13.07.2015 Views

Levende democratie - Vlaams Parlement

Levende democratie - Vlaams Parlement

Levende democratie - Vlaams Parlement

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

220 Het vlaams parlement en europahet toetsen van wetgevende voorstellen aan een aantal criteria. Momenteel kan een beroeptot nietigverklaring wegens schending van het subsidiariteitsbeginsel echter alleen wordeningesteld door rechtstreeks en individueel betrokken personen, door lidstaten, doorde Raad of door de Commissie. Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Nice kan datook door het Europees <strong>Parlement</strong>. Nationale parlementen kunnen niet rechtstreeks eenberoep aanhangig maken. Regio’s (en hun parlementen) evenmin. Nochtans is het bestdenkbaar dat er precies een betwisting ontstaat omdat een regionaal parlement oordeeltdat een problematiek waarover de Commissie een wetgevend voorstel lanceert, beter opregionaal niveau aangepakt kan worden. Als het om regio’s gaat die daadwerkelijk overwetgevende bevoegdheden beschikken, zou een rechtstreekse toegang tot het Hof vanJustitie perfect verdedigbaar zijn, zeker wanneer de lidstaat waartoe die regio behoort,daar geen probleem mee heeft. Men zou bijvoorbeeld kunnen denken aan een verklaringdie bij het Verdrag wordt gevoegd en waarin de lidstaten de regio’s met wetgevendebevoegdheden opsommen, die het recht krijgen om een beroep bij het Hof van Justitieaanhangig te maken, onder meer met betrekking tot het subsidiariteitsbeginsel.De vrees zou kunnen bestaan dat ongeveer elk wetgevend voorstel van de Commissiedoor een of ander parlement ter beoordeling voor het Hof wordt gebracht. Als men datwil vermijden, dan zou men kunnen overwegen om in een drempel te voorzien, waarbijde subsidiariteitstoets slechts kan worden aangevraagd als een bepaald aantal parlementenof parlementsleden hierom verzoekt. Dat zou overigens ook de samenwerking tussende verschillende (nationale én regionale) parlementen ten goede komen. De kwestie vande toepassing van en de controle op het subsidiariteitsbeginsel blijft evenwel uiterstcomplex. Het zou ons te ver leiden om er hier dieper op in te gaan.3.3.De prelegislatieve faseDe praktijk wijst uit dat, zodra het besluitvormingsproces formeel van start gaat, namelijkop het moment dat een voorstel voor een besluit, een richtlijn of een andere wetgevendemaatregel bij de Raad (en al dan niet het Europees <strong>Parlement</strong>) wordt ingediend, erniet zoveel ruimte meer is voor fundamentele veranderingen. Hierboven werd gestelddat nationale en regionale parlementen er belang bij hebben om de lopende besluitvormingop een degelijke manier op te volgen. Indien die parlementen zich uitsluitend concentrerenop hangende wetgevende voorstellen, dan hollen ze evenwel voor een grootdeel achter de feiten aan.De fase van brainstorming is in de Europese besluitvorming ontzettend belangrijk.Zeker wat activiteiten in het kader van de eerste pijler betreft, tracht de Commissie in diefase een precies beeld te krijgen van wat er zoal leeft in de lidstaten en bij andere betrokkenen.Het is voor de Commissie immers verloren werk indien middelen worden geïnvesteerdin het opstellen van een wetgevende maatregel waar heel wat lidstaten en machtigebelangengroepen sterk tegen gekant zijn. Dus creëert de Commissie rond bepaaldebeleidsthema’s tijdelijke of blijvende, formele of informele netwerken. Eerder in dezebijdrage hebben we het hier al over gehad. Functioneel georganiseerde belangen wordenhier doorgaans bij betrokken en de Commissie zal geregeld (via de Permanente Vertegenwoordiging)de lidstaten verzoeken om experts af te vaardigen naar voorbereidende vergaderingen.Indien het om beleidsmateries gaat die in federale staten binnen de compe-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!