13.07.2015 Views

Ecotoerisme - Universiteit Utrecht

Ecotoerisme - Universiteit Utrecht

Ecotoerisme - Universiteit Utrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

taalwetenschappelijke subdiscipline die met principes uit de ecologie naar het fenomeentaal kijkt (Jung, 2001: 272). Er wordt binnen de ecolinguïstiek in termen van wisselwerkingentussen processen gedacht, in tegenstelling tot taalkundige benaderingen die in de structuurvan een taal geïnteresseerd zijn (Fill, 1993: 4). De keuze voor ecolinguïstiek is voornamelijkvoortgekomen uit het feit dat het beantwoorden van onze vraag taalwetenschappelijkekennis verlangt die zich niet tot het systeem taal of de relatie tussen taal en mens beperkt.De ecolinguïstiek omvat vele verschillende onderzoeksgebieden. 3,4 In dit artikel is voor deecologische taalkritiek (ecological criticism of languages (Jung, 2001: 270)) 5 gekozen, omdatdeze de wisselwerking tussen mens, taal en milieu beschouwt.Ecologische taalkritiek baseert, net zo als alle andere ecolinguïstische stromingen,haar inzichten op de aanname dat er wisselwerkingen tussen processen zijn. De ecologischetaalkritiek gaat uit van complexe wisselwerkingen tussen taal, mens en milieu (Fill, 1993: 4).Volgens de taalwetenschapper Alwin Fill weerspiegelt taal de menselijke houding tegenoverde natuur (1993: 103). De mens benoemt de wereld volgens hem vooral vanuit eenantropocentrisch perspectief, hetgeen hij gelijk stelt aan het benoemen van de omgeving opgrond van het nut voor de mens (1993: 104). Volgens Fill is het mogelijk noch wenselijk omalle antropocentrismen uit de taal te verwijderen (1993: 115). Het lijkt hem echter welmogelijk mensen hiervan bewust te maken (1993: 115). Fill denkt dat eenbewustzijnsvergroting het vormen van ecologische benoemingen (1993: 110) kan stimuleren(1993: 130). Ecologische benoemingen zijn niet‐antropocentrische benoemingen (1993:110). De taalwetenschapper Matthias Jung vindt echter dat taal niet anders danantropocentrisch kan zijn, omdat we niet kunnen weten hoe het is om iets anders dan eenmens te zijn (2001: 275). Hij stelt dat benoemingen een oordeel over de natuur uitdrukken,maar dat dit oordeel heel verschillend uit kan pakken (2001: 275) en dus niet op het nut voorde mens gericht hoeft te zijn. Fill’s argumentatie berust vooral op de analyse van deletterlijke betekenis van woorden. Jung daarentegen stelt dat de betekenis van een woordbepaald wordt door de context waarin het woord tot nu toe gebruikt is (2001: 280). Hij gaatzelfs zo ver te zeggen dat de letterlijke betekenis er uiteindelijk niet meer toe hoeft te doen3 Bijvoorbeeld Fill (1993)4 Op basis van de gelezen literatuur kreeg ik de indruk dat ecolinguïstiek geen subdiscipline is, maar eenzienswijze die in verschillende taalwetenschappelijke subdisciplines te vinden is. Ik definieer een subdisciplinenamelijk op grond van het onderzoeksgebied en niet op grond van de zienswijze.5 Aangezien het in het Duits Ökologische Sprachkritik (Jung, 2001: 270) genoemd wordt, is de Nederlandsevertaling ‘ecologische taalkritiek’.12

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!