13.07.2015 Views

Augustus - Historische Kring Haaksbergen

Augustus - Historische Kring Haaksbergen

Augustus - Historische Kring Haaksbergen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4e JAARGANG Nr. 3 Aug. 1971. Verschijnt 4 keer per jaarORGAAN VAN DEHISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN


2254e Jaargang Nr. 3 - aug. 1971Historie van de Parochie van de H. Pancratiusen haar bedehuis te <strong>Haaksbergen</strong>. ____________Zojuist is een aardig boekje verschenen met historische gegevens,tekeningen en foto's van Parochie en Kerkgebouw van de H. Pancratiuste <strong>Haaksbergen</strong>.Het is samengesteld door de heer A. J. Schilderman te <strong>Haaksbergen</strong>,die hiermee een taak, die hij zichzelf had opgelegd, heeftvolbracht. In de loop van jaren heeft hij een indrukwekkendehoeveelheid gegevens verzameld, die nu chronologisch gerangschiktzijn vastgelegd in dit geschrift.Ook de laatste ontdekkingen tijdens de opgravingen in maart vandit jaar zijn uitvoerig verwerkt en met tekeningen verduidelijkt.Wij wensen de schrijver geluk met de uitgave en hopen dat dezezijn weg zal vinden naar de geïnteresseerden in de historie van<strong>Haaksbergen</strong>.Het boekje is verkrijgbaar bij de heer A. J. Temmink, Eibergsestraat108 te <strong>Haaksbergen</strong>. Kosten f 3,50.Als U f 4,— stort op zijn postrekening 950530, wordt het boekje perpost toegezonden.Mededelingen van het bestuur.1. De tweede excursie in dit seizoen zal gehouden worden op zaterdag 9 october a. s, naar Welbergen (Dld.). Nader berichthierover volgt nog.2. Van 12 t/m 21 november a. s. hoopt onze vereniging een historischetentoonstelling te houden in de Lagere Technische Schoolalhier. Inwoners van <strong>Haaksbergen</strong>, die voorwerpen vanhistorisch belang in bruikleen hiervoor beschikbaar willen stellen,kunnen hierover contact opnemen met mevr. Th. G.Jordaan-Jannink, huize "de Bleeck" alhier.3. Tijdens deze tentoonstelling zal tevens het fotoboek "<strong>Haaksbergen</strong>vroeger en nu" ten verkoop worden aangeboden. Het wordtgedrukt in een oplage van 1250 exemplaren. De omvang zalbedragen plm. 90 à 100 bladzijden tekst en afbeeldingen met plm.84 foto's.De prijs wordt ongeveer f 12,—.


226Nieuws uit de vereniging.Zaterdag 3 juli hield onze vereniging haar zomerexcursie naar demarke Buurse. Onder de zeer deskundige leiding van onze voorzitteren secretaris werden diverse historisch belangrijke objectenbezocht, zoals het complex-Steenberg, Scholten-Vaar werk,Wolterink en Grote Hilder. De tocht eindigde bij de Haarmölle,zodat het uitstapje nog een internationaal tintje kreeg.J. Vredenberg.Enquête der Gemeente <strong>Haaksbergen</strong> in 1817.In het Gemeentearchief (dossier ingekomen stukken 1807-1841 No.58)bevindt zich een rondschrijven van de Gouverneur der ProvincieOverijssel, Afdeling Financiën No. 219, gedateerd te Zwolle 29mei 1817, met het verzoek "om ingevolge het besluit vanGedeputeerde Staten, dato 27 mei No.2, een enquête te houdenom informaties te verkrijgen nopens de gesteldheid van de gebouwdeen ongebouwde eigendommen binnen deze provincie, teneindedienovereenkomstig de verlangde renseignementen (inlichtingen) tekunnen suppediteren (verschaffen) aan de commissie tot hetontwerpen eener meer evenredige repartitie (verdeling) van degrondbelastingen en van de personele en mobilaire belastingen".Dit met veel Franse woorden doorspekte stuk was het gevolg van deonafhankelijkheid van het Koninkrijk der Nederlanden in 1814, toenmen een nieuw staatsbestel opzette, waarbij men de door Napoleoningerichte instellingen zoveel mogelijk aanhield en de ambtenaren,die onder zijn regiem gewerkt hadden voor het overgrote deel indienst hield.Wij laten hier de vragen volgen en het antwoord van 16 juni 1817,dat van de zijde van de Burgemeester, toen nog Schout geheten,W. Waanders Gzn., die in de Franse tijd reeds Maire was, en dezetters (belastingschatters) W. We s s els en J. Vruwink werd gegeven.Vervolgens geven wij hier dan enige toelichting op.V. 1. De uitgestrektheid van elk soort van gronden, het zij zaai-,groen- of boschland, gemeene weiden, heide en veengronden,van elke klasse, zooals die op den ligger der grondbelastinggebragt zijn, ieder afzonderlijk in mudden gezaai, morgensof dagmaten.


227V. 2„ De grootte van de daarbij bedoelde maten, het zij mudden,morgens of dagmaten in vierkante Rhijnlandsehe of .Sallandscheroeden ?A. 2. Het bedoelde mudde is bereekend tegen 4800 treeden.V.3. Op welke wijze de opgegeven grootte der landerijen gevonden is,het zij bij eene reëele opmeting of op eene andere ?A. 3. De grootte der landerien is gevonden door gedane opgave van deingezetenen.V.4. De aart van den grond, het zij klei, zand of gemengde, van elkder in artikel l vermelde landerijen van elke klasse, in het bijzonderop te geven ?A. 4. De aart der gronden in artikel l vermeld, is alle zandgrond.Toelichting: In percentages uitgedrukt blijkt dus 27,2% zaailand, 9,1%groenland, 0,6% bos en niet minder dan 63,1% heide en veengrond tezijn geweest. De 1ste klasse gronden, dus de beste, vormden nog geen4% van het totaal. Ruim 31% van de gronden behoorde tot de 2e klasseen ca. 65% tot de slechtste klasse. In het totaal was de gemeente<strong>Haaksbergen</strong> toen 11.600 mudden groot. Zo had men het "afgetrad".Dat was beslist niet nauwkeurig, want rond 1840, nadat het Kadastergemeten had, was zij 10.553 bunder groot (l bunder is 2 1/2 mud).Na Enschede was <strong>Haaksbergen</strong> de gemeente in geheel Overijssel, waarde minste cultuurgrond aanwezig was.V. 5. Welke graansoorten en andere producten in de gemeente wordengecultiveerd en hoe vele mudden lands, van elke klasse, menrekenen kan, dat met elke soort gewoonlijk worden bezaaid ?A. 5. In de gemeente worden gecultiveerd rogge, haver, boekweit, gerst,aardappelen en vlas. Men rekent, dat ongeveer 1400 mudden metrogge worden bezaaid, 122 mudden met haver, 400 mudden metboekweit, 40 mudden gerst, 210 mudden aardappelen en 50mudden vlas.


229touw over de boekweit heen en weer om de zogenaamde "nachtnevel"af te schudden, of 's nachts werden aan de windzijde stro of schollenaangestoken. In elk geval was de boekweit een wisselvallig gewas.De haver, die men hier verbouwde, was meestal "de zwarte". Daarzij het land geheel uitputte en bovendien de groei van onkruidonvoldoende belette, verbouwde men hier alleen hetgene, dat men zelfnodig had. De verbouw van gerst was voor deze streek niet geschikt.Bij dit gewas had men veel last van misoogsten. De aardappel was eengewas, dat steeds meer werd verbouwd in wisselbouw met rogge.Pas op het einde van de 18e eeuw werd ze hier populair. De verbouwwas meestal voor eigen consumptie. Men kende al vele soorten:herfstroode, roode ruwschillen, gele ruwbasten, zonder-bloeijers,kruipers, witte en roode muisjes, wilden en witbloemen. DeEngelsche of onwijze, die op de laagste gronden werden verbouwd,waren bestemd voor beestenvoeder.Vlas werd uitsluitend geteeld voor eigen verbruik. Bij iedere boerderijhad men wel een lijn- of vlasstuk. Het gewonnen vlas werd zelfgehekeld en versponnen en door de huisvrouw geweven,V. 7. Hoevele melkkoeyen men rekent, dat op een morgen groenlandvan iedere klasse, kunnen worden geweid, met bijvoeging tevens,of dezelfde gedurig in de weide blijven, dan of dezelve desnachts op stal gevoederd moeten worden ?A. 7, Men rekent, dat op een morgen groenland van de 1ste klassekan geweid worden drie melkkoeyen, van de 2e klasse tweemelkkoeyen op één morgen. Dezelve gaan daagsch ter weide, dogworden daar bij in huis gevoederd en 's nagts op stal gezet.Toelichting: Gezien het weinige groenland in onze gemeente behoefthet niet te verwonderen, dat <strong>Haaksbergen</strong> wat rundvee betreft verreonder het gemiddelde van Overijssel en zelfs van Twente lag. De melkwas uitsluitend bestemd voor eigen gebruik. De mestproductie waszeer belangrijk. Vandaar, dat men het vee op stal moest zetten.Gezien, dat het groenland overwegend van de 2e klasse was, moestmen de beesten wel bijvoeden. Gezien de geringe hoeveelheid mest,die men ter beschikking had, was bemesting van groenland uitgesloten.De slechte afwatering der waterlopen moest voor deze karigebemesting zorg dragen.Het type rundvee, dat hier gehouden werd, was kleiner dan het vee opde rijkere kleigronden en werd wel "motse" genoemd. Het was echtergeheel aangepast aan het schrale stalvoeder en de slechte weiden. Demelk had echter een hoog vetgehalte.V. 8. Op hoeveel duizend ponden hooi het product van een morgen ofdagmaat hooiland, in elke klasse, middelbaar kan berekend wor-


230den; of dezelven één dan wel twee malen in het jaar worden gehooid;in welklaatste geval het product, van elke inzameling afzonderlijkzal moeten opgegeven worden ?A. 8 Op een morgen hooiland in de eerste klasse rekent men,, dat verbouwdwordt vierduizend ponden en in de 2e klasse op een morgenéén duizend vijf honderd pond. In de derde klasse één duizend pond;wordende slegts eenmaal in 't jaar gehooid en zijnde alle slegt.Toelichting: Hier komt dus duidelijk naar voren, hoe slecht het met dehooivoorziening was gesteld. Vergelijk dat met b. v. de uiterwaardenlangs de Rijn, die jaarlijks per morgen 6000 pond hooi gaven. De meestekoeien zullen hun kostje wel hebben moeten ophalen in de wildebroek-gronden en maten.V. 9 Het getal paarden,, dat tot het behoorlijk bewerken van eenig getalmudden lands gevorderd wordt ? A 9. Tot het bewerken van vijfmudden lands wordt gevorderd één paard.Toelichting: De paarden, die hier gehouden werden, zullen de z„ g. verbasterdeVriezen zijn geweest, gekenmerkt door een vrij plomp hoofd,door lange en ver van elkaar afstaande oren, een niet zo brede borst,een meer gestrekt lijf en een minder rond gespleten kruis en platte voeten.Daarnaast had men de z.g. Duitse met een kleiner hoofd, gebogenneus en rechte hals. Voorts waren de borst en de schoft van deze paardenniet breed en de ribben plat; het kruis was niet zeer gerond en daarhet lijf van achteren hoog was, had het een z. g. zaalrug. Koning WillemI was de paardenfokkerij zeer toegedaan. Juist in 1817 werd een nieuwreglement hiervoor opgesteld. Pas in 1824 werd de Koninklijke Stoeterijte Borculo geplaatst om een beter type paard te verkrijgen. In onzestreek liet men de merries reeds te jong dekken. Verder was de voedingder paarden hier zeer slecht; veel baksel. Naast het gebruik van paardenop het land, had men hier ook trekossen.V. 10. Het getal voeren mest, 't welk men jaarlijks tot bemesting vaneen mudde lands in elke klasse, noodig oordeelt en welke soortvan mest en op welke wijze vermengd, daartoe gebezigd wordt ?A. 10. Er wordt jaarlijks tot bemesting van een mudde lands in de 1steen 2e klasse vereischt vier en veertig voeren, zijnde stroomest,dog meerendeels bestaande in veld- of heischollen,, die ten dieneinde van het veld gemaaid worden.V. 11. Welke kosten van de bemesting of anderen er aan de groenlandenvan iedere klasse gewoonlijk besteed worden ? A. 11. Op eenmorgen groenland rekent men aan kosten, in dat der 1 ste klasse welkedaaraan wordt besteed, jaarlijks agt gulden.


231In de tweede klasse vijf guldens, terwijl aan dat der derde klassegene kosten worden besteed.Toelichting; Reeds eerder is opgemerkt s dat de bemesting van de grondenhet grote vraagstuk was. Behalve de mest, die het dier liet vallen op hetveld, en dan denken we vooral ook aan schapen, was men aangewezen opde mest van de dieren in de stallen, wat de runderen betreft in depotstallen. Het stro was meestal als haksel opgevoerd en daarom werdenvooral de plaggen en schollen, van heide en broekgronden, gebruikt ommet de mest vermengd te worden. Zou al het zaailand bemest moetenworden, dan had men reeds 14000 voeren mest nodig, alleen in degemeente <strong>Haaksbergen</strong>. Ongetwijfeld werden deze massa's niet verwerkt.Het plaggen en schollensteken was ook weer gelimiteerd volgens demarkerechten. Op de beste heidegronden duurde het weer 3 a 4 jaar, opslechte gronden zelfs 6 jaar en langer, voordat er weer nieuwe plaggenontstaan waren. Waar teveel plaggen gestoken werden, bestond de kans opzandverstuivingen. Dat men veel geld uitgaf voor bemesting, is zeertwijfelachtig, daar men de weinige mest zelf nodig had.V. 12. Alle zoodanige verdere inlichtingen als men tot eene nauwkeurigekennis der in de gemeente gevonden wordende gronden nuttig zaloordeelen ! A. 12. Het bouwland bestaat alle in zandgrond, degroengrond is gemeen en bestaat uit zandgrond; de heigrond is mede schralezandgrond; zijnde de veengrond hoogveen en grof.V. 13. Het getal der woonhuizen of gebouwen van allerlei aard, iederafzonderlijk verdeeld in de navolgende klassen, volgens de onzuiverehuurwaarde berekend, niet naar den aanslag op de liggers derbelasting, maar naar de huur, welke daarvan werkelijk betaaldwordt ?


232Toelichting: De bovengenoemde watermolen is de nog bestaande Oostendorperwatermolenen de windmolen, de eveneens nog bestaande "Korenbloem".Verder waren er in totaal dus 656 woonhuizen. De woonhuizenvan de 1ste klasse zullen veel in het dorp gelegen hebben, hoewel het nietis uitgesloten, dat ook enkele van de grootste boerderijen er ondergevallen zullen hebben.De woningen van de 5de en 6de klasse zullen veel de boerderijen van gemiddeldeomvang geweest zijn en de allerlaagste (l Ode) groep de hutten.V. 14. Of de huur der woonhuizen en gebouwen in de laatste jaren verhoogddanwel verlaagd is; met opgave van redenen, waaraan ditmoet worden toegeschreven ?A. 14. De huur is in 't algemeen in de laatste jaren niet verhoogd,noch verlaagd.Tot zover deze enquête. In een volgend nummer van Aold Hoksebargehopen we nog wat verder te kunnen ingaan op de agrarische toestanden inde eerste helft van de 19de eeuw binnen deze gemeente, voor zover onsgemeentearchief hierover inlichtingen verschaft. Geraadpleegdeliteratuur: 1. Statistieke Beschrijving van Gelderlanduit 1826.2. Een samenleving onder spanning, van Prof. Dr. B. H.Slicher van Bath.Ruzie in het Jachtveld.D. Jordaan JGHzn.Op 17 september 1646, zo leest men in de protocollen van het gericht<strong>Haaksbergen</strong>, wordt er uitspraak gedaan in een lang slepend gehoudenproces van Jonker Alberts van Hemert contra Jonker Marckeloff. Beidenzijn bewoners van adellijke goederen rondom Diepenheim en hebbenelkaar al vaker in het vaarwater gezeten. Richter is Swieder Grubbe enkeurnoten zijn Gerrit Lentelinck en Johan Varver. Beide partijen zijn vangoede huize en kunnen de hoge gerichtskosten wel betalen. Men had danook niet geaarzeld het advies in te winnen van maar liefst drierechtsgeleerden uit Deventer: Dr. W. Marienburgh, Dr. Gerardt Donckellen Dr. Berdenir Jr. Aanvankelijk was het proces gevoerd voor deDiepenheimse richter: "der Rechten Licentiaat Bartolt Cuiper", maar"naeder handt gecontinueert bij surrogatie voor den Ed. Swieder Grubbe,sRichter tott Haexbergen, ende ongedecideert hangende". Voorlaatstgenoemde zijn dan op deze late zomerdag van het jaar 1646verschenen "Claeger" Jonker Alberts van Hemert en Gerhardt van Sche-


233ven, advocaat, namens "Beklaegden" vader Palick en zoon AloffMarckeloff. Opnieuw wordt de hele geschiedenis opgerakeld. Jonker VanHemert vertelt "hoe datt hij neffens die soone van Jonker Palick vanHoevell, Joan van Hoevell toe Westerflier, ende Jonker ArntTengenagell op Donderdag den 21e September desz affgewekene jaers1643 ter jacht gegaen synde, die soone van Beclaegde Aloff Marckeloffsich niett hefft ontsien eene van syne jachthonden bij t'vervolgen van eenhaese int Elckenschadt doot te schieten". Klager Van Hemert hadbeklaagde Aloff "nae geperpetueerde scheute" toegeroepen niet te gaanlopen, maar te blijven staan. Beklaagde was echter wel naar zijn huisgegaan en even later samen met zijn vader Palick teruggekomen met"gespannen roers ende overgetoegene (getrokken) haenen". Daarbijriepen zij: "Daer hebben wy lange opgepassett, schietet den Hemert,schietet den schelm doot. Die duwell (duivel) hefft den olden al op -verstaende darmede des claegers zallige vader - ende die jonge synrycke soll hier oock niett lange meer wesen". Ook vader PalickMarckeloff had zich tegen klager gericht "met uytspouwingen vandiergelycken injurieuse (beledigende) woorden als voer verhaelt". KlagerVan Hemert voelt zich in zijn eer aangetast en hiervoor en ook voor hetlijfsgevaar, waarin hij geweest is, eist hij van vader en zoon Marckeloffin de eerste plaats een "bede om vergiffenis". Bovendien vraagt hij vanMarckeloff senior 1000 rixdaalders en van junior 200 rixdaalders.Beklaagden hadden zich op 3 februari 1645 tot richter Grubbe gewend tot"ophevinge" (opheffing) ende renunciatie (verwerping) des exceptionelenprocesses". Daarbij voerden zij aan "datt desz Claegers zallige vaederin syn leven als Rentemeester des Landes Twente, hem Beklaegde vansyn halve goedt Reeff, onder hett goedt Enszinck (beide goederen onderStokkum) resorterende en hem eygendomlick competeerende" hadberoofd. Ook was vader Van Hemert hem bij het jagen op zijn goedEnszinck "toe nae gekoemen", hoewel beklaagde daar de jacht had evenalszijn voorzaat zaliger Peckedam, Marckeloff senior had eens "tottmaintenue van syn possessie vel quasi jus venandi (handhaving van zijnjachtrecht) een haas doen afpakken van een dienaar van de rentmeester,toen deze aldaar "een haese opgedaen ende gefangen hadde". Daarnawaren niet alleen de rentmeester zaliger maar ook zijn zoon "claeger indes en voor synen Beklaegers huis e gekomen, hem ende syn soon A-loffuytteyschende ende scheldende". Van Hemert's honden hadden "vorbydesselfs huisz geloopen s door die graffte (grachten) geswommen endesyn saedt mett doorloepen vernielt ende dermaeten syns beklaegdenlinnen, in syn Elckenschadt liggende, tott syn groote injurie (schade)ende smart verdorven ende soedaene moetwille (baldadigheid) bedreven,dat syne beklaegdens huisfrouw darvan eenige weeken sieck toe bedde


234hefft moeten liggen. Syns beklaegdens soon wasz tott syn groote affront(belediging) quasi met soldaeten gefanckelyck gehaelt". En zelfs als VanHemert dan al buiten de verboden tijd op Enszinck mocht jagen, dan washet hem toch verboden "hett saedt te bederven". Beklaagden willen hiervoorschadeloos gesteld worden.Daar staan dan beider standpunten tegenover elkaar. Na ingewonnenrechtsadvies doet richter Grubbe uitspraak: Beklaagden moeten verklarenmet hun scheldwoorden te veel gezegd te hebben en vader en zoonMarckeloff worden beiden veroordeeld tot betaling van 100 Rixdaaldersen de proceskosten.Op 12 februari 1647 wordt het proces heropend s maar nu gaat het om deproceskosten, die 210 gulden en 8 stuiver bedragen. Bijna een jaar later,op 7 februari 1648, leest men, dat de zaak in der minne geschiktzat worden. Dat mag dan ook wel na ruim vier en een half jaar procederen.Er is weinig nieuws onder de zon !W. E. ten Asbroek.<strong>Haaksbergen</strong> en Ariëns. VI.In december 1901 werd "De Eendracht" verkocht voor f 16, 000, — en degrondstoffen voor kostprijs aan Karel Maseland, die het na plm. 4 jaaroverdeed aan Schröder, een manufacturier uit Den Haag. In 1909 kwamhet einde. Uitvoeriger kunt u hier over lezen in het artikel van D. JordaanJGHzn. in "Aold Hoksebarge" van juni 1968. Peernbos-Graads, broer vanReinier, zei langgeleden tegen mij: "Och, dokter, het konmiet goedgaan. Als de arbeiders, die naar Jordaan gingen, langs kwamen, zatenze op de stoep voor het fabriekje en zeiden: "Daar gaan de slaven. Wijzijn onze eigen baas en werken als we willen".De meeste arbeiders bleven totdat Schröder de zaak overdeed aan Jordaan.Bitten-Jan was de eerste, die weer bij Jordaan werk ging vragen.Alle arbeiders konden bij Jordaan terugkomen, behalve ReinierVaanhold en Bernard Slotman. Slotman, die met verschillende andereno. a. chef A. J, ten Hagen, werk vond bij ter Kuile in Enschede,bijgenaamd "de zwarte", ging later met textiel de boer op. Nog laterwerd hij nachtwaker bij de Kabelfabriek en ...... doodaanzegger.De voorraad van de "Eendracht" moest men zelf zien te verkopen. Het inde zaak gestoken kapitaal kwam er lang niet uit. Ariëns liet er zijn geldinzitten en zoals hij zelf zei "ook z'n haren". De zorgen om dat bedrijfen om de arbeiders hadden hem letterlijk opgevreten. Zo diep druktehem de zorg voor de schuldeisers, dat hij zijn eigen gouden kelk, hembij zijn priesterwijding geschonken door zijn naaste familie-


235leden en waarop rondom het kruis de patroonheiligen van hemzelf en vanzijn beide ouders waren afgebeeld, verkocht aan zijn pastoor Smithuis,die deze bij zijn overlijden naliet aan zijn geboorteparochie te Vasse.Wat de verkoop van zijn priesterkelk waar hij zo aan hing en waarin hijvoor het eerst aan wijn de kracht van Christus" hartebloed had gegeven,voor hem betekend heeft ? Hij sprak er meestal overheen, of zei: "Ik hebnog de kelk van mijn oud-oom", Maar toen hij de viering van zijn40-jarig priesterschap en zijn benoeming tot Geheim Kamerheer van dePatts, zijn parochianen van Maarsen hem zijn oude kelk terug gaven, dieeindelijk door de parochianen van Vasse tegen een kelk van gelijkewaarde geruild was, moet hij zich aan de tafel vasthouden: "Mijn kelk,mijn oude kelk". En toen hij het symbool van de patroonheilige van zijnmoeder zag, zei hij: "Mijn moeder". Tranen spropgen daarbij in zijnogen. De verguizingen en de vernederingen waren voorbij voor dezeidealistische, onpractische, doordrijverige man met zijn afwijkendemeningen over arbeidersorganisaties, matigheidsverenigin-gen engeheelonthoudersbonden, Ariëns blik was gebleken de juiste te zijngeweest. Maar hij, in alle nederigheid, was steeds gehoorzaam geblevenaan het boven hem gestelde gezag. Toen hij dan ook even voor hetbovenvermeld jubileum bij de Aartsbisschop werd geroepen, ging hij ermet een zwaar hart heen. Wat zou hij nu weer gedaan hebben? Bij deAartsbisschop gezeten, moest hij nog even wachten tot de Secretarissener ook bij waren. Toen zei Monseigneur: "Pastoor Ariëns, wij hebben inons leven vaak van mening verschild". Ja, knikte de ongelukkig kijkendepastoor, "Maar", vervolgde de Aartsbisschop, "gij zijt altijd gehoorzaamgebleven aan uwe overheden". "Ja, Monseigneur, dat is zo,gelukkig wel". "En daarom heeft het Zijne Heiligheid de Paus behaagdU te benoemen tot zijn Geheim Kamerheer".Ariëns werk in <strong>Haaksbergen</strong> leek dus mislukt, behalve dan, dat hij watarbeiders een tijdlang aan het werk had gehouden; overigens een droomvan een illusionist. Ja velen s die dat werkelijk meenden, maar ook velenwisten spoedig beter. Nu nog weet men, dat Ariëns werk voor deHaaksbergse arbeiders een bron bleek van nieuw leven voor de arbeidersen voor veel anderen. Men had gezien, dat een priester, een geleerdezich met zijn hele persoon had ingezet voor zijn armste medemensen.Was "de Kerk" dan toch niet zo helemaal voor "het Kapitaal"? Ariënswerd pastoor in Steenderen. In die plattelandsplaats waren geenarbeiders te organiseren. Maar zijn zich wegcijferen en zich weg gevenging door. Overal in den lande en ver daarbuiten kreeg hijmedestanders en helpers. Echter ook de miskenning en vernederinggingen door, tot beschuldiging van modernisme toe.In october 1919 kwam eindelijk het eerherstel: Geheim Kamerheer van dePaus.


236Niet lang daarna heb ik hem gezien, de enige maal in mijn leven. Hijkwam luisteren naar de rede, die een ander groot mens en denker, Dr.Romano Guardini, een donkere man van in de dertig, hield voor onzestudentenvereniging "Veritas". In de jaren na de eerste wereldoorlogwas hij opbouwer van een nieuwe geest onder de Duitse jeugd: voor deHochstudenten was dat "Hochland" en voor de middelbare scholieren"Quickborn". In ons land begon "Quickborn" in Utrecht, waaro.a.Albert Kuyle , Mich. Bruna lid waren. Hun raadgever was depastoor van Maarsen, nu Mgr. Dr. Ariëns. Echter ook dit werk pasteniet in het beleid van de bisschoppen en werd gestaakt. Wat later hadeen Hollandse versie van "Hochland" "Heemvaart" meer succes.Promotor en raadgever was de pastoor van Maarsen, Mgr. Dr. Ariëns.Van meer nabij heb ik die bewegingen kunnen volgen.Die ene keer, dat ik Ariëns zelf gezien heb, kon ik opmerken, hoevelen met eerbied fluisterden: "Daar heb je Ariëns". Waar de tweegrote delen van Brom over Ariëns niet voldoende bleken om alles overhet werk van Ariëns te vertellen, zal ik het ook hier bij laten; zwijgenover zijn verdere werk voor de arbeidersvereniging, over zijn verdrietdat de roomsen moesten uittreden uit "Unitas", over zijn werk voor dedrankbestrijding die een ontzagwekkende verbetering in hetlevenspatroon van duizenden zou betekenen en waarin hij zelfsinternationaal de toon aangaf. Hij was oprichter van het Geert GrooteGenootschap, dat door talloze brochures inlichtingen verstrekte overallerlei actuele vraagstukken van cultuur en religie. Ariëns was meestalde man van de ideeën. Het werk liet hij door de belanghebbendenzelf doen, opdat zij daarin en daardoor zouden groeien in persoonlijkheiden cultuur. Hijzelf hield zich nederig op de achtergrond. Toen deburgemeester van Maarsen naar Den Haag toog om te vragen, of ervoor zijn beroemde pastoor geen lintje afkon, kreeg hij daar te horen,dat deze al lang Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw was. Deburgemeester kon het niet weten, Ariëns liep er niet mee opgesierd.Aan het relaas over het conflict te <strong>Haaksbergen</strong> moet ik nog iets toevoegen.In het verhoor van de toen nog levende getuigen van het gebeurenin 1894 was ook gememoreerd, dat, toen de katholieke arbeidersontslagen waren wegens o, a. teveel aan arbeidskrachten, de FirmaJordaan haar eerste arbeiderswoningen ging bouwen in de Boerenmaatvoor protestantse arbeiders uit Neede. Dit kwam mij onwaarschijnlijkvoor. Het kwam mij veeleer voor, dat dit gebeurd was bij de bouwvande grote, nieuwe fabriek, nadat de oude in 1898 tot de grond toe wasafgebrand, waarbij ook het archief grotendeels verloren ging. Ook dekenners van de geschiedenis van de K. A. B. kwam het onwaarschijnlijkvoor: er was geen datum bekend. Maar de heer D. Jordaan JGHzn. diepteuit het archief van zijn vader op, dat inderdaad in november 1894 de


237bouw van die huizen aanbesteed was. De overlevering bleek juist te zijngeweest. De verhouding katholiek-protestant in <strong>Haaksbergen</strong> is op zicheen studie waard. Vooral nu, gelukkig, langzaam een wending ten goededaarin gekomen is.De utopist, die in <strong>Haaksbergen</strong> zo'n echec had geleden, is gebleken tezijn geweest een groot man, die zijn hart geheel opengezet had, omdathij onrechtvaardig lijden zag. En dat hart was gebleken te zijn een bronvan geestelijk water voor <strong>Haaksbergen</strong>, Twente, geheel ons land en verdaarbuiten. U in <strong>Haaksbergen</strong> en allen, die dit lezen dat een weinig telaten meevoelen en overdenken was de bedoeling van dit artikel.J. M.Scaf (1898 - 1970).De taal van <strong>Haaksbergen</strong>. XII.In deze bijdrage maken we dan een begin met de aantekeningen van Prof.Herman Scholten, zoals die voorkomen in het "Dumbar-handschrift".Lieven. "Lieven betekent blij, vrolijk, in zijn schik, dog schijnt zulkeene blijdschap aan te duiden welke een bewijs is van liefde engenegenheid voor dien of dat, welks tegenwoordigheid ofverkrijging die blijdschap veroorzaakt".Molferen. "Het scheppen van het maalloen door de mulder. Molsteren isook gebruikelijk; molf er-kiste, dus kiste daar de muller zijnkoorn in doet, molfervat, vat waar hij dit koorn mede uit deromp schept, molferzaad,is dat koorn zelf, molfer-vrij isiemand wiens koorn niet mag gemolferd worden".Kwenne. "Boertende noemt men eene onvruchtbare vrouw ook wel:Teumig.ne Kwenne"."Men zegt in Twente: ik kan het niet betuemigen - ik heb ergenen tijd, gene onleede (?) toe, het paard staat tuemig, doetniets; de H. D. (Hoogduits er s) hebben zaumigh. -Tuemen heb iknooit horen gebruiken, maar wel tueven (toeven, vertoeven):tueve y daar nog wat, d. i. blijft gij nog wat op die plaats?Houdt gij U daar nog wat op? Mogelijk is beide tue-men entueven in gebruik. ... ".Erfgenamen, (in de Marke). "Goedsheeren".Schutters, (in de Marke), "Zulke schutters heeft men niet in alle markten;palen welke de ene markt onderscheiden van de andereheeten markpaalen; is in alle markten berechtigd, eig. iemanddie in alle marken een goedheer of eigenerfde is, oneig. die


238overal, daar wat te halen is zich weet in te dringen",Erfgenamen-Vergaderinge. "Holting".Vosper. "In Twente zegt men vöspel (de klank der ö verschilt van oen o in hol en vol). Het eerste deel van 't woord is mogelijkeen verkorting van voet; dat het nooit voor de voetstappen vaneen mensch gebruikt worde, durve ik niet verzekeren;...vosper zou zoo veel kunnen wezen als voetspoor; de H. D„heten de vospelen van een hert ferte"."In Twente gebruikt men het ook voor de voetstappen van eenmensch en de spreekwijs hij heeft in een kwaa vöspel etraeënwordt daar ook gebruikt van iemand wien schielik eenige ziekteovervalt en van wien men denkt dat hij behekst is, dog van deoverige omstandigheden heeft men mij niets kunnen zeggen".Smokkelen, Besmikkelen. "In Twente is smokkelen etc. sluiken etc.smokken kussen dat het klapt; de andere woorden zijn mij onbekend",Betoteren of Beteuteren. "In Twente zegt men ook wel betutteld, bedonderd;iemand betuttelen is hem in 't net krijgen".Starke, Sterke. "Als een kalf jong wordt, vraagt men of het een starken-kalfis of een bollen".Nuuren. "Zoo veel te groter het geer en het vazel is, zoo veel te verderis ze met het nuuren; ze begint te miren, ze staat volnuurens en moet binnen 2 of 3 dagen melk worden - kalven;maannuuren: als het gier der sterken, voor het eigenlike nurenbij "t wassen der maan groter wordt, zegt men: de sterkemaannuurt 't is maar maan-nuuren".Dele.Hilde."In Twente noemt men ze de delle"."Den balken is de zolder boven de deele, de hilde is de zolderboven de stallen, welke doorgaans in 't afdak is, en zelfswel onder de balken".Hakke, Hak. "Iemand de hakken laten zien, d. i. voor hem vluchten,weglopen; ne hakke is ook een werktuig daar het land en vooralhet veen, dat gebrand is en daarna gezaaid zal worden, medeomgehakt wordt".Hot en haar. "Haar zal zoo veel zijn als hier heen, naar den voermantoe; wat stie en hot zij weet ik niet; hot zegt in Twente ookzoo veel als vord, gaat aan; de ene wil hot en de anderehaar = zij zijn niet eensgezind".Tijen."Hij tijde gauw naar huis; laat hem betijen, dat is geworden,begaan. ... .betijen betijde is ook beschuldigen".Dun-Egge. "Zelf-egge, zelf-kante = lijst, egge van 't mes..... dun-egge isde dunne egge van 't hoofd", (de slaap).


239Zigt. "Dezen heet ook bouw-zicht".Plaggen. Plaggenmest is onderscheiden van stalmest".Schadden. "niet op 't veld, maar op 't veen of veenigen grond".Nerf._ "Den narf of liever den arf van eene weide of hooiland isde bovenste korst, zoo ver gras en wortelen van 't gras zichuitstrekken; narf of arf van 't leer, die zijde waar 't haar opgezeten heeft; de narf van 't hout is mij onbekend; deuitstekende vezelen van gezaagde en nog niet glad geschaafdeplanken noemt men in Twente den arf, in Twente zegt menfijn van draad". )in plaats van dat hout is van een fijne nerf.Vr.).Haaren. "Met eenen haar-hamer op een haarspit; men zegt ook: dehanden of lippen haren mij; de koe begint te haar en; harenen snaren; haeren is roepen, schreeuwen".Zogjen.Varen."Het zog", of "het zoch"."Gevaar, rijtuig; daar is veel gevaar, daar komen veelrijtuigen voorbij. Bij de A. S. (in 't Oudsaksisch) betekendefaran niet alleen varen op eenen wagen, maar zelfs ook:gaan. Vervaerd wezen, worden, maken, verschrikt. Biereen weinig vervaerd maken: een beetjen warm maken".Boeren-kool. "Deze zijn de uitspruitsels van kool en boerenkool;in Twente heeft men behalven dezen buiskool, savoojkool,roode kool, bremerkool of wurtsing, knol-kool of Arabischekool; bloemkool, zomerkool, een olyzaad".Gieteling. "Men leert de gietelingen fluiten".Pier. "Pierkruid - wormkruid. In Twente pierenkruid. pier-rotteappel is wormstekig".Utentut of Hutentut. "In Twente zegt men huttentut, het wordt uit Riga'sPoffert.Rijze.lijn gezift"."pannekoeken zijn zonder gest, gerezen pannekoeken metgest dog weinig gerezen, pofferts laat men eerst zoo veel zewillen rijzen, eer ze in een pan gedaan worden; bakt ze allein dezelfde pan; eenen krentenpoffert, daar corenten in zijn'.'"Een rijs, een rijsken, in 't meervoud rijze ofrijzere". (Tegenwoordig zegt men boesken. Vr.)Keusselingen of Kuizen. "De jongens in Twente kennen geeneköslingen, maar knikkers daar zij mede knikkeren ofbossen".(wordt vervolgd)bew. d. J. Vredenberg.


240Invoering van de Gregoriaanse kalender in Twente.L. A. Stroink zegt in zijn boek "Stad en land van Twente" dat in het jaar1700 de Gregoriaanse kalender in Overijssel ingevoerd werd. Uit bestuderingvan de protocollen van het gericht Delden anno 1583 - helaas zijnzulke oude protocollen van <strong>Haaksbergen</strong> niet bewaard gebleven -blijktechter, dat Stroink's mededeling althans voor Twente niet juist is.Sinds het jaar 43 vóór Christus kende Europa de zgn. Juliaanse kalender,genoemd naar zijn schepper, de bekende Romeinse keizer JuliusCaesar. Hierbij was ieder vierde jaar een schrikkeljaar en de gemiddeldejaarduur dus 365,25 dagen. Het zonnejaar is echter 365,2422 dagenen dit betekende, dat iedere eeuw O, 78 dagen te lang was. Ten tijdevan Paus Gregorius XIII in 1582 was de kalendertijd zo ver achtergeblevenbij de zonnetijd, dat geleerden in dienst van de paus eenkalenderhervorming ontwierpen, waarbij bepaald werd, dat alle eeuwjarengeen schrikkeljaar zouden zijn, ook al waren deze jaartallendeelbaar door vier, wel echter wanneer het eeuwjaar deelbaar zou zijndoor vierhonderd. Dit betekende een gemiddelde jaarduur van 365,2425dagen, zo'n kleine afwijking van de werkelijkheid, dat het pas in deverre toekomst nodig zal zijn opnieuw een correctie toe te passen.Zeker voor die tijd betekende dit een ingenieuze uitvinding. PausGregorius voerde de nieuwe kalender in voor de gehele Christelijkewereld en om de kalendertijd aan te passen aan de zonnetijd bepaaldehij, dat op 4 october 1582 zou volgen 15 october 1582. Door deinmiddels begonnen Hervorming waren er echter verschillendelandstreken, waar de maatregel van de paus op weerstand stuitte.Echter niet in Twente: reeds vijf maand later leest men in degerichtsprotocollen eerst nog: "Anno Domini 83 den VII Martij", maareen week later: "Anno Domini tachentich drey denXIIII Martij, stilonovo den XXIIII. " In plaats van stilo novo (nieuwe stijl) leest men in deweken daarna ook wel stilo correcte (verbeterde stijl).W. E. ten Asbroek.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!