Zorgprogramma: ADHD bij volwassenen - RUhosting

Zorgprogramma: ADHD bij volwassenen - RUhosting Zorgprogramma: ADHD bij volwassenen - RUhosting

cckan.ruhosting.nl
from cckan.ruhosting.nl More from this publisher

INHOUDSOPGAVE1. INLEIDING 2Inleiding 2Methode 22. INHOUD VAN HET ZORGPROGRAMMA 4Doelgroep 4Exacte beschrijving van de doelgroep 4Subgroepen 6Hulpvraag en gegeneraliseerde hulpvraag van de doelgroep 73. DOEL VAN HET PROGRAMMA 8INTERVENTIES, ACTIVITEITEN EN MODULEN VAN HET PROGRAMMA9Preventie 9Diagnostiek en onderzoek 9Psycho-educatie 10Ambulante behandeling 11Farmacotherapie 11Coaching in groepsverband 11Individuele therapie 12Deeltijd behandeling 13Klinische behandeling 13Maatschappelijk werk 13Lotgenotencontact 13Activiteiten en voorstellen in samenwerking met andere organisaties 134. GANG VAN DE PATIENT DOOR HET PROGRAMMA/FLOWCHART 185. RANDVOORWAARDEN VAN HET PROGRAMMA 19Randvoorwaarden 19Samengevat: aandachtspunten / aanbevelingen 206. IMPLEMENTATIE 22LITERATUUR 23BIJLAGE I: MODULE PSYCHO-EDUCATIEBIJLAGE II: MODULE COACHING IN GROEPSVERBANDBIJLAGE III: MEETINSTRUMENTEN (HYPERLINKS)1


1. INLEIDINGInleidingDe afdeling psychiatrie van het UMC St Radboud heeft besloten de neuropsychiatrischestoornissen van de kinderleeftijd die persisteren tot op volwassen leeftijd (<strong>ADHD</strong> enASD) tot topreferent gebied te maken en zich hierop te profileren. Hiertoe zijnprojectgroepen gestart teneinde een plan op te stellen met betrekking tot de gewensteinhoud en organisatie van de zorg <strong>bij</strong> deze stoornissen.In januari 2003 is er een projectgroepgroep in het leven geroepen met als doel de ontwikkeling vaneen geprotocolleerd zorgprogramma voor <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong>, het opzetten van onderzoeknaar de waarde van (neuro)- psychologische diagnostiek en het ontwikkelen vansamenwerkingsverbanden met andere zorgaanbieders.Het is de bedoeling evidence-based met voorstellen te komen over de optimale vorm vandiagnostiek en behandeling, en daar<strong>bij</strong> rekening te houden met lokale en regionale mogelijkhedenen onmogelijkheden.Een goed ontwikkeld zorgprogramma geeft sturing aan patiëntenzorg en patiëntenstromen en biedtook een uitstekend kader voor wetenschappelijk onderzoek, opleiding en onderwijs.MethodeVoor de ontwikkeling van het zorgprogramma <strong>ADHD</strong> is vooral geput uit de literatuurover <strong>ADHD</strong>. Hier<strong>bij</strong> is met name veelvuldig gebruik gemaakt van het boek „<strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong><strong>volwassenen</strong>: Inleiding in diagnostiek en behandeling‟ (Kooij, 2002). Daarnaast is gebruikgemaakt van kennis die is opgedaan tijdens verscheidene symposia en congressen deafgelopen paar jaar. Bestaande zorgprogramma‟s ontwikkeld binnen instellingen uit denlande zijn tevens een inspiratiebron geweest voor het schrijven van de hierna volgendeteksten.Een kwaliteitsmedewerker heeft er ten slotte zorg voor gedragen dat de vorm en indelingvan het programma zo veel mogelijk aan gestelde eisen voldoet.Bij de beschrijving van dit zorgprogramma heeft de handwijzer van GGZ-Nederland als leidraadgediend (www.ggznederland.nl). Daarin worden onder meer de volgende definities gegeven:- Evidence-based'Evidence-based-ness' van programma's verwijst naar de integratie van wetenschappelijkonderbouwde interventies (door klinisch relevant onderzoek, effectiviteitstudies) metklinische expertise (vaardigheden en ervaringen) en de wensen van de patiënt (voorkeurenen verwachtingen) (Sackett et al., 2000). Indien het wetenschappelijke bewijs ontbreektdienen interventies tenminste 'consensus-based' te zijn, aansluitend op de consensus en'state of the art' binnen de professie. De term consensus based wordt tegenwoordig (om denadruk niet te leggen op te bereiken overeenstemming maar op praktijkkennis) lieververvangen door de term 'practice based' (conferentie 'Evidence-based' psychiatrie, Bunnikmaart 1998).- <strong>Zorgprogramma</strong>Een zorgprogramma is het geheel van gespecificeerde en op elkaar afgestemde activiteiten enmaatregelen, gericht op het verlenen van bepaalde diensten of het bewerkstelligen van bepaaldeeffecten ten behoeve van een gespecificeerde doelgroep (Boer, 2001).2


Aanvullend kan dossieronderzoek, inzage in oude schoolrapporten en ofneuropsychologisch onderzoek overwogen worden. Deze informatiebronnen dienen alleengebruikt te worden ter ondersteuning van diagnostiek, niet ter uitsluiting.Standaard vindt tijdens de intakeprocedure ook een lichamelijk onderzoek plaats.Bij blijvende onduidelijkheid aangaande de diagnose (<strong>bij</strong>v. <strong>bij</strong> multipele psychiatrischeproblemen) kan gebruik gemaakt worden van de klinische- of dagklinische afdeling voor eendiagnostische opname ter observatie. Van deze mogelijkheid wordt slechts <strong>bij</strong> hoge uitzonderinggebruik gemaakt.Vooral <strong>bij</strong> patiënten <strong>bij</strong> wie de behandeling stagneert ondanks adequate interventies voorde vastgestelde stoornissen, moet aan <strong>ADHD</strong> worden gedacht. Bij patiënten metstoornissen die vaak comorbide zijn <strong>bij</strong> <strong>ADHD</strong>, zoals depressie, angst, middelenmisbruiken persoonlijkheidsstoornissen is meer kans op onderliggende <strong>ADHD</strong>. Deze informatie iseen aansporing om <strong>bij</strong> patiënten met betreffende diagnosen vaker gericht onderzoek tedoen naar <strong>ADHD</strong> (Kooij, 2002).Mede in het kader van een wetenschappelijke studie is er momenteel speciale aandacht voor dedifferentiaal diagnostiek met As II persoonlijkheidsstoornissen, met name cluster B borderlinepersoonlijkheidsproblematiek. Dit geldt als voorbeeld van hoe een koppeling is ontstaan in ditzorgprogramma tussen wetenschappelijk onderzoek en klinische werk. Getracht wordt zoveelmogelijk wetenschappelijke studies aan elkaar te koppelen en aan de klinische praktijk.Er vindt geen standaard aanvullend (neuro-) psychologisch onderzoek plaats. Afhankelijk van devraagstelling kunnen verschillende testpsychologische instrumenten gebruikt worden. Deuitvoerende psycholoog stelt daarvoor per patiënt een geschikte testbatterij samen.Momenteel wordt geen neuropsychologische diagnostiek gedaan. Voor verschillendewetenschappelijke studies zou het echter zeer wenselijk zijn te kunnen beschikken overneuropsychologische gegevens van deze patiënten. Met de huidige beperkte bezetting van maaréén psychodiagnostisch medewerker is het niet haalbaar om <strong>bij</strong> alle gediagnosticeerde <strong>ADHD</strong>patiënten standaard neuropsychologisch onderzoek uit te voeren. Om de waarde vanneuropsychologisch onderzoek voor onze doelgroep beter te leren kennen zal daarom extrapersoneel nodig zijn.Noemenswaardig tot slot is dat <strong>bij</strong> een groep patiënten met de borderline persoonlijkheidsstoornis<strong>ADHD</strong> diagnostiek gedaan zal gaan worden. Ook hier in het kader van wetenschappelijkonderzoek, maar tevens met als doel goede diagnostische zorg in het kader van hetzorgprogramma voor de borderline persoonlijkheidsstoornis. Zo kunnen 2 zorgprogramma‟s eneen wetenschappelijk onderzoek elkaar kruisen.Afhankelijk van de ervaringen kan besloten worden om <strong>bij</strong> alle patiënten met BPD <strong>ADHD</strong>diagnostiektoe te passen.Psycho-educatie (Bijlage I)De behandeling begint met psycho-educatie. Patiënt, partner en evt direct betrokken familieledenvan de patiënt dienen zowel mondeling als schriftelijk voorgelicht te worden over <strong>ADHD</strong>. Psychoeducatiekan zowel individueel als groepsgewijs worden aangeboden. In dit programma zalpsycho-educatie aangaande farmacotherapie grotendeels individueel door de betreffendeverantwoordelijke behandelaar gegeven worden. De overige psycho-educatie (erfelijkheid,prevalentie, hersenfunctiestoornissen, comorbiditeit en behandelmogelijkheden) wordtgroepsgewijs volgens een protocol gegeven. Ook de invloed van <strong>ADHD</strong> op dagelijks leven, werk,studie, huishouden, financiën, sociale contacten, relaties en intimiteit wordt daar<strong>bij</strong> besproken.Tijdens een vaststaande reeks <strong>bij</strong>eenkomsten wordt in de avonduren eenmalig eenfamilie<strong>bij</strong>eenkomst gepland waar ook aan hen psycho-educatie gegeven wordt.Ambulante behandeling10


Medicamenteuze behandelingMedicatie vormt de basis van de behandeling. Stimulantia zijn <strong>bij</strong> <strong>ADHD</strong> het meest effectief.Methylfenidaat is hieruit het stimulantium van de eerste keuze, aangezien het wetenschappelijk hetmeest uitgebreid is onderzocht en er met name <strong>bij</strong> kinderen veel ervaring mee is opgedaan. Eennadeel van klassieke methylfenidaat is de korte werkingsduur van ongeveer 4 uur, hetgeenbetekent dat het door <strong>volwassenen</strong> vier maal daags op gezette tijden moet worden ingenomen. Ditis juist voor patiënten met <strong>ADHD</strong> vanwege hun <strong>ADHD</strong> klachten een grote opgave, zodat innamevergeten wordt en er reboundverschijnselen kunnen optreden, die vervolgens een negatief effectkunnen hebben op de therapietrouw en de klinische beoordeling van de effectiviteit. Een oplossinghiervoor lijkt Concerta®, een nieuwe vorm van methylfenidaat met een deels vertraagde afgifte,waardoor het 12 uur gelijkmatig werkt. Patiënten moeten de meerkosten t.o.v. met gewonemethylfenidaat echter zelf <strong>bij</strong>betalen. Na methylfenidaat is dextro-amfetamine het tweede keusstimulantium. Het wordt door de apotheek zelf geproduceerd en heeft een werkingsduur van 5 tot6 uur, en wordt <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong> dus meestal drie maal daags voorgeschreven. Als laatstestimulantium kan modafinil (Modiodal®) genoemd worden, een atypisch stimulantium, waarvanbetreffende <strong>ADHD</strong> nog onvoldoende bekend is om de plaats van dit middel te kunnen bepalen.Alvorens stimulantia voorgeschreven worden moet worden nagegaan of er (relatieve)contraindicaties zijn als schildklieraandoeningen, cardiale aandoeningen, glaucoom,zwangerschap, epilepsie, ticstoornissen, eetstoornissen en slaapstoornissen. Er wordt stapsgewijsingesteld op stimulantia. Er wordt gebruik gemaakt van het „schema methylfenidaat (ritalin) 10mg‟(Bijlage 3f) waarop de aanvangsdatum, de dosering en de toedieningstijden worden vermeld.Er vinden controles plaats van tensie, pols en gewicht, en er worden meetinstrumenten gebruiktvolgens Kooij & Buitelaar tav <strong>ADHD</strong> symptomen en <strong>bij</strong>werkingen van de medicatie (Bijlage IIIe). De <strong>bij</strong>werkingen zijn meestal mild van aard; gewichtverlies, hartkloppingen, inslaapproblemenen hoofdpijn komen het meest frequent voor. Instelling op medicatie vindt plaats op de poliklinieken kan onder <strong>bij</strong>zondere omstandigheden evt klinisch worden gedaan.Een nieuw alternatief voor de stimulantia is atomoxetine (Strattera®), hetgeen in diverseonderzoeken onder zowel kinderen als <strong>volwassenen</strong> met <strong>ADHD</strong> effectief is gebleken. De mate vanwerkzaamheid lijkt echter wat kleiner dan <strong>bij</strong> de stimulantia. Het grijpt vooral aan op hetnoradrenerge systeem, zoals de stimulantia, maar mist de dopaminerge werking. In tegenstellingtot de stimulantia, waar<strong>bij</strong> het effect vrijwel onmiddellijk optreedt, duurt dit het <strong>bij</strong> atomoxetineaanzienlijk langer (3 tot 4 weken). Gezien deze nadelen t.ov. de stimulantia beschouwen weatomoxetine als tweede keus. Patiënten met comorbide verslavingsproblematiek zouden hieropeen uitzondering kunnen gaan vormen. Momenteel is nog niet duidelijk hoe groot de kans is opmisbruik van stimulantia in deze groep waarin <strong>ADHD</strong> frequent blijkt voor te komen. Atomoxetinelijkt vooralsnog een veiliger alternatief.Na atomoxetine zijn de tricyclische antidepressiva (TCAs) de derde keus. Onderzoek heeft metname plaatsgevonden met desipramine, dat effectief is gebleken op de symptomen vanhyperactiviteit en impulsiviteit <strong>bij</strong> <strong>ADHD</strong>, maar in Nederland echter uit de handel is genomen.Imipramine is het meest verwant aan desipramine (uit Kooij, 2002). De effecten berustenwaarschijnlijk op de noradrenerge werking van de TCAs, maar zijn t.a.v. deconcentratieproblemen teleurstellend. Ten slotte kunnen andere antidepressiva met eennoradrenerge en soms zelfs dopaminerge werking (buproprion) overwogen worden.Indien sprake is van comorbiditeit kan aanvullende farmacotherapie worden geïndiceerd.In geval van comorbide angststoornis of stemmingsstoornis wordt geadviseerd eerst deze stoorniste behandelen en daarna pas de <strong>ADHD</strong> (Wilens e.a. 1995 in Kooij, 2002).Voor de behandeling met medicatie dient middelenmisbruik zoveel mogelijk te worden gestaakt ofafgebouwd. Wanneer ingeschat wordt dat de patiënt daar zelfstandig niet toe in staat is wordtverwezen naar het aanbod van De Grift. Wanneer het de afbouw van benzodiazepines betreftwordt het daarvoor ontwikkelde protocol toegepast.11


Coaching in groepsverband (Bijlage II)Coaching is het op een gestructureerde manier helpen van de patiënt <strong>bij</strong> het benoemen vanpraktische problemen en <strong>bij</strong> het stapsgewijs leren oplossen daarvan. De patiënt wordtdaar<strong>bij</strong> beschouwd als de ervaringsdeskundige en de therapeut heeft de rol van coach dieaanmoedigt, <strong>bij</strong>stuurt, tips en suggesties geeft <strong>bij</strong> de prestaties die de patiënt moet leveren.De behandelaar gaat uit van een handicapmodel.Klinische ervaring toont aan dat de beste benaderingswijzen voor <strong>volwassenen</strong> met<strong>ADHD</strong> een aantal kenmerken delen (Nadeau, 1999). De aanpak moet praktijkgericht zijnwaar<strong>bij</strong> de aandacht uitgaat naar het leren omgaan met dagelijks terugkerende problemen.Doelgericht op specifieke punten ipv in het wilde weg behandelen van het ene onderwerpna het ander. Oplossingsgericht: resultaatgericht en rekening houdend met gevoelens.Directief: de therapeut geeft richtlijnen, praktisch advies en stelt benaderingswijzen voor.Inzichtvergrotend, dus educatief. Ondersteunend door begrip en bemoediging teverschaffen en tot slot wordt in de benadering altijd getracht inzicht te koppelen aanhandelen.Coaching wordt in principe groepsgewijs aangeboden waar<strong>bij</strong> een cursusopzet gehanteerdwordt. Op indicatie kan coaching ook individueel plaatsvinden.De effectiviteit is tot op heden niet systematisch onderzocht. Wel is literatuur beschikbaarwaarin verslag gedaan wordt van ervaringen met coaching (Wenning en Santana, 2002).Individuele therapie (gedragstherapie, inzichtgevend, relatietherapie)Er blijkt tot nu toe geen specifieke psychotherapie die blijvend effect heeft op de kernsymptomenvan <strong>ADHD</strong>. Medicatie is daarvoor het meest geschikt. Toch kunnen er indicaties zijn voorindividuele behandeling waar<strong>bij</strong> toepassingen denkbaar zijn van gedragstherapie, inzichtgevendetherapie en relatietherapie <strong>bij</strong> <strong>ADHD</strong> (Kooij, 2002).Onderzoek naar het effect van gedragstherapie <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong> met <strong>ADHD</strong> is tot op heden nietverricht. Naar verwachting zal gedragstherapie <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong> vooral van betekenis kunnen zijnop deelaspecten van <strong>ADHD</strong> namelijk de impulscontrole, leren zichzelf te structureren entijdsmanagement.De kernsymptomen worden veelal als oncontroleerbaar en niet te beïnvloeden ervaren. Hettoepassen van gedragstherapeutische technieken heeft als belangrijk doel de zelfcontrole tevergroten, waardoor men ervaart iets aan de eigen situatie te kunnen doen. Vanuit degedragstherapie wordt dit stimuluscontrole genoemd. Dit wordt <strong>bij</strong>voorbeeld toegepast <strong>bij</strong>uitstelgedrag. Gedragsinstructies kunnen hier<strong>bij</strong> behulpzaam zijn of hulpmiddelen.Bij impulsproblemen wordt gebruik gemaakt van zelfcontroleprocedures. Dit grijpt aan op drieverschillende punten: de antecedenten (stad niet in of stad in zonder pinpas), de stimulusresponsinterventie (tegen de verkoper zeggen er nog even over na te willen denken), en de respons-cost =het teveel aan probleemgedrag compenseren door iets positiefs wat men te weinig doet (naaankopen een donatie aan een goed doel).Bij patiënten die moeite hebben zich tijdens een gesprek te uiten kunnen schrijfopdrachten helpenom gedachten of gevoelens over onverwerkte problemen te verwerken.Bij persoonlijkheidsproblematiek kan gebruik gemaakt worden van de cognitieve schema gerichtegedragstherapie van Young.Inzichtgevende psychotherapie <strong>bij</strong> <strong>ADHD</strong> kan nuttig zijn voor het verwerken van mislukkingen enteleurstellingen en om dingen een plek te geven‟. Dit vindt plaats <strong>bij</strong> intrapsychische problemen napsycho-educatie, medicatie en coaching.De invloed van <strong>ADHD</strong> op de relatie is niet onaanzienlijk. De partner is niet zeldenoverbelast en uitgeput op het moment dat de diagnose wordt gesteld. Uitleg over welke12


problemen <strong>bij</strong> <strong>ADHD</strong> horen of er het gevolg van zijn is cruciaal om inzicht en overzicht tecreëren. Zo kan begrip ontstaan <strong>bij</strong> de patiënt voor de ontstane problemen, als <strong>bij</strong> departner voor het onvermogen van de patiënt. Problemen die veroorzaakt en in standgehouden worden door onvermogen in plaats van onwil worden beter verdragen enkunnen op een andere wijze worden aangepakt.Relatietherapie kan worden aangeboden waar<strong>bij</strong> gebruik wordt gemaakt van de gangbaresysteemtheoretische strategieën. Die aansluiten <strong>bij</strong> een model dat rekening houdt met debeperkingen door <strong>ADHD</strong> als chronische aandoening. Psycho-educatie speelt ook hier weer eenbelangrijke rol.Daarnaast wordt aandacht besteed aan communicatiepatronen, het verbeteren van decommunicatieve en onderhandelingsvaardigheden en indien van toepassing komen ookopvoedingsstijlen en de taak en rolverdeling aan de orde. Het verdient aanbeveling om te werkenmet huiswerkopdrachten (Kooij, 2002).Gezien de beperkte bewezen effectiviteit van bovenstaande therapieën ligt de volgende vraag voorde hand. Welke innovatieve behandelmodules zijn te ontwikkelen die geen langdurend karakterhebben? Gedacht kan hier<strong>bij</strong> worden aan methoden uit de revalidatiepsychologie waarontwikkelingen gaande zijn op het gebied van strategietrainingen <strong>bij</strong> NAH. Mogelijk kunnen ook<strong>ADHD</strong> patiënten van dergelijke strategieën gebruik maken. Samenwerking met de St.Maartenskliniek (Fasotti en anderen) ligt voor de hand. Ideeën over toepassingen kunnenuitgewerkt worden en zouden wellicht kunnen leiden tot een pilotstudy.DeeltijdbehandelingVoor de dagbehandeling kan gekozen worden als poliklinische behandeling onvoldoenderesultaat geeft of als iemand gedurende meerdere dagen per week behoefte heeft aan hulp.De patiënt kan dan intern aangemeld worden voor de structuurgroep van dedagbehandeling.Er is geen aparte module op de dagbehandeling specifiek voor de doelgroep. De vraag isof dat wel nodig zou zijn. Mogelijk is dat niet direct gewenst. Problemen in de socialeomgang met anderen en gebrek aan structuur (beiden mogelijke indicaties voordagbehandeling) hoeven niet perse behandeld te worden in homogene patiëntengroepen.De huidige groepen zijn ook heterogeen wat betreft DSM-IV classificaties. Veeleer lijkthet van belang dat de behandelaars van de dagbehandeling voldoende kennis moetenhebben van de stoornis en de benadering daarvan waardoor recht kan worden gedaan aande zorgbehoefte van de patiënt.Klinische behandelingKlinische behandeling is alleen dan aangewezen wanneer daar een indicatie voor is, zoals<strong>bij</strong>voorbeeld <strong>bij</strong> ernstige suïcidaliteit. Er is geen aparte behandelmodule binnen deklinische afdeling voor de doelgroep. Ook hier geldt echter dat kennis van de stoornisbekend moet zijn <strong>bij</strong> ten minste een aantal behandelaars om zo voldoende recht te doenaan de problemen en zorgbehoefte van de patiënt.Maatschappelijk werkMaatschappelijk werk is mogelijk wanneer extra begeleiding en ondersteuning nodig isten aanzien van vragen of problemen waar de patiënt mee worstelt die buiten het bestek13


van psychiatrische dan wel psychologische behandeling vallen. Problemen kunnen zichafspelen op alle terreinen van het maatschappelijk leven zoals <strong>bij</strong>voorbeeld socialerelaties, onderwijs, werk, beroep en financiën.De maatschappelijk werkende zal samen met de patiënt zoeken naar mogelijkheden voorverandering en oplossingen voor de problemen.LotgenotencontactDe patiënt moet worden geattendeerd op patiëntenvereniging Balans en de verenigingvoor <strong>volwassenen</strong> met <strong>ADHD</strong> Impuls. Indien de patiënt deelneemt aan de psychoeducatiegroepwordt daar de informatie gegeven. Anders is het nodig dat de individuelebehandelaar ze op de verenigingen attent maakt.Lotgenotencontact is mogelijk via contactavonden en lotgenotengroepen door deverenigingen georganiseerd. Verder worden er in enkele plaatsen in Nederland, waaronderArnhem, <strong>ADHD</strong>-café‟s georganiseerd waar informele ontmoeting mogelijk is.Activiteiten en voorstellen in samenwerking met andere organisaties- Het Ackjon heeft een aanbod voor kinderen. Af en toe worden ook verwijzingen gedaan naarde polikliniek <strong>volwassenen</strong> psychiatrie. Het betreft dan de ouders van de kinderen die inbehandeling zijn. In het kader van de ontwikkeling van ons zorgprogramma is het wellichtzinvol om een dergelijke samenwerking in protocol vast te leggen. Zeker ook gezien deuitdrukkelijke bedoeling uit te gaan van „lifespan psychopathology‟ is het zeer wenselijk datkinder- en jeugdpsychiatrie en <strong>volwassenen</strong>psychiatrie op elkaar zijn afgestemd. Dit geldtvoor zowel een aanbod voor <strong>volwassenen</strong> (de ouders van het kind met <strong>ADHD</strong>) als ook dejong<strong>volwassenen</strong> (het kind met <strong>ADHD</strong> dat qua leeftijd niet meer onder kinderpsychiatrie valt).Samenwerking dient verder uitgewerkt te worden.- Kinderartsen en -neurologen diagnosticeren en behandelen kinderen met <strong>ADHD</strong>. Zij missentot dusver een collega-specialist naar wie ze hun volwassen geworden patiënten kunnenverwijzen. Zij hebben zich verenigd in een netwerk van specialisten die kinderen met <strong>ADHD</strong>behandelen. Via dit netwerk kunnen die kinderartsen en -neurologen in de regio Nijmegen enomstreken getraceerd worden die ongelicht zouden moeten worden van het nieuwezorgprogramma voor <strong>volwassenen</strong> met <strong>ADHD</strong> in Nijmegen. Met name patiënten metpsychiatrische comorbiditeit en psychosociale problematiek zouden dan gerichterdoorverwezen kunnen worden.- De GGzN kent (nog) geen zorgprogramma <strong>ADHD</strong> voor de volwassen populatie. Wel zijn daarenkele hulpverleners met speciale aandacht voor de doelgroep op het gebied van diagnostieken behandeling. Het behandelaanbod is tot op heden beperkt en uitsluitend individueel vanaard. Er is aandacht voor binnen de circuits kortdurende en langdurende zorg.Het UMCN wil in aansluiting op haar eigen aanbod (vooralsnog diagnostiek, farmacotherapie,psycho-educatie, coachingsgroep) een beroep doen op de GGzN voorvervolgbehandeling/begeleiding. Voorlopig is besloten met de GGzN <strong>volwassenen</strong>zorgcasuïstiekbesprekingen te organiseren met een aantal casussen waar<strong>bij</strong> het UMCN denkt aandoorverwijzing naar de GGz en/of de GGz het UMC in wil schakelen (voor <strong>bij</strong>v. een secondopinion). Een voorstel tbv de samenwerking is ook dat GGz medewerkers mee kunnen draaienin ons aanbod (groepen) om zo deze kennis mee te nemen naar eigen afdelingen („learning onthe job‟).De GGzN heeft wel een zorgprogramma ontwikkeld t.b.v. kinderen en jeugdigen met <strong>ADHD</strong>.Er is een adolescentenafdeling in wording en ook dat biedt perspectieven voor mogelijke14


samenwerking. Het betreft een ambulant plus afdeling wat als extra praktische- enmaatschappelijke ondersteuning biedt. Samenwerking kan verder uitgewerkt worden.Samenwerking kan ook plaatsvinden middels het KOPP project. Het UMCN kan eensignaleringsfunctie hebben en hulpverleners van de GGz inschakelen wanneer er een vraag isnaar zorg voor de kinderen van de volwassen patiënten.Meer algemeen biedt de GGz-N Kortdurende Psychiatrische Thuiszorg (KPT). Van dit aanbodkan gebruik gemaakt worden wanneer huisbezoeken noodzakelijk zijn om goede hulp tekunnen bieden.Punt van aandacht in de samenwerking met de GGzN is het verschil in gehanteerdeleeftijdsgrenzen per afdeling. UMCN biedt <strong>volwassenen</strong>zorg vanaf de leeftijd van 18 jaar ende GGzN vanaf 21 jaar. Voorlopig wordt tijdens de gezamenlijke casuïstiekbespreking percasus bekeken of verwezen moet worden naar het circuit jeugd of <strong>volwassenen</strong>.- De Pompestichting. Voor zover bekend is er binnen de Pompekliniek en/of Kairos geenspecifiek aanbod is voor <strong>ADHD</strong> patiënten. Er is vanuit de werkgroep geen contact gezocht omafstemming te bereiken. Wanneer naast <strong>ADHD</strong> echter ook duidelijk sprake is van antisocialepersoonlijkheidsproblematiek of impulsstoornissen met een agressief karakter en behandelingdaardoor bemoeilijkt wordt ligt het voor de hand de patiënt te verwijzen naar Kairos. Geziende grote overlap met kenmerken van de antisociale persoonlijkheidsstoornis en veelvuldigvoorkomen van de conduct-disorder in de voorgeschiedenis van de patiënten ligtsamenwerking met deze instelling echter zeer voor de hand.- De Grift, centrum voor verslavingszorg heeft aandachtsfunctionarissen op het gebiedvan <strong>ADHD</strong> en er is een onderzoekssamenwerking met het Trimbos instituut. Hetbehandeltraject voor <strong>volwassenen</strong> met <strong>ADHD</strong> en verslavingsproblemen staat nog in dekinderschoenen, maar heeft prioriteit. Hulpverleners worden getraind in diagnostiek encoaching van <strong>ADHD</strong>. Elke patiënt wordt gescreend en start met deelname aan dezelfcontrolegroep. Vanaf januari 2004 krijgt elke patiënt met <strong>ADHD</strong> een individuelecoach die met de patiënt toewerkt naar abstinentie waarna deze ingesteld kan wordenop methylfenidaat. Vervolgens bestaat de mogelijkheid deel te nemen aan een (groeps-)coachingsprogramma ambulant en/of klinisch. Ook wordt psycho-educatie aanfamilieleden gegeven en wordt geprobeerd een familielid als coach actief in te zetten.Een betrokken arts heeft uren specifiek voor hun doelgroep (middelenafhankelijkheiden <strong>ADHD</strong>) beschikbaar gekregen.Samenwerking/afstemming met het UMCN bestaat voorlopig uit het voorbereiden vaneen spreekuur, dat plaats zal vinden op de polikliniek psychiatrie van het UMCN enwaarin overdracht/verwijzing van patiënten plaats zal vinden.- Het Regionaal Opleidingscentrum (ROC) Nijmegen heeft ook speciale aandacht voor dedoelgroep. Ook zij werken aan de ontwikkeling van een coachingsaanbod, in dit geval voorstudenten die vastlopen. Zij hebben echter een gebrek aan kennis wat betreft indicaties voorpsychiatrische behandeling en hebben laten weten behoefte te hebben aanconsultatiemogelijkheden in de psychiatrie. Wij zouden dit kunnen bieden. Het ROC kan onsvan dienst zijn in de begeleiding van patiënten naar een geschikte opleiding. Uitwerking vandeze samenwerking kan nog plaatsvinden.- Jobcoaches van „United Restart Kans Jobcoaching‟, bieden door heel Nederland intensieve,individuele begeleiding <strong>bij</strong> een traject naar werk. Zij hebben medewerkers die extra scholinghebben gehad op het gebied van <strong>ADHD</strong>. Ook Bureau Daadwerk, onderdeel van de GGzN,kan op dit gebied ingeschakeld worden en begeleiding bieden.- Met het RIBW is nog niet specifiek in overleg gegaan over de doelgroep. Indien begeleid ofbeschermd wonen van toepassing is voor een patiënt wordt individueel een plan van aanpak15


gemaakt. Veelal zal communicatie met het RIBW ook plaatsvinden vanuit de GGz. Dit laatstegezien de chronische aard van de problematiek waar dan sprake van is.- Voor Gespecialiseerde Gezinszorg geldt hetzelfde als voor het RIBW.- Het maatschappelijk werk (NIM) zou een ondersteunende taak kunnen hebben waar hetfinanciële moeilijkheden betreft. Daar is echter nog geen overleg over geweest. Een specifiekaanbod in de regio voor deze doelgroep die regelmatig financiële problemen heeft moet noggerealiseerd worden.Ook buiten het werkgebied van het UMCN vinden ontwikkelingen plaats waaraan deelname vanhet UMCN niet misplaatst zal zijn. Hier betreft het dan vooral samenwerkingsverbanden in hetkader van wetenschappelijk onderzoek. Gedacht kan worden aan Spatie (Praktijk voorPersoonlijkheidsstoonissen, Apeldoorn), De Gelderse Roos (Arnhem) en het Vincent van GoghInstituut (Venray). Dit sluit aan <strong>bij</strong> het GGZ Netwerk Oost-Nederland (GNOON). Dezeontwikkelingen worden waar mogelijk geïntegreerd in dit zorgprogramma of vice versa ditzorgprogramma wordt waar mogelijk geïntegreerd in GNOON.Maar ook kan gedacht worden aan de St. Maartenskliniek (Nijmegen) waar het gaat omontwikkelingen van nieuwe behandelmodules. De research afdeling daar is o.a. bezig met deontwikkeling van behandeling van het „Dysexecutive Syndroom‟ <strong>bij</strong> patiënten met NAH (Fasottien anderen). Het is zeker niet ondenkbaar dat toegepaste strategieën uit de cognitieve revalidatieeen rol zouden kunnen spelen voor onze doelgroep.Aan afstemming met bovengenoemde organisaties wordt momenteel gewerkt. Tot dusver betrefthet vooral het opzetten van een netwerk door in contact te komen met aandachtsfunctionarissen uitde verschillende instellingen met wie samengewerkt kan worden. Dergelijke contacten zijn er nuvooral met GGz Nijmegen en De Grift, Gelders centrum voor verslavingszorg. Uitgangspunt <strong>bij</strong>deze samenwerking is steeds de klinische praktijk.Verder maken vier medewerkers van de polikliniek alhier, psychiater, gz-psycholoog,maatschappelijk werker en verpleegkundige deel uit van het landelijk <strong>ADHD</strong> netwerk en is ooksprake van betrokkenheid <strong>bij</strong> het Europese netwerk dat onlangs werd opgericht door Sandra Kooij.Vanuit deze netwerken is een verbinding met patiëntenverenigingen BALANS en IMPULS. Opdeze wijze is ook directe communicatie met de doelgroep mogelijk.16


5. GANG VAN DE PATIENT DOOR HET PROGRAMMA/ FLOWCHARTVolwassenen met <strong>ADHD</strong> melden zich vaak op eigen initiatief of via de patiëntenverenigingBalans of Impuls voor diagnostiek en hulp. Meestal verwijst de huisarts, particuliere behandelaarof studentenpsycholoog. Ook komt het voor dat de behandelaar van een zoon of dochter met<strong>ADHD</strong> vraagt om diagnostiek van de ouder. En het komt voor dat de partner van de patiënt omhulp vraagt.Bij de eerste aanmelding vindt altijd uitgebreide diagnostiek plaats, waaronder psychiatrischonderzoek, lichamelijk onderzoek en psychologisch onderzoek. Dit alles vindt plaats op depolikliniek. Wanneer dit in het kader van een second opinion plaatsvindt wordt de patiënt inprincipe na de diagnostische fase terug verwezen naar de aanvragende verwijzer.Na de diagnostische fase komt de behandelfase. Deze duurt over het algemeen niet langer dan eenjaar. Daarin krijgen patiënten psycho-educatie, farmacotherapie en leren zij omgaan met hunstoornis en is aandacht voor acceptatie van de beperkingen. Tevens leren partner en of oudersmeer over de stoornis.Patiënten met veel en ernstige comorbiditeit of <strong>bij</strong> wie het protocollaire aanbod van psychoeducatieen coaching onvoldoende blijkt worden verwezen naar na<strong>bij</strong>e instanties waar meerspecifieke behandeling (<strong>ADHD</strong> en verslaving, <strong>ADHD</strong> en antisocialepersoonlijkheidsproblematiek, <strong>ADHD</strong> en werk) of langduriger behandeling en of begeleiding(GGzN, RIBW, NIM) mogelijk is.Wanneer de patiënt goed is ingesteld op medicatie en heeft kunnen profiteren van hetbehandelaanbod kan de behandeling worden afgesloten waar<strong>bij</strong> de farmacotherapie wordtovergedragen aan de huisarts.Op de volgende pagina staat het zo juist beschrevene weergegeven in een flowchart.17


JaModulefarmacotherapieModulepsychoeducatieModule coachinggeindiceerd?Aanmelding viahuisartsDiagnostiekmodule <strong>ADHD</strong>poli<strong>ADHD</strong> ?JaModule coachinghuisartsSecond opinionJa, met as IIproblematiekEerst <strong>ADHD</strong>behandelen, danas II problematiekIndividueletherapieJa, met as IproblematiekEerst comorbiditeitas I behandelen,dan <strong>ADHD</strong>RelatietherapieJa, met ernstigeverslavingsproblematiekVerwijzing naar deGriftDagbehandelingNeeAnderzorgprogramma ofexterne verwijzingBegeleiding doormaatschappelijkwerkGGZ


6. RANDVOORWAARDEN VAN HET PROGRAMMARandvoorwaardenOmdat besloten is <strong>ADHD</strong> tot topreferent gebied te maken waarop het UMCN zich wil profilerenmoet ten minste worden voorzien in adequate scholing aan alle betrokken hulpverleners. Veelhulpverleners zijn momenteel nog onvoldoende geschoold in het concept, de diagnostiek en debehandeling van <strong>ADHD</strong> op volwassen leeftijd. In aanmerking op de polikliniek komen vooral depsychiaters, psychologen en diegenen die in het groepenaanbod voorzien, de arts-assistenten vande polikliniek (voor hen moet <strong>ADHD</strong> diagnostiek ten minste worden opgenomen in hetintroductieprogramma), de behandelaars van de dagbehandeling en kliniek.Voorstel zou daarom zijn om een ééndaagse cursus te organiseren voor de gehele afdelingpsychiatrie.In de huidige structuur verzorgt de arts-assistent de intake onder supervisie van deverantwoordelijke psychiater. De arts-assistenten geven te kennen onvoldoende mogelijkheden tehebben om topreferente zorg te kunnen bieden en horen ook van de doelgroep dat soms niet aan deverwachtingen wordt voldaan. Dit betreft niet alleen gebrek aan kennis. De diagnostiek vergt tenminste twee afspraken, maar omdat de huidige structuur berekend is op een intake die in eendagdeel wordt afgerond is het helaas niet ongebruikelijk dat pas na 3 maanden de <strong>ADHD</strong>diagnostiek wordt afgerond en de patiënt daar over gesproken wordt. Consequentie is tevens datde caseload van de arts-assistenten op deze manier dichtslibt.Er zal daarom moeten worden nagedacht over een wijziging in de structuur waardoor patiëntensneller geholpen kunnen worden. Hiervoor is nog geen concreet voorstel geformuleerd. Wel kangedacht worden aan twee mogelijkheden. In de eerste plaats is het een optie om psychologen<strong>ADHD</strong> diagnostiek te laten doen. Ook een GZ-psycholoog in opleiding zou dit in het takenpakketkunnen krijgen. Zo wordt direct ook een belangrijke <strong>bij</strong>drage geleverd aan de inhoud van dezeopleidingsplaats omdat daarin <strong>bij</strong> voorkeur een rol is weggelegd voor de psycholoog <strong>bij</strong> intake enindicatiestelling.In de tweede plaats kan er aan gedacht worden om de diagnostiek op te splitsen. De arts-assistentdoet dan de intake, maar de ontwikkelingsanamnese zou <strong>bij</strong>voorbeeld door een psycholoog gedaankunnen worden. De voorkeur gaat echter uit naar het eerste idee, omdat dat daar<strong>bij</strong> sprake is vanéén proces.Het volgende is dat het met het huidige aanbod van patiënten mogelijk is om meer groepen testarten dan haalbaar met de huidige hoeveelheid medewerkers die kunnen worden ingezet om ditte realiseren. Extra coaches zouden ingezet moeten kunnen worden om wachttijd van de patiëntente verkorten en de doorstroom van patiënten te bevorderen.Om <strong>bij</strong> de huidige instroom (+/- 90 patiënten per jaar waarvan +/- 60 in aanmerking zullen komenvoor psycho-educatie en +/- 30 voor coaching) continuïteit in het aanbod te waarborgen zijn 2extra coaches nodig en 0,12 fte. Dan zou het volgende voorstel uitgevoerd kunnen worden:- September tot december (12 weken): 2 x module psychoeducatie en 1 x module coaching- Januari tot april (12 weken): 2 x module psychoeducatie en 1 x module coaching- April tot juli (12 weken): 2 x module psychoeducatie en 1 x module coachingNaast het aantrekken van extra coaches is het ook de intentie om extern mensen aan te trekken inruil voor kennisoverdracht. Er is een voorstel gedaan aan de GGzN. Ambulante behandelaars(<strong>bij</strong>v. SPV-ers) zouden met onze vaste coaches <strong>bij</strong> ons op de polikliniek een groep kunnen draaien,waarna zij een groep binnen de GGz zouden kunnen starten. Op termijn kan het UMC danmisschien stoppen met dit aanbod om zich meer te kunnen richten op de ontwikkeling van nieuwebehandelmethoden. Ons voorstel is positief ontvangen, maar heeft helaas nog geen vervolg gehad.Ook is interesse getoond voor deze constructie door het VVGI, Venray. Daar is bereidheid opkorte termijn medewerkers te sturen om hier kennis op te doen om hun eigen professionaliteit te1


vergroten. Voorwaarde op dit moment is dan wel dat de huidige twee coaches niet meer samen eengroep doen maar ieder van hen een duo zal vormen met een medewerker uit een van de genoemdeinstellingen. Op deze wijze kan ook onze doorstroom vergroot worden.Een punt van zorg is de aansturing. De superviserend psychiater is daar momenteel enige directverantwoordelijke voor. Wie neemt voor hem waar <strong>bij</strong> uitval? Gezien het feit dat uitgegaan moetworden van een topreferent aanbod mag vervanging van de verantwoordelijke geen probleem zijn.Dit houdt in dat een collega psychiater de supervisie over de <strong>ADHD</strong> intakes moet kunnenovernemen. Ofwel wordt daar een aangewezen persoon medeverantwoordelijk voor gemaaktofwel moet iedereen in staat zijn om dit adequaat over te nemen. De voorkeur gaat uit naar hetlaatste en dit pleit opnieuw voor uitgebreide scholing van de medewerkers.Intakes worden momenteel besproken in de intakevergadering van de polikliniek en op het eerstegezicht kan deze vergaderstructuur gehandhaafd worden. Interne <strong>bij</strong>eenkomsten aangaandeontwikkelingen in het aanbod aan de doelgroep zouden met enige regelmaat plaats moeten blijvenvinden evenals overleg met instellingen in de regio. Momenteel is er één projectgroep voor zowel<strong>ADHD</strong> als ook stoornissen in het autistisch spectrum. Bijeenkomsten zijn eenmaal per maandgedurende een uur. Een half uur dus voor elk programma. Deze constructie is niet erg effectiefgebleken en het heeft waarschijnlijk de voorkeur om voor twee aparte projectgroepen te kiezen.Zo is er meer tijd beschikbaar en kan ook de aandacht makkelijker gericht worden.Samengevat: aandachtspunten / aanbevelingen- Werven 2 extra coaches ( +/- 0,12 fte)- Heroverwegen huidige structuur intakeprocedure om diagnostisch proces te versnellen endoorstroming patiënten te bevorderen- Aantrekken psychologisch testassistent opdat ook voldoende ruimte is voor standaardneuropsychologisch onderzoek- Opsplitsing projectgroep <strong>ADHD</strong>/ASD in twee projectgroepen- Ontwikkelen van nieuwe behandelmethoden waar<strong>bij</strong> te denken valt aan samenwerking met deSt. Maartenskliniek vanwege hun expertise op het gebied van cognitieve strategieën.- Uitbreiding van de casuïstiek bespreking (nu alleen met de GGzN). Medewerkers uitverschillende instellingen die <strong>bij</strong> elkaar komen om kennis en ervaring te delen middelscasusbesprekingen. Intervisiegroep?- Gedachten formuleren over samenwerking met de Pompestichting (alleen verwijzen of ook<strong>bij</strong>v. samenwerking op gebied van onderzoek?)- <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong> allochtonen- <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong> ouderen2


7. DE IMPLEMENTATIEOp dit moment loopt een psycho-educatiegroep en een coachingsgroep.De psycho-educatiegroep zal binnenkort voor de eerste keer geëvalueerd kunnen wordennaar aanleiding waarvan aanpassingen gedaan kunnen worden. Het protocol voor decoachingsgroep (inhoud en structuur) zal dan uitgewerkt worden.De bedoeling is in het najaar van 2004 dan opnieuw te starten met een psychoeducatiegroep.Bijvoorkeur twee. Synchroon daaraan kan een coachingsgroep gestartworden. In september zou in ieder geval scholing aangeboden moeten worden aan denieuwe arts-assistenten. Beter zou het echter zijn om zo spoedig mogelijk scholing tebieden aan de gehele afdeling.3


LITERATUURAmerican Psychiatric Association (APA) (1994). Diagnostic and Statistical Manual of MentalDisorders, Fourth edition. DSM-IV. Washington DC: APA.Biederman J., Faraone S.V., Spencer T. e.a. (1993). Patterns of psychiatric comorbidity,cognition and psychosocial functioning in adults with attention deficit hyperactivity disorder.In J.J.S. Kooij, <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong>, (2002), Swets en Zeitlinger B.V., LisseBiederman J., Mick E., Faraone S.V. (2000). Age-dependant decline of attentiondeficit/hyperactivity disorder; impact of definition of remission. In J.J.S. Kooij, <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong><strong>volwassenen</strong>, (2002), Swets en Zeitlinger B.V., LisseBoer N de. Programma's in de GGZ. Handreiking voor zorgprogrammering. Utrecht: GGZNederland februari 2001. In Handwijzer voor het schrijven van zorgprogramma‟s,www.ggznederland.nl/zorg/index.html, GGZ NederlandCentraal Bureau Statistiek (2004), www.cbs.nl, StatlineDe Vries, E., Plinsing A., Tan S., Van Schravendijk J., Klokkenburg P.J., Nijenhuis W.(2003). Adhesie Jeugd GGZ: <strong>Zorgprogramma</strong> <strong>ADHD</strong>. Adhesie, GGZ Midden Overijssel,Deventer.Gezondheidsraad: Diagnostiek en behandeling van <strong>ADHD</strong>. Gezondheidsraad: Den Haag,2000; publicatienr 2000/24Handwijzer voor het schrijven van zorgprogramma‟s, www.ggznederland.nl/zorg/index.html,GGZ NederlandKooij J.J.S. (2002). <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong>, inleiding in diagnostiek en behandeling. Lisse:Swets en Zeitlinger B.V.Kooij J.J.S., Goekoop J.G., Gunning W.B. (1996). Aandachtstekortstoornis methyperactiviteit op volwassen leeftijd. Implicaties voor diagnostiek en behandeling. In J.J.S.Kooij, <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong>, (2002), Swets en Zeitlinger B.V., LisseMurphy K., Barkley R.A. (1996). Prevalence of DSM-IV symptoms of <strong>ADHD</strong> in adultlicensed drivers: Implications for clinical diagnosis. In J.J.S. Kooij, <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong>,(2002), Swets en Zeitlinger B.V., LisseNadeau K.G. (1999). Aandacht, een kopzorg? Over leven met <strong>ADHD</strong>/ADD. Lisse: Swets &ZeitlingerB.V.Overheul J. (1998). <strong>Zorgprogramma</strong> <strong>ADHD</strong>. Riagg afdeling Jeugdzorg, Nijmegen.Rutgers J., Vriens J., Tonissen C., Spijker J., Cremers S. (2003). Eindverslag <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong><strong>volwassenen</strong>. De Gelderse Roos Geestelijke Gezondheidszorg.4


Sackett DL, Straus SE, Richardson WS, Rosenberg W, Haynes, RB. Evidence-basedmedicine. How to practice and teach EBM. New York: Churchill Livingstone 2000. InHandwijzer voor het schrijven van zorgprogramma‟s, www.ggznederland.nl/zorg/index.html,GGZ NederlandSymposiummap „<strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong>: resultaten en nieuwe vragen‟(oktober 2003,Amersfoort)Weiss G., Hechtman L., Miroy Th. e.a. (1985). Psychiatric status of hyperactives as adults: acontrolled prospective 15-year follow-up of 63 hyperactive children.. In J.J.S. Kooij, <strong>ADHD</strong><strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong>, (2002), Swets en Zeitlinger B.V., LisseWilens T.E., Biederman J., Spencer T. J., Prince J. (1995c). Pharmacotherapy of adultattention deficit/hyperactivity disorder: A review. In J.J.S. Kooij, <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong>,(2002), Swets en Zeitlinger B.V., LisseWenning H. en Santana e.v. Kloek M. (2002). AD(H)D, een volwassen benadering.Individuele coaching en groepsbehandeling. Lisse: Swets en Zeitlinger B.V.Yperen T van, Rest E van, Vermunt C. Definitie van kernbegrippen – programma's in dejeugdzorg. Utrecht: NIZW/VWS 1999. In Handwijzer voor het schrijven vanzorgprogramma‟s, www.ggznederland.nl/zorg/index.html, GGZ Nederland5


BIJLAGE IMODULE PSYCHO-EDUCATIEDoelgroepPatiënten met de diagnose <strong>ADHD</strong> (overwegend onoplettendheid type (ADD), overwegendhyperactief-impulsieve type en/of gecombineerde type) die behoefte hebben aaninformatie en/of die in aanmerking willen komen voor behandeling. Inclusie islaagdrempelig.Doel van de cursus• Patiënten mondeling en schriftelijk voor te lichten over <strong>ADHD</strong> (wat is <strong>ADHD</strong>, debehandeling van <strong>ADHD</strong>, informatie over Impuls en Balans). Voor de partners enfamilie wordt een aparte voorlichtings<strong>bij</strong>eenkomst georganiseerd.• Contact met lotgenoten.• Aanreiken van praktische tips om beter met de <strong>ADHD</strong> klachten om te gaan.VerwijzingDe behandelaar van de patiënt kan verwijzen.De verwijzer blijft hoofdbehandelaar.Werkwijze• Een gesloten groep waaraan 8 a 10 patiënten kunnen deelnemen. Er zijn 7<strong>bij</strong>eenkomsten van 7 kwartier inclusief 1 kwartier pauze, waarvan 1 <strong>bij</strong>eenkomst eenfamilie<strong>bij</strong>eenkomst is. De <strong>bij</strong>eenkomsten vinden 1 keer per 2 weken plaats. Indienmogelijk vindt de familie<strong>bij</strong>eenkomst op een avond plaats.Per <strong>bij</strong>eenkomst komen de volgende thema‟s aan de orde:1) Korte kennismakingEigen klachten / symptomen van <strong>ADHD</strong>Informatie over <strong>ADHD</strong> en medicatie2) Agenda plannen3) Weekplanning maken4) Een ding tegelijk doen5) Communicatie• Familie<strong>bij</strong>eenkomst6) Omgaan met geld en evaluatieIn de groep kunnen patiënten informatie krijgen over de onderwerpen, ervaringenuitwisselen en tips krijgen. Bovenstaande thema‟s vormen een leidraad. Het programmawordt indien nodig aangepast aan de behoeften van de groepsdeelnemers.Na elke <strong>bij</strong>eenkomst wordt een opdracht meegegeven voor de komende week, gerelateerdaan het onderwerp dat dan besproken gaat worden.6


Psycho-educatie groepModule van het <strong>Zorgprogramma</strong> <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong>UMC St. Radboud NijmegenSamenstelling: FE van Dijk, maart 2004Uit:- Aandacht een kopzorg. Een gids voor <strong>volwassenen</strong> met concentratieproblemen. K.Nadeau. Swets & Zeitlinger, Lisse, 2000.- <strong>ADHD</strong> <strong>bij</strong> <strong>volwassenen</strong>. Inleiding in diagnostiek en behandeling. J.J.S. Kooij. Swets &Zeitlinger, Lisse, 2002.7


CursusinformatieDoelgroepPatiënten met de diagnose <strong>ADHD</strong> (overwegend onoplettendheid type (ADD), overwegendhyperactief-impulsieve type en/of gecombineerde type) die behoefte hebben aan informatieen/of die in aanmerking willen komen voor behandeling.Doel van de cursus• Patiënten mondeling en schriftelijk voor te lichten over <strong>ADHD</strong> (wat is <strong>ADHD</strong>, debehandeling van <strong>ADHD</strong>, informatie over Impuls en Balans). Voor de partners enfamilie wordt een aparte voorlichtings<strong>bij</strong>eenkomst georganiseerd.• Contact met lotgenoten.• Aanreiken van praktische tips om beter met de <strong>ADHD</strong> klachten om te gaan.VerwijzingDe behandelaar van de patiënt kan verwijzen.De verwijzer blijft hoofdbehandelaar.Werkwijze• Er kunnen 8 a 10 patiënten deelnemen aan de groep. Er zijn 7 <strong>bij</strong>eenkomsten van 7kwartier inclusief 1 kwartier pauze, waarvan 1 <strong>bij</strong>eenkomst een familie<strong>bij</strong>eenkomst is.De <strong>bij</strong>eenkomsten vinden 1 keer per 2 weken plaats. Indien mogelijk vindt defamilie<strong>bij</strong>eenkomst op een avond plaats.Per <strong>bij</strong>eenkomst komen de volgende thema’s aan de orde:7) Korte kennismakingEigen klachten / symptomen van <strong>ADHD</strong>Informatie over <strong>ADHD</strong> en medicatie8) Agenda plannen9) Weekplanning maken10) Een ding tegelijk doen11) Communicatie• Familie<strong>bij</strong>eenkomst12) Omgaan met geld en evaluatieIn de groep kunnen patiënten informatie krijgen over de onderwerpen, ervaringen uitwisselenen tips krijgen. Bovenstaande thema’s vormen een leidraad. Het programma wordt indiennodig aangepast aan de behoeften van de groepsdeelnemers.Na elke <strong>bij</strong>eenkomst wordt een opdracht meegegeven voor de komende week, gerelateerd aanhet onderwerp dat dan besproken gaat worden.8


1 e <strong>bij</strong>eenkomst: Kennismaking / Wat is <strong>ADHD</strong>?• Korte kennismaking• Eigen klachten/symptomen <strong>ADHD</strong>• Voorlichting over <strong>ADHD</strong> en medicatie• Informatiefolder meegeven• Opdracht voor de 2e <strong>bij</strong>eenkomst bespreken en meegeven• Afsluiten van de <strong>bij</strong>eenkomstKennismakingVoorstellen van de cursusleiding (<strong>bij</strong> de 1 e <strong>bij</strong>eenkomst en de familie <strong>bij</strong>eenkomst is ook eenpsychiater aanwezig)Toelichten van het programma en de regels.Voorstellen van de deelnemers aan elkaar:- Naam, leeftijd, sociale situatie, werk- Sinds wanneer de diagnose <strong>ADHD</strong>- Verwachtingen van de cursusUitdelen stencil symptomen en klachten van <strong>ADHD</strong>Voorlichting en Eigen klachten <strong>ADHD</strong>Voorlichting of psycho-educatie moet in elk geval erfelijkheid, prevalentie, hersenfunctiestoornissen,comorbiditeit en behandelmogelijkheden van <strong>ADHD</strong> omvatten. Het is vaak verhelderend uit te leggen wat<strong>ADHD</strong> is, en daar<strong>bij</strong> de symptomen van <strong>ADHD</strong> en eventuele comorbide stoornissen door te nemen.Klachten en symptomen uit de groep worden (aan de hand van het stencil symptomen en klachten van<strong>ADHD</strong>) hiervoor op een flap-over geïnventariseerd en er wordt beoordeeld of de symptomen wel echtmet <strong>ADHD</strong> te maken hebben. Ook worden de positieve aspecten van <strong>ADHD</strong> meegenomen en wordtbenadrukt dat het belangrijk is dat iemand met <strong>ADHD</strong> ook zijn sterke kanten en speciale talenten leert tegebruiken. Dan wordt besproken welke oplossingen de symptomen mogelijk kunnen bestrijden. Hetbelang van medicatie wordt onderstreept, evenals de noodzaak om structuur aan te brengen, te lerenomgaan met spanningen en oog te hebben voor sterke kanten. Daarna wordt informatie gegeven over debeschikbare behandelvormen en de volgorde waarin deze worden aangeboden.Wat is <strong>ADHD</strong> en waardoor wordt het veroorzaakt.Afkorting van Attention Deficit/Hyperactivity Disorder, voorheen Minimal Brain Damage (MBD)Oorzaken: erfelijkheid is de belangrijkste oorzaak. Zuurstofgebrek vlak na geboorte (<strong>bij</strong> slechts 2%),loodvergiftiging en meningitis (na de geboorte), drugs / alcohol / nicotinegebruik moeder, hoge bloeddruktijdens zwangerschap, laag geboortegewicht en vroeggeboorte spelen ook een rol.Neurobiologische stoornis: functiestoornissen vooral in de frontale cortex (ook nog in andere gebiedenvan de hersenen functiestoornissen, afwijkingen in de neurotransmissie van met name dopamine ennoradrenaline (hierop werkt de medicatie).<strong>ADHD</strong> blijft levenslang, je kunt het niet genezen (zoals een gebroken been), maar er blijkt goed mee televen (vergelijk diabetes).Voorkomen.3-5% van de kinderen heeft <strong>ADHD</strong>.50% houdt last van <strong>ADHD</strong> in volwassenheid: d.w.z <strong>ADHD</strong> komt <strong>bij</strong> ongeveer 1% van de <strong>volwassenen</strong>voor.Verdeling jongens : meisjes = 3 à 4 : 19


Verdeling mannen : vrouwen = 2 :1Verklaring: <strong>bij</strong> meisjes mogelijk vaker subtype ADD (minder vaak met agressief en lastig gedrag, dusminder snel hulp ingeschakeld), waardoor onderdiagnostiek van meisjes.Misverstanden.- Als je goed kon meekomen op school, kan je geen <strong>ADHD</strong> hebben- Hoog opgeleid zijn / universitaire opleiding zou tegen <strong>ADHD</strong> pleiten- Kleurstoffen of suiker als oorzaak voor <strong>ADHD</strong>- <strong>ADHD</strong> door luiheid, desinteresse of motivatiegebrek- <strong>ADHD</strong> door een traumatische jeugdN.B: <strong>ADHD</strong> is een verklaring, geen excuus.Diagnostiek: drie symptomenclusters.1 concentratietekort / aandachtsproblemen2 hyperactiviteit3 impulsiviteitVanaf de kindertijd (informatie van familie) moeten de <strong>ADHD</strong>-symptomen voorkomen.Op school en thuis (informatie van schoolrapporten, partner), op het werk of elders moet <strong>ADHD</strong>problemen hebben gegeven, en nog steeds moet men er last van hebben in meerdere situaties.Bijkomende klachten.Spanning of sensatie zoekenStemmingswisselingen, snel, zonder oorzaakWoede uitbarstingen en ruzieCriminaliteitOnderpresterenWerkproblemenRelatieproblemenInformatie over het subtype ADD, met alleen aandachtsproblemen, dat moeilijker te diagnostiseren is. Inde volwassenheid verandert de uitingsvorm van de symptomen; je leert met je handicap omgaan en hebtallerlei trucjes ontwikkeld; anderen houden er rekening mee.Waarom pas in de volwassenheid ontdekt?Pas sinds kort is bekend dat <strong>ADHD</strong> vaak niet over gaat. Men dacht dat kinderen er over heen zoudengroeien. In een zeer gestructureerde / strenge omgeving vallen de klachten minder op. Dus eengestructureerde aanpak thuis en op school heeft invloed.Intelligentie kan veel compenseren, maar niet de concentratie vervangen.Comorbiditeit <strong>bij</strong> <strong>ADHD</strong>.Depressie 20-30%Angststoornissen 20-30%Verslavingsproblematiek (alcohol, drugs) 25-45%Persoonlijkheidsproblematiek 25%Bipolaire stoornis 8%Medicatie.1 Ritalin (Methylfenidaat)2 Dextro-amfetamine3 ImipramineOverige behandeling.- psycho-educatie10


- lotgenotencontact- coaching- gedragstherapieInformatie meegeven.- Web-site <strong>ADHD</strong>: www.adhd<strong>bij</strong><strong>volwassenen</strong>.nl- Folder Impuls en Trimbos Instituut- Opdracht voor 2 e <strong>bij</strong>eenkomst bespreken en op papier meegeven“Symptomen en klachten van <strong>ADHD</strong>”Symptomen:Onoplettendheid:- Snel afgeleid zijn- Moeite hebben met het maken van een tijdsindeling- Vaak teveel tegelijk doen- Vaak te laat komen- Vaak gehaast en onvoorbereid zijn- Moeite hebben met het <strong>bij</strong>houden van kasboek en financiën- Verzanden in details of erover heen lezen- Dingen niet afmaken- Moeite met het nemen van besluiten, twijfelen- Moeite hebben met administratieve werkzaamheden- Slecht vooruit kunnen kijken / plannen- Activiteiten niet goed kunnen indelen / organiseren- Zich verzetten tegen taken die concentratie vergen- Vergeetachtig zijn- Vaak spullen verliezen of op de verkeerde plaats leggen/zetten- Snel de interesse in iets verliezen- Moeite hebben zich te concentreren <strong>bij</strong> het lezen.- Moeite met langdurige leersituaties- Gedachten niet <strong>bij</strong> een gesprek kunnen houdenHyperactiviteit:- Onrustig zijn, innerlijke rusteloosheid- Niet goed kunnen stilzittten- Steeds opstaan om iets te halen of redenen verzinnen om te kunnen lopen- Vaak zitten friemelen, nervositeit, met de vingers tikkken of met de voeten wiebelen- Zich moeilijk kunnen ontspannen- Vaak druk praten- Niet kunnen stoppen, doordraven of doordrammen- (Te) fanatiek sportenImpulsiviteit:- Anderen in de rede vallen, zich mengen in een gesprek- Moeite met op de beurt wachten- Direct handelen als een idee opkomt- Dingen eruit flappen11


- Het antwoord er al uitgooien voordat de vraag is afgemaakt- Vaak verhuizen en/of veranderen van baan of relatie- Iets zeggen zonder na te denken over de gevolgen- Moeite hebben zich te beheersenOverige klachten:- Onvoldoende presteren- Twaalf ambachten, dertien ongelukken- Vaak op zoek zijn naar iemand die de dagelijkse beslommeringen regelt- Dwangmatig controleren om vergeten te voorkomen- Inactief zijn, terwijl er vroeger juist sprake was van overmatige activiteit- Opvliegend zijn- Snel wisselende stemmingen hebben- Snel teleurgesteld zijn- Overgevoelig voor kritiek zijn- Moeite hebben met autoriteiten- Vaak conflicten hebben- Vaak 's avonds laat naar bed of 's nachts op, maar 's morgens moeite met op tijd opstaanDe keerzijde / Krachten:- Enthousiast- Goed in het vinden van nieuwe oplossingen- Ad rem in het reageren en kunnen spelen met taal- Goed in crisissituaties- Goed in improviseren- Goed in het direct nemen van beslissingen- Niet lang boos- humor- Energiek- Zeer makkelijke praters- Makkelijk in het contact- Spontaan- Open in het contact- Creatief- Anderen kunnen inspireren- Relaties zonder sleur- Gezellig, plezierige sfeer kunnen creëren- Leuk om mee om te gaan-----Niet alle <strong>volwassenen</strong> met <strong>ADHD</strong> hebben al deze kenmerken!12


Opdracht voor de 2 e <strong>bij</strong>eenkomstAgenda beherenVeel <strong>volwassenen</strong> met <strong>ADHD</strong> hebben hun leven lang een hekel gehad aan orde en regelmaat. Velengebruiken agenda noch horloge, hoewel ze er thuis diversen ongebruikt hebben liggen. Structuur enorde was altijd iets voor anderen. Velen zijn meer of minder van anderen afhankelijk geworden voorde ordening van het dagelijks leven (huishouden, administratie, planning, opruimen van kast, bureauetc.). Hoewel in het verleden vaak pogingen zijn gedaan om orde op zaken te stellen of om definanciën onder controle te krijgen waren deze initiatieven vaak van korte duur. Daarna viel menhelaas terug in oude gewoonten. Het veranderen van oude gewoonten kost veel tijd en energie. Hetaanleren en volhouden van nieuwe vaardigheden kost veel inspanning. Daarom is het goed om metkleine stapjes te werken.Een goed hulpmiddel <strong>bij</strong> het structureren van uw leven is een agenda met een pagina per dag indelingof met ruimte om iedere dag een actielijst te maken. Uiteraard kunt u ook kiezen voor eenelektronische agenda of wellicht heeft u een telefoontje dat ook een agenda functie kent.Het is belangrijk een agenda te gebruiken die goed <strong>bij</strong> u past.Bewaar de agenda op een vaste plaats.Zorg ervoor dat u uw agenda altijd <strong>bij</strong> u hebt en dat hij dus in uw tas of jas past.Kijk dagelijks op een vaste tijd in uw agenda. Het kan ook prettig zijn om 2 keer per dag, <strong>bij</strong>voorbeeld‟s ochtends en ‟s avonds te kijken. Zo krijgt u overzicht over waar u vandaag niet aan toegekomenbent en over wat u morgen gaat doen.Bekijk uw agenda goed. Hoe en waar maakt u aantekeningen of schrijft u geheugensteuntjes op. Watis een overzichtelijke indeling? De agenda is een persoonlijk hulpmiddel om u te helpen dus moet hijhelemaal voldoen aan uw behoeften.Opdracht• Bedenk welke agenda u het liefst wil hebben• Bedenk welke agenda het best <strong>bij</strong> u past (kleur, grootte, indeling)• Zoek een plek voor uw agenda die u makkelijk onthoudt• Bedenk een manier om hem altijd <strong>bij</strong> u te hebben (geheugensteuntjes)• Neem uw agenda de volgende keer mee13


2 e <strong>bij</strong>eenkomst: Agenda beheren• Opening van de <strong>bij</strong>eenkomst, evt. vragen beantwoorden.• Nabespreking van de opdracht.• Informatie bespreken/herhalen over agenda beheren (stencil).• Opdracht voor de 3 e <strong>bij</strong>eenkomst bespreken en meegeven.• Afsluiten van de <strong>bij</strong>eenkomst.Opdracht voor de 3 e <strong>bij</strong>eenkomstHet maken van een dagplanning.Om grip te gaan krijgen op uw leven is het van belang dat u uw dagen gaat plannen. Zo voorkomt udat u reageert op alles wat zich op een dag aan u aandient. Door te plannen wordt u regisseur van uweigen leven. Hierdoor kunt u uiteindelijk meer doelgericht te werk gaan.Een dagplanning moet overzichtelijk en leesbaar zijn. Het is dus belangrijk dat u voldoende ruimte inuw agenda hebt om een hele dag in te plannen, ook zaken die weinig tijd in beslag nemen. Ook kan hethandig zijn om met kleuren te gaan werken; bv rood voor zaken die absoluut door moeten gaan.Daarnaast is het belangrijk om voorbereidingstijd, reistijd, tijd om uit te lopen en pauze‟s in teplannen. Ook moet u leren om tijd in te plannen voor ontspanning en sport, liefst in afwisseling metzaken die uw concentratie vragen. Dus bv na een activiteit die veel aandacht en concentratie van uvergt, een activiteit plannen waarin u de teugels even kunt laten vieren. Of na een activiteit waar<strong>bij</strong> ugedurende enige tijd stil moet zitten, een activiteit plannen waar<strong>bij</strong> u uw fysieke energie kwijt kunt.Vaak wordt gezegd dat een agenda met een bladzijde per dag het best werkt. De ervaring is echter ookdat een agenda met een weekindeling per 2 bladzijden voor planning, structuur en overzicht goedwerkt. Ieder zal een persoonlijke voorkeur hebben. Het gaat er uiteindelijk om dat u een manier vindtdie u helpt om de chaos te bestrijden.Opdracht• Kies een tijdstip waarop u een dag gaat plannen, <strong>bij</strong>v. maandagavond (samen met partner).• Maak voor één dag in de komende week een planning. Noteer op welk tijdstip u welke taak wiltdoen.• Kies een tijdstip waarop u in uw agenda gaat kijken wat u deze dag allemaal gaat doen (deavond ervoor of ‟s morgens vroeg).• Houd u deze dag aan uw planning.• Schrijf op hoe deze dag voor u verloopt.14


3 e Bijeenkomst: Weekplanning maken• Opening van de <strong>bij</strong>eenkomst, evt. vragen beantwoorden.• Nabespreken van de opdracht.• Informatie geven over het maken van een weekplanning (stencil „weekplanning maken‟uitdelen).• Weekschema meegeven.• Opdracht voor de volgende keer bespreken en meegeven• Afsluiten van de <strong>bij</strong>eenkomst.Weekschema7.007.308.008.309.009.3010.0010.3011.0011.3012.0012.3013.0013.3014.0014.3015.0015.3016.0016.3017.0017.3018.0018.3019.0019.3020.0020.3021.0021.3022.0022.3023.0023.3024.00Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag15


“Weekplanning maken”Een weekplanning is een belangrijk hulpmiddel om te voorkomen dat zaken die zich ad hoc aandienende leidraad worden voor uw tijdsbesteding. Situatief reageren is een belangrijke klacht <strong>bij</strong> mensen met<strong>ADHD</strong>. Dag- en weekplanning zijn manieren om situatief reageren in de hand te houden. Doormiddel van het maken van een weekplanning komen ook zaken die voor de middellange of langetermijn belangrijk zijn aan bod.Tijd lijkt voor mensen met <strong>ADHD</strong> soms niet te bestaan. Het blijkt erg moeilijk om op tijd tevertrekken voor een afspraak, om rekening te houden met onverwachte gebeurtenissen, om nietonderweg iets anders te gaan doen, om niet alles tegelijk te gaan doen. Voor een goede tijdsplanningzijn vaardigheden nodig die <strong>bij</strong> veel mensen met <strong>ADHD</strong> niet goed ontwikkeld zijn, zoals:- Je niet te laten afleiden, maar je aan de planning houden- De tijd in de gaten houden terwijl je ergens ander mee bezig bent- Flexibel of soepel activiteiten kunnen afwisselen- Keuzes maken of prioriteiten stellen- Een goed korte termijn geheugen- Plannen- Bij onverwachte gebeurtenissen een plan tussentijds aanpassenDe agenda kan voor iemand met <strong>ADHD</strong> ook een effectief hupmiddel zijn voor de indeling van de tijd.Door meer overzicht over de tijd ontstaat meer controle op uw activiteiten en wat u wilt bereiken. Wiede baas is over de tijd, is de baas over z‟n leven.Ondanks de agenda en enige ervaring ermee blijven er valkuilen dreigen voor mensen met <strong>ADHD</strong>.Veel voorkomende valkuilen zijn:- Alle achterstallige klussen ineens willen afmaken- Te grote stappen willen maken- Teveel doelen tegelijk stellen- Alleen vervelende doelen stellen- Denken dat als je energie hebt, je alleen nu iets kan doen, terwijl het morgen ook nog kan.- Hyperfocus: je aandacht urenlang op dezelfde activiteit richten.- Dingen uitstellen- Chronisch te laat komen- Snel afgeleid wordenOpdracht voor de 4 e <strong>bij</strong>eenkomst• Ga door met uw dagen plannen. Probeer een planning voor alle dagen van de week te makeninclusief het weekend. U kunt met kleur bepaalde activiteiten aangeven zodat u ze snellerherkent. Een dag in uw agenda is een plan van uitvoering. Een agenda is ook voor de planningop langere termijn.• Noteer op welk tijdstip u een taak wilt gaan doen. Maak ook tijd vrij om te ontspannen, om ‟savonds met uw partner te praten, tijd met vrienden door te brengen, tijd om iets voor jezelf tedoen, enz.• Probeer u aan uw planning te houden• Let erop of het u lukt om hetgeen u voorneemt ook af te maken; kunt u één ding tegelijk doen?16


4 e Bijeenkomst: Eén ding tegelijk doen• Opening van de <strong>bij</strong>eenkomst, evt. vragen beantwoorden.• Nabespreken van de opdracht• Informatie geven over één ding tegelijk doen (uitreiken stencil ‟één ding tegelijk doen‟).• Opdracht voor de volgende keer bespreken en meegeven.• Afsluiting.“Eén ding tegelijk doen”Veel <strong>volwassenen</strong> met <strong>ADHD</strong> hebben de neiging alle ideeën die opkomen onmiddellijk uit te voeren.Enerzijds om dingen niet te vergeten, anderzijds uit impulsiviteit. Aangezien de stroom ideeën continudoorgaat, veroorzaakt dit al snel teveel activiteiten tegelijk, die niet kunnen worden afgemaakt. Als hetnieuwe ervan af is verslapt de aandacht en daarmee de motivatie om iets af te maken. Een nieuw ideeis dan veel stimulerender en wordt vervolgens opgepakt. Zo laat men een spoor van onafgemaaktetaken achter, die vaak chaos in het hoofd maar ook in het huis, in het werk en in het levenveroorzaken.Afleiding van buitenafDe kans dat iemand met <strong>ADHD</strong> wordt afgeleid is er altijd. De afleiding kanvan buitenaf komen, <strong>bij</strong>voorbeeld door een telefoontje, maar komt vaker nog van binnenuit. Nadat ubent afgeleid is het veel moeilijker om de taak waar u mee bezig was weer op te pakken. Het is dusbelangrijk om de kans dat u wordt afgeleid te verkleinen. Afleiding van buitenaf is makkelijker teherkennen en tegen te gaan dan afleiding van binnenuit.Van welke afleiding van buitenaf heeft u hinder? Inventarisatie maken.Afleiding van binnenuitAfleiding van binnenuit is moeilijker tegen te gaan omdat dit je onverwacht overvalt. Het is welomschreven als "ik ben een tv met 10 kanalen tegelijk aan" of "ik heb altijd zo'n vol hoofd". Eencontinue stroom van ideeën en gedachten is een typisch kenmerk van <strong>ADHD</strong>.Welke manieren zijn er om met afleiding van binnenuit om te gaan? Inventarisatie maken.Structuur en regelmaatDoor structuur en regelmaat neemt de last die de <strong>ADHD</strong> symptomen geven af. Veel mensen met<strong>ADHD</strong> hebben personen in hun omgeving die die functie voor ze hebben vervuld. Dit maakt ze ookafhankelijk van anderen. Het kan helpen de eigen omgeving te ordenen en op te ruimen, zodat meeroverzicht ontstaat. Hier<strong>bij</strong> kan de hulp van <strong>bij</strong>voorbeeld de gespecialiseerde gezinsverzorging wordeningeroepen. Stressvolle situaties moeten worden opgelost om stabiliteit te kunnen bereiken.Structuur en regelmaat kunnen worden vergroot door:- Op vaste tijden, 3 maal per dag eten, niet alleen <strong>bij</strong> trek- Gezond eten- Alcohol en drugs staken- Weinig cafeïne gebruiken omdat dit de onrust stimuleert- 7-8 uur slapen- Op een vaste tijd, voor 24.00 uur gaan slapen- Regelmatig en intensief bewegen om te ontspannen- Zorgen voor een goede lichamelijke gezondheid, klachten niet verwaarlozen- Leren omgaan met de behoefte aan nieuwe prikkels en afwisseling17


- Nieuwe vaste gewoonten aanleren- Evenwicht zoeken tussen inspanning en ontspanning- Conflicten uitpraten, eventueel hier hulp <strong>bij</strong> vragen- Stress vermijden door <strong>bij</strong>voorbeeld niet in spits-tijden boodschappen te doenHoe gaat u met uw dag en nacht ritme, eten, cafeïne, inspanning en ontspanning? Inventarisatiemaken.Opdracht voor de 5 e <strong>bij</strong>eenkomstDoorgaan met plannen en letten op luisteren• Ga door met uw dagen plannen en houd u aan uw planning!• De volgende keer gaan we het hebben over luisteren. Let de komende week op het volgendeen schrijf uw bevindingen op:- Hoe lang kunt u zich ongeveer concentreren op de verhalen van anderen?- Lukt het u om een samenvatting te geven van wat een ander tegen u zegt?- Hoe vaak merkt u dat u niet goed geluisterd hebt? Bijvoorbeeld doordat u iets„vergeten‟ bent.18


5 e Bijeenkomst: Communicatie• Opening van de <strong>bij</strong>eenkomst, evt. vragen beantwoorden.• Nabespreken van de opdracht.• Informatie geven over communicatie (stencil „communicatie‟ uitreiken).• Opdracht voor de volgende keer bespreken en meegeven.• Afsluiten van de <strong>bij</strong>eenkomst.“Communicatie”Door ongeduldig en impulsief gedrag, slecht kunnen luisteren en opvliegendheid komencommunicatieproblemen vaak voor tussen <strong>volwassenen</strong> met <strong>ADHD</strong> en hun omgeving.Voorbeelden van hoe het mis kan gaan en wat je er aan kan doen:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Niet goed kunnen luisteren.Voorstellen te wandelen tijdens een gesprek als dat de aandacht bevordert.Snel afgeleid zijn.Actief deelnemen, op een rustig moment uitleggen dat je je moeilijk kunt concentreren.Iemand in de rede vallen.Pen en papier gebruiken om dingen op te schrijven of „verboden te onderbreken‟ alsherinnering opschrijven.Over alles in discussie gaan.Jezelf helpen afremmen met aantekeningen als „niet op in gaan!‟Zelfbeheersing verliezen.Beter even uit de situatie weglopen om later even af te koelen en er later op terug tekomen.Vaak gestoord worden.Werkruimte aanpassen, thuis werken, flexibele werktijden aanvragen.De hele tijd aan het woord zijn.Vragen of iemand je een seintje wil geven als je te lang doorgaat.Mensen uitputten.Aandacht verdelen over meerdere mensen, contact zoeken met mensen die ook veelenergie hebben, letten op sociale signalen.Bot reageren.Rustig praten, <strong>bij</strong> boosheid jezelf even terugtrekken, gesprek voorbereiden.Overgevoeligheid voor kritiek.Bewust worden van overdreven heftige reacties, een moeilijk gesprek voorbereiden,zonodig jezelf terugtrekken, later erop terug komen.19


Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Sociale signalen missen.Probeer sociale signalen van gezichten te lezen, vraag eventueel hulp.Te druk zijn.Tijd vrij maken voor de ander, werk even onderbreken om een praatje te maken.Ongeduldig gedrag.Neem iets mee om te lezen, of muziek, wissel rustig zitten af met bewegen of sporten.Het laten afwetenTerugkomen op vergeten afspraken, contact houden met anderen, jezelf bereikbaarmaken met ene mobiele telefoon, de agenda met de partner doornemen.Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:Probleem:Oplossing:In het algemeen is het behulpzaam een omgeving te zoeken waarin u ook eens positieve bevestigingkrijgt. Mensen met <strong>ADHD</strong> zijn daar vaak gevoeliger voor dan voor kritiek. Vraag hulp <strong>bij</strong> het lerenwerken met een agenda, planning. Help uzelf met schriftelijke instructies, herinneringsbriefjes. Zoek eencoach of iemand die u kan steunen <strong>bij</strong> het structureren van uw leven. Maak keuzes.Stel uw doelen lager dan u van plan was. Geniet van elke geslaagde actie en zie dit als een goed begin.Verwacht niet dat u ineens kunt wat u voorheen niet is gelukt. Gun uzelf de tijd om nieuwe dingen teleren en te aanvaarden dat u dat nodig hebt.Profiteer van uw succesvolle <strong>ADHD</strong> eigenschappen als creativiteit en enthousiasme!Opdracht voor de 6 e <strong>bij</strong>eenkomst• Ga door met uw dagen plannen• Voer een gesprek met iemand en maak gebruik van de verkregen tips20


Familie<strong>bij</strong>eenkomst• Voorstellen coaches en psychiater• Agenda presenteren:- Informatie over <strong>ADHD</strong>- Gelegenheid tot het stellen van vragen / uitwisselen van ervaringen• Informatie over <strong>ADHD</strong> door psychiater.• Voor inhoud zie <strong>bij</strong>eenkomst 1.• Pauze• Gelegenheid tot stellen van vragen / uitwisselen van ervaringen• Afsluiting van de <strong>bij</strong>eenkomst6 e <strong>bij</strong>eenkomst: Omgaan met geld en Evaluatie• Opening van de <strong>bij</strong>eenkomst, evt. vragen beantwoorden• Nabespreken van huiswerk• Informatie geven over omgaan met geld (uitreiken stencil „problemen met omgaan met geld‟).• Afsluiten van de <strong>bij</strong>eenkomst• Evaluatieformulier uitleggen• Evaluaties bespreken• Gelegenheid om kort stil te staan <strong>bij</strong> de behandelde thema‟s. verder is er nog gelegenheid omvragen te stellen of het een en ander uit te wisselen.• Afsluiten van de cursus21


“Problemen met omgaan met geld”Veel <strong>volwassenen</strong> met <strong>ADHD</strong> kunnen niet goed met geld omgaan. Dit heeft te maken met een aantal<strong>ADHD</strong>-kenmerken zoals geen overzicht over de in- en uitgaven, impulsief kopen zonder dat je het echtnodig hebt, rekeningen vergeten te betalen of kwijt raken.Mensen met <strong>ADHD</strong> kunnen hun geldzaken goed regelen door gebruik te maken van slechts een paareenvoudige principes:• Gebruik slechts een betaalpas. Doe zo min mogelijk op rekening of met creditcard. Op dezemanier kunt u makkelijker <strong>bij</strong>houden wat u uitgeeft.• Overweeg internet of tele-bankieren. Op deze wijze beperkt u het papierwerk.• Automatiseer zoveel mogelijk. Laat uw salaris op een bankrekening storten. Laat huur,elektriciteit en gas, verzekeringen, abonnementen en contributies zoveel mogelijk automatischdoor uw bank afschrijven. Sluit een automatische spaarrekening af, zodat u elke maand een vastbedrag spaart.• Vermijdt impulsieve aankopen. Pin eens per week en verdeel het geld over de week. Ga nietzomaar de stad in om te winkelen. Probeer telefonisch / of via internet achter de beste prijs vaneen artikel te komen. Laat uw aankopen thuis bezorgen. U wordt dan niet verleid tot impulsieveaankopen. Koop wat u uzelf voorneemt, schrijf op wat u nodig heeft. Laat uw creditcard thuis enneem voldoende geld mee voor de boodschappen.• Zorg ervoor dat u aankoopbonnen bewaart. Impulsief gedane aankopen kunt u dan retourneren.22


Evaluatie van de cursusEr zijn een aantal vragen opgesteld om deze cursus te evalueren. Neem even de tijd om deze vragenzorgvuldig te beantwoorden.• Wat waren uw verwachtingen van de cursus?• Zijn deze uitgekomen?• Wat vond u van de opzet en de onderwerpen• Geef per thema aan wat u er van vond:- Kennismaking / voorlichting <strong>ADHD</strong>- Agenda beheren- Weekplanning maken- Eén ding tegelijk doen- Communicatie- Familie<strong>bij</strong>eenkomst- Omgaan met geld / evaluatie• Wat heeft u geleerd?23


• Wat is er veranderd als gevolg van de aangeboden informatie?• Welke vaardigheden heeft u nieuw aangeleerd?• Wat vond u van de begeleiding?• Heeft u tips, op- en/of aanmerkingen die de cursus kunnen verbeteren?Dank u voor het invullen van deze evaluatie. We verwerken de informatie t.b.v. de volgende cursussen.24


BIJLAGE IIMODULE COACHING IN GROEPSVERBANDDoelgroepPatiënten met de diagnose <strong>ADHD</strong> die in behandeling zijn <strong>bij</strong> het UMCN. Inclusie ishoogdrempelig. De psycho-educatie module moet zijn doorlopen. Indicatie wordt verder gestelddoor C.C. Kan in overleg met de coaches. Er moet blijk zijn van motivatie om te werken op basisvan vooraf gestelde doelen. Dit kan blijken in de psycho-educatiegroep. Er mag geen sprake zijnvan verslavingsproblematiek of antisociale- , low-level borderline of anderszins ernstigepersoonlijkheidsproblematiek. Ook niet behandelde ernstige As I problematiek is reden voorexclusie.Doel van de cursusVaardigheden aanleren om de klachten van <strong>ADHD</strong> te verminderen. In samenspraak met patiëntenworden individuele doelen opgesteld. Deze worden vertaald in praktische en haalbare opdrachten,die in gedragstermen om schreven moeten kunnen worden.VerwijzingDe behandelaar van de patiënt kan verwijzen.De verwijzer blijft hoofdbehandelaar.WerkwijzeEen gesloten groep waaraan 8 patiënten kunnen deelnemen. Voorafgaand aan degroeps<strong>bij</strong>eenkomsten wordt door de coaches met iedere deelnemer een gesprek gevoerdom tot concrete doelen te komen waaraan tijdens de <strong>bij</strong>eenkomsten gewerkt gaat worden.De <strong>bij</strong>eenkomsten vinden plaats met een frequentie van een maal per 2 weken in een periode van3 maanden en duren 1,5 uur, inclusief een kwartier pauze. Binnen deze gestructureerdegroepsbehandeling kunnen patiënten in de vorm van opdrachten aan hun doelen werken. Patiëntenkunnen aan 1 of 2 doelen werken totdat het gewenste resultaat bereikt is. Er wordt gewerkt methuiswerkopdrachten. De nadruk ligt op het verkrijgen van routine. Van de patiënten wordtverwacht dat ze met elkaar meedenken. Ook is er aandacht voor gemeenschappelijke thema‟s.Wanneer een patiënt er niet aan toe is gekomen om een doel te behalen mag maximaal 1 keerverlengt worden en kan deze patiënt dus nogmaals deelnemen aan de module.25


BIJLAGE IIIMEETINSTRUMENTEN (HYPERLINKS)a)\\umcczzo05\Psy$\Overleggen\werkgroep <strong>ADHD</strong>-ASD\<strong>ADHD</strong>\Meetinstrumenten\Zelf-rapportagevragenlijst <strong>ADHD</strong>.pdfb)\\umcczzo05\Psy$\Overleggen\werkgroep <strong>ADHD</strong>-ASD\<strong>ADHD</strong>\Meetinstrumenten\Vragenlijst<strong>ADHD</strong> ouders.pdfc)\\umcczzo05\Psy$\Overleggen\werkgroep <strong>ADHD</strong>-ASD\<strong>ADHD</strong>\Meetinstrumenten\Vragenlijst <strong>ADHD</strong> partner.pdfd)\\umcczzo05\Psy$\Overleggen\werkgroep <strong>ADHD</strong>-ASD\<strong>ADHD</strong>\Meetinstrumenten\Semi-gestructinterv<strong>ADHD</strong>Kooij.pdfe)\\umcczzo05\Psy$\Overleggen\werkgroep <strong>ADHD</strong>-ASD\<strong>ADHD</strong>\Meetinstrumenten\SYMPT.BIJW.lijst.pdff)\\umcczzo05\Psy$\Overleggen\werkgroep <strong>ADHD</strong>-ASD\<strong>ADHD</strong>\Meetinstrumenten\SCHEMAMF.pdf26

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!