13.07.2015 Views

Statuten arbeider/bediende : van discriminatie naar een ... - Aclvb

Statuten arbeider/bediende : van discriminatie naar een ... - Aclvb

Statuten arbeider/bediende : van discriminatie naar een ... - Aclvb

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

6 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


Het historisch kaderDe kwestie is al ruim 20 jaar voer voor discussie tussen de sociale partners, maar niet all<strong>een</strong>voor hen. Academici, parlementairen, politici: allen willen de verschillen en <strong>discriminatie</strong> bannenen ieder<strong>een</strong> heeft wel <strong>een</strong> voorstel.Gedurende het hele jaar 2010 hebben de sociale partners onderhandeld en gezocht <strong>naar</strong><strong>een</strong> globale oplossing om, na <strong>een</strong> langdurige overgangsperiode, tot de volledige harmonisering<strong>van</strong> de statuten <strong>arbeider</strong>s/<strong>bediende</strong>n te komen. Het dossier werd afgerond tijdensde interprofessionele onderhandelingen <strong>van</strong> eind 2010, begin 2011. Het ontwerp <strong>van</strong> interprofessioneelakkoord 2011 – 2012 bevatte voorstellen over vier luiken: de opzegtermijnen,de jaarlijkse vakantie, de tijdelijke werkloosheid en op het vlak <strong>van</strong> ziekte (carenzdag engewaarborgd loon). Het Nationaal Comité <strong>van</strong> de ACLVB – evenals het ABVV – kon deze voorstellenuiteindelijk niet onderschrijven wegens onvoldoende evenwichtig en te bescheiden.Hierna besliste de regering enkele <strong>van</strong> de voorstellen <strong>van</strong> de sociale partners over te nemen,weliswaar lichtjes aangepast. Wat er ook <strong>van</strong> zij, <strong>een</strong> daadwerkelijk harmonisering <strong>van</strong> destatuten is nog veraf.Het Grondwettelijk Hof kon zich ook al uitspreken over de problematiek. Dat gebeurde delaatste keer op 7 juli 2011. Na <strong>een</strong> prejudiciële vraag concludeerde het Hof dat de bepalingeni.v.m. de opzeggingstermijnen en de carenzdag discriminerend zijn en dat hiervoor uiterlijktegen 8 juli 2013 <strong>een</strong> oplossing moet worden gevonden.Een tripartiete werkgroep werd onlangs samengesteld met de bedoeling om, voor de deadline,oplossingen <strong>naar</strong> voren te schuiven. Werkgevers, werknemers zullen nu samen met deregering de tanden zetten in dit hachelijke dossier.Van haar kant heeft de ACLVB over de kwestie zeer grondig nagedacht. Een <strong>van</strong> de fundamentelepunten die we vooropstelden en die ook gesteund werden door het Nationaal Comitéwas de motiveringsplicht bij ontslag, en daarnaast ook het feit dat de werknemer gehoordmoet worden alvorens zijn eventueel ontslag te krijgen. Het is toch ondenkbaar dat <strong>een</strong> werkgeverzonder rechtvaardig motief <strong>een</strong> werknemer de laan uitstuurt? Hier bestaan trouwensinternationale voorschriften over, zowel op het niveau <strong>van</strong> de Internationale Arbeidsorganisatie(ILO-conventie nr. 158) als wat het Europees Sociaal Handvest betreft. Deze internationalebeginselen zijn <strong>een</strong> echte referentie, maar werden (nog) niet door ons land geratificeerd.Later zullen we, binnen het kader <strong>van</strong> deze brochure, op deze kwestie terugkomen.<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 7


8 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


Het arrest <strong>van</strong> 7 juli 2011 <strong>van</strong>het Grondwettelijk HofOpzeggingstermijnen en carenzdag…<strong>discriminatie</strong>, maar niet meer voor langContextschetsIn zijn vonnis <strong>van</strong> 22 april 2010, stelde de arbeidsrechtbank <strong>van</strong> Brussel de volgende vraagaan het Grondwettelijk Hof: “zijn de bepalingen betreffende de opzeggingstermijnen en decarenzdag discriminerend en tegenstrijdig met de artikels 10 en 11 <strong>van</strong> de Grondwet in watzij aan regels voorzien tussen <strong>arbeider</strong>s en <strong>bediende</strong>n in gelijkaardige situatie?”Het Grondwettelijk Hof vonniste op 7 juli 2011 als volgt: de bewuste bepalingen druisenin tegen de grondwet. Ze blijven echter uitwerking hebben tot zolang de wetgever g<strong>een</strong>nieuwe bepalingen heeft opgesteld, wat dus nog kan tot en met 8 juli 2013.Argumenten <strong>van</strong> het HofHet verschil dat destijds werd ingesteld tussen <strong>arbeider</strong>s en <strong>bediende</strong>n op basis <strong>van</strong> manuel<strong>een</strong> intellectuele arbeid was, objectief gezien en redelijkerwijs, al niet meer verdedigbaar in1993 (ter herinnering, het Grondwettelijk Hof sprak reeds in 1993 <strong>een</strong> arrest uit aangaandede opzeggingstermijnen). A fortiori gaat dit dus ook niet meer op in 2011.In 1993 verklaarde het Hof dat, hoewel dit verschil zich niet meer rechtvaardigde, dit aspectevenwel onvoldoende was om <strong>een</strong> plotse afschaffing door te voeren. Het behoud werd verdedigd<strong>van</strong>uit <strong>een</strong> objectief <strong>van</strong> geleidelijke uitdoving omwille <strong>van</strong> de sociale en economischeimpact <strong>van</strong> de vereiste wijzigingen.Het Hof herinnert eraan dat het in 1993 ook de noodzaak had onderlijnd om de reglementeringin haar geheel te beschouwen en dat regels soms in het voordeel <strong>van</strong> <strong>arbeider</strong>s en somsten gunste <strong>van</strong> <strong>bediende</strong>n kunnen zijn.Het Hof erkent dat er sinds 1993 verschillende toenaderingsmaatregelen werden aangenomen.Zo waren er verschillende KB’s, goedgekeurd op basis <strong>van</strong> het artikel 61 <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong><strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 9


1978 die de opzeggingstermijnen voor <strong>arbeider</strong>s verhoogden, de CAO nr. 75 <strong>van</strong> de NAR diehetzelfde beoogt, de wet <strong>van</strong> 12 april 2011 die <strong>een</strong> geleidelijke harmonisering in het vooruitzichtstelt, <strong>een</strong> verdedigbare ‘progressiviteit’.Maar de wetgever heeft getalmd: het Hof erkent de noodzaak <strong>van</strong> <strong>een</strong> geleidelijke toenaderingtussen beide statuten, vooral in die materies waarbij de collectieve onderhandeling‘geladen’ is. Intussen echter zijn we 18 jaar verder en is het stilaan onhoudbaargeworden nog langer met ongrondwettelijke bepalingen te werken.Echter, aangezien het voordeel <strong>van</strong> de ongenuanceerde vaststelling <strong>van</strong> ongrondwettelijkheidniet kan opwegen tegen de verstoring <strong>van</strong> de juridische orde, besliste het GrondwettelijkHof dat de ongrondwettelijke bepalingen dienen te blijven bestaan tot uiterlijk 8 juli2013, in afwachting <strong>van</strong> nieuwe, door de wetgever goedgekeurde, bepalingen.10 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


De actuele reglementeringEen eerste stap <strong>naar</strong> <strong>een</strong> harmoniseringDe nieuwe maatregelen in voege sinds1 januari 2012I. De nieuwe opzeggingstermijnen1. InleidingDe wet <strong>van</strong> 12 april 2011 (BS 28.04.2011) ter wijziging <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 3 juli 1978 is sindslang <strong>een</strong> eerste aanzet geweest tot toenadering tussen <strong>arbeider</strong>s en <strong>bediende</strong>n, op het vlak<strong>van</strong> de opzegtermijnen.Voor beide statuten werd op dezelfde manier te werk gegaan: in het hoofdstuk over het einde<strong>van</strong> de arbeidsover<strong>een</strong>komst werd na afdeling I ‘Algemene regeling’ die de momenteel <strong>van</strong>kracht zijnde regels bevat, <strong>een</strong> afdeling II ingevoerd ‘Bijzondere bepalingen <strong>van</strong>af 1 januari2012’ die de nieuwe opzegtermijnen omvat. Deze zijn <strong>van</strong> toepassing op de arbeidsover<strong>een</strong>komstendie sinds 1 januari 2012 aanvingen.<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 11


Voor alles wat niet geregeld wordt door de nieuwe afdeling II, dient men zich te beroepen opafdeling I.Alvorens dieper in te gaan op deze nieuwe opzegtermijnen, staan we even stil bij het toepassingsgebied<strong>van</strong> de nieuwe reglementering voor beide statuten.Vervolgens worden achter<strong>een</strong>volgens de statuten <strong>arbeider</strong>s en <strong>bediende</strong>n behandeld. waarbijde bestaande regels nog <strong>een</strong>s worden overlopen. Verder wordt ook de toekomstige reglementeringaan <strong>een</strong> analyse onderworpen.De nieuwe opzegtermijnen voor de <strong>arbeider</strong>s zijn zowel <strong>van</strong> toepassing op de <strong>arbeider</strong>s uit deprivate sector als op de contractuele <strong>arbeider</strong>s uit de openbare sector.Deze bepalingen zijn even<strong>een</strong>s <strong>van</strong> toepassing op de arbeidsover<strong>een</strong>komst voor dienstboden(behalve artikels 60 en 61 <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 3 juli 1978).2. ToepassingsveldDe arbeidsover<strong>een</strong>komsten waarop de nieuwe opzegtermijnen <strong>van</strong> toepassing zijn(over<strong>een</strong>komsten <strong>van</strong>af 1 januari 2012)De artikels 65/1 en 86/1 die afdeling II inleiden, respectievelijk voor <strong>arbeider</strong>s en <strong>bediende</strong>n,stellen dat: ‘Deze afdeling <strong>van</strong> toepassing is op de arbeidsover<strong>een</strong>komsten waar<strong>van</strong>de uitvoering, zoals over<strong>een</strong>gekomen tussen de werkgever en de <strong>arbeider</strong> of de <strong>bediende</strong>,aan<strong>van</strong>gt <strong>van</strong>af 1 januari 2012’.Zo zal <strong>een</strong> arbeidscontract dat gesloten wordt op 1 december 2011 maar waar<strong>van</strong> de partijenzijn over<strong>een</strong>gekomen de uitvoering te laten aan<strong>van</strong>gen op 1 februari 2012, toch de nieuweopzegtermijnen dienen na te leven.Het is dus aangewezen de datum <strong>van</strong> aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de over<strong>een</strong>komst na te kijken. Het feitdat <strong>een</strong> arbeidscontract niet kan worden uitgevoerd, bvb wegens ziekte, heeft g<strong>een</strong> invloed.Wat wanneer de uitvoering <strong>van</strong> de arbeidsover<strong>een</strong>komst na 01.01.2012 aan<strong>van</strong>gtmaar de partijen reeds verbonden waren via <strong>een</strong> arbeidsverhouding?Het zijn de artikels 65/1 § 2 en 86/1 § 2 die deze kwestie regelen: ‘de nieuwe opzegtermijnenzijn niet <strong>van</strong> toepassing op nieuwe contracten wanneer de <strong>arbeider</strong> of de <strong>bediende</strong> voorh<strong>een</strong>12 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


met dezelfde werkgever verbonden is geweest door <strong>een</strong> arbeidsover<strong>een</strong>komst en de onderbrekingde zeven dagen niet overschrijdt’.A contrario, zijn de nieuwe opzegtermijnen wel <strong>van</strong> toepassing wanneer tussen de verschillendearbeidsover<strong>een</strong>komsten <strong>een</strong> onderbreking zit <strong>van</strong> langer dan zeven dagen.Wanneer de laatste over<strong>een</strong>komst (hypothetisch, de ‘nieuwe over<strong>een</strong>komst’) onmiddellijkvoorafgegaan wordt door <strong>een</strong> andere over<strong>een</strong>komst (hypothetisch, minder dan 7 dagen eerder),dan is het de datum waarop het vorige contract aanving dat bepaalt of afdeling I, danwel afdeling II <strong>van</strong> toepassing is.Hierbij dient te worden opgemerkt dat, wat deze voorafgaande arbeidsover<strong>een</strong>komst betreft,als de uitvoering er<strong>van</strong> aan<strong>van</strong>gt na 1 januari 2012, het verder <strong>van</strong> weinig belang is of hetom <strong>een</strong> contract <strong>van</strong> bepaalde of onbepaalde duur gaat, of om <strong>een</strong> <strong>arbeider</strong>s- of <strong>bediende</strong>contract.Laten we <strong>een</strong> voorbeeld nemen uit de parlementaire werkzaamheden die aan de wet <strong>van</strong>12 april 2011 vooraf zijn gegaan: <strong>een</strong> <strong>bediende</strong> heeft <strong>een</strong> contract <strong>van</strong> bepaalde duur, nl. <strong>van</strong>1 maart 2011 tot en met 31 maart 2012 en wordt nadien aangenomen met <strong>een</strong> contract <strong>van</strong>onbepaalde duur waar<strong>van</strong> de uitvoering start op 3 april 2012. Deze werknemer blijft onderworpenaan de vroegere regels inzake opzegtermijnen.3. ArbeidersOverzicht regels inzake opzegtermijnen – Afdeling I(aan<strong>van</strong>g uitvoering contract vóór 1 januari 2012)1. Het artikel 59 <strong>van</strong> de wet <strong>van</strong> 3 juli 1978 verwijst <strong>naar</strong> het wettelijk stelsel inzakeopzegtermijnen:Uitgedrukt in kalenderdagenAnciënniteit Opzegtermijn Werkgever Opzegtermijn Arbeider- 20 jaar 28 dagen 14 dagen20 jaar en meer 56 dagen 28 dagen<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 13


2. De CAO 75 <strong>van</strong> 20 december 1999, gesloten tussen de sociale partners in de schoot<strong>van</strong> de Nationale Arbeidsraad, voerde <strong>een</strong> suppletieve regeling in met betrekking totde opzegtermijnen voor <strong>arbeider</strong>s. Deze CAO is louter <strong>van</strong> toepassing op ondernemingendie onder <strong>een</strong> sector ressorteren die g<strong>een</strong> enkele specifieke maatregel inzake opzegtermijnenvoor <strong>arbeider</strong>s heeft genomen of g<strong>een</strong> bepalingen heeft vastgelegd die <strong>een</strong>grotere werkzekerheid of bestaanszekerheid garanderen.Uitgedrukt in kalenderdagenAnciënniteit Opzegtermijn Werkgever Opzegtermijn Arbeider- 6 maanden 28 dagen 14 dagen6 m. tot < 5 jaar 35 dagen 14 dagen5 jaar tot < 10 jaar 42 dagen 14 dagen10 tot


Vergelijking tussen de vroegere en huidige opzegtermijnen die door de werkgeverworden gegeven:Uitgedrukt in kalenderdagenAnciënniteit Huidige situatie (CAO nr. 75) Nieuwe opzegtermijnen- 6 maanden 28 (of 7) dagen 28 (of 7) dagen6 m. tot < 5 jaar 35 dagen 40 dagen5 jaar tot < 10 jaar 42 dagen 48 dagen10 tot


– de aan de uitzendarbeid voorafgaande periode dient ononderbroken te zijn. De periodes<strong>van</strong> inactiviteit <strong>van</strong> <strong>een</strong> week of minder dan <strong>een</strong> week worden beschouwd als tewerkstellingsperiodesin de hoedanigheid <strong>van</strong> uitzendkracht.Zo zal de uitzendkracht die gedurende drie maanden was tewerkgesteld onder contracten<strong>van</strong> maandag tot en met vrijdag <strong>een</strong> anciënniteit <strong>van</strong> 3 maanden hebben opgebouwd.De als dusdanig opgebouwde anciënniteit als uitzendkracht kan niet meer dan één jaar bedragen.Uitzonderingen inzake de duur <strong>van</strong> de opzegtermijnDeze uitzonderingen worden geregeld door het artikel 65/3. Deze vallen onder drie categorieën.1. De afwijkende stelsels op basis <strong>van</strong> het artikel 60 blijven <strong>van</strong> toepassing. De mogelijkheidom af te wijken op de normale opzegtermijnen gedurende de eerste 6 maanden<strong>van</strong> de arbeidsover<strong>een</strong>komst, mits naleving <strong>van</strong> de minimum 7 dagen voor de werkgeveren de helft daar<strong>van</strong> voor de <strong>arbeider</strong>, blijft <strong>van</strong> toepassing.2. De afwijkende opzegtermijnen die in <strong>een</strong> bepaalde sector worden toegepast op basis<strong>van</strong> <strong>een</strong> koninklijk besluit (KB), krachtens het artikel 61 blijven even<strong>een</strong>s <strong>van</strong> toepassing.Ter herinnering, deze afwijkende stelsels kunnen langere of kortere opzegtermijnen danvoorzien in de CAO 75, in het vooruitzicht stellen.Indien het KB <strong>van</strong> kracht werd voor 1 januari 2012, zullen de erin opgenomen afwijkendeopzegtermijnen, zowel <strong>van</strong> toepassing zijn op de arbeidsover<strong>een</strong>komsten geregelddoor afdeling I als door afdeling II.Maar in deze hypothese diende het paritair comité (of subparitair comité) zich, voor 1 januari2013 uit te spreken over het al dan niet behouden <strong>van</strong> deze afwijkende opzegtermijnen.Meerdere scenario’s zijn mogelijk:– ofwel besliste het paritair comité de status quo te handhaven en heeft het het de<strong>van</strong> toepassing zijnde afwijkende opzegtermijnen bevestigd, die dan verder blijvenbestaan;– ofwel besliste het PC de opzegtermijnen aan te passen;– ofwel hebben zij zich niet uitgesproken; desgevallend zal <strong>een</strong> KB de lagere opzegtermijnenaanpassen, cf. deze voorzien in artikel 65/2, door er <strong>een</strong> coëfficiënt <strong>van</strong> 15%op toe te passen zonder evenwel de opzegtermijnen vastgelegd in het artikel 65/216 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


(plafond) te overschrijden. Deze opzegtermijnen zullen <strong>van</strong> toepassing zijn op de terkennis gestelde ontslagen <strong>van</strong>af 1 januari 2013 en op de <strong>arbeider</strong>s die onder afdelingII vallen (aan<strong>van</strong>g arbeidsover<strong>een</strong>komsten sinds 1 januari 2012).3. De afwijkende opzegtermijnen, ingesteld via <strong>een</strong> collectief akkoord of via <strong>een</strong> collectieveover<strong>een</strong>komst, blijven <strong>van</strong> toepassing voor de situaties die onder afdeling II vallen. Zijngeviseerd: de collectieve akkoorden of CAO’s die in voege traden voor 1 januari 2012 endie <strong>een</strong> eigen regeling voorzien die <strong>een</strong> grotere werk- of loonzekerheid waarborgen.Het paritair comité diende voor 1 januari 2013 na te gaan of deze opzegtermijnen al danniet dienden aangepast worden.Als het paritair comité niets ondernomen heeft, wordt de opzegtermijn met 15% verlengd,via KB. In deze hypothese verduidelijkt de wet niet of de afwijkende opzegtermijnenkorter dienen te zijn dan deze vastgelegd door het artikel 65/2; de wet zegt verderook niet of er <strong>een</strong> plafond <strong>van</strong> toepassing is in geval <strong>van</strong> goedkeuring <strong>van</strong> <strong>een</strong> KB. Ditimpliceert dat de sectoren die opzegtermijnen voorzien die gunstiger zijn dan de nieuwedus zouden kunnen genieten <strong>van</strong> <strong>een</strong> verlenging <strong>van</strong> deze opzegtermijnen.Concreet: alle sectoren die, via KB, <strong>een</strong> collectief akkoord of via aan CAO, afwijkendeopzegtermijnen hebben voorzien, dienden <strong>een</strong> aanpassing <strong>van</strong> deze opzegtermijnen teonderhandelen gedurende de periode 2011 – 2012.Deze onderhandelingen betreffen het al dan niet aanpassen <strong>van</strong> deze opzegtermijnen.Indien sectoren dit niet onderhandeld hebben, dan – en all<strong>een</strong> in dat geval – wordt deverlenging <strong>van</strong> 15 % toegepast en dit dus voor alle ontslagen die <strong>van</strong>af 1 januari 2013werden bekendgemaakt.Betaling <strong>van</strong> <strong>een</strong> opzegvergoedingDe partij die de nieuwe opzegtermijnen niet respecteert zal <strong>een</strong> verbrekingsvergoeding dienente betalen (zoals dit nu ook reeds het geval is) die over<strong>een</strong>komt met het loon voor de duur<strong>van</strong> de opzeggingstermijn of het resterende deel er<strong>van</strong>. De grondslag <strong>van</strong> deze verbrekingsvergoedingwordt berekend volgens de verduidelijkte regels uit<strong>een</strong>gezet in het hoofdstuk‘<strong>bediende</strong>n’.<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 17


4. BediendenOverzicht regels inzake opzegtermijnen – Afdeling I(bedragen – jaar 2013)Het ontslag gaat uit <strong>van</strong> de werkgever– Indien het jaarlijks brutoloon ≤ 32 254 euro: de opzegtermijn is gelijk aan ten minste3 maanden per begonnen schijf <strong>van</strong> 5 jaar anciënniteit. Dit zijn door de wet opgelegdeminima;– Indien het jaarlijks brutoloon > 32 254 euro en ≤ 64 508 euro: de opzegtermijn wordtvastgelegd, ofwel via <strong>een</strong> over<strong>een</strong>komst die ten vroegste op het ogenblik <strong>van</strong> hetontslag wordt gesloten, ofwel door <strong>een</strong> rechter, maar ten minste het minimum dat<strong>van</strong> toepassing is voor de 1ste categorie (3 maanden per begonnen schijf <strong>van</strong> 5 jaaranciënniteit);– Indien het loon > 64 508 euro op het ogenblik <strong>van</strong> de indiensttreding, kan de opzegtermijnworden vastgelegd in <strong>een</strong> over<strong>een</strong>komst, uiterlijk op de dag <strong>van</strong> de indiensttreding,met als minimum 3 maanden per begonnen schijf <strong>van</strong> 5 jaar anciënniteit.Als er g<strong>een</strong> over<strong>een</strong>komst bestaat dan moet men zich op de regels <strong>van</strong> de hogervermelde tussencategorie beroepen.Het ontslag gaat uit <strong>van</strong> de werknemer– Het loon is ≤ 32 254 euro: de opzegtermijn is 1,5 maand indien de werknemer <strong>een</strong>anciënniteit heeft <strong>van</strong> minder dan 5 jaar en 3 maanden wanneer de anciënniteit5 jaar of meer bedraagt.– Het loon is > 32 254 euro en ≤ 64 508 euro: de opzegtermijn wordt vastgelegd perover<strong>een</strong>komst, ten vroegste op het ogenblik <strong>van</strong> het ontslag, of via de rechter met<strong>een</strong> maximum <strong>van</strong> 4,5 maand ;– Het loon is > 64 508 euro: de opzegtermijn kan vastgelegd worden op het ogenblik<strong>van</strong> de aanwerving, en uiterlijk het ogenblik <strong>van</strong> de indiensttreding, met <strong>een</strong> maximum<strong>van</strong> 6 maanden.18 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


De nieuwe opzegtermijnen – Afdeling IIToepassing <strong>van</strong> artikels 86/1 tot en met 86/4 uit de wet <strong>van</strong> 3 juli 1978.Bedienden die 32 254 euro of minder verdienenVoor deze categorie <strong>van</strong> <strong>bediende</strong>n verandert er niets.Bedienden die meer dan 32 254 euro verdienenDe opzegtermijnen voor <strong>bediende</strong>n die meer dan 32 254 euro verdienen werden aangepasten zijn hernomen in onderstaande tabel.Voortaan liggen deze opzegtermijnen vast, wat betekent dat noch de partijen, noch de rechterandere opzegtermijnen kan toepassen. Bijgevolg verdwijnt ook de schaal Claeys. Evenminkan <strong>van</strong> deze termijnen worden afgeweken via <strong>een</strong> CAO die op sectoraal niveau wordt gesloten(artikel 86/3). Dit is gegrond gezien het feit dat de nieuwe bepalingen de toenaderingtussen de opzegtermijnen voor <strong>arbeider</strong>s en <strong>bediende</strong>n vooropstellen.In de toekomst zullen de opzegtermijnen overigens uitgedrukt worden in kalenderdagen.De regel bestaat erin <strong>een</strong> opzegtermijn te berekenen die over<strong>een</strong>komt met 30 dagen (voor deontslagen die worden betekend <strong>van</strong>af 01.01.2012) of met 29 dagen (voor de ontslagen betekend<strong>van</strong>af 01.01.2014) per begonnen anciënniteitsjaar en waarbij ten minste het minimumvoorzien voor de 1ste categorie <strong>van</strong> <strong>bediende</strong>n wordt gewaarborgd, nl. 91 dagen (3 maanden)per schijf <strong>van</strong> 5 jaar begonnen anciënniteit.De wet gaf de Koning de mogelijkheid de eerder genoemde 29 dagen te wijzigen, alsook decijfers 116 en 145, in de tabel weergegeven met <strong>een</strong> *.De opzegtermijnen liggen als volgt vast indien het ontslag uitgaat <strong>van</strong> de werkgever:Opzegtermijnen uitgedrukt in kalenderdagenAnciënniteit of begonnen jaarOpzegtermijn <strong>van</strong>af01.01.2012Opzegtermijn <strong>van</strong>af01.01.2014Minder dan 3 j. 1 91 dagen 91 dagenMinder dan 3 j. 2 91 dagen 91 dagenMinder dan 3 j. 3 91 dagen 91 dagen3 j. tot < 4 j. 4 120 dagen 116 dagen *<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 19


Anciënniteit of begonnen jaarOpzegtermijn <strong>van</strong>af01.01.2012Opzegtermijn <strong>van</strong>af01.01.20144 j. tot < 5 j. 5 150 dagen 145 dagen *5 j. tot < 6 j. 6 182 dagen 182 dagen6 j. tot < 7 j. 7 210 dagen 203 dagen7 j. tot < 8 j. 8 240 dagen 232 dagen8 j. tot < 9 j. 9 270 dagen 261 dagen9 j. tot < 10 j. 10 300 dagen 290 dagenPer begonnen jaar + 30 dagen + 29 dagenNB: de kleine lettertjes in de 2de kolom viseren de hypothese dat personen met <strong>een</strong> nieuwe arbeidsover<strong>een</strong>komst ontslagen wordentussen 2012 en 2014, maar verondersteld zijn <strong>een</strong> conventionele anciënniteit te hebben.De opzegtermijnen liggen als volgt vast indien het ontslag uitgaat <strong>van</strong> de <strong>bediende</strong>:Opzegtermijnen uitgedrukt in kalenderdagenAnciënniteitMinder dan 5 jaar45 dagen5 jaar tot < 10 jaar 90 dagen10 jaar en meer 135 dagen15 jaar en meer voor > 64 508 euro verdieners 180 dagenBedienden met <strong>een</strong> jaarloon <strong>van</strong> meer dan 64 508 euro op het ogenblik <strong>van</strong> deindiensttredingDe wetgever heeft <strong>een</strong> mogelijkheid gelaten de opzegtermijn vast te leggen via <strong>een</strong> over<strong>een</strong>komstdie uiterlijk op de dag <strong>van</strong> de indiensttreding wordt gesloten. Zo er g<strong>een</strong> over<strong>een</strong>komstbestaan dient men zich te beroepen op de opzegtermijnen die gelden voor <strong>bediende</strong>n met<strong>een</strong> jaarloon <strong>van</strong> meer dan 32 254 euro, met ten minste het hierboven voorziene minimum.Grondslag als basis voor de ontslagvergoedingDe partij die de opzegtermijnen niet respecteert zal <strong>een</strong> verbrekingsvergoeding dienen tebetalen die over<strong>een</strong>komt met het lopend loon. De principes om de grondslag te berekenendie als basis dient voor deze verbrekingsvergoeding werden niet gewijzigd.Wat telt mee in de berekening? Het huidige loon, d.w.z. het loon waar de werknemer recht20 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


op heeft op het ogenblik <strong>van</strong> de verbreking <strong>van</strong> de arbeidsover<strong>een</strong>komst, het gemiddelde<strong>van</strong> de variabele lonen over de 12 voorgaande maanden, alle verworven voordelen krachtensde arbeidsover<strong>een</strong>komst, de wet, <strong>een</strong> over<strong>een</strong>komst of <strong>een</strong> unilaterale verbintenis <strong>van</strong>wegede werkgever: nachtpremies, ploegenpremies, eindejaarspremie (indien dit <strong>een</strong> vastgelegdrecht is)…Omzetting <strong>van</strong> het maandloon in dagloonZoals gezegd is de opzegtermijn voortaan uitgedrukt in dagen. Evenwel, meestal is het loonverrekend per maand.Het loon, vastgelegd per maand, zal dus dienen te worden omgezet in dagen, volgens devolgende formule:Huidig loon x 391Daarbij werd geopteerd voor <strong>een</strong> berekening aan de hand <strong>van</strong> <strong>een</strong> driemaandelijks loon datvervolgens wordt gedeeld door het aantal dagen <strong>van</strong> <strong>een</strong> trimester, namelijk 91.Hoe wordt de anciënniteit berekend?De opzegtermijnen worden nog steeds berekend in functie <strong>van</strong> de verworven anciënniteit ophet ogenblik <strong>van</strong> de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de opzegtermijn.Paragraaf 4 <strong>van</strong> artikel 86/2 voorziet dat in deze anciënniteit dient verrekend te worden: dearbeidsperiodes die bij de werkgever eerder werden gepresteerd als uitzendkracht (werkgeverwas gebruiker).Mutatis mutandis zijn dit dezelfde regels die <strong>van</strong> toepassing zijn op <strong>arbeider</strong>s (zie hoger).Wat niet geregeld wordt door afdeling II blijft onderworpen aan de regels <strong>van</strong> afdeling I.Dit is bvb het geval voor de principes die gelden inzake datum <strong>van</strong> aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de opzegtermijnop de eerste dag <strong>van</strong> de maand die volgt op de kennisgeving er<strong>van</strong>, de tegenopzeg diedoor de <strong>bediende</strong> wordt gegeven, het sollicitatieverlof.Deze regels blijven <strong>van</strong> toepassing zowel voor de oude als voor de nieuwe arbeidsover<strong>een</strong>komsten.<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 21


II.Ontslaguitkering voor de ontslagen <strong>arbeider</strong>sVanaf 1 januari 2012 werd de ontslaguitkering ingevoerd voor elk ontslag <strong>van</strong> dezelfdedatum ter kennis gegeven door de werkgever met opzeggingstermijn of met <strong>een</strong> verbrekingsvergoeding.Deze is volledig ten laste <strong>van</strong> de RVA en belastingvrij.ToepassingsgebiedKomen in aanmerking voor de ontslaguitkering:– de <strong>arbeider</strong>s (uit de private sector of contractuelen uit de openbare sector)– de <strong>arbeider</strong>s uit de dienstenchequessector– de dienstbodenBeperkingenDe ontslaguitkering dient niet te worden uitbetaald wanneer de werkgever <strong>een</strong> einde steltaan de arbeidsrelatie in de volgende gevallen:– om dringende reden– tijdens de proefperiode– met het oog op het pensioen of het brugpensioen– voordat de werknemer <strong>een</strong> anciënniteit <strong>van</strong> 6 maanden in de onderneming heeftverworven– wanneer de werkgever recht heeft op de terugbetaling <strong>van</strong> <strong>een</strong> gedeelte <strong>van</strong> deinschakelingsvergoeding ten laste <strong>van</strong> de RVA; in deze situatie heeft de <strong>arbeider</strong>reeds <strong>een</strong> inschakelingsvergoeding gekregen die hoger ligt dan de ontslaguitkering.Tot slot dient te worden opgemerkt dat slechts één ontslaguitkering per <strong>arbeider</strong> en per jaarkan worden uitbetaald.Bedrag <strong>van</strong> de ontslaguitkeringHet bedrag varieert al <strong>naar</strong>gelang de arbeidsover<strong>een</strong>komst aan<strong>van</strong>gt vóór of <strong>van</strong>af 1 januari2012.1. Voor de arbeidsover<strong>een</strong>komsten <strong>arbeider</strong>s die aanvingen vóór 1 januari 2012 (ontslag<strong>van</strong>af 1 januari 2012)– 1 250 euro voor <strong>arbeider</strong>s met minder dan 5 jaar anciënniteit– 2 500 euro voor <strong>arbeider</strong>s die tussen 5 en 10 jaar anciënniteit hebben– 3 750 euro voor <strong>arbeider</strong>s met 10 of meer jaar anciënniteit22 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


Deze uitkeringen zijn even<strong>een</strong>s <strong>van</strong> toepassing bij op<strong>een</strong>volgende arbeidsover<strong>een</strong>komstenwaarbij de eerste aanving voor 1 januari 2012 en de laatste na 31 december 2011. De onderbreking<strong>van</strong> deze contracten mag niet meer dan 7 dagen bedragen.2. Voor de arbeidsover<strong>een</strong>komsten <strong>arbeider</strong>s die worden gesloten na 1 januari 2012,bedraagt de uitkering 1 250 euro.III.Beperkte fiscale vrijstelling i.g.v. ontslagEr is <strong>een</strong> beperkte fiscale vrijstelling voor de ontslaggerelateerde vergoedingen, meer bepaald,zowel voor de vergoeding uitbetaald tijdens de opzegtermijn als voor de verbrekingsvergoeding.Deze nieuwe maatregel is <strong>van</strong> toepassing op alle ontslagen die ter kennis worden gebracht<strong>van</strong>af 1 januari 2012, die zowel betrekking hebben op <strong>arbeider</strong>s als op <strong>bediende</strong>n en zowelop nieuwe als op oude over<strong>een</strong>komsten.De vrijstelling bedraagt:– 425 euro, (geïndexeerd wordt dit 640 euro in 2013) voor de ontslagen <strong>van</strong>af1 januari 2012– 850 euro, (geïndexeerd wordt dit 1 300 euro in 2013) voor de ontslagen <strong>van</strong>af1 januari 2014De vrijstelling geldt enkel voor arbeidscontracten <strong>van</strong> onbepaalde duur en die worden opgezegddoor de werkgever (behalve proefperiode, met het oog op (brug)pensioen of om dringendereden).IV.De tijdelijke werkloosheid1. Stelsel <strong>van</strong> toepassing op de <strong>arbeider</strong>sVoorwaarden– slechts toegestaan bij tijdelijk gebrek aan werk, bijgevolg bij werkloosheid <strong>van</strong>conjuncturele aard (bv. tijdelijke daling <strong>van</strong> de vraag of vertraging in de bevoorrading<strong>van</strong> grondstoffen) en niet <strong>van</strong> structurele aard;– niet voortvloeiend uit de wil <strong>van</strong> de werkgever (vb. door wanbeheer of slechte organisatie<strong>van</strong> de onderneming);<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 23


– afwijkingen op de wettelijke regelingen op sectoraal niveau of bij KB zijn mogelijk;– de regeling is slechts mogelijk als de werknemer niet meer gerechtigd is op inhaalrustdagen.DuurVolledige schorsingToegelaten maximumduur4 wekenSchorsing met vermindering <strong>van</strong> prestatiesDe toegelaten maximumduur is afhankelijk<strong>van</strong> het aantal arbeidsdagen per weekMinstens 3 werkdagen/weekMinstens 1 werkweek op 2 wekenMinder dan 3 werkdagen/weekMinder dan 1 week <strong>van</strong> minimum 2 werkdagenper twee weken12 maanden12 maanden3 maanden (13 weken)3 maanden (13 weken)Bij het verstrijken <strong>van</strong> de maximum toegelaten schorsingsperiode (voltijds of deeltijds) is <strong>een</strong>hervatting <strong>van</strong> <strong>een</strong> volledige werkweek noodzakelijk alvorens <strong>een</strong> nieuwe periode <strong>van</strong> schorsingkan aangevat worden. Afwijkende bepalingen op sectoraal vlak zijn mogelijk.Mededeling aan de RVA:Op dezelfde dag <strong>van</strong> de kennisgeving aan de werknemers moet ook de RVA verwittigd worden.Kennisgeving aan de ondernemingraad of bij ontstentenis, aan de syndicaleafvaardiging:Zij moet ingelicht worden over de economische redenen die aan de basis liggen voor deinvoering <strong>van</strong> de tijdelijke werkloosheid.Kennisgeving aan de werknemer:Uiterlijk de achtste dag voorafgaand aan de economische werkloosheid moet de werkgeverdoor aanplakking in de onderneming of door schriftelijke individuele kennisgeving aan dewerknemer de economische reden laten weten. Deze kennisgeving bevat de vermelding <strong>van</strong>de ingangsdatum en einddatum <strong>van</strong> de periode, het aantal dagen werkloosheid en de identiteit<strong>van</strong> de werknemers.24 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


Uiterlijk de eerste dag <strong>van</strong> de werkloosheid en vóór het normale aan<strong>van</strong>gsuur <strong>van</strong> het werkmoet de werkgever het bewijs <strong>van</strong> tijdelijke werkloosheid (via het formulier C3. ) afleverenaan de werknemer die dit document moet bijhouden.Afwijkende regelingen op sectoraal vlak zijn mogelijk.Uitkeringen:De vergoeding voor economische werkloosheid is berekend op <strong>een</strong> begrensd brutoloon(2 418,23 euro op 01.03.2013) en bedraagt:– 75% (*) <strong>van</strong> het begrensd gemiddeld loon voor all<strong>een</strong>staanden en werknemers metgezinslast;– 70% <strong>van</strong> het begrensd gemiddeld loon voor samenwonenden;(*) Binnenkort wordt dit percentage 70%.Algemene elementen <strong>van</strong> toepassing op de drie vormen <strong>van</strong> tijdelijke werkloosheidbij <strong>arbeider</strong>s (economische redenen, technische stoornis en slecht weer):1. Supplement bovenop de uitkering:Voor de drie vormen <strong>van</strong> tijdelijke werkloosheid ( economische redenen, slecht weer en technischestoornis wordt <strong>van</strong>af 1 januari 2012 definitief <strong>een</strong> aanvullende vergoeding voorzien tebetalen door de werkgever of door <strong>een</strong> Fonds voor Bestaanszekerheid.Het bedrag is gelijk aan minimum 2 euro per schorsingsdag. Dit minimumbedrag kan via <strong>een</strong>KB in de sector verhoogd worden, afhankelijk <strong>van</strong> <strong>een</strong> responsabiliseringsmechanisme indienovermatig gebruik gemaakt wordt <strong>van</strong> het systeem.2. Bedrijfsvoorheffing:Het percentage bedrijfsvoorheffing op alle vormen <strong>van</strong> tijdelijke werkloosheidsuitkeringen(economische redenen, technische stoornis en weerverlet) bedraagt sinds 1 januari 2013,26,75%.Deze percentages worden even<strong>een</strong>s toegepast op de aanvullende uitkeringen betaald doorde werkgever of <strong>een</strong> fonds.2. Stelsel <strong>van</strong> toepassing op de <strong>bediende</strong>nDe vroegere crisiswerkloosheid voor <strong>bediende</strong>n, <strong>een</strong> aparte regeling <strong>van</strong> schorsing <strong>van</strong> dearbeidsover<strong>een</strong>komst wegens werkgebrek, wordt sinds 1 januari 2012 voor onbepaaldeduur <strong>een</strong> economische werkloosheid voor <strong>bediende</strong>n bij ondernemingen in moeilijkheden,genoemd.<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 25


Voorwaarden1. De economische werkloosheid is <strong>van</strong> toepassing op <strong>bediende</strong>n tewerkgesteld bij <strong>een</strong>onderneming in de privésector.2. De regeling is slechts mogelijk als de werknemer niet meer gerechtigd is op inhaalrustdagen.3. De onderneming moet in moeilijkheden verkeren.4. De onderneming moet gebonden zijn door:— <strong>een</strong> sectorale CAO— <strong>een</strong> bedrijfscao— <strong>een</strong> bedrijfsplan, ingediend en goedgekeurd samen met <strong>een</strong> gemotiveerde aanvraagbij de FOD WerkDus, bij ontstentenis <strong>van</strong> <strong>een</strong> CAO in de sector of bedrijfscao kan de werkgever de desbetreffendemaatregel toch nog toepassen wanneer hij verbonden is door <strong>een</strong> bedrijfsplandat samen met <strong>een</strong> gemotiveerde aanvraag goedgekeurd wordt door <strong>een</strong> tripartietecommissie bij de FOD werk.– Inhoud CAO of bedrijfsplan— uitdrukkelijk vermelden dat het opgemaakt is in het kader <strong>van</strong> <strong>een</strong> volledige ofgedeeltelijke schorsing <strong>van</strong> de arbeid om economische redenen;— neergelegd bij de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg;— melding maken <strong>van</strong> het aanvullend gedeelte op het loon;— melding maken <strong>van</strong> de duur <strong>van</strong> de volledige of gedeeltelijke schorsingWat is <strong>een</strong> onderneming in moeilijkheden?Eén <strong>van</strong> de volgende criteria moet vervuld zijn:1. de onderneming moet <strong>een</strong> substantiële daling hebben <strong>van</strong> minimum 10 % (<strong>van</strong>af01.01.2012) <strong>van</strong> de omzet (de productie) of de bestellingen in 1 <strong>van</strong> de 4 kwartalenvoorafgaand aan de aanvraag tot economische reden en dit in vergelijking met hetzelfdekwartaal <strong>van</strong> het jaar 2008.Indien de daling niet plaatsvindt in het laatste <strong>van</strong> de 4 kwartalen, dan moet de dalendetrend wel voorkomen2. De onderneming moet <strong>een</strong> aantal dagen tijdelijke werkloosheid kennen wegens economischeredenen voor de <strong>arbeider</strong>s <strong>van</strong> ten minste 10 % (<strong>van</strong>af 01.01.2012) <strong>van</strong> hetglobaal aantal aangegeven dagen aan de RSZ.Bij KB kunnen de criteria tot erkenning <strong>van</strong> onderneming in moeilijkheden evenals het referentiejaargewijzigd worden.26 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


DuurEr zijn twee mogelijkheden:– <strong>een</strong> volledige schorsing <strong>van</strong> de uitvoering <strong>van</strong> de arbeidsover<strong>een</strong>komst voor <strong>een</strong> duur<strong>van</strong> maximum 16 weken per kalenderjaar.– <strong>een</strong> regeling <strong>van</strong> gedeeltelijke arbeid met ten minste 2 arbeidsdagen per week voor<strong>een</strong> duur <strong>van</strong> maximum 26 weken per kalenderjaar.De periodes worden gerekend per kalenderjaar.Er kunnen kortere periodes voorzien worden m.b.t. de duur via CAO of goedgekeurd bedrijfsplan.Indien de beide vormen <strong>van</strong> schorsing (volledig of gedeeltelijk) gecombineerd worden in deloop <strong>van</strong> één kalenderjaar moet men voor de berekening <strong>van</strong> de maximumperiode rekeninghoudend met het principe dat 2 weken gedeeltelijk arbeid over<strong>een</strong>komt met 1 week volledigeschorsing.MededelingDeze regels dienen gevolgd te worden telkens de werkgever <strong>van</strong> regime of <strong>van</strong> dagen verandert.Wanneer de werkgever de regeling vroegtijdig wil stopzetten moet de werknemer individueelverwittigd worden en de RVA tezelfdertijd elektronisch op de hoogte worden gebracht.Aan de RVA:De kennisgeving aan de RVA moet 14 dagen voor de aan<strong>van</strong>g <strong>van</strong> werkloosheid om economischeredenen gebeuren samen met de nodige bewijsstukken die aantonen dat dewerkgever voldoet aan de voorwaarden.De werkgever moet op dezelfde dag als deze <strong>van</strong> de kennisgeving aan de werknemersdeze kennisgeving aan de RVA doorzenden op elektronische wijze.Kennisgeving aan de ondernemingraad of bij ontstentenis, aan de syndicale organisatie:De werkgever moet verplicht aan de ondernemingsraad of syndicale afgevaardigden:1. <strong>een</strong> kopie <strong>van</strong> de kennisgeving aan de RVA overhandigen op dezelfde dag.2. <strong>een</strong> mededeling doen <strong>van</strong> de oorzaken die de volledige of gedeeltelijke schorsing <strong>van</strong>de uitvoering <strong>van</strong> arbeidsover<strong>een</strong>komst veroorzaken op dezelfde dag als de dag <strong>van</strong>de aanplakking in de onderneming of <strong>van</strong> de individuele kennisgeving.Kennisgeving aan de werknemer:Deze kennisgeving dient te gebeuren door aanplakking op <strong>een</strong> goed zichtbare plaats in deonderneming ten minste 7 dagen vooraf, de dag <strong>van</strong> aanplakking niet inbegrepen.<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 27


Verplichte inhoud:– naam, voornamen en gem<strong>een</strong>te <strong>van</strong> de woonplaats <strong>van</strong> de <strong>bediende</strong>n <strong>van</strong> wie deuitvoering <strong>van</strong> de over<strong>een</strong>komst wordt geschorst;– het aantal schorsingsdagen en de data waarop de uitvoering <strong>van</strong> de over<strong>een</strong>komstvoor elke <strong>bediende</strong> geschorst zal zijn;– de datum waarop de volledige schorsing <strong>van</strong> de uitvoering <strong>van</strong> de over<strong>een</strong>komst ofde regeling <strong>van</strong> gedeeltelijke arbeid zal ingaan, en de datum waarop die schorsing ofdie regeling <strong>een</strong> einde zal nemen.In de plaats <strong>van</strong> <strong>een</strong> aanplakking kan de werkgever ook <strong>een</strong> individuele, schriftelijke kennisgevingdoen aan iedere <strong>bediende</strong> wiens arbeidsover<strong>een</strong>komst wordt geschorst.Dit moet even<strong>een</strong>s ten minste 7 dagen vooraf, de dag <strong>van</strong> de kennisgeving niet inbegrepen,gebeuren.UitkeringBovenop de werkloosheidsuitkering is de werknemer, in tijdelijke werkloosheid, gerechtigdop <strong>een</strong> supplement.Dit wordt betaald door de werkgever of door <strong>een</strong> Fonds voor Bestaanszekerheid via <strong>een</strong> bijKB algem<strong>een</strong> verbindend verklaarde CAO.Het bedrag <strong>van</strong> het supplement:– moet minstens gelijkwaardig zijn aan het supplement toegekend aan de <strong>arbeider</strong>s<strong>van</strong> dezelfde werkgevers.– zijn er g<strong>een</strong> <strong>arbeider</strong>s in de onderneming dan is het bedrag gelijk aan:— het supplement voorzien in de sectorale CAO voor <strong>arbeider</strong>s die voor de werkgever<strong>van</strong> toepassing zouden zijn indien hij <strong>arbeider</strong>s in dienst had;— deze voorzien bij KB;— minimum gelijk aan 2 euro/dag.– Indien g<strong>een</strong> CAO maar wel <strong>een</strong> bedrijfsplan is het bedrag min. 5 euro/dag.– De commissie ondernemingsplannen kan, bij unaniem akkoord, afwijken <strong>van</strong> ditminimumbedrag indien:— de onderneming hiertoe <strong>een</strong> akkoord gesloten heeft met alle <strong>bediende</strong>n uit deonderneming;— de onderneming aantoont dat er effectief overleg geweest is met alle <strong>bediende</strong>nuit de onderneming;— het bedrag <strong>van</strong> het supplement mag nooit minder bedragen dan 2 euro/dag.28 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


Naar de rechtvaardigste oplossingDe voorstellen <strong>van</strong> de ACLVBHarmonisering <strong>van</strong> de statuten <strong>arbeider</strong>s en<strong>bediende</strong>nDe sociale partners moeten <strong>een</strong> einde stellen aan de <strong>discriminatie</strong> <strong>van</strong> de <strong>arbeider</strong>s en datzonder de <strong>bediende</strong>n te benadelen. ACLVB wil <strong>een</strong> rechtvaardiger statuut creëren voor allebetrokken werknemers.ACLVB heeft nooit <strong>een</strong> onderscheid gemaakt tussen <strong>arbeider</strong>s en <strong>bediende</strong>n. Wij zijn immers<strong>een</strong> intercategoriële organisatie, zonder botsende beroepscentrales. Tot onze leden behorenbijna evenveel <strong>bediende</strong>n als <strong>arbeider</strong>s.<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 29


ACLVB beveelt aan om het dossier in zijn geheel aan te pakken: het beperkt zich namelijk niettot de opzeggingstermijnen, maar omvat tal <strong>van</strong> verschillende aspecten.Hierna volgen onze weloverwogen voorstellen met het oog op wellicht moeilijke, maar nietonmogelijke onderhandelingen.1. Het ontslagrecht: middelpunt <strong>van</strong> de discussieACLVB stelt voorA. Elk individueel ontslag motiverenHet ontslag moet opnieuw <strong>een</strong> buitengewone handeling worden, gesteld door de werkgeverwanneer hij g<strong>een</strong> andere mogelijkheid meer heeft. ACLVB vraagt dat ieder ontslag door dewerkgever zou gemotiveerd worden, dit om elke ondoordachte of willekeurige handeling tevermijden. De werknemer heeft in ieder geval het recht om de redenen die aan de grondslagliggen <strong>van</strong> zijn ontslag te kennen. Dit getuigt <strong>van</strong> <strong>een</strong> wederzijds respect tussen de partijen.Bovendien moet de werknemer even<strong>een</strong>s de mogelijkheid hebben om de tegen hem ingeroepenreden <strong>van</strong> ontslag te betwisten. Dit kan gebeuren voor <strong>een</strong> neutraal orgaan (deArbeidsrechtbanken en -hoven) dat zal oordelen op basis <strong>van</strong> de standpunten voorgelegddoor de beide partijen. Ingeval de motivatie niet gerechtvaardigd is of willekeurig, kan er <strong>een</strong>sanctie opgelegd worden.In g<strong>een</strong> geval mag de motivatieplicht <strong>een</strong> negatief gevolg hebben voor het dossier <strong>van</strong> dewerknemer indien hij in de toekomst werkloos wordt.30 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


B. De voorafgaandelijke hoorzittingNaast de motiveringsplicht in geval <strong>van</strong> ontslag <strong>van</strong> <strong>een</strong> werknemer, hecht ACLVB ook belangaan de inrichting <strong>van</strong> <strong>een</strong> echte ontslagprocedure, hetzij op ondernemingsvlak hetzij op sectoraalniveau waarbij de werknemer voorafgaandelijk wordt gehoord.Een dergelijke procedure zou achteraf heel wat betwistingen kunnen vermijden vermits dewerknemer in dergelijk geval weet wat hem te wachten staat en zo de kans krijgt om zichte verdedigen.De conventie nr. 158 <strong>van</strong> de IAO <strong>van</strong> 22 juni 1982, die België tot op heden nog steeds nietgeratificeerd heeft, legt zowel de motivatie <strong>van</strong> het ontslagrecht op als de voorafgaandelijkehoorzitting <strong>van</strong> de betrokken werknemer.C. Rechtvaardige opzeggingstermijnenACLVB stelt <strong>een</strong> berekening <strong>van</strong> de opzeggingstermijnen voor die rechtvaardiger is voor ieder<strong>een</strong>.Anciënniteit in de onderneming Duur <strong>van</strong> de opzeggingstermijnminder dan 5 jaar3 maanden<strong>van</strong> 5 tot 7 jaar6 maanden8 jaar en meer 1 maand per anciënniteitjaarD. VerbrekingsvergoedingVoor het ontslag uitgaande <strong>van</strong> de werkgever geeft ACLVB er de voorkeur aan dat dit betaaldwordt onder de vorm <strong>van</strong> <strong>een</strong> verbrekingsvergoeding aan de werknemer. Indien de prestatie<strong>van</strong> <strong>een</strong> opzeggingstermijn noodzakelijk is voor de onderneming, zou de prestatie moetenbegrensd worden tot drie maanden, met betaling <strong>van</strong> het eventuele saldo <strong>van</strong> de vergoeding.2. In geval <strong>van</strong> ziekteACLVB stelt voorA. Wegvallen <strong>van</strong> de carenzdagDe eerste afwezigheidsdag omwille <strong>van</strong> ziekte wordt niet betaald aan de <strong>arbeider</strong>s die <strong>een</strong>ongeschiktheid kennen <strong>van</strong> minder dan 14 dagen. Sectoren en ondernemingen waar decarenzdag werd afgeschaft, kenden g<strong>een</strong> bijzondere verhoging <strong>van</strong> het absenteïsme. Bij-<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 31


gevolg staat niets de volledige en veralgem<strong>een</strong>de afschaffing (ook tijdens <strong>een</strong> eventueleproefperiode) <strong>van</strong> de carenzdag nog in de weg.B. Het gewaarborgd loonDe betaling <strong>van</strong> het gewaarborgd loon zou moeten verdeeld worden tussen de werkgever ende sociale zekerheid. Om g<strong>een</strong> bijkomende kost voor de gem<strong>een</strong>schap te creëren, moet men<strong>een</strong> berekening op punt stellen die de duur bepaalt <strong>van</strong> de eerste periode ten laste <strong>van</strong> dewerkgever en vervolgens de periode ten laste <strong>van</strong> het RIZIV.3. Tijdelijke werkloosheidACLVB stelt voorEen veralgem<strong>een</strong>de toepassing <strong>van</strong> de drie stelsels op alle werknemers is all<strong>een</strong> maar mogelijkmits grondige aanpassingen aan de huidige systemen.Technische stoornisDeze vorm <strong>van</strong> werkloosheid zou moeten ten laste komen <strong>van</strong> de werkgever onder de vorm<strong>van</strong> <strong>een</strong> gewaarborgd loon voor <strong>een</strong> weloverwogen periode. Dit vormt voor de werkgever <strong>een</strong>stimulans om het probleem zo vlug mogelijk op te lossen.Slecht weerDit zou enkel maar mogelijk moeten zijn voor de functies die buiten worden uitgeoefend ofhiermee gelinkt zijn en waar<strong>van</strong> de uitvoering afhankelijk is <strong>van</strong> de weersomstandigheden.Economische werkloosheidDe toegangsvoorwaarden moeten voor alle werknemers versterkt worden:– er moet <strong>een</strong> strengere definitie zijn <strong>van</strong> de economische moeilijkheden;– <strong>een</strong> sectorale benadering moet mogelijk zijn (bijvoorbeeld voor welke functies,omkaderingsvoorwaarden, enz.);– de vaststelling <strong>van</strong> het bestaan <strong>van</strong> economische moeilijkheden in het bedrijf moetgebeuren via overleg tussen de werkgever en de vertegenwoordigers <strong>van</strong> de werknemers.32 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


4. Het vakantiegeldHuidige situatieVoor de <strong>arbeider</strong>sBetaling <strong>van</strong> het enkel en dubbel vakantiegeldvia <strong>een</strong> vakantiekas (waarbij de werkgeveraangesloten is) op <strong>een</strong> vast tijdstipongeacht het moment <strong>van</strong> de opname <strong>van</strong>de verlofdagen.Voor de <strong>bediende</strong>nBetaling door de werkgever <strong>van</strong> het enkelvakantiegeld op het ogenblik <strong>van</strong> het opnemen<strong>van</strong> de verlofdagen en <strong>van</strong> het dubbelvakantiegeld op <strong>een</strong> vast tijdstip.ACLVB stelt voorVoor alle werknemers moet het enkel vakantiegeld betaald worden door de werkgever (huidigesituatie <strong>van</strong> de <strong>bediende</strong>n) en het dubbel vakantiegeld door de vakantiekas (huidigesituatie <strong>van</strong> de <strong>arbeider</strong>s). Het bedrag <strong>van</strong> het dubbel vakantiegeld zal berekend worden ophet basisloon, rekening houdend met de voordelen (eindejaarspremie, ploegenpremie…).5. De proefperiodeHuidige situatieVoor de <strong>arbeider</strong>sMinimumduur: 7 kalenderdagenMaximumduur: 14 kalenderdagenVoor de <strong>bediende</strong>nMinimumduur: 1 maandMaximumduur:– 6 maanden indien het jaarinkomen < € 38 665– 12 maanden indien het jaarinkomen ≥ € 38 665ACLVB stelt voorDe proefperiode is niet verplicht.Voor werknemers met <strong>een</strong> jaarinkomen hoger dan 64 508 euro (*) kan de duur <strong>van</strong> de proefperiodein onderling overleg worden vastgesteld met <strong>een</strong> maximumduur <strong>van</strong> 12 maanden.<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 33


Voor de andere werknemers met <strong>een</strong> jaarinkomen lager of gelijk aan 64 508 euro (*)kan deduur <strong>van</strong> de proefperiode door de sector vastgelegd worden met <strong>een</strong> maximum <strong>van</strong> 6 maanden.Als de sector niets bepaalt, wordt de minimumduur <strong>van</strong> 1 maand toegepast. Dit heeft zijnnut in die zin dat de sectoren op die manier worden gestimuleerd om <strong>een</strong> sectorale regelinguit te werken die bijvoorbeeld rekening houdt met de moeilijkheidsgraad <strong>van</strong> de functie.(*) Dit bedrag is gebaseerd op het brutojaarloon dat <strong>van</strong> toepassing is bij de huidige opzeggingstermijnen voor de<strong>bediende</strong>n.6. Ontslag door de werknemerACLVB stelt voorDe actuele minimumtermijnen voor de <strong>bediende</strong>n kunnen hier hernomen worden als algemeneregel.AnciënniteitDuur <strong>van</strong> de opzegtermijnminder dan 5 jaar1,5 maand5 jaar of meer 3 maanden7. Het collectieve luikACLVB stelt voorDe huidige structuur <strong>van</strong> de paritaire comités weerspiegelt het traditionele onderscheid datwordt gemaakt tussen <strong>arbeider</strong>s en <strong>bediende</strong>n. Paritaire comités werden oorspronkelijk opgerichtvoor <strong>arbeider</strong>s (100) of voor <strong>bediende</strong>n (200). Tegenwoordig kiest men bij de oprichting<strong>van</strong> <strong>een</strong> nieuw paritair comité eerder voor <strong>een</strong> gemengd paritair comité (300), bevoegdvoor de werknemers in het algem<strong>een</strong>.Wij wensen te evolueren <strong>naar</strong> <strong>een</strong> sectorale overlegstructuur met uitsluitend paritairecomités met gemengde toepassingsgebieden. Een dergelijke reorganisatie <strong>van</strong> deze sectoraleoverlegstructuur zal enerzijds het gevolg zijn <strong>van</strong> <strong>een</strong> toenadering tussen de <strong>arbeider</strong>sen<strong>bediende</strong>statuten, maar zal anderzijds voornamelijk ook als katalysator werken voor deharmonisatie.34 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>


ACLVB wil vooruitgaan in de globale regelgeving <strong>van</strong> de harmonisering. Het zal g<strong>een</strong>Big Bang zijn; <strong>een</strong> overgangsfase moet het mogelijk maken recht te doen voor de enenzonder dat dit ten koste hoeft te gaan <strong>van</strong> de anderen.Het probleem is niet onoplosbaar en de moeilijkheden zijn niet onoverkomelijk. En omkomaf te maken met het belangrijkste struikelblok in de discussie nog dit: mochten dewerkgevers stoppen met om de haverklap mensen te ontslaan, zou de verlenging <strong>van</strong>de opzegtermijnen voor <strong>arbeider</strong>s hen helemaal niets kosten.<strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong> | 35


40 | <strong>Statuten</strong> <strong>arbeider</strong>/<strong>bediende</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!