13.07.2015 Views

download pdf - Christian Kieckens Architects

download pdf - Christian Kieckens Architects

download pdf - Christian Kieckens Architects

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ONDERZOEKEN OVERDENKEN VERDER BOUWEN# 1ABSOLUUT ? / ARCHITECTUUR ?It is not necessary to know what the ultimate form of the absolute is. It is enough to know that pervadingour awareness it takes the form of our awareness.Of that perfect awareness: would it see itself as bound by a linear order of time? No. The past, presentand future exist simultaneously in the awareness of the absolute. 1Deze werknota’s van de Amerikaanse kunstenaar Ian Wilson, (cf. Discussions) geven op een originelemanier de thematiek van The Absolute weer. Wilson tracht de abstractie van het absolute te begrijpen.Maar wat is het absolute als we het over architectuur hebben? Het terrein van het denken, het handelen ofvan dat wat we niet verklaren, wat we willens-nillens meegeven en nooit uitleggen? Een recent werk vanWilson (een reeks van 20 boeken) vermeldt maar één woord, steeds hetzelfde op elke pagina: Perfect.De laatste decennia is architectuur één van de belangrijkste thema’s in de fotografie geworden. Echtnieuw is het niet. Al in 1460 maakte een leerling van Piero della Francesca het beroemde schilderij Vedutadella città ideale (Palazzo Ducale, Urbino) waarbij verschillende architecturen als één stedelijk geheelafgebeeld werden. Een gelijkaardig verhaal zien we 3 eeuwen later bij Rialto con il ponte secondo ilprogetto di Palladio e con altri edifici palladiani Antonio Canaletto (1759), (Galleria Nazionale, Parma).Aldo Rossi schreef dat het beeld het vermogen van de fantasie bevat, ontstaan uit het concrete.In het kader van “ABSoluut Architectuur” is de zinsnede van Rossi des te pregnanter, omdat het eenaanzet geeft om de recente ontwikkelingen inzake architectuurrepresentatie te vatten. Wat opvalt, isdat het - naast de eigenlijke voorstelling - ook veelal gaat om het construeren van een beeld. Daar waarhet bij het gros van de (architectuur)fotografie op neerkomt om een specifiek moment of gebouw vastte leggen, kan hier gesproken worden van het neerschrijven van verschillende momenten in één beeld,zoals in de portretkunst. We kunnen de selectie van architectuurbeelden en/of architecturen dan ookbeschouwen als een reeks portretten, met een eigen karakter en identiteit.Om de relevantie van de representatie duidelijk te maken, lijken me enkele zijsprongen inzake de contextvan het architecturale denken en de relatie absoluut/architectuur op zijn plaats.Het thema van kennisoverdracht – met fotografie als uiting hiervan - vindt zijn oorsprong in debestaansreden van elk individu dat via kennis een bijdrage wil leveren tot de evolutie van de maatschappijen met een eigen visie een proces in gang wil zetten en wil deelnemen aan het vooropgestelde discours.Kunnen we dan spreken over het subjectieve in het absolute?In de architectuur komen plotse wijzigingen of nieuwe uitvindingen nagenoeg niet voor. Alles vindt zijnoorsprong in het herdenken of het heruitvinden van wat al bestaat of gekend is. Nu komt de vraag: opwelke manier dient architectuur zich aan en hoe kan men verder bouwen aan het proces van overdrachtvan het gekende.Maar wat is weten en wat is kennen? Wat is verder bouwen? Wat weten we? Hoe definiëren we dit weten?Hoe passen gebruiken zich in inhouden? Wat betekent de kennisoverdracht in taal, in beeld, in ideeën, inconcepten? What do we know about the absolute? What do we want to say about architecture?Deze uitgave staat in relatie tot het denken waarmee we ons allen inhouden. In dit voorgestelde discoursis niet zozeer de formele gedachtegang van belang, maar wel de vaagheid aan contouren buiten de wereldvan de architectuur. Hoe positioneert dit denken zich? Waar bevindt zich de verhouding tot cultuur enkunst, tot geschiedenis, tot context, ervaring en het leven of tot het denken zelf? Of dienen deze vragenomgekeerd te worden gesteld? Wat zien we? Hoe zien we het? Wat tonen we? Hoe tonen we het?De geselecteerde beelden vinden hun oorsprong in de wereld van de overdrachtelijkheid zoals:relaties tussen gebouwde structuren, vraagstellingen, anekdotes, wisselwerkingen, enz. In die zin zijnverschillende visies, subjectiviteiten, in het beeld zelf beargumenteerd. Is dit boek een “promenadearchitecturale”? Zijn dit de poché-ruimtes van ons denken? Of meer specifieker: wat zegt ons eencamping-car voor de woning van Peter Callebaut in Zeebrugge, wat is de structuur van de brug in Temse,wat betekent een doorzicht door een raam, enz …Er is dus meer aan de hand: het gaat niet om een verheven weergave van architectuur of om eentheoretisch model. Wel om een kritische blik, een onlosmakelijkheid tussen onszelf en de dingen die onsomringen. Of om het met Rémy Zaugg te zeggen ‘Aber Ich, die Welt, Ich sehe dich’.1Ian Wilson, Working Notes 2003, Newspaper Jan Mot 40, januari 2004# 2NORDENSKIÔLD ANS THE ICE CAP, 2000In hoofdstuk VI ‘van La Poétique de l’Espace (1957) behandelt Gaston Bachelard het thema van “LesCoins” als een bepaling van ruimte en van zijn. Waar hij het in het eerste deel van de tekst heeft overhet toevluchtsoord als een eerste waarde van “zijn”, met name de immobiliteit (‘Je suis l’espace où jesuis’), gaat hij in het tweede deel verder over “une demeure chimérique dans le recoin d’un bâteau” omhet daarna met referentie naar Milosz te hebben over de dromer die zijn geluk kent door triestig te zijn,tevreden om alleen te zijn en te wachten. In die hoek, zegt Bachelard, mediteert men over leven en dood,zoals het de regel is bij elk passioneel hoogtepunt. 1Het beeld van een ruimtebepaling doorheen vier hoeken was aanleiding tot een reeks eigen projectenzoals de installatie “Einräumen” in 1993 en de omgekeerde tafel voor Interieur 98. Waar in het eersteproject tevens een connotatie van Montefeltro’s studiolo werd geïntroduceerd -de installatie gaf eenruimtelijk labyrint als resultaat- was in het tweede zowel de omkering van het object (Bruce Nauman) alsde ruimte onder een tafel of tussen de poten van een tafel (het huis of de boot bij elk kinderspel) aanleidingvoor de tentoonstellingsvormgeving over tafels: tafelpoten als hoeken, als afbakening. Het eerste alsverstoring van het bestaande doorheen een eenvoudige toevoeging, het tweede als vanzelfsprekendheiden direktheid van beeld.Het werk “ Nordenskiôld ans the Ice Cap” (2000) van Joachim Koester geeft echter een totaal andereomschrijving weer. De foto laat een verkommerde houten constructie zien van een restant van 4 overeindgebleven hoeken in een verlaten noordpoollandschap: Deense 19e eeuwse wetenschappers die bij hetstranden op een ontdekkingstocht, hun eigen boot omgebouwd hebben tot een “huis” van over-leven endat “getekend” is door de tijd.Hoeken, “coins”. Het is een eenvoudig beeld dat in een eerste lezing een ruimte bepaalt en zich vervolgenslaat kennen als een afbakening van een “plek”. Het is één van de meest primaire principes van het bouwen(we willen hier opzettelijk niet van architectuur spreken). Vooraleer men nu nog in Zwitserland met deconstructie van een gebouw aanvangt, bakent men het volume af door 4 hoekpalen te slaan en aan detop twee plankjes onder 90° de hoogte van het gebouw aan te duiden. Als een eenvoudige verstaanbarehandeling die elke medeburger bewust maakt over zijn inspraak in het collectief patrimonium: bouwen ennatuur. Ook in stedenbouwkundige structuren blijven hoeken overeind. Zo is bijv. Inglostadt opgebouwdrond de kruissing van twee romeinse heirwegen waarvan één straat echter niet exact rechtdoor looptmaar enkele meters verschoven is. Een duidelijk gebaar waardoor de hoeken perspectivisch wordenbenadrukt en hun belang in de structuur vinden. Doorheen de gehele architectuurgeschiedenis valt hettrouwens op dat hoeken (zowel architectonisch-formeel als economisch- functioneel) overeind blijven als(h)erkennings- en ankerpunten in het stedelijk weefsel.Het zoeken van de Deense wetenschappers, het verlangen naar het ont-dekken, de drang om te overleven,de direktheid van bescherming, alle vertellen ze (stilzwijgend) over dat “bouwen” aan een gedachtengoed,aan perspectief, aan patrimonium, zelfs al moeten er daarvoor belangrijke dingen opgeofferd worden. Ofzoals naar Thomas van Aquino kan worden gezegd: “Vernietigen om op te bouwen ... “.In het laatste hoofdstuk van het geciteerde boek, met name in ‘Dialectique du dehors et du dedans’, haaltBachelard Rilke aan die in een brief aan Clara Rilke schrijft: ‘Les oeuvres d’art naissent toujours de qui aaffronté le danger, de qui est allé jusqu’au bout d’une expérience, jusqu’au point que nul humain ne peutdépasser.’ 2Dit is voor mij het niet-loslatende verhaal achter dit werk van Joachim Koester: de tweede lezing van een(kunst)werk als een nieuw klankbord voor een eigen zoeken, als een perspectief van voort-bouwen opbestaande structuren. Het besef dat we niets nieuws meer kunnen vinden, alleen nog her-vinden om danzo terug nieuwe dingen te maken. Zoals Joachim Koester.1Gaston Bachelard, La Poétique de l’Espace, Quadrige/Presses Universitaires de France, 1957, pp.131-1332Gaston Bachelard, ibid., p. 198

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!