13.07.2015 Views

Levende democratie - Vlaams Parlement

Levende democratie - Vlaams Parlement

Levende democratie - Vlaams Parlement

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Het vlaams parlement en europa219standig om de onderhandelende minister een precies afgebakend mandaat mee te geven,omdat dat contraproductief kan werken. Voor de regionale parlementen gelden preciesdezelfde bemerkingen. Overigens zou het helemaal onrealistisch zijn om de regionaleminister exacte instructies mee te geven vanuit het regionaal parlement, precies omdatdie minister geacht wordt niet alleen het standpunt van zijn regio te verdedigen. Maarparlementaire debatten op regionaal niveau kunnen wel het standpunt van de ministerbeïnvloeden.Voor de volledigheid moet hier nog het Comité van de Regio’s vermeld worden: datheeft een adviserende rol in het besluitvormingsproces. Verscheidene leden van regionaleparlementen maken deel uit van dat Comité, maar de invloed ervan op de besluitvormingis om uiteenlopende redenen zodanig miniem dat het niet de moeite is om hier uitgebreidbij stil te staan. 502Tot slot nog enkele bedenkingen over de subsidiariteit. Dat is een instrument om tebepalen wanneer de EU wetgevend moet optreden. Subsidiariteit houdt in dat hetgeeneen kleinere eenheid op toereikende wijze kan doen, niet door een grotere eenheid moetworden gedaan, tenzij die het beter doet 503 . In Protocol nr. 30, dat bij het Verdrag vanAmsterdam is gevoegd, wordt onder meer gesteld dat de Commissie haar wetgevingsvoorstellenin het licht van de subsidiariteit moet rechtvaardigen. De Raad en het Europees<strong>Parlement</strong> moeten dat onderzoeken en tijdens de hele besluitvormingsproceduremet het subsidiariteitsbeginsel rekening houden. Er wordt met andere woorden gerekendop de zelfdiscipline van de Europese instellingen. Soms wordt geargumenteerd datdat niet kan volstaan en dat een extra ‘toets’ nodig is. Onder meer enkele nationale enregionale parlementen dringen hierop aan. De controle op de toepassing van het subsidiariteitsbeginselkan politiek of rechterlijk zijn. De politieke controle wordt momenteeluitgeoefend door de Europese instellingen zelf. Nationale parlementen zijn hier slechtsheel indirect bij betrokken (via hun minister in de Raad).In het kader van de conventiedebatten werden diverse scenario’s geformuleerd om depolitieke controle uit te breiden (oprichting van een controleorgaan ad hoc, opname vaneen vertegenwoordiger van de parlementen in de nationale delegaties in de Raad, enzovoort).Hierboven hebben we er echter al herhaaldelijk op gewezen dat het – niet in hetminst vanuit democratisch oogpunt – weinig verstandig zou zijn om het besluitvormingsproceszelf extra te verzwaren.De rechterlijke controle ligt enigszins anders. Die wordt op Europees niveau momenteeluitgeoefend door het Hof van Justitie. Hierbij kan onder meer de instelling van eenaparte ‘subsidiariteitskamer’ worden overwogen. Die zou zich dan specifiek toeleggen op502 Problemen hebben onder meer te maken met het feit dat het enkel om een adviserend orgaan gaat,waarbij Raad, <strong>Parlement</strong> of Commissie zonder enige verantwoording elk standpunt van het Comité van deRegio’s kunnen negeren. Bovendien is ook de samenstelling van dit Comité nogal onduidelijk: het bestaat uitvertegenwoordigers van zowel de lokale als de regionale besturen, met vaak erg uiteenlopende belangen. Ziein dit verband o.m. H. Vos, De EU-regio’s na Amsterdam – het verlanglijstje van het Comité van de Regio’s, in: ‘InternationaleSpectator’, 1997, 9, p. 483-487; Id., On-going European integration and the position of the regions: an analysis of the processand some possible future scenarios, in: M. Fischer, P. Nijkamp (eds.), ‘Spatial dynamics of European integration —Regional and policy issues at the turn of the century’, 1999, p. 179-196.503 Zie in dit verband de nota van Iñigo Méndez de Vigo aan de leden van de Conventie betreffende hetmandaat van de Werkgroep subsidiariteitsbeginsel. I. Méndez de Vigo, Mandaat van de Werkgroep subsidiariteitsbeginsel,in: ‘Documenten van de Conventie’, 71/02, 2002.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!