerknemersvaardigheden centraal. Deze competenties zijn uitstekend leerbaar in verschillende sportenspelvormen.De cursisten worden ingeschreven als BBL cursist niveau-1 bij het Friesland College. De opleiding isregulier (volwassenen)onderwijs en komt in aanmerking voor de WVA.In oktober 2009 is een pilotgroep met 20 cursisten. In oktober 2010 zijn drie groepen gestart met intotaal 60 cursisten.Bij de ontwikkeling van deze opleidingsvariant was input nodig van drie verschillende afdelingen vanHet Friesland College. De vraag van <strong>Caparis</strong> zorgde aanvankelijk voor nogal wat interneafstemmingsproblemen binnen het ROC. Deze zijn opgelost na gesprekken door <strong>Caparis</strong> tot op niveauvan CvB.De ontwikkeling van de AKA-variant bewegen, leren, werken heeft binnen <strong>Caparis</strong> geleid tot eenandere visie op opleiden. Waar opleidingen vooral werden aangeboden gericht op de behoefte vanuitde productie (bijv groenvoorzienig of voedselveiligheid HACCP) wordt nu meer gekeken naar deontwikkelmogelijkheden van de medewerker.b. Scholingsbanen LeeuwardenOp het verzoek van gemeente Leeuwarden is een aangepast sportprogramma opgezet voor een groepvan 16 cliënten van de WWB in gemeente Leeuwarden. Het betrof een groep van ‘jongere’ langdurigwerklozen die binnen <strong>Caparis</strong> een scholingsbaan kregen aangeboden op niveau van (aankomend)werkleider. De groep bleek nogal heterogeen te zijn qua fysieke mogelijkheden, opleidingsniveau enmotivatie. Het sport en bewegingsdeel was intensiever (2 keer per week) en meer gericht op hetbehalen van succes en het ontwikkelen van leiderschapscompetenties. De groep heeft gezamelijkdeelgenomen aan een aantal evenementen met mooie succesbeleving (loopevent, survivalchallengeen een kanorace) De heterogeniteit in de groep bleek achteraf juist positief te werken. Van de 16deelnemers hebben er inmiddels 7 betaald werk.<strong>Caparis</strong> in Beweging, eindrapportage, Bert Horlingsjan 2011


5. ZIEKTE EN VERZUIM<strong>Caparis</strong> in Beweging is ook ingezet om een terugdringing van het verzuim te bewerkstelligen. Eenverbetering van de fysieke conditie zou een effect moeten hebben op het aantal ziektegevallen. Deintroductie van een programma met aandacht voor gezonde voeding, leefstijl, sport en bewegenmaakt mensen meer bewust van hun gezondheid en zou op de duur moeten leiden tot minder ziekte.Aandacht voor de positie van de werkleiding in het programma levert ondersteuning in hun rol bij hetterugdringen van verzuim.a. Verbetering fysieke conditieIn juni en december 2010 is een testweek gehouden onder grote groepen medewerkers (zie bijlage)In deze test is ondermeer opgenomen een Åstrand fietstest en de bepaling van de BMI. Als we degemiddelden per afdeling van de fietstest en de BMI vergelijken met het verzuimpercentage perafdeling dan is er een duidelijke correlatie. Met andere woorden hoe slechter de fysieke conditie hoehoger het verzuim. De vraag is of een verbetering van de fysieke conditie ook zichtbaar is in een lagerverzuim.We hebben dat helaas niet kunnen aantonen. Een keer per week sporten biedt een te lage intensiteitom binnen zes maanden een zichtbare verbetering te kunnen bereiken. Bovendien blijkt uit dedeelnameoverzichten dat veel medewerkers niet regelmatig deelnemen. In de groep met de meestegezondheidsrisico zien we regelmatig uitval door ziekte, blessures en motivatieproblemen. Debereidheid is er vaak wel maar er zijn altijd weer problemen. Met de testresultaten is deze groepbeter in beeld en kan er meer gerichte individuele begeleiding worden aangeboden met inzet vanbedijfsfysiotherapie (gestart in januari 2011)Een kanttekening hierbij is dat het causale verband tussen conditie en verzuim complexer ligt dan hiervoorgesteld. Hoog verzuim en slechte conditie kunnen ook beide veroorzaakt worden door eenandere factoren. Het vitaliteitsprogramma kan daarom ook niet op zich staan, maar moet eenintegraal onderdeel zijn van het ontwikkelplan. Er moet een uitwisseling zijn van informatie op niveauvan IOP tussen werkleiding, trajectbegeleiding en sportbegeleiding.b. BewustwordingVia de voorlichtingsbijeenkomsten is ingegaan op gezonde voeding en leefstijl. Deze bijeenkomstenzijn aangeboden aan ongeveer 300 medewerkers. Het kennisniveau van medewerkers is daarmee welverhoogd maar een daadwerkelijke verandering in gedrag blijkt moeilijk aan te tonen.Als meetinstrument is daarvoor een digitale quiz ontwikkeld. De quiz is richt zich op het kennisniveauvan de deelnemers maar heeft ook een aantal vragen over voeding en leefgewoonten, die bijmeerdere metingen een indicatie kunnen over daadwerkelijke gedragsverandering. De vraagstellingin de quiz is in samenwerking met het UMCG (Bewegingswetenschappen) opgesteld.De quiz is gedigitaliseerd door studenten van het Friesland College, maar de gekozen vorm is nog teingewikkeld voor mensen met beperkte computervaardigheden. Dit wordt nog aangepast. De quiznog onvoldoende ontwikkeld om daaruit valide gegevens te kunnen destilleren over hetdaadwerkelijk gedrag ten aanzien van beweging en voeding.Korte termijn effecten van voorlichting en preventie op gezondheid zijn zelden aangetoond en dusook bij <strong>Caparis</strong> in Beweging nog niet.<strong>Caparis</strong> in Beweging, eindrapportage, Bert Horlingsjan 2011


Een bijkomend voordeel is dat de meer structurele aanwezigheid van fysiotherapie in het sport- enbewegingsprogramma de mogelijkheid brengt om preventieve programma’s op te starten. Eenafgeleid voordeel is dat op termijn de daarvoor geschikte monodiciplinaire interventies, gericht op hetbewegingsapparaat, uitvoering worden gegeven door de interne bedrijfsfysiotherpeut.<strong>Caparis</strong> in Beweging, eindrapportage, Bert Horlingsjan 2011


6. FINANCIERINGDe financiering was in de eerste aanzet gebaseerd op een aanname dat voor dit programma gebruikgemaakt kon worden van de fiscale regeling voor bedrijfsfitness. Deelname aan deze regeling is alleenmogelijk als de werknemer vrijwillig inschrijft. In de praktijk blijkt dat bedrijfsfitness bij een vrijwilligeaanpak zelden meer dan 15% van de werknemers gaat deelnemen.Een nadeel van de fiscale regeling is het bruto-netto effect bij laag loon maar heel beperkt is. Vooriemand met een laag loon is de netto bijdrage dus hoger. Omdat <strong>Caparis</strong> de ambitie had om een veelgroter percentage medewerkers in beweging te krijgen is besloten om geen gebruik te maken van defiscale regeling.Het project draait dus op subsidie en de inzet van eigen middelen. Bij de AKA geldt dat er gebruikgemaakt kan worden van de WVA. Deze middelen worden ingezet voor dekking van gedorven NTWtijdens de cursusdagen.De inzet van casemanagement wordt op termijn terugverdiend met een lager verzuim.kosten 2009 (pilot, 8 mnd) 2010Projectkosten:Sportstad Heerenveen inzet sportinstructeurs,leefstijladviseurProjectbegeleiding (Bert Horlings)Inzet verzuimcoach / casemanager (RoelBueneker)188.299108.942244.67286.20083.710Kosten <strong>Caparis</strong>Afschrijving en exploitatie sportvoorzieningkledingpakketaandeel inrichting en exploitatie e-learninglokaal tbv AKABijdrage studiekosten AKA5.20012.10029.54415.20016.800Totaal kosten 302.441 488.226opbrengstenGemeente SmallingerlandGemeente TytsjerksteradielBijdrage <strong>SBCM</strong> Gezonde BedrijfsvoeringBijdrage <strong>SBCM</strong> ArbeidsontwikkelingSubsidie De Friesland Zorgverzekeraar77.8168.07510.00012.5005.000123.32739.52510.00012.500Totaal opbrengsten113.391 185.352Eigen financiering <strong>Caparis</strong> 189.050 302.874<strong>Caparis</strong> in Beweging, eindrapportage, Bert Horlingsjan 2011


DE AANGRIJPINGSPUNTEN VAN CAPARIS IN BEWEGING IN HET <strong>SBCM</strong>DENKMODEL ARBOKAPSTOK<strong>Caparis</strong> in Beweging, eindrapportage, Bert Horlingsjan 2011

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!