13.07.2015 Views

Levende democratie - Vlaams Parlement

Levende democratie - Vlaams Parlement

Levende democratie - Vlaams Parlement

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

98 De moeilijke verhouding tussen parlement en regering2.3.Toegepast op het <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong>:machtsverlies na het investituurdebatDe derde stelling van Dewachter is dat, als het parlement zijn vertrouwen aan de regeringgeeft, het parlement in wezen een deel van zijn macht afstaat. Kunnen we die stellingbeamen?Het investituurdebat zoals we dat vandaag de dag kennen, is een gewoonte – mijnsinziens zelfs een grondwettelijke gewoonte – ontstaan vanaf 1919 in de Kamer en vanaf1935 in de Senaat. Voor die tijd hadden sommige homogene katholieke regeringen tussen1884 en 1914 soms weleens een verklaring afgelegd voor het parlement en soms werddie verklaring afgesloten met een stemming. 197 Het is geen toeval dat de vertrouwensstemmingnet na de Eerste Wereldoorlog doorbreekt: vanaf dat ogenblik zijn er in Belgiëook volop coalitieregeringen.Mijns inziens is er evenwel meer aan de hand. Het is niet zozeer de vertrouwensstemmingdie ervoor zorgt dat het parlement aan machtsverlies lijdt, maar wel het feit dat erover een regeerakkoord onderhandeld moet worden. Onderhandelingen zijn slechtsmogelijk tussen een beperkt aantal personen. Met andere woorden, dergelijke onderhandelingenkunnen niet gevoerd worden in een voltallig parlement. Men kan hier zelfsgewagen van een materiële onmogelijkheid.Het opduiken van de verplichting tot onderhandelen hangt samen met de in dieperiode gewijzigde kieswetgeving. De wet van 29 december 1899 198 voert de evenredigevertegenwoordiging in (systeem-d’Hondt) en de wet van 9 mei 1919 199 het algemeen mannenstemrecht;beide wijzigingen werden naar aanleiding van de grondwetsherzieningvan 1920-1921 in de Grondwet ingeschreven 200 . Voortaan zijn coalitieregeringen de regel,homogene regeringen de grote uitzondering. De elites ontlenen hun macht voor een deelaan een kiesstelsel dat tot onderhandelingen en compromissen verplicht. De situatie isvolledig anders in Engeland en de Verenigde Staten, waar het meerderheidsstelsel éénpartij aan de macht brengt: die partij kan, indien zij dat wenst, haar verkiezingsprogrammavolledig uitvoeren. 201Dat alles houdt ook in dat onze regeringen geen monoliet vormen, het zijn veeleerbroze gehelen. Toch heeft ieder regeringslid er meestal belang bij dat de regering overeindblijft, aangezien dat hem een machtspositie bezorgt. <strong>Parlement</strong>sleden mogen datbroze evenwicht dan ook niet aan het wankelen brengen, want zonder een ijzeren partijdisciplinewordt regeren onmogelijk.197 C.-H. Höjer, Le régime parlementaire belge de 1918 à 1940, (heruitgave Crisp), 1969, p. 318 e.v.198 Wet 29 december 1899, in: ‘Pasinomie’, 1899, p. 393 e.v.199 Wet 19 mei 1919, in: ‘Pasinomie’, 1919, p. 188 e.v.200 Grondwetswijziging 15 november 1920, in: ‘Pasinomie’, 1920, p. 621 e.v.201 Zie hoofdstuk XIV, <strong>Vlaams</strong> <strong>Parlement</strong> en verkiezingen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!