13.07.2015 Views

2007 - NVAO

2007 - NVAO

2007 - NVAO

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

4© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Deel A:Onderwerpen© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 5


6© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


1.1 VoorwoordDit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleidingen Huidtherapieen Farmakunde van de Hogeschool Utrecht heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, debevindingen en de conclusies.Het onderzoek vond plaats in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen.Het onderzoek begon in december 2005, het moment waarop de opleidingen een eersteconcept van hun zelfevaluatierapport aan NQA hebben voorgelegd. Als onderdeel van hetonderzoek was er een panelbezoek aan de opleidingen. Dit bezoek vond plaats op 16 maart2006.Het panel bestond uit:Mevrouw dr. J.A. VriezenDe heer prof. dr. R. RemieDe heer dr. P.J. Velthuis, artsMevrouw L. Eijsackers (studentlid)Mevrouw M. Snel (auditor)Mevrouw drs. R. van Empel (auditor)Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document ‘Protocol ter beoordeling vande werkwijze van visiterende en beoordelende instanties’ van de <strong>NVAO</strong> (22 augustus 2005).Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid, vakdeskundigheid -zowelbetreffende de met meest recente ontwikkelingen als betreffende lesgeven en toetsen in dediscipline-, onderwijsdeskundigheid, visitatiedeskundigheid en studentgebondendeskundigheid (zie bijlage 2).Het rapport bestaat uit drie delen:• Deel A: het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteitvan de opleidingen op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij deoverwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in degradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd.• Deel B: het Facetrapport, waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumententer onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van devierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) zoals die door de <strong>NVAO</strong> isvoorgeschreven. Dit facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport.• Deel C: de relevante bijlagen.1.2 InleidingDe opleidingen Huidtherapie (HT) en Farmakunde (FA) behoren tot het Instituut voorParamedische studies van de Faculteit Gezondheidszorg (FG) van de Hogeschool Utrecht(HU). De HU kent zes faculteiten, verdeeld naar verschillende domeinen, waarvanGezondheidszorg er één is. De FG kent drie instituten, te weten het Instituut voorBewegingsstudies, het Instituut voor Verpleegkundige studies en het Instituut voorParamedische studies. De drie instituten bieden samen in totaal negen bacheloropleidingen© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 7


aan en drie masteropleidingen. De instituten zijn in 2005 ingesteld, als operationeelorganisatiekader binnen de FG.In 2005-2006 studeren er in totaal 4.104 studenten aan de verschillende opleidingen binnende FG.In de tabel hieronder zijn de studentenaantallen vermeld voor de opleidingen FA en HT.opleiding instroom 2005 totaal aantaldocent-student-ratiostudenten 2005HT 102 365 (12 dt) 1: 26,5FA 61 vt en 23 dt 180 1: 26,5De Hogeschool Utrecht is de enige instelling die de opleidingen HT en FA aanbiedt. Beideopleidingen zijn ontstaan uit een behoefte die de FG van de Hogeschool Utrecht in hetwerkveld had gesignaleerd aan hbo-studenten op deze terreinen van de gezondheidszorg.HuidtherapieDe opleiding HT is in september 2001 gestart als erkende voltijd hbo-bachelor opleiding,maar bestond vanaf 1989 als contractonderwijs. In 1998 is er een beroepsprofiel vastgestelden in 2002 is het beroep huidtherapeut geregistreerd in het kader van de Wet op deBeroepen voor de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG). Het beroepsprofiel is insamenspraak met de Nederlandse Vereniging voor Huidtherapeuten (NVH) tot standgekomen en bevat eindkwalificaties die de opleiding hanteert. De BIG-registratie iskaderstellend voor de inhoud en het niveau van de opleiding. Criteria voor de uitoefening vanhet beroep zijn beschreven.Studenten Huidtherapie worden opgeleid tot zelfstandige beroepsuitoefenaars in het domeinhuidzorg. Dit is het grensvlak van het cosmetische en medische domein. Zij zijngespecialiseerd in het behandelen van aandoeningen van de huid en zijn veelal werkzaam ineen klinisch-dermatologische of plastisch chirurgische setting of voeren een zelfstandigepraktijk, gericht op huidproblemen.Er zijn 365 studenten (2005) ingeschreven. De opleiding kent een instroomfixus van 100studenten per jaar en ervaart een aanmelding van ongeveer 140 studenten per jaar.FarmakundeOok de opleiding FA is in september 2001 gestart. Er bestaat sinds 1996 een beroepsprofielmet een daaraan ontleende set van eindkwalificaties. Beide zijn tot stand gekomen inoverleg tussen de FG en het farmaceutische beroepenveld. De studenten worden opgeleidtot (middle)managers in de farmaceutische bedrijfskolom. Sinds het studiejaar 2005-2006heeft de opleiding naast de voltijdse variant ook een deeltijdse variant. In 2006 zijn er 157voltijdstudenten en 23 (eerstejaars) deeltijdstudenten ingeschreven.De opleiding FA wordt in het nu voorliggende rapport voor het eerst beoordeeld in het kadervan accreditatie voor hbo-bachelor opleidingen. Er is daarom geen eerder visitatierapport.De opleidingen FA en HT ondervinden een onderwijsontwikkeling die formeel vanafseptember 2006 wordt ingevoerd binnen de HU. Het gaat hierbij om het verder invoeren vancompetentiegericht onderwijs (CGO), in aansluiting op de huidige onderwijsvisie. Hiermee8© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


lopen de opleidingen vooruit op de formele invoering van het CGO in september 2006.Het panel heeft waar mogelijk aspecten van de onderwijsvernieuwing meegenomen in haarbeoordeling.1.3 WerkwijzeDe beoordeling van de opleidingen door het panel verliep in overeenstemming met dewerkwijze die is neergelegd in het beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordthieronder beschreven. De visitatie vond plaats op basis van het domeinspecifiekereferentiekader dat voor de opleidingen geldt (zie facet 1.1).NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoekdoor het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase.De voorbereidingsfaseIn december 2005 heeft een NQA-auditor de zelfevaluatierapporten – die door de FG wordenaangeduid als ‘management review’ - gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid endaarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Dit heeft geleid tot enkele marginaleaanvullingen in de management reviews. Binnen de FG visiteert NQA tevens de hbobacheloropleiding Verpleegkunde uit het Instituut voor Verpleegkundige studies. Hierom waser, voorafgaande aan de voorbereiding door het panel, een analyse van de facultaireinformatie (25 januari 2006). De uitkomsten van deze informatieanalyse wordt bij debeoordeling van alle drie de opleidingen gebruikt.NQA heeft de definitieve versie van de zelfevaluatierapporten (management reviews) van debeide opleidingen HT en FA ontvangen in februari 2006. Nadat de management reviews metde bijlagen in orde waren bevonden, hebben de panelleden zich in maart 2006 inhoudelijkvoorbereid op het bezoek aan de opleidingen. Daartoe hebben de panelleden demanagement reviews (en bijlagen) bestudeerd, waarbij zij hun voorlopige oordelenbeargumenteerd hebben geformuleerd. Ook formuleerden de panelleden vragen. Depanelleden gaven hun bevindingen door aan de beide NQA-auditoren. Op basis van dezevoorlopige oordelen en deze vragen, hebben de NQA-auditoren een overzicht gemaakt vande kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens eenvoorbereidende vergadering is het bezoek ten slotte door het panel concreet voorbereid. Hetbezoek vond plaats op 16 maart 2006.De opleidingen hebben in hun management reviews ieder kenbaar gemaakt voor welkdomeinspecifiek referentiekader zij kiezen. De NQA-auditoren hebben met dedomeindeskundigen in het panel onderzocht of er sprake is van adequate domeinspecifiekedoelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In deel B van ditrapport, het Facetrapport, is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielenhet domeinspecifieke kader en het opleidingsprogramma van elk van de opleidingen isgebaseerd.Het bezoek door het panelNQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de dagindeling van het bezoek door hetpanel. Dit standaardprogramma is in overleg met een contactpersoon namens de beide© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 9


opleidingen aangepast aan de specifieke situatie van de opleidingen (bijlage 3). Bij beideopleidingen heeft het panel gesprekken gevoerd met het opleidingsmanagement, metstudenten, met docenten en met werkveldvertegenwoordigers en alumni.Aan het begin en tijdens het bezoek is ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd (bijlage 5).Tussen de gesprekken door heeft het panel intern overleg gevoerd om de bevindingen uit tewisselen en om te komen tot gezamenlijke en meer definitieve oordelen. De bevindingen zijndoor de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter eenmondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel,zonder expliciete oordelen uit te spreken.De fase van rapporterenNQA heeft, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportageopgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport. Daarin is de kwaliteitvan de opleidingen beoordeeld.In het facetrapport rapporteert NQA op facetniveau. De opleidingen hebben in april 2006 eenconcept van dit rapport ontvangen, voor controle op feitelijke onjuistheden. Naar aanleidingdaarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht.Het onderwerprapport, dat de oordelen bevat over de onderwerpen en over de opleidingenals geheel, is in mei 2006 voor controle op feitelijke onjuistheden aan de opleidingenvoorgelegd.Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in mei 2006 en is uiteindelijk in juni 2006ter beschikking gesteld aan de opleidingen, die het samen met de accreditatieaanvraagkunnen indienen bij de <strong>NVAO</strong>.1.4 OordeelsvormingIn het volgende hoofdstuk, 1.5, wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis vanweging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging zijn debeslisregels zoals die door de NQA in het ‘Beoordelingsprotocol’ zijn geformuleerd en naderuitgewerkt in de notitie ‘Handreiking voor oordeelsvorming’ sturend. Tevens is bij debeoordeling rekening gehouden met accenten die de opleidingen eventueel leggen, hetdomeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen.In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen over defacetten, gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide)argumentatie voor de opleidingen HT, FA-vt en FA-dt is te vinden in het facetrapport.In het facetrapport is aangegeven of de argumentatie voor alle opleidingen geldt of dat diespecifiek HT of FA geldt. Voor de deeltijdopleiding FA en de voltijdopleiding FA geldt vrijwelvolledig dezelfde argumentatie - aangezien de deeltijdopleiding inhoudelijk is gebaseerd opdezelfde module-inhouden als de voltijdopleiding -, maar op enkele punten zijn er specifiekeuitspraken over de FA deeltijdopleiding.Wat betreft de rendementscijfers wordt een vergelijking gemaakt met andere soortgelijkeopleidingen in Nederland. Hiervoor is in bijlage 4 een overzicht opgenomen van kengetallenvan de HT en FA met kengetallen van de FG en de kengetallen van een andere unieke10© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


paramedische opleiding, te weten de opleiding Orthopedische Technologie van FontysHogescholen. Ook de cijfers van de Utrechtse opleiding HBO-V zijn in deze vergelijkingopgenomen, als vergelijking met een van de andere, niet unieke, paramedische opleidingen.1.5 Oordelen per onderwerp1.5.1 Doelstellingen opleidingAan alle drie de facetten van het onderwerp doelstellingen opleiding is, voor de opleidingenHuidtherapie, Farmakunde voltijd en Farmakunde deeltijd, het oordeel ‘goed’ toegekend.De oordelen over dit onderwerp zijn daarom positief voor de opleidingen Huidtherapie,Farmakunde voltijd en Farmakunde deeltijd.1.5.2 ProgrammaVoor de opleiding Huidtherapie zijn de facetten afstemming vormgeving en inhoud enbeoordeling en toetsing met een ‘voldoende’ beoordeeld. Aan de overige facetten is hetoordeel ‘goed’ toegekend. Bij de opleiding Farmakunde voltijd en deeltijd is het facetinstroom met een ‘voldoende’ beoordeeld en zijn de overige zeven facetten als ‘goed’beoordeeld.De oordelen over dit onderwerp zijn daarom positief voor de opleidingen Huidtherapie,Farmakunde voltijd en Farmakunde deeltijd.1.5.3 Inzet van personeelAan twee facetten van het onderwerp inzet van personeel is, voor de opleidingenHuidtherapie, Farmakunde voltijd en Farmakunde deeltijd, het oordeel ‘goed’ toegekend; aanhet facet eisen hbo is voor Huidtherapie ‘voldoende’ toegekend en aan Farmakunde voltijden Farmakunde deeltijd het oordeel ‘goed’.De oordelen over dit onderwerp zijn daarom positief voor de opleidingen Huidtherapie,Farmakunde voltijd en Farmakunde deeltijd.1.5.4 VoorzieningenVoor de opleiding Huidtherapie is aan beide facetten het oordeel ‘voldoende’ toegekend.Voor de opleiding Farmakunde voltijd en de opleiding Farmakunde deeltijd is aan het facetmateriële voorzieningen het oordeel ‘goed’ toegekend en aan het facet studiebegeleiding hetoordeel ‘voldoende’.De oordelen over dit onderwerp zijn daarom positief voor de opleidingen Huidtherapie,Farmakunde voltijd en Farmakunde deeltijd.1.5.5 Interne kwaliteitszorgVoor de opleidingen is het oordeel ‘goed’ toegekend aan de facetten evaluatie resultaten enmaatregelen tot verbetering; aan het derde facet, betrekken van medewerkers, studenten,alumni en beroepenveld, is het oordeel ‘voldoende’ toegekend.De oordelen over dit onderwerp zijn dan ook positief voor de opleidingen Huidtherapie,Farmakunde voltijd en Farmakunde deeltijd.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 11


1.5.6 ResultatenHet oordeel ‘goed’ is toegekend aan beide facetten, behorend bij het onderwerp resultaten,voor zowel de opleiding Huidtherapie als voor de opleiding Farmakunde voltijd en deeltijd.De oordelen over dit onderwerp zijn dan ook positief voor de opleidingen Huidtherapie,Farmakunde voltijd en Farmakunde deeltijd.12© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


1.6 Schematisch overzicht oordelenTotaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveauOnderwerp/Facet Huidtherapie Farmakunde vt Farmakunde dtOnderwerp 1 Doelstelling van de opleidingen1.1 Domeinspecifieke eisen goed goed goed1.2 Niveau bachelor goed goed goed1.3 Oriëntatie hbo bachelor goed goed goedTotaaloordeel positief positief PositiefOnderwerp 2 Programma2.1 Eisen hbo goed goed goed2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma goed goed goed2.3 Samenhang opleidingsprogramma goed goed goed2.4 Studielast goed goed goed2.5 Instroom goed voldoende voldoende2.6 Duur goed goed goed2.7 Afstemming vormgeving en inhoud voldoende goed goed2.8 Beoordeling en toetsing voldoende goed goedTotaaloordeel positief positief positiefOnderwerp 3 Inzet van Personeel3.1 Eisen hbo voldoende goed goed3.2 Kwantiteit personeel goed goed goed3.3 Kwaliteit personeel goed goed goedTotaaloordeel positief positief positiefOnderwerp 4 Voorzieningen4.1 Materiële voorzieningen voldoende goed goed4.2 Studiebegeleiding voldoende voldoende voldoendeTotaaloordeel positief positief positiefOnderwerp 5 Interne kwaliteitzorg5.1 Evaluatie resultaten goed goed goed5.2 Maatregelen tot verbetering goed goed goed5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, voldoende voldoende voldoendealumni en beroepenveldTotaaloordeel positief positief positiefOnderwerp 6 Resultaten6.1 Gerealiseerde niveau goed goed goed6.2 Onderwijsrendement goed goed goedTotaaloordeel positief positief positief1.7 TotaaloordeelDe conclusie van het panel is dat het totaaloordeel over de opleidingen positief is, op grondvan de inhoudelijke onderbouwing (zie paragraaf 1.5) van de oordelen die in bovenstaandoverzicht zijn weergegeven. Daaruit blijkt immers dat de opleidingen op de zes onderwerpenpositief scoren.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 13


14© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Deel B: Facetten© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 15


16© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Onderwerp 1DOELSTELLING VAN DE OPLEIDINGFacet 1.1 Domeinspecifieke eisen HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- De eindkwalificaties van de opleidingen sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse)vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffendedomein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk).De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Huidtherapie• Het panel heeft vastgesteld dat het opleidingsmanagement met de ontwikkeling van deopleiding HT sinds 1998 inspeelt op de specifieke behoefte van gespecialiseerdeberoepsbeoefenaars in het domein van de huidzorg. De ontwikkeling van de opleidingheeft plaatsgevonden in samenwerking met de beroepsvereniging NVH (NederlandseVereniging voor Huidtherapeuten).• De eindkwalificaties die de opleiding hanteert, zijn vastgelegd in het EindtermenDocument Huidtherapie (2000) en direct afgeleid van het Beroepsprofiel Huidtherapeut(1998). Dit beroepsprofiel is tot stand gekomen in samenwerking tussen de opleiding ende beroepsvereniging NVH.• De opleiding HT leidt studenten op tot huidtherapeut. De eindtermen zijn beschreven inhet Raamplan Hbo-opleiding Huidtherapie (2000). Dit beschrijft een uitwerking van hetberoepsprofiel (1998), het eindtermendocument (2000) en de competentiegerichteaanpak van HT.• De opleiding valt sinds 2002 onder de Wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg(Wet BIG). De Wet BIG geeft de kaders weer voor het beroep huidtherapeut.Huidtherapeuten worden geregistreerd; deze registratie gebeurt in samenwerking tussende NVH en de opleiding.• De NVH vergelijkt het beroepsprofiel met de eisen vanuit het werkveld in het domeinhuidzorg. Het opleidingsmanagement voert hierover jaarlijks overleg met de NVH.• De opleiding heeft in 2003 het Competentieboekje Huidtherapie ontwikkeld. Hierin zijn decompetenties voor de opleiding beschreven die als eindkwalificaties worden gehanteerdin het vernieuwde onderwijs vanaf september 2006. Deze competenties corresponderenmet de huidige eindtermen vanuit het beroepsprofiel (1998). De formulering van decompetenties (2003) is in lijn met de ontwikkeling binnen de HU naar competentiegerichtonderwijs. In het rapport Van Competenties naar Curricula, FG (Hogeschool van Utrecht,november 2003) wordt de aanpak van competentiegericht onderwijs beschreven.• De unieke aard van de opleiding, nationaal en internationaal, maakt dat een benchmarkmoeilijk is uit te voeren. Het panel constateert dat de opleiding zich, in het kader van hetinternationaliseringbeleid, in het buitenland oriënteert en dat er intussen al enkele© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 17


contacten zijn gelegd. Naast het huidige contact met de Feldbergklinik in Duitsland, waarstudenten in het vierde jaar een week stage lopen, gaan er binnenkort enkele studentennaar een instelling in Estland. Ook is er recentelijk contact gelegd met een instelling inHelsinki.• De ontwikkeling van de opleiding vindt sinds 1998 samen met de beroepsverenigingplaats, zoals blijkt uit het beroepsprofiel (1998) en de BIG-registratie. Daarnaast baseertde opleiding zich op de Arbeidsmarktverkenning Huidtherapeuten, uitgevoerd door hetNIVEL (Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg) in 1995 en 2005.Uit de analyse uit 2005 blijkt dat de toekomstige zorgvraag niet helder is. Over dit themaheeft de opleiding een visiedocument ontwikkeld: Gezond Grensverkeer, versie 1.3Hogeschool Utrecht (juni 2005). Dit document bevat de toekomstvisie van de opleiding,te weten een verbreding van opleiding en beroep. Ook bevat het een verkenning van deinternationale kaders waarbinnen het beroep wordt uitgeoefend. Het visiedocument isvoorgelegd aan relevante partners in het werkveld die de visie in het documentonderschrijven.• Het panel constateert dat de opleiding haar eindtermen structureel bespreekt met deNVH en dat zij daarnaast, vooral via docenten die werkzaam zijn in de beroepspraktijk,haar onderwijs actualiseert. In november 2005 is de beroepenveldcommissie (BVC)geformaliseerd die vooral naar de lange termijn ontwikkeling zal kijken. De BVC isinmiddels twee keer bijeen geweest. Het panel heeft daarvan notulen bestudeerd enheeft met leden van de BVC gesproken. Daaruit heeft het panel vernomen dat de BVCrelevante onderwerpen heeft besproken en, dat zij sinds haar recente formalisatie, nogniet volledig de toekomstgerichte rol vervult die zij beoogt.• Het panel heeft enkele vertegenwoordigers van het werkveld gesproken, waaronderstageverleners, leden van de BVC en alumni, en vernam van hen dat zij kunneninstemmen met de eindtermen die de opleiding hanteert. Op basis van de gesprekkenstelt het panel vast dat de opleiding hiermee het domein voldoende afdekt en dat hethuidige profiel toereikend is en voldoende breed voor aanpassingen ten behoeve vanactualisering. Alumni gaven aan dat zij, met de bagage van hun opleiding, afdoendekunnen functioneren in hun eerste baan. Opgemerkt wordt dat de stageverleners meer bijde ontwikkeling van de opleiding betrokken willen worden, naast hun rol alsstageverlener (zie ook 5.3).• Het panel constateert dat de opleiding de betrokkenheid van het werkveld structureert,aangezien eind 2005 de BVC en de alumnivereniging zijn geïnstalleerd. Met name deformalisering van de BVC ziet het panel als een belangrijke ontwikkeling.Farmakunde• Het panel heeft vastgesteld dat het opleidingsmanagement vrijwel continu overlegt overde opleidingsdoelstellingen, sinds in 1996 de voorbereidende stappen zijn ondernomenvoor het inrichten van deze studie. Van dit overleg heeft het panel diverse documenteningezien:- Het Beroepsprofiel Farmakundige (1996). Dit beroepsprofiel heeft de opleidingontwikkeld in samenwerking met de farmaceutische sector;- Het Opleidingsprofiel Farmakunde; op weg naar een Hbo-opleiding (november 1999,Hogeschool van Utrecht) en het aanvullende rapport Blauwdruk Farmakunde (maart18© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


2000, Faculteit Gezondheidszorg, Hogeschool van Utrecht) zijn uitwerkingen van hetberoepsprofiel uit 1996;- Het Ontwerp-instructiedocument Farmakunde is in het najaar van 2000 verschenen.Dit vormt de basis voor het programma voor het eerste cohort dat in 2001 aan deopleiding begon.- Het rapport Van Competenties naar Curricula FG (FG’Hogeschool van Utrecht,november 2003) beschrijft het facultaire onderwijsconcept. De opleiding heeft haarcurriculum in overeenstemming hiermee ontwikkeld.- In het Leerplan Farmakunde (2005) is een uitwerking te zien van het beroepsprofiel,het opleidingsprofiel en de competentiegerichte aanpak, resulterend in het leerplanvanaf september 2005.• Het panel heeft vastgesteld dat het beroepsprofiel FA in formele zin sinds 1996 niet isbijgesteld, maar heeft tegelijkertijd kunnen vaststellen dat de opleiding en haarwerkveldcommissie in het voorjaar van 2006 een reeks bijeenkomsten organiseren methet gehele werkveld. Het doel is te komen tot een Visiedocument Farmakundige 2006-2012. Er is daartoe een werkgroep ingesteld.• Het panel vindt dat de drie competentiegebieden FA een overzichtelijk beeld geven vande eisen die het werkveld aan de afgestudeerde Farmakundigen stelt. Deze driecompetentiegebieden zijn ' (farmaceutische) Zorg- en Dienstverlening', ' Werken in envanuit een organisatie' en ' Professionalisering’. Dit positieve oordeel geldt eveneens voorde uitwerking van deze drie competentiegebieden in zogeheten taakgebieden, dat zijngroepen van kwalificaties (en deelkwalificaties) en thema's.• De opleiding FA is, als enige opleiding van dit type, sterk gericht op ontwikkeling enversteviging van contacten met haar afnemende werkveld. Dat is het panel gebleken inde gesprekken met het werkveld, de stagebieders en met vertegenwoordigers van heteerste cohort afgestudeerden.• Het beroep van Farmakundige is een jong beroep. In aanvang bestond de gedachte datde opleiding vooral zou fungeren als vervolgopleiding voor (mbo-opgeleide)apothekersassistenten, opdat zij afdoende kunnen worden opgeleid voor doorgroei inmanagementfuncties in apotheken en apotheek-kringen. Dit is inderdaad het gevalgebleken, maar het beroepenscala waarop de studie zich richt, is ruimer dan ‘apotheken’:het gaat om management in de gehele farmaceutische bedrijfskolom. Van meet af aan isde opleiding daarom opgezet als reguliere hbo-opleiding. Zij is toegankelijk voorstudenten met mbo-, havo- en vwo-achtergrond. Deze groepen zijn inderdaad allevertegenwoordigd bij de instroom.• De achttien afgestudeerden van het eerste cohort (2001) hebben allen vrijwel direct werkgevonden in het farmaceutische beroepenveld. Voor het merendeel zijn zij werkzaam inde industrie en bij het management van apotheken.• De afgestudeerden met wie het panel heeft gesproken, de werkgevers en ook destagebieders zijn in gelijke mate overtuigd van, en vooral overtuigend over, hun schetsvan de behoefte die er in het werkveld is aan afgestudeerden van deze opleiding. Deafgestudeerden gaven aan dat zij, met de bagage van hun opleiding, afdoende kunnenfunctioneren in hun eerste baan.• In een afstudeerwerkstuk uit juni 2005, te weten ‘Onderzoeksrapport; een onderzoeknaar de overeenkomsten tussen de competentiegebieden waarop de opleiding© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 19


Farmakunde gebaseerd is en de taken en verantwoordelijkheden van farmakundigen inhet werkveld’, heeft een student van de opleiding de relevantie van de eindkwalificatiesvan de opleiding onderzocht. De conclusie is dat er in de farmaceutische bedrijfskolomdaadwerkelijk behoefte is aan specifiek opgeleide bedrijfskundigen.Tijdens hetvisitatiebezoek bleken de vertegenwoordigers van het werkveld deze conclusies te delen.• De opleiding FA zoekt contact met buitenlandse opleidingen, al is er tot nog toe geenbuitenlandse opleiding met vergelijkbare eindkwalificaties of vergelijkbaar beroepsprofiel.Te noemen zijn in dit verband de University of Veterinary and Pharmaceutical Sciences inBrno (Tsjechië) en het Institute of Pharmacy in Tartu (Estland), waarmee structurelecontacten ontwikkeld worden. Verder gaat het onder meer om stageadressen voor deopleiding bij farmaceutische bedrijven als Roche (Basel), NovortisNovartis (Istanbul en deziekenhuisapotheek SEHOS in Willemstad.Facet 1.2 Niveau bachelor HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- De eindkwalificaties van de opleidingen sluiten aan bij algemene, internationaalgeaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Huidtherapie• De opleiding HT heeft in haar zelfevaluatierapport (Managementreview 2005) eenschema opgenomen waarin zij haar eindtermen vergelijkt met de Dublin-descriptoren. Hetpanel heeft dit schema bestudeerd en constateert dat de eindtermen op verschillendeniveaus worden beschreven. Het panel constateert daarbij dat de eindtermen sturend zijnvoor de inhoud van het onderwijs, getuige de inhoud van het studiemateriaal, zoals deblokboeken.• De eindtermen zijn ontleend aan het Beroepsprofiel Huidtherapeut van de NVH (1998).De eindtermen beschrijven tien taakgebieden die zijn geclusterd in drieonderwijsgebieden (ook wel competentiegebied genoemd). De drie competentiegebiedenzijn 'huidtherapeutische zorg- en dienstverlening', 'het werken in een organisatie' en'professionalisering’.• De opleiding heeft in het Raamplan Hbo-opleiding Huidtherapie (2000) de eindtermenbeschreven in termen van verantwoordelijkheid, transfer en complexiteit. Dit Raamplanbevat de inrichting van de opleiding. Het panel constateert, op basis van het bestudeerdemateriaal, dat de wijze waarop de eindtermen zijn beschreven en gebruikt worden, eenadequate niveauontwikkeling bij studenten mogelijk maakt.• De opleiding moet voldoen aan de Wet BIG. Hierin is voor het beroep huidtherapeut eenbeschrijving van titel, opleiding en deskundigheid vastgelegd. Daarnaast staatbeschreven welke onderdelen de opleiding moet bevatten en aan welke eisen de stagesmoeten voldoen. Hiermee wordt mede het niveau geborgd.20© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Farmakunde• De opleiding FA heeft in haar zelfevaluatierapport (Managementreview 2005) in eenoverzicht weergegeven hoe haar eindkwalificaties aansluiten bij de Dublin-descriptoren.Het panel acht deze informatie overtuigend en dekkend.• Voor haar oordeelsvorming heeft het panel voor de opleiding FA zowel de formeleeindkwalificaties in ogenschouw genomen als de uitwerking daarvan in het ‘LeerplanFarmakunde 2005’ (zie ook 2.1 en 2.2).Facet 1.3 Oriëntatie hbo bachelor HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) hetrelevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties.- De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in eenspecifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een Hbo-opleidingvereist is of dienstig is.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Huidtherapie• De opleiding HT is gebaseerd op het beroepsprofiel (1998) dat is opgesteld insamenspraak tussen de FG van de HU en de beroepsvereniging NVH.• De eindtermen die de opleiding hanteert zijn geformuleerd in Eindtermen DocumentHuidtherapie (2000) en ontleend aan het Beroepsprofiel Huidtherapie (1998) (zie ook 1.1en 1.2).• De Wet BIG omvat een beschrijving van de titel huidtherapeut (zie ook 1.2). De titelhuidtherapeut is hiermee wettelijk beschermd: men mag de titel mag alleen voeren alsmen een diploma heeft verkregen van de opleiding HT. Hiermee zijn afgestudeerdenvolwaardige huidtherapeuten. Zij kunnen en mogen zelfstandig patiënten behandelen. Destages in de opleiding hebben hen hierop voorbereid.• Op grond van bestudering van het eerder genoemde Raamplan (2000) constateert hetpanel dat de uitwerking van de eindtermen in de drie competentiegebieden HT – te weten'huidtherapeutische zorg- en dienstverlening', 'het werken in een organisatie' en'professionalisering’ - en de tien taakgebieden, een overzichtelijk beeld geeft van de eisendie het werkveld stelt aan de afgestudeerde huidtherapeuten.• Tijdens de visitatie heeft het panel in haar gesprekken met werkveldvertegenwoordigersen docenten, en ook uit bestudering van de documentatie die ter inzage lag, kunnenvaststellen dat de opleidingskwalificaties aansluiten bij de vraag naar specialisten in hetdomein huidzorg. Daarmee stelt het panel vast dat de eindtermen aansluiten bij hetniveau van een beginnend beroepsbeoefenaar.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 21


• De opleiding heeft onlangs een BVC geformaliseerd (zie ook 1.1). Uit de bestudeerdenotulen en richtlijnen van de BVC en het gesprek met enkele BVC-leden, constateert hetpanel dat de BVC zich in het verlengde van de ideeën van de NVH zal richten op dedoelstellingen van de opleiding.• Er is onlangs een alumnivereniging opgericht door afgestudeerden van de opleiding,aansluitend op het FG-alumnibeleid. In de beleidsnota Alumnibeleid FG en ook in de notaAlumnibeleid opleiding Huidherapie zijn doelen en richtlijnen weergegeven vooralumniverenigingen binnen de FG. Het panel vindt deze uitgangspunten veelbelovend.Op grond van het gesprek met enkele alumni constateert het panel datalumnibijeenkomsten vooral gericht zijn op netwerken van afgestudeerden, waarbij eenrelevant thema wordt besproken.Farmakunde• De opleiding FA is gebaseerd op het beroepsprofiel dat is opgesteld in samenspraaktussen de FG en het farmaceutische beroepenveld. De opleiding FA heeft structureeloverleg met haar werkveldcommissie over de opleidingsdoelstellingen en over demogelijkheden die deze doelstellingen bieden tot een actueel opleidingsprogramma.• In overleg met de werkveldcommissie heeft de opleiding in 2005 een deeltijdse variantingesteld. Het bleek dat er bij de instromende studenten behoefte bestaat aan demogelijkheid om werken en studeren te combineren. Dit geldt vooral voor de instroomvan (mbo-)apothekersassistenten.• Tijdens de visitatie heeft het panel in haar gesprekken met werkveldvertegenwoordigerskunnen vaststellen dat de opleidingskwalificaties aansluiten bij de vraag in hetfarmaceutische werkveld naar bedrijfskundigen met een farmaceutische invalshoek.Daarmee stelt het panel vast dat de eindtermen aansluiten bij het niveau van eenbeginnend beroepsbeoefenaar.• Er is een alumnivereniging opgericht door afgestudeerden van de eerste twee cohorten,in aansluiting op het alumnibeleid van de faculteit (beleidsnota Alumnibeleid FG). In aprilzal er een eerste congres zijn van de alumnivereniging.• Het panel hoorde tijdens haar gesprek met twee alumni, bestuursleden van de recentelijkopgerichte alumnivereniging, over vergevorderde plannen vanuit de alumniverenigingvoor het oprichten van een beroepsvereniging van farmakundigen. Hierbij verleent deopleiding FA materiële en organisatorische ondersteuning.• Het panel heeft vastgesteld dat het beroepsprofiel en de daarop gebaseerdeopleidingskwalificaties formeel niet zijn bijgesteld sinds 1996 (zie ook 1.1). Het panelheeft, na de gesprekken met het opleidingsmanagement en dewerkveldvertegenwoordigers, kunnen vaststellen dit in voorjaar en zomer 2006 zalgebeuren: er is een werkgroep ingesteld die in het voorjaar van 2006 een reeksbijeenkomsten organiseert met het gehele werkveld. Het doel is het opstellen van een‘Visiedocument Farmakundige 2006-2012’ (zie ook 1.1).22© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Onderwerp 2PROGRAMMAFacet 2.1 Eisen hbo HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijkontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast)onderzoek.- Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in hetvakgebied / de discipline.- Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeftaantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• Voor de inrichtingen van beide opleidingen worden de uitgangspunten van de HU en FGgehanteerd, zoals gedefinieerd in Scherp op Koers; strategisch plan Hogeschool Utrecht2002-2006 en Onderwijsprofiel HU; kader voor innovaties 2005-<strong>2007</strong> en vanCompetenties naar Curricula, FG 2003.• Het panel heeft vastgesteld dat beide opleidingen intensief contact zoeken met mogelijkestageadressen. Dit is nodig omdat de opleidingen gericht zijn op nog nieuwe beroepenwaarvoor nog geen vanzelfsprekende stagetraditie bestaat. Door dit intensieve contactzijn de criteria voor een ‘goed’ stageadres gaandeweg ontwikkeld. Er zijn intussenvoldoende stagecontacten voor beide opleidingen om te voorzien in alle stages.Huidtherapie• Het opleidingsprogramma HT voorziet op afdoende wijze in structurele contacten van destudenten met het werkveld. Dat gebeurt op verschillende wijze door afwisseling tussenhet werken in de projectgroepen aan praktijkgerichte opdrachten, de stages en hetuitvoeren van opdrachten in de (eigen) kliniek van de opleiding. Voor de binnenschoolse(project-)opdrachten maakt de opleiding gebruik van contacten in het werkveld. Deopdrachten zijn gebaseerd op concrete veldopdrachten en worden ingebracht doordocenten, vanuit hun werk in de beroepspraktijk (zie facet 3.1).• In de Studiegids Huidtherapie 2005 is een overzicht opgenomen van de stages. In iederstudiejaar is er een stage, samen 50 EC’s. Er is een opbouw in stageduur, gekoppeld aanstageopdrachten: van een drieweekse oriënterende stage in studiejaar 1, een vierweekseberoepsvoorbereidende stage in jaar 2, een tienweekse beroepsvoorbereidende stage injaar 3 en een grote stage van twintig weken in het afstudeerjaar.• Er zijn meestal voldoende stageadressen (zie boven), maar zo nodig kunnen HTstudentenstagelopen in de eigen kliniek van de opleiding. Daar vindt ook praktijk- enpatiëntgericht onderzoek plaats.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 23


• In Blokboeken die de studenten per blok (ook module genoemd) hanteren, is verplichteen aanbevolen literatuur opgenomen. Tevens is er een literatuurlijst voor de opleiding HT.Na bestudering van de boekenlijst en het overige studiemateriaal (waaronder deblokboeken) heeft het panel kunnen vaststellen dat de studenten gebruik maken vanrelevante (vak-)literatuur (boeken, artikelen en digitale bronnen) uit het vakgebied ennaastliggende disciplines. Het studiemateriaal is, evenals de praktijkopdrachten, relevantvoor het onderwijs. De studenten met wie het panel heeft gesproken, geven aan dat zijtevreden zijn over het studiemateriaal.• Na bestudering van het curriculum constateert het panel dat het programma afdoendeaantoonbare verbanden heeft met de recente ontwikkelingen in het vakgebied.Ontwikkelingen in het vakgebied werken snel door in het curriculum, mede doordat hetberoep relatief jong is. Vakinhoudelijke ontwikkelingen die recent zijn opgenomen in hetprogramma zijn: de invoering van de techniek digitale klinische fotografie en hetkennisgebied cosmetologie.• In het programma is profileringsruimte opgenomen van 30 EC’s. Daarmee brengen destudenten verbreding of verdieping aan in hun studiepakket. De studenten kunnendaartoe kiezen uit verschillende blokken van de opleidingen binnen de FG. Op die manierwaarborgt de opleiding dat de profilering op vergelijkbaar niveau plaatsvindt. Het ismogelijk om een profileringsblok buiten de FG te volgen, na overleg met, en toestemmingvia, de SLB-docent (zie ook bij 2.2 en 2.7).• De beroepsvaardigheden komen in de eerste twee studiejaren aan bod in de blokkenHuidtherapeutische Zorg en Dienstverlening (HDZ) die aan diverse thema’s zijngekoppeld. Deze zijn ontwikkeld in samenwerking met de NVH. In het derde en vierdejaar vinden de stages plaats waarbinnen de studenten deze beroeps- enonderzoeksvaardigheden in praktijk brengen. De onderzoeksvaardigheden worden ook inde afstudeerstage verder ontwikkeld en toegepast, als de studenten eenonderzoeksproject uitvoeren (zie ook 2.8 en 6.1).• Om evidence based handelen verder in het curriculum op te nemen, vindt eenontwikkeling plaats waarbij de opleiding ondersteund wordt door het lectoraat‘Verpleegkundige en paramedische zorg voor mensen met chronische aandoeningen’.Het lectoraat doet in opdracht van de opleiding onderzoek naar de mate waarin evidencebased handelen voor HT te gebruiken is. Tevens vindt er onderzoek plaats insamenwerking tussen TNO en de opleiding naar vrijkomende straling bijlaserbehandeling.• Uit bestudering van het curriculum en de blokboeken blijkt dat vaardighedenonderwijsvoor de opleiding HT aansluit bij de thema’s in de blokken. De drie competentiegebiedenkomen in alle (relevante) blokken aan bod. Daardoor ontstaan lijnen die de ontwikkelingvan verschillende vaardigheden, in telkens andere beroepsrelevante thema’s,waarborgen. In de eerste twee studiejaren gebeurt dit vooral binnen de HDZ-blokken enin het derde en vierde jaar in de stages. Studenten en vertegenwoordigers van hetwerkveld noemen het methodisch handelen/behandelen van patiënten als belangrijkstecategorie van vaardigheden. De mate waarin dit is vormgegeven in het programma, vindthet panel goed. Opvallend is de discussie tussen stageverleners in het gesprek met hetpanel over de mate waarin de studenten basale technische handelingen beheersenvoordat zij beginnen met hun eerste grote stage. Stageverleners geven aan dat dit binnen24© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


de opleiding intensiever aan bod kan komen, waarbij de houding van de student om ditintensief te oefenen, moet worden gestimuleerd. Stageverleners zijn wisselend tevredenover de mate waarin stagiaires basale handelingen beheersen. Wel zijn zij van oordeeldat het gros van de stagiaires, met wie zij in contact komen, goed inzetbaar is. Het panelmerkt op dat de stageverleners de oude opleiding HT hebben ervaren en dat in hethuidige onderwijs de ontwikkeling van vaardigheden deels plaatsvindt in de stage en nietis afgerond voorafgaand daaraan. Het panel plaatst de opmerkingen van destageverleners deels in dat licht, maar vindt ook dat de opleiding intensiever en op eenstructurele basis de feedback van stageverleners kan gebruiken (zie ook bij 1.1 en 5.3).• Uit het Student Tevredenheidsonderzoek (STO 2005) blijkt dat de studenten HT tevredenzijn over de mate waarin de beroepspraktijk een uitgangspunt is in het onderwijs: descore is 3,7 op een vijfpuntsschaal. De streefnorm is 3,0. Ook blijkt dat de studenten hetprogramma actueel vinden (score 3,6).• Vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk voelen zich in voldoende mate betrokken bijde uitvoering van het onderwijs (score 3,2), zo blijkt uit onderzoek in het werkveld.Farmakunde• Het opleidingsprogramma FA voorziet op afdoende wijze in structurele contacten van destudenten met het werkveld. Dat gebeurt door een goede afwisseling van de colleges enhet werk in de projectgroepen met stages en werkbezoeken. De opdrachten voor deprojectgroepen zijn ontleend aan de beroepspraktijk.• In de Studiegids Farmakunde 2005 is een overzicht opgenomen van de stages. In iederstudiejaar is er een stage, samen voor 50 EC’s. Er is een opbouw in stageduur,gekoppeld aan steeds complexere stageopdrachten: een drieweekse oriënterende stagein studiejaar 1, een vierweekse beroepsvoorbereidende stage in jaar 2, een tienweekseberoepsvoorbereidende stage in jaar 3 en een grote stage van twintig weken in hetafstudeerjaar. De deeltijdstudenten krijgen, onder voorwaarde van een ‘relevantewerkkring’, vrijstelling van de stages in studiejaar 1,2 en 3 (zie ook bij 2.5 en 2.6).• Er zijn voldoende stageadressen (zie hierboven, bij het tekstdeel dat voor beideopleidingen geldt). Er is intussen een kwaliteitstoets voor stageadressen, volgens deOVDB-systematiek 1 .• Bij de binnenschoolse (project-)opdrachten maakt de opleiding gebruik van contacten inhet werkveld. De opdrachten zijn gebaseerd op concrete veldopdrachten. Daarbij puttende docenten uit hun eigen actuele (werk)ervaring en tevens uit contacten met hetstageveld. Het komt voor dat stageopdrachten in het volgende studiejaar wordenverwerkt tot projectopdrachten. Dit wordt herkend door de werkveldcommissie en destagebieders.• In de Studiegids Farmakunde 2005 is de literatuurlijst voor de opleiding FA opgenomen.Na bestudering van de boeken en van overig studiemateriaal heeft het panel kunnenvaststellen dat de opleiding FA actuele vakliteratuur (boeken, artikelen en digitalebronnen) gebruikt bij het onderwijs. Dit geldt ook voor de digitale studiehandleidingen en1 Het OVDB is een landelijk kenniscentrum dat zich richt op het leren in de praktijk in de sectorgezondheidszorg, welzijn, sport en dienstverlening. Het OVDB heeft onder meer erkenningsregelingenontworpen voor leerbedrijven in deze sectoren.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 25


de praktijkopdrachten. Het viel het panel op dat er weinig of geen Engelstaligestudieboeken zijn. De studenten met wie het panel heeft gesproken, geven aan dat zijtevreden zijn over het studiemateriaal.• In het tweede studiejaar is er een module gewijd aan ‘onderzoek’. Deze module sluit aanop het onderzoeksproject in het vierde studiejaar, dat, een van de onderdelen is van hetafstudeerproces (zie ook bij 2.8 en 6.1).• Gedurende hun gehele opleiding krijgen studenten les van docenten die veelal naast huntaken binnen de opleiding een functie vervullen in de farmaceutische beroepspraktijk. Uithet gesprek met de studenten blijkt dat zij de beroepsgerichtheid van hun docentenherkennen (zie ook bij 3.1).• Het vaardighedenonderwijs voor de opleiding FA sluit aan bij de thema’s in de modulen(zie ook 2.2 en 2.3). Het betreffen vooral communicatieve en bedrijfskundigevaardigheden. Studenten en docenten noemen allen ‘communicatie’ als belangrijkstecategorie van vaardigheden, met onder andere schrijfvaardigheden en beheersing vanhet Nederlands. Dit laatste punt levert sinds enige tijd wat discussie op binnen deopleiding, zie hiervoor bij 2.4 en 2.5. Andere vaardigheden zijn onder andere: ictvaardigheden,planmatig en projectmatig werken, leiding geven.• Stagebieders met wie het panel over de opleiding FA heeft gesproken, zijn van oordeeldat de stagiaires met wie zij in contact komen, na hun afstuderen goed inzetbaar zijn inhun bedrijf. Dit geldt zowel voor de werkstages als voor de onderzoeksstages, zij het dateen van de werkgevers met wie het panel heeft gesproken, aangaf niet altijd voldoendeinzicht te hebben in wat de onderzoekstage daadwerkelijk voor zijn bedrijf zou kunnenopleveren.• Alumni en studenten met wie het panel over de opleiding FA heeft gesproken, gaven aandat zij hun vierdejaars werk- en onderzoekstage als zinvolle afronding van hun studiehebben ervaren en als een goede voorbereiding op hun werk. Ook wat betreft depraktijkgerichtheid van hun opleiding zijn de studenten FA tevreden.Facet 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau,oriëntatie en domeinspecifieke eisen.- De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van(onderdelen van) het programma.- De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerdeeindkwalificaties te bereiken.26© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Huidtherapie• Het panel stelt vast dat het opleidingsprogramma HT een adequate concretisering is vande opleidingskwalificaties. De opleiding heeft in het Eindtermen Document Huidtherapie(2000) de eindtermen van de opleiding beschreven volgens de tien taakgebieden vanuithet beroepsprofiel (1998). Deze zijn onderverdeeld in de drie onderwijs-/competentiegebieden; ‘huidtherapeutische zorg- en dienstverlening’, ‘werken in eenorganisatie’ en ‘professionalisering’. Het programma is inzichtelijk uitgewerkt beschrevenin het Raamplan Hbo-opleiding Huidtherapie (2000). Uit bestudering van het raamplan(2000) en de blokboeken blijkt de relatie tussen de eindtermen en de blokdoelen die voorieder blok zijn geformuleerd. Het panel constateert dat de uitwerking van de driecompetentiegebieden van de eindtermen HT op een overtuigende en overzichtelijke wijzevorm hebben gekregen in het curriculum.• In de Studiegids Huidtherapie 2005 is het opleidingsprogramma voor ieder cohortweergegeven. Het panel constateert dat het curriculum jaarlijks wordt geactualiseerd.• Het curriculum is thematisch geordend in blokken. De thema’s zijn afgeleid van deberoepspraktijk van de huidtherapeut. De ordening van de inhoudelijke lesstof in thema’s,gekoppeld aan de blokdoelen, maakt inzichtelijk wat de inhoud is van de opleiding.Gebleken is dat de drie competentiegebieden in ieder relevant blok aan bod komen.• In de blokboeken van de opleiding HT zijn de doelstellingen verwoord van de diversestudieonderdelen. De blokdoelen hebben de vorm van concreet toetsbare eindtermen.Het panel constateert op basis van het bestudeerde materiaal dat de doelstellingen vande opleiding HT in het curriculum op afdoende wijze aan de orde komen, zowel watbetreft de breedte van het beoogde werkterrein als wat betreft het beoogde niveau.• Uit het gesprek met de studenten leidt het panel af dat de blokboeken voldoen alsleidraad bij de studie. Er is duidelijk weergegeven wat er inhoudelijk van de studentenwordt verwacht en hoe zij het beoogde niveau kunnen behalen.• In individuele gesprekken over de studieloopbaan (SLB-gesprekken) wordt besproken ofen hoe de studenten de beoogde competenties verwerven. In deze gesprekken, met eendaartoe opgeleide SLB-docent, wordt bewaakt dat de studenten bij hun keuze vanthema’s en van hun profileringsprogramma (vergelijk facetten 2.1 en 4.2) hun eigenopleidingsdoelstellingen formuleren en die ook weten te realiseren.Farmakunde• Het panel stelt vast dat het opleidingsprogramma FA een adequate concretisering is vande opleidingskwalificaties. In het programma komen de drie competentiegebieden van deeindkwalificaties aan bod: Farmaceutische zorg- en dienstverlening, Werken in en vanuiteen organisatie en Professionalisering. Het programma is inzichtelijk beschreven in hetLeerplan Farmakunde 2005, dat het panel voor de visitatie heeft kunnen bestuderen endat tijdens de visitatie ter inzage lag.• In de Studiegids Farmakunde 2005 is het opleidingsprogramma voor ieder cohortweergegeven. Het panel constateert dat het curriculum jaarlijks wordt geactualiseerd.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 27


• De facultaire indeling naar leerlijnen, verbonden aan de drie competentiegebieden, vormtmede de basis van de curriculum-indeling van de opleiding. Deze leerlijnen zijn ondermeer Kwaliteitszorg & Innovatie en Gezondheidsvoorlichting & Preventie, Bedrijfsvoering,Professioneel samenwerken.• De leerstof van de opleiding is geordend in blokthema’s (voorbeelden: de farmakundigeen het geneesmiddel, de farmakundige en de zorgverlening), en is onderverdeeld naarzes vakgebieden en vier ondersteunende gebieden. Zo zijn er tien leerlijnen, die indiverse combinaties telkens terugkomen in een blokthema.• Uit de digitale studiehandleidingen FA zijn de doelstellingen verwoord van de diversestudieonderdelen. De moduledoelstellingen hebben de vorm van concreet toetsbareeindtermen. De doelstellingen van de opleiding FA komen in het curriculum op afdoendewijze aan de orde, zowel wat betreft de breedte van het beoogde werkterrein als watbetreft het beoogde niveau.• Het panel heeft bij studenten, alumni en docenten geïnformeerd naar het interessantste,leukste of meest leerzame studieonderdeel. Unaniem noemden zij allen de module 12,voor al de gevraagde punten. Deze module is het laatste studieonderdeel voordat destudenten beginnen aan hun afstudeerjaar. Het is een module waarin de studenten inhoge mate zelfstandig werken aan hun eigen ‘internetapotheek’, in een onderlingecompetitie bij het managen van dit virtuele bedrijf.• Uit het gesprek met de studenten en de alumni leidt het panel af dat de moduleboekenvoldoen als leidraad bij de studie. Er is duidelijk weergegeven wat er inhoudelijk van destudenten wordt verwacht en hoe zij het beoogde niveau kunnen behalen.• In individuele gesprekken over de studieloopbaan (SLB-gesprekken) wordt besproken ofen hoe de studenten de beoogde competenties verwerven. In deze gesprekken, met eendaartoe opgeleide SLB-docent, wordt bewaakt dat de studenten bij hun keuze vanthema’s en van hun profileringsprogramma hun eigen opleidingsdoelstellingen formulerenen die ook weten te realiseren (zie ook 2.3, 2.4 en 4.2).• Wat betreft de opleidingsinhoud zijn de studenten FA tevreden. Dit blijkt uit hetstudenttevredenheidsonderzoek (STO 2005): de score is 7,8 op een tienpuntsschaal voorpropedeusestudenten en 7,3 voor afstuderende studenten.Facet 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Huidtherapie• Het panel is van oordeel dat de opleiding HT een inhoudelijk samenhangend programmaaanbiedt. De structuur van de opleiding HT biedt de studenten een overzichtelijk ensamenhangend beeld van hun studieverloop.28© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


• De inhoudelijke samenhang in het programma bestaat onder meer uit de vorm waarin delesstof in blokken (ook wel modulen genoemd) wordt aangeboden. Per blok wordt eentaakgebied behandeld, aan de hand van de drie competentiegebieden. Daarin worden debijbehorende beroepsvaardigheden aangeboden, gekoppeld aan theoretisch onderwijsen projectwerk. Het competentiegebied ‘huidtherapeutische zorg- en dienstverlening’ isvanaf het eerste studiejaar de rode draad in het programma.• In het laatste studiejaar is er een periode van twintig weken (twee blokken) voor eenwerkstage en twintig weken voor het afstudeeronderzoek, met daarbij ondersteunendonderwijs.• De negen leerlijnen bestrijken de tien taakgebieden uit het beroepsprofiel (1998) en zijnzichtbaar in het gehele curriculum uitgewerkt per jaar en per module. De leerstof wordtgedurende de gehele opleiding HT in complexe vorm aangeboden, in overeenstemmingmet de concrete, complexe situatie in de beroepspraktijk. Bij de toetsing worden dekwalificatie-eisen geleidelijk zwaarder in het verloop van de opleiding.• De curriculumcommissie HT bewaakt dat de negen leerlijnen op afdoende wijze tot hunrecht komen in de blokken en dat de projecten op afdoende wijze aansluiten bij dethema's. Voorbeelden van thema’s zijn HZD bij circulatiestoornissen en HZD bijoedeemproblematiek. Hiermee is de inhoudelijke samenhang per studiejaar en perdeelgebied van de studie geborgd.• Uit het STO 2005 blijkt dat de studenten tevreden zijn over de samenhang van deverschillende onderdelen in het studieprogramma (score 3,9) en de aansluiting tussen detheoretische en praktische onderdelen (score 3,7).Farmakunde• Het panel is van oordeel dat de opleiding FA een inhoudelijk samenhangend programmaaanbiedt.• De opleiding FA biedt de studenten een overzichtelijk en samenhangend beeld van hunstudieverloop.- In de eerste drie studiejaren zijn er per jaar vier blokken (ook wel modulen genoemd),van ongeveer tien weken. Bij de deeltijdopleiding is de modulegrens wat ruimer,aangezien er bij deze variant in wezen een semesterindeling wordt gehanteerdwaarbij de leerstof van twee modulen parallel wordt aangeboden in een periode vantwintig weken (zie ook bij 2.7).- In iedere module volgen de studenten ongeveer acht weken onderwijs, gevolgd dooreen week van afronding van hun werkstukken en verslagen. Bij de deeltijdvariant isdeze verdeling iets anders: de studenten ronden de leerstof van twee modulen af aanhet einde van een periode van twintig weken.- De studieresultaten zijn binnen drie werkweken bekend; bij onvoldoende resultaatheeft een student aan het einde van het volgende blok een herkansing.- In jaar 2 en 3 is er een module gereserveerd voor de stage; tijdens stagemodulen iser ruimte voor ondersteunend onderwijs.- In het laatste studiejaar is er een periode van twintig weken (een semester van tweemodulen) voor een werkstage met daarna een periode van eveneens twintig wekenvoor het afstudeeronderzoek. Bij beide studieonderdelen is er ondersteunendonderwijs.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 29


• De inhoudelijke samenhang in het FA-programma komt onder meer tot uiting in de vormwaarin de leerstof in de zes onderwijsthema’s wordt aangeboden. Per module wordt ereen farmakundig taakgebied behandeld, aan de hand van de leerlijnen. Daarbij is er permodule een daarbij behorend aanbod van beroepsvaardigheden, gekoppeld aantheoretisch onderwijs en projectwerk.• De tien leerlijnen van FA (zie ook bij 2.2) zijn voor het gehele curriculum uitgewerkt perjaar en per module.• De leerstof wordt gedurende de gehele opleiding FA in complexe vorm aangeboden, inovereenstemming met de concrete, complexe situatie in de beroepspraktijk. Bij detoetsing worden de kwalificatie-eisen geleidelijk zwaarder in het verloop van de opleidingFA. Met name de ondersteunende leerlijnen, zoals ict en Communicatie, worden steedssterker verbonden met de meer inhoudelijke leerlijnen, zoals Farmacologie 2 , Organisatie,Onderzoek en Gezondheidszorg.• De curriculumcommissie FA bewaakt dat de tien leerlijnen op afdoende wijze tot hunrecht komen in de zes onderwijsthema’s (dat is: het gehele programma) en dat deprojecten op afdoende wijze aansluiten bij de thema's. Hiermee is de inhoudelijkesamenhang per studiejaar en per deelgebied van de studie in het gehele studieverloopgeborgd.• In de SLB-gesprekken bespreken de studenten hun inhoudelijke studievoortgang metbetrekking tot het verwerven van de beoogde competenties met een SLB-docent.Daarmee wordt bewaakt dat de studenten bij hun keuze van thema’s en van hunprofileringsprogramma hun eigen opleidingsdoelstellingen in het oog houden (zie ook 2.2en 4.2).• In aansluiting op het beleid van de Hogeschool Utrecht is er in het opleidingsprogrammazogeheten ‘profileringsruimte’. Studenten kunnen een vrije keuze maken voorstudieonderdelen met een totale omvang van 30 EC’s, zowel binnen als buiten hun eigenFaculteit. Indien studenten kiezen voor een studieonderdeel buiten de FG, moeten zijdeze keuze bij de examencommissie verantwoorden. Het gaat bij de profileringsruimteom vrije keuzevakken, of minors. Veelgekozen minoren die de opleiding zelf aanbiedt,zijn: Consulent Farmaceutische PatientenZorg, International Pharmaceutical Studies enManagement in de Gezondheidszorg.Facet 2.4 Studielast HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op datprogramma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk wordenweggenomen.2 Naar het inzicht van het panel is ‘geneesmiddelenkennis’ een meer toepasselijke naam voor ditstudieonderdeel.30© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• De formele regelingen met betrekking tot de studies FA en HT zijn weergegeven in deStudiegidsen, de Onderwijs en Examenreglementen en de module-/blokboeken.• Beide opleidingen kennen een Bindend Studieadvies (BSA) in het eerste studiejaar. Dezeis in de studiegidsen en de OER’s opgenomen.• In de module-/blokboeken zijn leerdoelen van het betreffende moduul/blok opgenomen,evenals de werkwijze, toetsvorm en criteria waaraan de opdracht moet voldoen. Permoduul/blok is aangegeven hoeveel EC’s de studenten kunnen behalen. Het panel steltvast dat de FA en HT goede informatie bieden aan haar studenten, zodat zij hun studieen studie-inzet afdoende kunnen plannen.• Het onderwijs is conform hogeschoolbeleid georganiseerd in vier blokken per studiejaar.Ieder blok/moduul omvat 10 weken met een studielast van 40 uur per week. Toetsing enherkansingen vallen binnen een blok, waardoor interferentie met studieopdrachten uit eenvolgend blok kunnen worden voorkomen.• In de eerste studiejaren worden de studenten HT en FA gestructureerd begeleid door hunstudieloopbaanbegeleider. Hierbij wordt onder meer besproken of er structurelebelemmeringen zijn voor een goed studieverloop. Het is als het ware de eerste lijn voorhet tijdig signaleren van belemmeringen voor de studie. In de latere studiejaren bieden deSLB-gesprekken deze mogelijkheid.• Voor enkele studieonderdelen zijn er drempels voor resultaten in de leerlijnenopgenomen. Dit betreft cognitieve kennis die in een latere studiefase voortbouwt opeerder aangeboden en getoetst onderwijs. De eerdere toets moet met een voldoende zijnafgerond voordat de studenten worden toegelaten tot de vervolgtoets.• De opleidingen HT en FA evalueren de verschillende studieonderdelen, onder meer overde studeerbaarheid.Huidtherapie• De opleiding geeft aan dat er mogelijkheden zijn voor versnelde en alternatieve routes,maar dat hiervan tot nu slechts incidenteel gebruik is gemaakt.• Uit het STO 2005 blijkt dat studenten ongeveer 23 uur per week gemiddeld aan hunstudie besteden. Studenten zeiden in gesprek met het panel dat zij het moeilijk vinden omaan te geven hoeveel tijd ze besteden aan hun studie. Volgens hen is dat meer dan 23uur per week. Met name de integrale opdrachten worden in de gehele opleiding als pittigervaren. Deze integrale opdrachten zijn sinds het vorige STO verzwaard. De studentenvertelden het panel dat het werken in de daarbij behorende projecten, het voorbereidendaarvan en het zoeken in bronnen veel tijd in beslag neemt.• Uit het STO 2005 blijkt onder meer het volgende:- studenten kunnen met hun vragen goed terecht bij hun docenten (score 3,7);- de planning van het opleidingsprogramma is zodanig dat studenten geen onnodigestudievertraging oplopen (score 3,5);© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 31


- hoofdfasestudenten vinden dat de toetsmomenten (inclusief herkansingen) goed overhet jaar verspreid zijn (score 3,8); propedeusestudenten zijn hierover nog positiever(score 4,0 in 2005).• Dit beeld werd voor het panel bevestigd in het gesprek met studenten en alumni. Zijgaven aan geen belemmeringen te (hebben) ervaren. Studenten noemen het blok HZDbij circulatiestoornissen als struikelblok in de propedeuse. Het panel heeft van deopleiding vernomen dat 62% van de studenten na herkansing in het eerste studiejaar eenvoldoende behaalt voor dit blok. De studenten geven overigens aan zich bewust te zijnvan het belang van dit blok.• De studenten hebben geen klachten over roostering, lesuitval, beschikbaarheid vandocenten en beschikbaarheid van studieruimten. Wel hoorde het panel van de studentenmet wie zij hebben gesproken dat de roosters vaak laat beschikbaar zijn en geen vastweekpatroon hebben, waardoor het lastig is om een vaste werkkring te hebben opweekdagen.Farmakunde• In het eerste jaar is het BSA (zie ook 2.5) van 45 EC’s van toepassing. Deze drempel isniet alleen kwantitatief maar ook kwalitatief, aangezien er is omschreven welkestudieonderdelen de studenten in ieder geval moeten behalen. In de studiegids zijn dezebeschreven: het betreft onder meer twee communicatietoetsen en twee vakinhoudelijkeeindtoetsen.• Voor enkele studieonderdelen zijn er drempels voor resultaten in leerlijnen. Dit betreftcognitieve kennis die in een latere studiefase voortbouwt op eerder aangeboden engetoetst onderwijs. De eerdere toets moet met een voldoende zijn afgerond voordat destudenten worden toegelaten tot de vervolgtoets.• Ook zijn er instapvoorwaarden voor toegang tot de stages. De opleiding FA heeft in hetstudiejaar 2005-2006 de stagedrempel bijgesteld, nadat haar docenten was gebleken datstagiaires niet altijd voldoende toegerust aan hun stage waren begonnen (zie ook 5.2).Het geldt met name de communicatieve vaardigheden. De stagebieders met wie hetpanel heeft gesproken hadden geen klachten over hun stagiaires op dit punt.• Uit het STO 2005 blijkt dat studenten van alle studiejaren de studeerbaarheid alsvoldoende tot goed beoordelen, met een score van 3,8 op een vijfpuntsschaal. Dit beeldwerd voor het panel bevestigd in het gesprek met studenten en alumni. Zij gaven aangeen belemmeringen te (hebben) ervaren.• Met name de mogelijkheid van herkansing aan het einde van de volgende module, nadatde studieresultaten in week vier van de volgende module bekend waren en klassikaal zijnbesproken, maken dat de studenten FA hun studie als studeerbaar ervaren.• Bij de FA-voltijdopleiding zijn er in het eerste studiejaar 10-15 contacturen, gespreid overde week. De achtergrond voor deze spreiding is primair van logistieke aard, maar het sluitaan bij de opvatting van docenten over ‘studieritme’. Dat leidt het panel af uit wat dedocenten vertelden tijdens het bezoek, te weten dat de studenten een voorkeur zoudenhebben voor meer concentratie, waardoor er ‘vrije dagen’ zouden ontstaan, maar dat zijer zelf juist aan hechten dat de studenten naar de hogeschool komen, om samen met32© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


collega’s, gebruik makend van de mediatheek, aan hun opdrachten te werken (zie ook2.7).• De deeltijdstudenten komen op vrijdag naar de hogeschool voor hun contacturen.Nagenoeg alle dt-studenten combineren de studie met werk. Bij vrijwel alle studenten isdit werk in een apotheek, voor meer dan twee dagen per week.• De opleiding heeft er bij de instromende deeltijdstudenten op aangedrongen dat zij hunwerk terugbrengen tot maximaal drie dagen per week, omdat de combinatie van werk enstudie anders te zwaar is.• De studenten hebben geen klachten over roostering, lesuitval, beschikbaarheid vandocenten en beschikbaarheid van studieruimten.• De studenten met wie het panel heeft gesproken, zowel deeltijd- als voltijdstudentengaven aan dat zij gemiddeld 30 uur per week aan hun opleiding besteden. Dit gold ookvoor de alumni met wie het panel heeft gesproken. Het panel constateert daarom dat destudie is uit te voeren binnen de geraamde tijd.Facet 2.5 Instroom HT: goedFA vt: voldoendeFA dt: voldoendeCriteria- Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromendestudenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmeevergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• De instroomkwalificaties voor de opleidingen HT en FA zijn helder weergegeven in hetvoorlichtingsmateriaal dat het panel heeft ingezien. Studenten met een havo-, vwo- enmbo-diploma kunnen instromen. Er zijn geen specifieke eisen gesteld aan heteindexamenprofiel en er is geen (kwalitatieve) selectie aan de poort.• De propedeuse heeft bij de opleidingen binnen de FG naast een oriënterende functie ookeen selecterende functie. Dit komt tot uiting in de BSA-regeling, vergelijk facet 2.4.• Over veranderingen in instroomkwalificaties (havo-profielen, mbo-kwalificaties) wordende opleidingen HT en FA op de hoogte gehouden via de contacten die er op facultairniveau zijn met de toeleverende instellingen.Huidtherapie• Voor de opleiding HT is een instroomfixus van toepassing van 100 studenten per jaar. Deopleiding ervaart een toename van aanmeldingen, 140 aanmeldingen in 2005. Voor detoedeling van de opleidingsplaatsen wordt er geloot, via de IBG.• Studenten die 21 of ouder zijn bij de start van de studie en niet aan devooropleidingseisen voldoen kunnen via een toelatingstest (biologie op havo-5 niveau)alsnog instromen.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 33


Farmakunde• Er is een jaarlijkse toename van de instroom; in 2005 werden er 61 nieuwevoltijdstudenten ingeschreven en 23 deeltijdstudenten. De opleiding kan deze instroomaan.• Voor de mbo-instroom zijn er geen generieke vrijstellingen, ook niet voor instromers meteen diploma apothekersassistent. De opleiding heeft in een eerder stadium onderzocht ofer gronden waren om deze instroom vrijstellingen te verlenen, en heeft geconcludeerddat die er niet zijn.• Voor deeltijdstudenten FA is er een generieke vrijstelling van de stages van studiejaar1,2 en 3, op basis van hun voorgaande relevante werkervaring in de farmaceutischebedrijfskolom. Daarnaast zijn er individuele vrijstellingen mogelijk. Hiervoor worden ondermeer elementen als de aard van de werkkring en de omvang van het dienstverband inogenschouw worden genomen (zie ook bij 2.6).• In het eerste blok van de studie FA wordt mondelinge en schriftelijke beheersing van deNederlandse taal getoetst, met het oog op het wegwerken van mogelijke deficiënties. Eris in de studiegids vermeld dat voor toegang tot het tweede studiejaar een goedebeheersing van het Nederlands nodig is. Dit is mede van belang gezien de grotebelangstelling die er onder allochtonen is voor deze opleiding. Gezien de nadruk die erligt op ‘communicatie’ is taalvaardigheid in het Nederlands onontbeerlijk.• Er is daarom een deficiëntieprogramma ‘Nederlands’ ontwikkeld. Het panel heeft echtervastgesteld dat het voor de opleiding FA lastig is zich te houden aan deze regel. Het isechter, zo vindt de opleiding op grond van de ervaringen in de afgelopen jaren, nietuitvoerbaar om veelbelovende studenten uit te sluiten van verdere studie als zij detaaltoets Nederlands niet behalen. De opleiding werkt daarom aan een verdergaanddeficiëntieprogramma voor dergelijke studenten.• De studenten en de alumni gaven in het gesprek met het panel aan voldoendeaansluiting met hun vooropleiding te (hebben) ervaren. Afgezien van de eerdergenoemde taalvaardigheid in het Nederlands, ervaren zij geen deficiënties.Facet 2.6 Duur HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum:hbo-bachelor: 240 studiepunten.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:• De curricula HT, FA vt en dt hebben een omvang van 240 EC's. In de studiegidsen vande opleidingen is te zien hoe 60 EC's per studiejaar in de vier perioden per jaar wordenbehaald. Het panel heeft kunnen vaststellen dat deze informatie aansluit bij dewerkelijkheid.34© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


• De deeltijdopleiding FA kent eveneens 240 EC's. Deze opleiding duurt vier jaar, maarkan met minder studietijd worden doorlopen vanwege het generieke vrijstellingsbeleidvoor drie stages en enkele andere studieonderdelen (in totaal 40 EC’s). Het panel heeftkunnen vaststellen dat deze vrijstellingen alleen worden verleend als de opleiding dezekerheid heeft dat de betreffende student daadwerkelijk een relevante werkkring heeft.Dit is opgenomen in het Onderwijs- en Examenreglement voor de deeltijdopleiding.Facet 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud HT: voldoendeFA vt: goedFA dt: goedCriteria- Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen.- De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• De aanpak van het onderwijs is gebaseerd op een combinatie van pgo enprojectonderwijs. Dit sluit aan bij de opleidingsdoelstellingen FA en HT, die onder meercompetenties bevatten in de sfeer van 'zelfstandigheid', 'kritische instelling' en'samenwerking'. Het onderwijsconcept van de opleidingen is in overeenstemming met hetonderwijsconcept van de HU en de FG. Het panel had inzage in de rapporten'Onderwijsprofiel Hogeschool Utrecht, kader voor innovaties 2005-<strong>2007</strong>' en in het FGrapport'Van competenties naar Curricula', 2003. In deze rapporten is hetonderwijsconcept helder beschreven. Het panel stelt vast dat de uitgangspunten alskaderstellend door de opleidingen worden gebruikt.• Het panel stelt vast dat de opleidingen HT en FA vanaf de start in 2001 eencompetentiegerichte aanpak hadden.• De opleidingen hanteren een scala aan werkvormen, zoals blijkt uit bestudering van hetraamplan (2000). Als dominante werkvorm vindt groepsonderwijs plaats op basis van pgoen, in de latere studiejaren, projectwerk. De intensieve inhoudelijke begeleiding in hetbegin van het eerste studiejaar verandert geleidelijk in begeleiding, of coaching, opafstand door de docent.• De onderwijsactiviteiten omvatten hoor-, werk- en responsiecolleges, individuelebegeleiding, SLB-gesprekken, praktijkbezoeken, integrale praktijkopdrachten(groepsopdrachten en individuele opdrachten) en vaardigheidsonderwijs. Dezestudieonderdelen zijn per blok samenhangend verbonden aan de leerlijnen in hetblokthema.• De opleidingen streven ernaar dat de studenten vanaf het begin van hun opleidingregelmatig naar de hogeschool komen, om daar samen met mede-studenten, gebruikmakend van de mediatheek, aan hun opdrachten te werken.Huidtherapie© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 35


• Het panel heeft kunnen vaststellen dat de opleiding HT bij de competentiegerichteaanpak van het onderwijs voldoende aandacht behoudt voor de meer inhoudsgerichte,theoretische, kenniscomponenten van deze opleiding. Een jaar geleden was dit minder.• Op basis van negatieve resultaten vanuit het STO heeft de opleiding met studentengesproken en werkvormen aangepast, namelijk meer integraal van aard, richting hetbeoogde competentiegerichte onderwijs. Studenten met wie het panel sprak, geven aande opleiding soms als pittig te ervaren (zie ook bij 2.4).• Uit het bestudeerde materiaal en uit de gesprekken tijdens de visitatie blijkt dat decompetentiegerichte aanpak van de opleiding het verwerven van de competenties, zoalsbeschreven in het raamplan (2000), bevordert.• Uit het STO 2005 blijkt onder meer het volgende:- studenten vinden het studiemateriaal onvoldoende uitdagend (score 2,9);- studenten vinden dat ze onvoldoende leren om opdrachten op een methodischewijze aan te pakken (score 2,2).- Het STO 2005 bevat positieve scores over de mate waarin de opleidingzelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de student bevordert (score 3,6) enwaarin de opleiding zelfreflectie op het leerproces bevordert (score 3,6).• Het panel heeft kunnen waarnemen dat zowel de werkvormen als de opdrachten zijnaangepast door de opleiding. In het gesprek met het panel blijken studenten hierovertevreden, met een hogere score dan in voorgaande jaren.• Het panel constateert dat de competentiegerichte aanpak en de daarbij gehanteerdewerkvormen, de student in staat stelt de beoogde competenties te verwerven.Farmakunde• Bij de deeltijdopleiding FA is de aanpak door de docenten van meet af aan eerdercoachend dan sturend, vernam het panel van de docenten en van deeltijdstudent met wiezij heeft gesproken. De achtergrond is daarbij de andere instroomcompetenties vandeeltijdstudenten: ze zijn wat ouder in leeftijd, verkeren in een meer gestructureerdelevensfase, hebben een wat sterkere studiemotivatie en wat meer motivatie om hunstudie in de nominale studieduur te doorlopen.• De onderwijsactiviteiten omvatten hoor-, werk- en responsiecolleges, individuelebegeleiding, SLB-gesprekken, praktijkbezoeken, praktijkopdrachten (groepsopdrachtenen individuele opdrachten) en vaardigheidsonderwijs. Deze studieonderdelen zijn perblok samenhangend verbonden aan de diverse leerlijnen in het blokthema.• De opleiding streeft ernaar dat de studenten vanaf het begin van hun opleidingregelmatig naar de hogeschool komen, om daar samen met collega’s, gebruik makendvan de mediatheek, aan hun opdrachten te werken (zie ook bij 2.4).• Het aantal contacturen is gemiddeld 10-15 uur per week. Bij het begin van de opleidingzijn er wat meer contacturen, in de latere jaren werken de studenten zelfstandiger en ishet contact eerder vraaggestuurd dan aanbodgestuurd.• Het panel heeft kunnen vaststellen dat de opleiding FA bij de competentiegerichteaanpak van het onderwijs voldoende aandacht behoudt voor de meer inhoudsgerichte,theoretische, kenniscomponenten van deze opleiding.36© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


• De voorbereiding van studenten op hun stage en de ondersteuning van studenten enstagebieders tijdens de stage, heeft de aandacht van de opleiding, zo heeft het panelkunnen vaststellen. Eerder is de verhoogde drempel genoemd voor de instap in destages (zie 2.1). De begeleidende docenten bezoeken de studenten tijdens hun stage, alblijkt dit bij de eerstejaarsstage niet altijd te realiseren. De coaching van stagebiedersover hun rol in de begeleiding vindt plaats in contacten van de stagedocentenvoorafgaande aan de stage. Van de stagebieders hoorde het panel dat dit veelal goedverloopt. Het beoordelen van de studenten volgens het FA-formulier is echter in eenenkel geval lastig, aangezien er stagebieders zijn die gelijktijdig meerdere stagiaireshebben van meerdere instellingen die elk met een eigen formulier werken. Bijvoorbeeld:universitaire farmaciestudenten op een apothekersstage, mbo-studentenapotheekassistent op een van de stages en dan ook een hbo-FA student, in een eerste,tweede, derde of vierde jaarsstage.Facet 2.8 Beoordeling en toetsing HT: voldoendeFA vt: goedFA dt: goedCriteria- Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studentende leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• In overeenstemming met de competentiegerichte aanpak van het onderwijs bij deopleidingen HT en FA, is ook het toetsen competentiegericht vormgegeven. Het panelheeft hiervan diverse interne nota’s gezien, zowel van de FG als van de opleidingen HTen FA. Ook heeft het panel verslagen kunnen inzien van de interne werkgroep die hettoetsbeleid bewaakt, het Project Beoordeling en Toetsing, kortweg Probeto. Het zijn devolgende rapporten:- Kader voor Toetsbeleid (FG, november 2003),- Projectplan Toetsing in een competentiegerichte leeromgeving (FG, februari 2004)- Competentietoetsen Opleiding Farmakunde (FA, oktober 2004) en- FG-project Beoordeling en Toetsing: onderzoek stand van zaken (FG, december2005).• Voor studenten is in het OER, opgenomen in de Studiegids (2005), het kader geschetstwaarbinnen de beoordeling plaatsvindt. In de module-/blokboeken zijn detoetsvoorwaarden vermeld (bijvoorbeeld aanwezigheidsverplichting), de aard van detoets en de beoordelingscriteria en –normen beschreven.• De toetscommissie Huidtherapie en de curriculumcommissie Farmakunde bewaken dewijze van toetsing op verschillende onderdelen, waaronder de relatie tussen de inhoud ende wijze van toetsing.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 37


Huidtherapie• De visie op de toetsing sluit aan op de visie van de FG en is weergegeven in deStudiegids. De opleiding neemt actief deel aan het project Probeto, omcompetentiegerichte toetsing verder vorm te geven. Het panel heeft waargenomen dat ditplan is geëvalueerd en dat er een verbetertraject is voor de theorietoets.• Het panel heeft de stage- en de afstudeerhandleidingen bestudeerd, met daarinrichtlijnen voor de aanpak van stageverslagen en afstudeerwerk en informatie over dewijze van beoordeling. Bij de afstudeerwerkstukken heeft het panel debeoordelingscriteria en –normen gezien. De richtlijnen, de criteria en de normen zijnhelder en inzichtelijk (zie ook bij 6.1).• Uit bestudering van de stage- en afstudeerhandleidingen en de blokboeken constateerthet panel dat een duidelijke relatie is waar te nemen tussen de beoordelingscriteria en deeindkwalificaties die de opleiding hanteert.• Het werkveld is betrokken bij de beoordelingen van stage- en afstudeerprojecten, zoalsblijkt uit de stage-informatiemappen en de afstudeerhandleiding. De stageverlener vervulteen belangrijke rol bij de beoordeling van de stage. Deze beoordeelt namelijk, aan dehand van een vastgesteld formulier, in hoeverre de doelstellingen zijn behaald en of aande criteria is voldaan. Bij de beoordeling van het afstudeerproject vervult het werkveldook een belangrijke rol, namelijk een adviserende. Het is de opleiding die de beoordelinguitvoert. Uit de gesprekken en het bestudeerde materiaal blijkt dat het beoordelen van destagiaires gebeurt volgens speciaal beoordelingsformulier. De stageverlener beoordeeltde student, maar vindt de betrokkenheid van uit de opleiding niet altijd even waardevol.Stagebegeleiders met wie het panel sprak geven aan dat men intensiever op deinhoudelijke beoordeling in zou kunnen gaan.• Uit het gesprek met studenten blijkt dat zij verschillen ervaren tussen docenten overvisies op behandelingen. Dit leidt ertoe dat enkele studenten onzeker worden voor debeoordeling van bepaalde lesinhouden (‘wat zijn de juiste antwoorden?’). Zij gevendaarbij aan dat dit geen negatief effect heeft gehad in de beoordeling, maar het wordt alsverwarrend ervaren voorafgaand aan de beoordeling. De docenten geven juist aanveelvuldig contact met elkaar te hebben om dergelijke verschillende ideeën onderling afte stemmen.• De studenten blijken tevreden te zijn over de wijze waarop de toetsing plaatsvindt. Alleende theorietoets, waarop inmiddels een verbetertraject is gestart, wordt door de wijze vantoetsen als weinig zinvol ervaren. Het betreft een toets waarbij stellingen moeten wordenbeantwoord volgens het ja/nee/?-principe. Studenten kunnen met weinig studie dezetoetsen positief afronden. Docenten erkennen het fenomeen van de kansberekening bijdeze toetsing, maar geven aan dat dezelfde kennis ook op andere momenten wordtgetoetst, namelijk in de integrale praktijktoetsen en de opdrachten.• Uit STO 2005 blijkt dat de studenten niet tevreden zijn over de wijze waarop debeoordeling van toetsen (inclusief werkstukken) aan de hand van duidelijke criteriaplaatsvindt (score 2,6) en de mate waarin docenten zich houden aan de afgesprokentermijn voor de toetsuitslagen (score 2,7). Het panel vindt met name de eerste uitkomstopvallend, aangezien de criteria waarop de studenten beoordeeld worden duidelijk zijnweergegeven in de blokboeken. Bovendien blijkt uit het gesprek met de studenten dat zijhierover redelijk tevreden zijn.38© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


• Het panel heeft geconstateerd dat de opleiding bezig is met het optimaliseren van dewijze van toetsing in de richting van competentiegericht beoordelen. Daarbij heeft hetpanel vastgesteld dat het docententeam wordt bijgeschoold op het terrein vancompetentiegericht toetsen (zie ook bij 3.3).Farmakunde• Het panel heeft de stage- en de afstudeerhandleidingen bestudeerd, met daarinrichtlijnen voor de aanpak van stageverslagen en afstudeerwerk en informatie over dewijze van beoordeling. Bij de afstudeerwerkstukken heeft het panel debeoordelingscriteria en –normen gezien. De richtlijnen, de criteria en de normen zijnhelder en inzichtelijk (zie ook bij 6.1).• Over de rol van de stagebieder en van zijn of haar beoordeling van de stage is er bij deopleiding FA een helder standpunt: de stagebieder adviseert over de beoordeling van debetreffende student in de stage, maar de beslissing ligt bij de opleiding FA.• De dominante toetsvorm bij FA is ‘het werkstuk’. Alle individuele- en groepsopdrachtenworden getoetst en beoordeeld, onder meer op basis van werkstukken, rapportages,verslagen. Aanvullende toetsvorm is de ‘presentatie’, bijvoorbeeld aan het einde van destudie als de studenten hun afstudeeronderzoek presenteren. Gezien hetmanagementkarakter van de opleiding vindt het panel dit een begrijpelijke keuze. Destudenten en de alumni met wie het panel heeft gesproken, waren goed te spreken overde toetsen• Het panel heeft kunnen vaststellen dat de toetsvormen aansluiten bij de te toetsencompetenties en leerstof en dat de ‘toetsopdrachten’ worden ontwikkeld in collegiaaloverleg tussen de docenten. Wel heeft het panel getwijfeld of alle studie-ervaringen tetoetsen zijn via geschreven teksten en presentaties. De zorgvuldige interne discussieover de toetsvormen, zowel binnen FA als binnen de gehele Faculteit Gezondheidszorg,geeft het panel echter vertrouwen dat de opleiding alert blijft op het ontstaan van lacunesin haar toetsbeleid.• De docenten beschreven dat zij de resultaten bespraken met de studenten, tijdens devolgende module. Daarmee wordt het bespreken van de opdracht een aanvulling op hetonderwijs.Onderwerp 3INZET VAN PERSONEELFacet 3.1 Eisen hbo HT: voldoendeFA vt: goedFA dt: goedCriteria- Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbindinglegt tussen de opleiding en de beroepspraktijk.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 39


De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• De opleidingen HT en FA volgen met de uitvoering van het personeelsbeleid deuitgangspunten zoals deze op faculteitsniveau zijn beschreven in Personeelsplan FG2005-<strong>2007</strong>.• In het aannamebeleid van de opleidingen wordt de nadruk gelegd op relevante enrecente werkervaring in de beroepspraktijk.Huidtherapie• Het panel heeft de CV’s van de docenten bestudeerd en constateert dat ongeveer 80%van de docenten die de huidtherapeutische onderdelen uit het programma verzorgennaast hun docentschap eveneens werkzaam zijn in een (eigen) huidtherapeutischepraktijk of dat tot recent geleden waren.• Uit gesprek met de studenten is het panel gebleken dat de studenten tevreden zijn overde mate waarin docenten de actuele beroepspraktijk inbrengen in het programma.• Uit de CV’s blijkt tevens dat 8 docenten van de opleiding lid zijn van deberoepsvereniging NVH, studiedagen van deze vereniging bezoekt en deelneemt aanregionale bijeenkomsten. Verder worden werkbezoeken afgelegd waarin deondersteunende docenten zich op de hoogte houden van de huidtherapeutischeberoepspraktijk. Tevens wordt bijscholing in competentiegericht onderwijs en evidencebasedmedicine gevolgd.• De opleiding zet gastdocenten in ten behoeve van het binnenhalen van de actueleberoepspraktijk. Studenten zijn tevreden over de uiteenlopende onderwerpen die in degastcolleges worden aangehaald.Farmakunde• Het panel heeft op grond van de CV's van de docenten en op grond van de gesprekkentijdens het bezoek kunnen vaststellen dat het docententeam FA een afdoende relatieheeft met de farmaceutische sector. Zeven van de dertien docenten zijn, of warenrecentelijk, werkzaam in een beroep dat gerelateerd is aan het werkveld waarop deopleiding gericht is. Op grond van het gesprek met de studenten concludeert het panel,dat de studenten de beroepsgerichtheid van hun docenten waarderen (zie ook bij 2.1).• Naast deze relaties van het team met het beroepenveld, zijn alle docenten alsstagedocent betrokken bij de praktijkonderdelen van de opleiding FA. Ook door hunbetrokkenheid bij de afstudeeronderzoeken, hetzij als inhoudelijk begeleider hetzij alsprocesbegeleider, blijven de docenten sterk verbonden met de inhoud van het werk in depraktijk.• Door het organiseren en het bijwonen van gastcolleges blijven de docenten FA ookinhoudelijk sterk betrokken bij ontwikkelingen in het beroep en in de theorie van defarmakunde.40© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Facet 3.2 Kwantiteit personeel HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit teverzorgen.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• Uit het werkbelevingsonderzoek (WBO) dat tweejaarlijks onder medewerkers van de HUwordt gehouden blijkt dat medewerkers HT en FA redelijk tevreden zijn over de werksfeerop hun opleidingen. Aangegeven wordt dat medewerkers tevreden zijn over hetcoachend leiderschap en dat zij een lichte werkdruk ervaren. Uit het gesprek met dedocenten, constateert het panel dat docenten van mening zijn dat het onderwijs niet telijden heeft onder deze druk. Dit wordt bevestigd door de studenten met wie het panelheeft gesproken, die allen aangaven ruimschoots voldoende toegang te hebben tot hundocenten.• In het personeelsplan van de faculteit FG zijn normen voor de personeelsformatieopgenomen. Hieruit blijkt de norm 1 fte: 26,5 studenten voor beide opleidingen.Huidtherapie• De opleiding HT hanteert normen voor de personeelsformatie conform hetpersoneelsplan van de faculteit. Daarnaast zijn de docenttaken genormeerd. Debeschikbare formatieruimte is aan de hand hiervan verdeeld naar uitvoerings- enontwikkelingstaken. Tevens wordt formatie gebruikt voor scholing van medewerkers oponderwijskundig, didactisch en vakinhoudelijk gebied.• De opleiding heeft voldoende docenten voor het uitvoeren van het onderwijsprogramma.De docent-student-ratio is 1:26,5. Daarmee voldoet zij aan de norm die vanuit de faculteitvoor de opleiding wordt nagestreefd.• De opleiding zet studentassistenten in ter ondersteuning van de docenten voor deverzorging van het onderwijs. Hiermee speelt de opleiding in op het tekort aangekwalificeerde docenten huidtherapie op de arbeidsmarkt.Farmakunde• De opleiding FA heeft voldoende docenten voor het uitvoeren van haaronderwijsprogramma. De docent-student-ratio is 1:26,5 en voldoet daarmee aan hetstreefcijfer van 26,5.• De docenten blijken de werkdruk als hoog te ervaren, zo bleek tijdens het bezoek. Hetgaat daarbij deels om incidentele piekbelasting, maar ook om het tijdsbeslag dat'ontwikkelactiviteiten' en ‘organisatie’ legt op het FA-team. Het panel had ook informatie© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 41


over de werkdrukbeleving op grond van het Werkbelevingsonderzoek 2005 van deHogeschool Utrecht, dat het panel heeft kunnen inzien.• Tijdens het bezoek hoorde het panel van de docenten dat zij van mening zijn dat hetonderwijs niet te lijden heeft onder deze druk. Dit wordt bevestigd door de studenten metwie het panel heeft gesproken, die allen aangaven ruimschoots voldoende toegang tehebben tot hun docenten, dat het onderwijs goed is en dat toetsresultaten op tijdbeschikbaar zijn – een belangrijke indicator voor de tijd die docenten beschikbaar hebbenvoor het onderwijs.• Het panel heeft kunnen vaststellen dat de werkdruk op het team FA de aandacht heeftvan het opleidingsmanagement en dat er overleg is over mogelijkheden de werkdruk teverminderen. Een mogelijke vertekening van het beeld over de werkdruk kan zijnontstaan doordat juist in het jaar van het werkbelevingsonderzoek, de voorbereidingenwerden getroffen voor de visitatie en er bovendien een nieuwe opleidingsvariant van startis gegaan.Facet 3.3 Kwaliteit personeel HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige enorganisatorische realisatie van het programma.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Huidtherapie en Farmakunde• Binnen de FG geldt dat docenten alleen in aanmerking kunnen komen voor een vasteaanstelling wanneer zij een didactische cursus positief hebben afgerond. Voor het werkals docent Studieloopbaanbegeleiding volgen de docenten een specifieke interneopleiding binnen de HU. De SLB-docenten zijn allen na deze interne opleidinggecertificeerd SLB-docent.• Op grond van de CV’s van de docenten van de opleidingen HT en FA (zie ook bij 3.1)blijkt dat alle docenten inhoudelijk zijn berekend op hun taak en eenonderwijsbevoegdheid hebben. Twee recent aangenomen docenten bij de opleiding FAzijn nog doende die bevoegdheid te verkrijgen.• Er is een budget voor professionalisering door bijscholing, werk- en congresbezoeken. Injaarlijkse functioneringsgesprekken wordt bezien in hoeverre dit budget voor debetreffende medewerker wordt ingezet. Tijdens het bezoek bleek dat de docenten van HTen FA zich voldoende kunnen oriënteren op ontwikkelingen in hun vakgebied. Iederedocent bezoekt jaarlijks één of meer congressen in zijn of haar discipline. Ook volgendocenten cursussen en training op het gebied van onderwijsontwikkeling en vancompetentiegerichte toetssystematiek.42© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Onderwerp 4VoorzieningenFacet 4.1 Materiële voorzieningen HT: voldoendeFA vt: goedFA dt: goedCriteria- De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma terealiseren.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• Het gebouw van de Faculteit Gezondheidszorg voldoet als onderwijsgebouw voor deopleidingen HT en FA. Er zijn voldoende leslokalen en voldoende ruimten voorgroepswerk voor practica en voor colleges. Ook de examenfaciliteiten voldoen.• Het gebouw is goed bereikbaar en goed toegankelijk naar het inzicht van de studentenFA en HT; de studenten zijn tevreden over voorzieningen zoals de kantine en de lockers.• De mediatheek is voor de opleidingen HT en FA afdoende voorzien van relevanteliteratuur, artikelen en tijdschriften, waaronder ook Engelstalige. De organisatie van demediatheek viel het panel in positieve zin op. Handboeken op het gebied vanFarmacologie voor de opleiding FA zijn er tevens voldoende. Met het oog op het op peilhouden van de literatuur wordt door de mediatheekmedewerkers periodiek een lijstrondgestuurd met nieuw verschenen titels en tijdschriften. De docenten geven daaropaan wat er naar hun inzicht moet worden aangeschaft. Via het opleidingsmanagementwordt de mediatheek daarna op de hoogte gesteld van de wensen van de opleiding. Totnog toe is het budget toereikend gebleken.Huidtherapie• Studenten HT gaven in het gesprek met het panel aan in het bijzonder tevreden te zijnover de eigen kliniek waar patiënten op afspraak en doorverwijzing van de huisartsworden behandeld. Studenten geven daarbij overigens aan dat de kliniek niet altijd vooralle studenten beschikbaar is om met bepaalde apparaten bepaalde vaardigheden, zoalselektrisch epileren, te oefenen. Studenten HT ervaren daarnaast dat ruimtes om metgroepen achter een pc te werken beperkt of niet beschikbaar zijn.Facet 4.2 Studiebegeleiding HT: voldoendeFA vt: voldoendeFA dt: voldoendeCriteria- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oogop de studievoortgang.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 43


- De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoeftevan studenten.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• De uitgangspunten van de opleidingen ten aanzien van studentbegeleiding zijngebaseerd op de inzichten over leerprocesgerichte coaching waarbij de student centraalstaat. Inhoudelijke begeleiding vindt plaats via de vakdocent en procesbegeleiding via destudieloopbaanbegeleider (SLB-docent) of tutor.• In de SLB-gesprekken bespreken de studenten hun inhoudelijke studievoortgang metbetrekking tot het verwerven van de beoogde competenties met een SLB-docent.Daarmee wordt bewaakt dat de studenten bij hun keuze van thema’s en van hunprofileringsprogramma hun eigen opleidingsdoelstellingen in het oog houden.• Uit het materiaal dat het panel heeft bestudeerd en de gevoerde gesprekken, blijkt dat inhet begin van de opleiding de inhoudelijke ondersteuning bij het leerproces vooralgegeven wordt door de tutor/studieloopbaanbegeleider, bij de pgo-bijeenkomsten. In delatere studiefasen in de vorm van begeleiding of coaching, op aanvraag.Studieloopbaanbegeleiding gebeurt tijdens de gehele studie, in de vorm vangestructureerde contacten met de SLB-docent in het competentiegebied'professionalisering'.• Wanneer studenten problemen ervaren tijdens hun studie is de SLB-docent de eerstepersoon om te benaderen. Daarnaast kunnen studenten een beroep doen op de decaan,mochten de problemen niet kunnen worden opgelost in overleg met de begeleidendedocenten.Huidtherapie• De opleiding heeft haar beleid ten aanzien van studieloopbaanbegeleiding weergegevenin Handleiding studieloopbaanbegeleiding/Mentoraat van Huidtherapie.• Bij studie-uitval vinden er bij HT exitgesprekken plaats. Daarvan heeft het panel eenstandaardformulier ter inzage gekregen. Ook heeft het panel enkele uitkomsten vangevoerde gesprekken ingezien. Hieruit blijkt, zoals de opleiding tevens aangeeft, dat ergeen eenduidige reden is voor studenten om te vertrekken, maar dat deze uiteenlopendvan aard zijn. De evaluatie heeft daarom niet kunnen leiden tot algemeneverbetermaatregelen.• In de gesprekken met de studenten en met de alumni hoorde het panel dat de meesteproblemen kunnen worden voorkomen door tijdig overleg in de projectgroep of in eenindividueel gesprek tussen student en docent/SLB-docent. Studenten en alumni zijnunaniem in hun positieve oordeel over de zorg en de aandacht die zij ervaren (hebben)tijdens hun opleiding. Mede op grond hiervan concludeert het panel dat destudentbegeleiding voldoet aan de eisen die daaraan te stellen zijn.• De begeleidende docenten bezoeken de studenten tijdens hun stage. De coaching vanstageverleners over hun rol in de begeleiding vindt plaats in contacten van destagedocenten voorafgaande aan de stage. De stageverleners vinden dat dit44© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


geïntensiveerd kan worden. De laatste actieve coaching van stageverleners is volgenshen al weer enkele jaren geleden. Daarbij hebben er veranderingen plaatsgevonden inhet huidige onderwijs waar stageverleners niet altijd van op de hoogte blijken te zijn.Farmakunde• In het begin van de studie FA wordt de inhoudelijke ondersteuning bij het leerprocesvooral gegeven door de vakdocent. Daarnaast ondersteunt de tutor de studenten in hetleerproces. In de latere studiefasen in de vorm van begeleiding of coaching, op aanvraag.Studieloopbaanbegeleiding gebeurt tijdens de gehele studie, in de vorm vangestructureerde contacten met de Studieloopbaanbegeleider in de leerlijn'professionalisering' (zie ook bij 2.2 en 2.7).• In het gesprek met de studenten FA, noemden zij op de vraag naar ‘positieve ennegatieve kanten van de opleiding’ voornamelijk de goede sfeer binnen de opleiding. Hetgaat om aspecten als: samenwerking tussen studenten en docenten, bereikbaarheid vandocenten, openheid in de contacten, betrokkenheid van docenten, persoonlijkebegeleiding. Mede op grond hiervan concludeert het panel dat de studentbegeleidingvoldoet aan de eisen die daaraan te stellen zijn.• Bij studie-uitval vinden er bij FA exitgesprekken plaats. Daarvan heeft het panel eenstandaardformulier ter inzage gekregen.Onderwerp 5Interne kwaliteitzorgFacet 5.1 Evaluatie resultaten HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbarestreefdoelen.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• De opleidingen HT en FA volgen met hun kwaliteitsbeleid het beleid van de FG, zoals isweergegeven in Kwaliteitsbeleid FG 2005-<strong>2007</strong> en het Kwaliteitshandboek FG 2004. Hetkwaliteitshandboek beschrijft het systeem dat vanuit de hogeschool wordt gehanteerd. Ditis beschreven in het Accreditatieprotocol van de HU (2003): een zesjarige cyclus diedirect afgeleid is van het accreditatiekader van de <strong>NVAO</strong>.• Elementen van de aanpak van de kwaliteitszorg voor de opleidingen zijn het meerjarigemanagementcontract tussen de opleidingen en de faculteit, de halfjaarlijksemanagementrapportages en het daaraan gekoppelde halfjaarlijkse document over dePDCA-cyclus van de opleiding. Het panel heeft deze PDCA-cycli voor beide opleidingenkunnen bestuderen.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 45


• De opleidingen hanteren de criteria vanuit het accreditatiekader van de <strong>NVAO</strong> alskwalitatieve streefdoelstellingen waarbij aanvullende doelstellingen zijn geformuleerd tenbehoeve van speerpunten van de hogeschool; ‘flexibiliteit en professionalisering’ en‘internationalisering’• Het STO dat jaarlijks vanuit de HU onder studenten wordt gehouden is geënt op debeschreven doelen van de hogeschool, zoals beschreven in het Accreditatieprotocol vande HU (2003). Het STO kent een beoordeling op een vijfpuntsschaal waarbij 3,0 alsstreefnorm wordt gehanteerd. Het panel heeft voor beide opleidingen STO-uitkomstenkunnen bestuderen.• Daarnaast wordt er tweejaarlijks op hogeschoolniveau een werkbelevingsonderzoekgehouden onder de medewerkers van de hogeschool.Huidtherapie• De opleiding HT werkt met het kwaliteitszorgplan van de Faculteit Gezondheidszorg. Hetfaculteitsbeleid past op zijn beurt binnen het kwaliteitszorgbeleid van de hogeschool. Hetpanel heeft de volgende nota’s over kwaliteitszorg kunnen inzien:- Uitgangspunten Kwaliteitszorg Hogeschool van Utrecht, 2002- Kwaliteitshandboek FG, 2004- Kwaliteitsbeleid FG 2005-<strong>2007</strong> (maart 2005)- Kwaliteitszorg aan de opleiding Huidtherapie (2005)- Evaluatie van blokken- het halfjaarlijkse document PDCA opleiding Huidtherapie• Het panel heeft op grond van deze documenten en op grond van de informatie uit degesprekken met de docenten en het opleidingsmanagement HT kunnen vaststellen dat erafdoende aandacht is voor structurele evaluatie aan de hand van toetsbare streefdoelen.• Het document PDCA opleiding Huidtherapie bevat halfjaarlijks bijgestelderesultaatgerichte afspraken tussen de opleidingsmanager en de faculteitsdirectie afgeleidvan het Accreditatieprotocol van de HU (2003).• In 2004 was er een interne audit bij de opleiding waarbij zij op de doelstellingen vanuithet accreditatieprotocol van de hogeschool is beoordeeld. Op basis hiervan heeft deopleiding een verbeterplan (december 2004) opgesteld waarop Kwaliteitszorg aan deopleiding HT (september 2005) en de PDCA opleiding Huidtherapie (2005) zijngebaseerd.Farmakunde• Het kwaliteitszorgplan van de opleiding FA sluit aan bij dat van de FaculteitGezondheidszorg. Het faculteitsbeleid past op zijn beurt binnen het kwaliteitszorgbeleidvan de hogeschool. Het panel heeft van deze drie niveaus de nota's kwaliteitszorgkunnen inzien:- Uitgangspunten Kwaliteitszorg Hogeschool van Utrecht, 2002- Kwaliteitshandboek FG, 2004- Kwaliteitsbeleid FG 2005-<strong>2007</strong> (maart 2005)- Kwaliteitszorg aan de opleiding Farmakunde (december 2005)- Blokevaluaties Farmakunde46© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


- het halfjaarlijkse document PDCA opleiding Farmakunde.• Het panel heeft op grond van deze documenten en op grond van de informatie uit degesprekken met de docenten en het opleidingsmanagement FA kunnen vaststellen dat erafdoende aandacht is voor structurele evaluatie aan de hand van toetsbare streefdoelen.• De PDCA-cyclus is als instrument afdoende ingebed in de opleiding FA. Elementen vande aanpak van kwaliteitszorg zijn het meerjarige managementcontract tussen deopleiding FA en de Faculteit, de halfjaarlijkse managementsrapportages en het daaraangekoppelde halfjaarlijkse document PDCA Opleiding Farmakunde. In dit laatste documentlegt de opleiding FA de actuele situatie vast over evaluatieresultaten en over maatregelenop basis van die evaluaties.• Het document PDCA Opleiding Farmakunde bevat halfjaarlijks bijgestelderesultaatgerichte afspraken tussen enerzijds het management, te weten deopleidingscoördinator en de afdelingsdirecteur en anderzijds de faculteitsdirectie. Dezewerkwijze is afgeleid van het accreditatieprotocol van de HU.• In 2004 was er een interne audit bij de opleiding FA. Deze audit heeft geleid tot eenverbeterplan. Het panel had inzage in dit plan. Elementen zijn onder meer aanpassingvan de inhoud van de leerlijn ict en die van de leerlijn mondelinge communicatie (zie ookbij 5.2).• Kwaliteitszorg heeft expliciete plaats gekregen in de vergaderingen van decurriculumcommissie. De opleiding FA heeft in 2005 een kwaliteitszorgfunctionarisaangesteld.Facet 5.2 Maatregelen tot verbetering HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbareverbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Huidtherapie• Het panel constateert dat een structurele inbedding van kwaliteitszorg middels de PDCAsystematiekrecent heeft plaatsgevonden op opleidingsniveau. Dat blijkt uit het documentKwaliteitszorg aan de opleiding HT (2005) en de daarin beschrevenverbeterdoelstellingen die zijn ontleend aan de evaluatieve interne audit in 2004.• De verbeterdoelstellingen die voor de opleiding zijn geformuleerd, zijn in lijn metvastgestelde doelstellingen in het accreditatieprotocol van de HU. Dit verbetertraject isingebed in een zesjarige cyclus.• Het panel constateert dat er verbeterdoelstellingen zijn geformuleerd voor het verdervormgegeven van het competentiegericht onderwijs. In de verbetercyclus van de© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 47


opleiding zag het panel elementen als verbetering van werkvormen, toetsing en hetstructureel inbedden van feedback van externen.• De veranderingen die het panel heeft aangetroffen hebben vooral plaatsgevonden opbasis van het jaarlijkse studenttevredenheidsonderzoek van de HU. Dit STO is geënt ophet accreditatieprotocol van de HU. Hierdoor kunnen binnen de opleiding jaarlijksmogelijke verbeteringen worden benoemd, die in lijn zijn met de beoogde kwalitatievedoelstellingen die iedere zes jaar worden geëvalueerd.Farmakunde• Op basis van de uitkomsten van de PDCA-cyclus en op grond van de uitkomsten van deinterne audit, zijn er in de afgelopen jaren verbeteringen doorgevoerd bij de opleiding FA.Het panel heeft documentatie bestudeerd van deze interne audit.• Enkele van de verbeteringen: de leerlijn Communicatie is verfijnd tot twee gescheidenleerlijnen, te weten Schriftelijke Communicatie en Mondelinge Communicatie. Ook is hetvak Engels toegevoegd.• Het instellen van een deeltijdopleiding in september 2005, waarvoor de voorbereidingenzijn gestart in 2003, is een reactie op vragen van studenten die werk en studie willencombineren.• De structuur voor kwaliteitszorg die in 5.1 is geschetst, zorgt voor een formelehalfjaarlijkse bijsturing op basis van evaluatieresultaten.Facet 5.3Betrekken van medewerkers, studenten, alumni enhet beroepenveldHT: voldoendeFA vt: voldoendeFA dt: voldoendeCriteria- Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemendberoepenveld van de opleiding actief betrokken.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• De opleidingen hebben in hun zelfevaluatierapporten beschreven hoe de verschillendepartijen bij kwaliteitszorg zijn betrokken:- Vanuit de HU vindt jaarlijks het STO onder studenten plaats (zie ook bij 5.1). Dezegegevens zijn van belang voor de verder verbeterdoelstellingen op faculteits- enopleidingsniveau (zie ook bij 5.2).- Op hogeschoolniveau vindt tweejaarlijks het werkbelevingsonderzoek (WBO) ondermedewerkers plaats (zie ook bij 5.1).- In de facultaire medenzeggenschapsraad zijn de opleidingen HT en FAvertegenwoordigd met enkele studenten van beide opleidingen. In de vergaderingenvan deze medenzeggenschapsraad is kwaliteitszorg een vast agendapunt. Demedezeggenschapsraad adviseert de faculteitsdirectie.48© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


- Studenten worden op verschillende momenten schriftelijk bevraagd over hetonderwijs, middels het STO en de evaluaties van de blokken. Bovendien worden deverbetervoorstellen onder meer aan de studenten voorgelegd.- De docenten zijn betrokken bij de kwaliteitszorg via de docentvergaderingen, hetWBO en collegiaal overleg/onderlinge consultatie. Alle docenten zijn verantwoordelijkvoor het realiseren van de verbeteracties.Huidtherapie• Op grond van documenten (zie ook bij 5.1), de gesprekken met studenten, alumni,docenten en werkveld, heeft het panel kunnen vaststellen dat de opleiding HT defeedback op de opleiding van alle betrokkenen heeft ingebed in dekwaliteitszorgsystematiek.• Daarbij heeft het panel geconstateerd dat niet voor alle betrokkenen zichtbaar is hoe deverschillende cycli op opleidingsniveau zijn. Dit geldt onder meer voor de studenten,zoals blijkt uit informatie uit het STO 2005:- de studenten vinden wel is waar dat zij regelmatig bij de opleiding worden betrokken(score 4,0), menen daarnaast maar dat zij onvoldoende worden geïnformeerd overde uitkomsten van evaluaties (score 2,5);- verder vinden de studenten dat niet voldoende zichtbaar is wat de opleiding doet methun suggesties (score 2,2);- tevredenheidscores over de klachtenafhandeling zitten net onder de 3,0.• De docenten gaven in gesprek met het panel voorbeelden van aanpassingen in hetprogramma, ter illustratie van het bestaan van een continu verbeterproces. Enkele vandeze voorbeelden zijn: invoering van digitale klinische fotografie, meer aandachtmethodisch handelen en aanpassingen in de werkvormen.• De opleiding beoogt haar alumni bij de kwaliteitszorg te betrekken via de recent gestartealumnivereniging. Deze vereniging heeft het karakter van een netwerk. Het panel merktop dat de vereniging niet directe inhoudelijke feedback voor de opleiding beoogt, zoalsblijkt uit gesprek met verschillende alumni. In de jaarlijkse bijeenkomsten, waarvanbinnenkort de eerste plaats gaat vinden, staat steeds een praktijkthema ter discussie.• Het werkveld HT wordt betrokken bij kwaliteitszorg via stage- en afstudeerprojecten ende beoordelingen daarvan. De docenten gaven in gesprek met het panel aan zich terichten op hun collega’s uit het veld. De stageverleners geven echter aan dat zijverschillende punten van feedback hebben, maar deze niet goed bij de opleiding kwijt tekunnen. Evenals de studenten geven zij aan niet duidelijk te weten wat de opleidingbeoogt met haar feedback en, in het verlengde daarvan, welke feedback de opleiding vanstageverleners verwacht.• De inspraak door het werkveld is onder meer geregeld via de driemaandelijkseoverleggen tussen het opleidingsmanagement en vertegenwoordigers van de NVH. Ditoverleg is vooral gericht op de ontwikkeling van de opleiding samen met die van hetberoep.• Inhoudelijke feedback uit het werkveld verkreeg de opleiding verder, tot eind 2005, vianiet geformaliseerde contacten, zo blijkt uit voorbeelden van de docenten en hetopleidingsmanagement.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 49


Farmakunde• Het panel heeft kunnen vaststellen, op grond van de documenten, de gesprekken metstudenten, alumni, docenten en werkveld, dat de opleiding FA de mening van allebetrokkenen structureel polst en informeert over alle relevante zaken. Daarvoor zijn ervoor de verschillende partijen diverse kanalen:- Studenten: via de facultaire medezeggenschapsraad en via onderwijsevaluaties.- Docenten: via structureel en informeel overleg en via de medezeggenschapsraad.- Werkveld: via overleg met de BVC en via formele en informele contacten tussendocenten, stagebieders, opdrachtgevers voor afstudeerprojecten. Ook via het wervenvan en het overleg met gastdocenten is er overleg over de opleiding en het werkveldwaaruit de gastdocenten afkomstig zijn. De beroepsvereniging io van Farmakundigenbiedt vanaf het voorjaar van 2006 een aanvullende structurele mogelijkheid voor hetbetrekken van ‘het werkveld’ bij ontwikkelingen binnen de opleiding.- Stagebieders: via formeel en informeel overleg rond de stages, stagefasering,stagedrempels, wijze van beoordelen en (afstudeer)opdrachten.- Alumni: via de alumnivereniging.• Alle betrokkenen betoonden zich in de gesprekken tevreden over de wijze waarop zijgeïnformeerd blijven over de opleiding. Wat betreft de studenten werd dit beeld bevestigdin het gesprek tijdens de visitatie.• De informatielijnen binnen de opleiding zijn kort en naast formele informatieoverdracht instructureel overleg, is er ook informeel overleg tussen alle betrokkenen. Daardoor wordtsnel gesignaleerd als er reden is voor aanvullende evaluatie of aanvullende informatie.Onderwerp 6Condities voor continuïteitFacet 6.1 Gerealiseerd niveau HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefdeeindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• Het panel (HT en FA) heeft de handleiding Afstuderen in de FG (september 2005)bestudeerd. Hierin is duidelijk weergegeven hoe het afstudeerjaar voor een opleidingbinnen de faculteit is ingericht: afstudeerstage, afstudeeronderzoek, presentatie van hetonderzoek. Ook de beoordelingsprocedure, met daarbij de criteria en –normen, isinzichtelijk.50© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


• Het afstudeerproces geeft het panel vertrouwen dat eenduidig kan worden bepaald of destudenten HT en FA de beoogde eindkwalificaties bereiken, wat betreft dedomeinspecifieke eisen, het niveau en de hbo-oriëntatie.• Het afstuderen vindt bij HT individueel plaats of in tweetallen, bij FA alleen individueel. Deafstudeeropdrachten worden voorafgaande aan het afstudeerjaar goedgekeurd door debegeleidende docent. De criteria hiervoor zijn opgenomen in de afstudeerhandleiding.Huidtherapie• Het panel heeft twaalf afstudeeronderzoeken bestudeerd en acht verslagen vanafstudeerstages, van de afstudeercohorten 2005 en 2004. De beoordelingsformulierenwaren bijgevoegd. Het panel is van mening dat de stageverslagen een goed inzichtgeven in de competenties van de studenten en dat het niveau voldoet.• De afstudeeronderzoeken laten zien dat de studenten in staat zijn eenonderzoeksopdracht te formuleren, een onderzoeksopzet te maken en het onderzoek uitte voeren. Dit laatste betreft onder meer: enquêtes opstellen, een inventariserendonderzoek uitvoeren en analyseren van de uitkomsten. Het panel beoordeelt de thema’sen onderzoeksvragen en vindt deze vernieuwend; de onderwerpen liggen in hetverlengde van de ontwikkelingen in het veld. De wijze waarop studenten ingaan op deonderzoeksvragen vindt het panel getuigen van een goede uitwerking passend bij hethbo-niveau. Dit geldt ook voor de wetenschappelijke onderbouwing van het onderzoek(evidence based medicine).• Uit het gesprek van het panel met alumni en met vertegenwoordigers van het werkveldblijkt dat afgestudeerden in de praktijk goed voldoen.• De BVC heeft als taak de afstudeerwerkstukken te bestuderen. Met de uitkomstenhiervan beoogt de opleiding het niveau te waarborgen.Farmakunde• Het panel heeft acht afstudeeronderzoeken bestudeerd en vijf verslagen vanafstudeerstages, van het eerste afstudeercohort (2005). De beoordelingsformulierenwaren bijgevoegd. Het panel is van mening dat de stageverslagen een goed inzichtgeven in de competenties van de studenten en dat het niveau voldoet.• De afstudeeronderzoeken laten zien dat de studenten in staat zijn eenonderzoeksopdracht te formuleren, een onderzoeksopzet te maken en het onderzoek uitte voeren. Dit laatste betreft onder meer: enquêtes opstellen, een inventariserendonderzoek uitvoeren en analyseren van de uitkomsten.• Uit het gesprek van het panel met alumni en met vertegenwoordigers van het werkveldblijkt dat afgestudeerden in de praktijk goed voldoen.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 51


Facet 6.2 Onderwijsrendement HT: goedFA vt: goedFA dt: goedCriteria- Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevanteandere opleidingen.- Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers.De oordelen berusten op de volgende argumentatie:Algemeen• Streefcijfers ten behoeve van rendementen zijn op faculteitsniveau vastgesteld, metuitzondering van de instroom;- doorstroom naar de hoofdfase: 75%- studieduur afstudeerders: maximaal 4,5 jaar- studiepuntenrendement: 80% = 48 EC’s- studieduur studiestakers: maximaal 1 jaar- propedeuseduur: 75% binnen 2 jaar- onderwijsvraagfactor: 1,0• Het panel heeft in bijlage 4 een weergave van de CRIHO-gegevens van de opleidingenHT en FA vergeleken met de rendementen van de FG en van de opleiding OrthopedischeTechnologie van Fontys Hogescholen. Deze laatste keuze is gemaakt omdat ook deopleiding net als Huidtherapie een paramedische opleiding is waarvoor er in Nederlandmaar één opleidingsmogelijkheid is.Huidtherapie• De opleiding HT kent een numerus fixus voor de instroom van 100 studenten per jaar.Voor de overgang van studenten naar de hoofdfase hanteert de opleiding een hogerestreefnorm ten opzichte van de faculteit, namelijk een streven van 80%.• De hierboven vermelde streefcijfers van de faculteit en de opleiding zijn in grote lijnenbehaald, zo heeft het panel kunnen afleiden uit de cijfers die de opleiding FA en de FGbeschikbaar hadden gesteld.Farmakunde• Het panel heeft kunnen vaststellen dat de opleiding FA realistische streefcijfers heeftgeformuleerd. Dit betreft enerzijds de instroom voor de voltijdse en deeltijdse opleiding, teweten respectievelijk 60 en 25 studenten. Een andere streefnorm betreft de docentstudent-ratiovan 26,5 (zie ook 3.2).• De hierboven vermelde streefcijfers van de faculteit en de opleiding zijn in grote lijnenbehaald, zo heeft het panel kunnen afleiden uit de cijfers die de opleiding FA en de FGbeschikbaar hadden gesteld (zie ook bijlage 4):- de instroom voor de opleiding FA is iets groter dan het streefcijfer;52© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


- er zijn marginaal minder docenten dan beoogd in het streefcijfer;- het propedeuserendement wordt ruimschoots behaald;- de gemiddelde studieduur van studiestakers is korter ddan de gestelde streefduurvan 1 jaar;- de gemiddelde studieduur van afstuderenden is korter dan de streefduur van 4,5 jaar.© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 53


54© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Deel C: Bijlagen© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 55


Bijlage 1:Onafhankelijkheidsverklaring panelleden56© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 57


58© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 59


60© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 61


62© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Bijlage 2:Deskundigheden panelHuidtherapie en Farmakunde Hogeschool UtrechtDeskundigheid cf. Protocol VBI’s; 22augustus 2005Panellid domein:Mevrouw dr. J.A. VriezenPanellid domein Huidtherapie:De heer dr. P.J. VelthuisPanellid domein Farmakunde:De heer prof.dr. R. RemiePanellid student:Mevrouw L.E. EijsackersPanellid NQA:Mevrouw drs. R. van EmpelPanellid NQAMevrouw M. SnelRelevante werkvelddeskundigheid X XVakdeskundigheid:Vertrouwd met meest recenteontwikkelingenXXVakdeskundigheid:Vertrouwd met lesgeven en beoordeling entoetsing minstens op niveau/oriëntatie tebeoordelen opleidingX X XOnderwijsdeskundigheid X X XStudentgebonden deskundigheidXVisitatiedeskundigheid X X X X X XNadere informatie over de achtergronden van de panelleden:Mevrouw dr. J.A. VriezenMevrouw Vriezen is ingezet vanwege haar ervaring met beleid en management in de zorg,kwaliteitszorg, implementatie en samenwerking en vanwege haar expertise op het gebied vanmaatschappelijke gezondheidszorg en verpleegkunde. Mevrouw Vriezen heeft daarnaastonderwijservaring als universitair docent. Mevrouw Vriezen heeft deelgenomen aan de NQAauditortraining Hoger Onderwijs.Opleiding1974 Gymnasium A1977 – 1983 Culturele Antropologie, specialisme medische antropologie en etnische minderheden,UvA1993 Gepromoveerd in de politiek en sociaal-culturele wetenschappen, UvA© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 63


1997 – 1999 Post doctorale opleiding Beleid en Management in de Gezondheidszorg, ErasmusUniversiteit Rotterdam2001 – 2003 Cursussen: onder andere presentaties houden, conflicthantering en effectiefvergaderen.Werkervaring1974 – 1977 Correspondent buitenland1983 – 1986 Toegevoegd onderzoeker1986 – 1990 Universitair docent1990 – 1996 Coaching professionals in de gezondheidszorg en gepubliceerd1997 – 2001 Freelance onderzoeker en organisatieadviseur in de gezondheidszorg met namegericht op kwaliteitszorg;Lid van Klachtencommissie van de SIGRA (verzorgings-, verpleeghuizen engehandicaptenzorg).2001 - Stafmedewerker bij het NHG, vooral belast met het verbeteren van kwaliteit van zorgin de eerste lijn en het tot stand brengen van samenwerkingsafspraken2004 - Lid klachtencommissie AHV (huisartsen)Panellid domein Huidtherapie de heer dr. P VelthuisDe heer Velthuis is ingezet als panellid in verband met zijn expertise op het gebied van huidtherapie.Door zijn ervaringen als dermatoloog en als directeur van een keten van schoonheidsklinieken heeftde heer Velthuis internationale domeindeskundigheid en is hij op de hoogte van de internationaleontwikkelingen op dit vakgebied. De heer Velthuis heeft daarnaast ervaring als docent, bij de afdelingDermatologie van het Erasmus Medisch Centrum Universiteit Rotterdam. De heer Velthuis heeftindividuele instructie ontvangen over de werkwijze van beoordelingspanels van NQA.Opleiding:1973 – 1981 Geneeskunde Vrije Universiteit, Amsterdam1982 – 1986 Opleiding tot dermatoloog, Academisch Ziekenhuis UtrechtWerkervaring:1986 – heden Werkzaam als dermatoloog in eigen praktijk, tevens werkzaam als staflid afdelingdermatologie Erasmus Medisch Centrum RotterdamDe heer prof.dr. R. RemieDe heer Remie is ingezet in verband met zijn expertise op het gebied van farmaceutischebedrijvigheid. Daarnaast heeft de heer Remie ruime vakkennis op het gebied van de farmacologie.Door zijn functie als Scientific Director bij het International Microsurgical Training Centre is de heerRemie op de hoogte van internationale ontwikkelingen, zowel op het vakgebied als oponderwijsgebied met betrekking tot farmakunde, chemie en biomedische vakken. De heer Remie heeftonderwijservaring als hoogleraar microchirurgie. De heer Remie heeft deelgenomen aan de NQAauditortraining Hoger Onderwijs.64© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Opleiding:1966 – 1972 HBS-B1973 – 1983 Universiteit Groningen, Farmacie1983 – 1989 Promotieonderzoek1991 – 1992 PAO Proefdierkunde, UtrechtWerkervaring:1989 – heden Solvay Pharmaceuticals1989 – 2001 Farmacoloog1991 – 1999 Proefdierdeskundige en Hoofd Afdeling Proefdierkunde1996 – 1998 Hoofd Afdeling Bedrijfsgezondheidsdienst1997 – heden Hoogleraar microchirurgie en experimentele technieken bij proefdieren1990 – heden Voorzitter van de Stichting Microsurgical Developments2001 – heden CEO 3-R’s Education and Consultancy2001 – heden DGA, scientific Director, International Microsurgical Training CentreMevrouw L.E. EijsackersMevrouw Eijsackers is derdejaars student Podotherapie aan de Fontys Hogeschool. Daarnaast ismevrouw Eijsackers lid van de opleidingscommissie. Mevrouw Eijsackers is qua leeftijd representatiefvoor de primaire doelgroep van de opleiding. Zij heeft deelgenomen aan de NQA-auditortrainingHoger Onderwijs.Opleiding:2003 – 2008 Podotherapie, Fontys HogescholenMevrouw drs. R. van EmpelMevrouw van Empel Is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft vijf jaar ervaring met visiteren in vrijwel allesectoren van het hbo en heeft auditdeskundigheid op grond deze werkervaring en op grond vanauditcursussen gevolgd bij Lloyd’s Register.Opleiding:1969 – 1975 Doctoraalstudie Sociologie/Planologie Universiteit UtrechtCursussen:1975 en 1978 Postdocs bestuurskunde Erasmus Universiteit (Rosenthal en Van Schendelen),Rotterdam1975 – 1980 diverse bedrijfscursussen, o.m. Inspraak en Voorlichting, projectmanagement,beleidsadvisering, Utrecht1990 Gebouwde omgeving, Informeel Toezicht en Kleine Criminaliteit, Geoplan1985 – 1996 diverse bijscholingen op het gebied van sociale volkshuisvesting, NCIV, NWR, Aedes1998 Starterscursus eigen onderneming, KvK Utrecht 19982001/2002 ‘Persoonlijke Effectiviteit’, De Baak2003 Competentiegericht toetsen, SBONQA/Lloyd’s training auditor opleidingen hoger onderwijs© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 65


Maart 2003Dec. 2003Sept. 2004Thymos verzakelijkingstrajectThymos AdviesvaardighedenTraining Auditor Hoger Onderwijs, NQA i.s.m. Lloyds RegisterWerkervaring:1972 – 1974 Studentassistent bij hoogleraar Sociologie, Rijksuniversiteit Utrecht,1975 – 1980 Beleidsmedewerker/stafmedewerker gemeentesecretarie Utrecht, afdeling RuimtelijkeOrdening en stadsontwikkeling/-vernieuwing1980 – 1992 Landelijk consulent/extern adviseur Stichting Ruimte/LANS (Rotterdam/Utrecht):gemeentelijk en regionaal beleid bij jeugdwelzijn en –voorzieningen1993 – 1996 Diverse privé-opdrachten van kleine gemeenten en (welzijns)instellingen, onderandereadviezen over locatiekeuze, planning en beheer welzijnsaccommodaties,organisatie studiedagen/congressen1997 Ondersteuning Afdeling Scheikunde Universiteit Utrecht bij beoordelingonderwijskwaliteit wetenschappelijk personeel (WP-flow ’97)1997 – 1999 Panelsecretary Dutch Validation Council2001 – 2004 Secretaris visitatiecommissies HBO-raad2004 – heden Beleidsmedewerker en auditor NQA1997 Ondersteuning Afdeling Scheikunde Universiteit Utrecht bij beoordelingonderwijskwaliteit wetenschappelijk personeel (WP-flow ’97)1997 – 1999 Panelsecretary Dutch Validation Council2001 – 2004 Secretaris visitatiecommissies HBO-raad2004 – heden Beleidsmedewerker en auditor NQAOverig:1985 – 1997 Bestuurslidmaatschap Woningbouwvereniging Juliana, Utrecht1982 – 1985 Bestuurslidmaatschap Stedelijke Stichting Welzijnsbevordering UtrechtMevrouw M. SnelMevrouw Snel heeft als student panellid en als NQA-auditor ervaring met visiteren. Zij is getraind alsauditor Hoger Onderwijs NQA in samenwerking met Lloyds Register.Opleiding:2004 bachelor HRM, Personeel & Arbeid, Saxion Hogeschool EnschedeWerkervaring:2004 – 2005 Jr-personeelsadviseur, de Twentse zorgcentra2005 – heden NQA-auditor, the Netherlands Quality AgencyCursus:Maart 2004Training Auditor Hoger Onderwijs, NQA i.s.m. Lloyds Register66© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Bijlage 3:BezoekprogrammaProgramma visitatie Farmakunde en Huidtherapie op 16 maart 2006Donderdag 16 maart 2006Tijd Onderdeel Deelnemers FG Deeknemers NQA LokaalOntvangst2.152opleidingsmanagement panel8.45 –9.00uur9.00 –11.30uur11.30 –12.15uur12.15 –13.00uur13.00 –13.45uur13.45 –14.45uur13.45 –14.45uurHarm Drost, AnemiekeRoestenbergHans MerkxFrank Posthumus, TanjaKomen, Peter MulLenneke Oudkerk, HannieSchut, Dineke SmitMw. dr. J.A. VriezenDhr. P.J. Velthuis, arts(domeindeskundige HT)Mw. M. Snel (NQA)Dhr. prof. dr. R.R. Remie(domeindeskundige FA)Mw. L. Eijsackers(student)Mw. drs. R. van Empel(NQA)Materiaal bestudering Geen Allen HT in3.130FA in2.130OpleidingsmanagementHuidtherapieOpleidingsmanagementFarmakundeLunch + intern overlegStudenten HuidtherapieStudenten FarmakundeHans Merkx(instituutsdirecteur)Frank Posthumus(opleidingscoördinator)Anne Vliek (coordinatordeeltijd)Ingeborg van Dijke(projectleideronderwijsvernieuwing)Hans Merkx(instituutsdirecteur)Tanja Komen(opleidingscoördinatorvoltijd)Peter Mul (coördinatordeeltijd)Mw. Katrien Verheye 1 stejrs + OC-lidMw. Helen Feron 2 de jrsMw. Fieke v. Gemert 2 deMw. Dana Bom 3 de jrsMw. Inge Goossen 3jrsMw. Femke de Vries 4 de jrs+ Oc-lidDhr. Recep Ermis 1 ste jrsDhr. Daan Knijnenburg 1 stejrs – deeltijdMw. Zarina Laman 2 de jrs +OC-lidMw. Jean VriezenDhr. Peter VelthuisMw. Merijn SnelMw. Laura EijsackersDhr. René RemieMw. Roelien van EmpelMw. Laura EijsackersMw. Jean VriezenMw. Jean VriezenDhr. Peter VelthuisMw. Merijn SnelDhr. René RemieMw. Roelien van EmpelMw. Laura EijsackersMw. Jean VriezenDhr. Peter VelthuisMw. Merijn SnelDhr. René RemieMw. Roelien van EmpelMw. Laura Eijsackers3.1402.1403.1403.1402.140© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 67


14.45 –15.45uur14.45 –15.45uur15.45 –16.45uur16.45 –17.45uurDocenten HuidtherapieDocenten FarmakundePauzeIntern overlegRondleidingAlumni en WerkveldHuidtherapieDhr. Vincent Martina 2 de jrsMw. Carmela de Krieger3 de jrs + OC-lidMw. Thea Roersma 3de jrsMw. Patricia v.d. Veeken4 de jrs + OC-lidMw. Mariska Roestenburg4 de jrs + OC-lidMw. Akke Tschur (doc.Huidtherapie)Mw. Tessa Bottenberg(doc. Huidtherapie)Dhr. Maarten v. Baaren(doc. + toets cie.)Mw. Emmy v. Elven (doc.Medische vakken)Mw. Jeanine Pruijssers(praktijkbegeleider kliniekHuidtherapie)Mw. Anja Buijs(coördinatorStudieloopbaan)Mw. Jacqueline v.d.Bercken (Communicatie)Mw. Dita van Beek(Professionalisering)Dhr. Ad van Dooren(Organisatie, Stage)Dhr. Simon Klein(kwaliteitszorg)Mw. Nelleke Stegeman(onderzoek)Mw. Lia Botman(Farmacologie)Mw. Esther v. Deursen(Voorlichting, Stage)Student HTStudent FAMw. Dineke Smit(coördinator kwaliteitzorg)Mw. Bolinda Hoeksema(teamleiderStudielandschap)Mw. Yamilé Roding(Huidtherapeut alumnus)Mw. Cindy Jacobs(Huidtherapeut, alumnus)Mw. Yvonne Born(Huidtherapeut, BVC-lid)Dhr. Theo v.d. Bom(zorgverzekeraar, BVC-lid)Mw. José Gerrebrands-Otten (Huidtherapeut,stageverlener)Mw. Mirjam v.d. Vlag(Huidtherapeut,stageverlener)Mw. Clara Feenstra / mw.Toke JoachimstalMw. Jean VriezenDhr. Peter VelthuisMw. Merijn SnelDhr. René RemieMw. Roelien van EmpelMw. Laura EijsackersMw. Jean VriezenDhr. Peter VelthuisMw. Merijn SnelDhr. René RemieMw. Roelien van EmpelMw. Laura EijsackersMw. Jean VriezenDhr. Peter VelthuisMw. Merijn Snel3.1402.1403.14068© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


16.45 –17.45uur17.45 –18.00uur18.00 –18.30uur18.30 –19.00Alumni en WerkveldFarmakundePauze, intern overlegOpleidingsmanagementHuidtherapieOpleidingsmanagementFarmakunde(Huidtherapeut, bestuurslidNVH)Mw. Marcelline van Goyen(bestuurslid NVH)Mw. Ellen v. Dam(Farmakundige, Brocasef)Mw. Leonie Reinders(Farmakundige, Lilly NL)Dhr. Jan de Smidt (BVC,WINap, KNMP)Mw. Esther Uijtendaal(BVC, UMCU)Dhr. Linde (Stageverlenerapotheek Almere)Dhr. Steven Bams(stageverlener ColoplastAmersfoort)Hans MerkxFrank PosthumusAnne VliekIngeborg van DijkeHans MerkxTanja KomenPeter MulDhr. René RemieMw. Roelien van EmpelMw. Laura EijsackersMw. Jean VriezenDhr. Peter VelthuisMw. Merijn SnelDhr. René RemieMw. Roelien van EmpelMw. Laura EijsackersMw. Jean VriezenDhr. Peter VelthuisMw. Merijn SnelMw. Laura EijsackersDhr. René RemieMw. Roelien van EmpelMw. Laura EijsackersMw. Jean Vriezen2.1403.1402.14019.00 – Korte pauze, intern19.05 overleg19.05 Afsluiting Allen Allen 2.140© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 69


70© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Bijlage 4:KengetallenIn deze bijlage worden in tabellen de kwantitatieve rendementen van de opleidingenFarmakunde, Huidtherapie, opleiding tot verpleegkundige van Hogeschool Utrechtvergeleken met de gemiddelden van de opleiding Orthopedische Technologie (OT) vanFontys. FA, HT en OT zijn alledrie enig in zijn soort in Nederland en relatief jong. Er zijn voorFA, HT en OT geen rendementen 5 en 8 jaar aanwezig.Tabel 1: Gegevens Opleidingen Farmakunde, Huidtherapie, Verpleegkundige HogeschoolUtrecht en het gemiddelde Orthopedische Technologie (Fontys) (Voltijd).Gemiddelde studieduurvan gediplomeerdenuitstroomcohort jaar X(in maanden)Gemiddelde studieduurstudiestakers in maandenvan het uitstroomcohort injaar X (in maanden)Bron: website HBO-raad.HTFAVOTHTFAVOT2000 2001 2002 2003 2004--50,3---19,4---54,0-11,39,422,98,322,5-54,311,012,311,317,414,032,0-49,612,413,610,217,811,448,748,851,544,816,612,620,414,7Tabel 2: Gegevens Opleidingen Farmakunde, Huidtherapie, Verpleegkundige HogeschoolUtrecht en het gemiddelde Orthopedische Technologie (Fontys) (Voltijd).Percentage uitval na 1 jaarPercentage uitval na 3 jaarBron: website HBO-raad.HTFAVOTHTFAVOT1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004------39,0-------40,0---29,7---38,6-35,931,020,757,141,038,130,864,337,538,625,620,847,240,937,425,041,130,823,223,3----29,434,821,313,3----© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 71


Tabel 3: Gegevens Opleidingen Farmakunde, Huidtherapie, Verpleegkundige HogeschoolUtrecht en het gemiddelde Orthopedische Technologie (Fontys) (Voltijd).Aantal inschrijvingenInstroomAantal behaalde diploma’sBron: website HBO-raad.HTFAVOTHTFAVOTHTFAVOT2000 2001 2002 2003 2004 2005----------102-27342780142653918110--126-3097379930134411922352-1651036610682844173512452849-15614344133898379939293133218181536618289572988125138----72© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor


Bijlage 5:Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaalAlgemeen Hogeschool Utrecht, Faculteit GezondheidszorgOrganogram faculteit in Management Review Faculteit Gezondheidszorg HU; 2005‘Scherp op Koers’ Strategisch Plan Hogeschool van Utrecht; 2002 – 2006Accreditatieprotocol van de Hogeschool van Utrecht; 2003Management Review FG; december 2005notitie ‘Gezond Grensverkeer’ versie 1.3, Hogeschool van Utrecht, juni 2005Van Competenties naar Curricula FG 2003Onderwijsprofiel Hogeschool Utrecht; kader voor innovaties 2005-<strong>2007</strong>Enquêteresultaten Studenttevredenheidsonderzoek Hogeschool Utrecht: 2004 en 2005.Overzicht van resultaten op de HU-blokenquetes.2003-2004 en 2004-2005‘Afstuderen in de FG’ 2005; de bijdrage van bachelor-opleidingen aan kenniscirculatie; 2005Documenten van de OnderwijsraadHvU richtlijn uitvoering bachelor-master-structuur 2002, en HvU richtlijn vormgevingprofileringsruimteInternationalisering FG Activiteitenplan 2004-2006Fact Finding Mission van de FG; 2005Projectplan ‘Ínternational Health Studies (IHS) binnen de FG bachelor opleidingen’; 2003Bilateraal Management Overleg 28-11-05 (rapportage FG)Jaarverslag studentendecanen FG 2003-2004Projectplan toetsing in een competentiegerichte leeromgeving FGPersoneelsplan FG 2005-<strong>2007</strong>Werkbelevingsonderzoek HvU 2003; en werkbelevingsonderzoek HvU 2005Regeling Beoordelings- en functioneringsgesprekken HvU, sept. 2003Inwerkgids nieuwe docentOrganisatieplan 2002Naar het Instituut voor Paramedische Studies; maart 2005Actieplan herinrichting FGKwaliteitszorg Faculteit Gezondheidszorg; zie blauwe map Kwaliteitszorg FGEvinac: beoordelingskader HvU t.b.v. accreditatie bacheloropleidingen; 2004PDCA FGOpleidingen Farmakunde en HuidtherapieStage-informatiemappenStudiegidsenPDCA opleiding Farmakunde en PDCA opleiding HuidtherapieAfstudeeronderzoeken© NQA - visitatie Hogeschool Utrecht, Opleidingen Huidtherapie en Farmakunde, hbo bachelor 73

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!