13.07.2015 Views

Levende democratie - Vlaams Parlement

Levende democratie - Vlaams Parlement

Levende democratie - Vlaams Parlement

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

106 De moeilijke verhouding tussen parlement en regering‘Wanneer ik in de speciale commissie het standpunt van de regering heb verduidelijkt, heb ik gezegd dat“de Grondwet voor mij geen vodje papier is”. Ik wil niet dat avonturiers van links of van rechts ooit eenprecedent van Tindemans zouden inroepen om hun daden goed te praten. Daarmede rekening houdend,na de scheldwoorden, beledigingen en aanvallen waarvan ik de laatste dagen het voorwerp ben geweest,en zoëven nog de insinuaties op deze tribune, is de conclusie voor mij duidelijk; ik verlaat deze tribune; ikga naar de Koning en bied hem het ontslag van de regering aan.’ 235Die woorden zullen hun uitwerking niet missen. In vele huisgezinnen werd eertijds eenfamiliale ruzie zelfs afgesloten met de woorden ‘ik verlaat deze tribune en ik ga naar deKoning’. De politieke wereld percipieerde zichzelf als instabiel, vandaar dat de roep naarstabielere instellingen bijzonder groot werd.De Belgische bijzondere wetgever en grondwetgever hebben zich bij het rationaliserenvan het parlementaire bestel verregaand laten inspireren door Frankrijk en Duitsland.Het loont dan ook de moeite om, in kort bestek, na te gaan op welke wijze dat al danniet aanleiding geeft tot stabiliteit in beide landen. Worden de moties aldaar toegepast?Werkt het ‘gerationaliseerde parlementarisme’?In Frankrijk was de instabiliteit van de derde Republiek (1875-1940) legendarisch. Degemiddelde levensduur van regeringen bedroeg slechts acht maanden. Het is dan ookniet verwonderlijk dat de grondwet van de vierde Republiek (1946-1958) bovenvermeldemoties van wantrouwen invoerde. 236 Het bracht geen soelaas, want de gemiddelde levensduurvan de regeringen viel terug op zes maanden. 237 Blijkbaar brengen dergelijke motiesvan wantrouwen geen stabiliteit, als het politieke bestel echt onstabiel is.Het ‘constructieve’ karakter van de motie – dat wil zeggen de verplichting om eenopvolger aan te stellen – is dan weer van Duitse origine (art. 67-68 Duitse grondwet van23 mei 1949). Sinds 1949 is dat mechanisme nog maar twee keer gebruikt. 238 In 1972 is devervanging van kanselier Willy Brandt (SPD) door Rainer Barzel (CDU) niet gelukt. Depolitieke toestand was dramatisch: enerzijds bestond er geen meerderheid van de ledenom de kanselier te vervangen, maar evenmin bestond er een parlementaire meerderheid(van de stemmen) die de kanselier nog steunde. De constructieve motie heeft geenszinsvoor stabiliteit gezorgd, want het resultaat van dat alles was dat het parlement werd ontbonden.Naar aanleiding van de crisis van 1982-1983 werd Helmut Schmidt (SPD) vervangendoor Helmut Kohl (CDU). Dat betekende dat een nieuwe meerderheid (CDU-CSU-FDP) de macht overnam van de oude meerderheid. Men zou kunnen besluiten dat deconstructieve motie dus gezorgd heeft voor stabiliteit. De realiteit is anders. De geheleoperatie ging gepaard met het politieke akkoord om verkiezingen te organiseren, hetgeenook is gebeurd. Met andere woorden, de beoogde stabiliteit werd niet bereikt.Deze buitenlandse voorbeelden tonen aan dat constructieve moties op zich geen stabiliteitbrengen.235 Handelingen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, 11 oktober 1978, p. 16.236 Artikel 49 e.v. Grondwet 27 oktober 1946. Voordien kende de tijdelijke grondwet van 2 november 1945reeds dergelijke moties.237 M. Duverger, o.c., p. 99.238 P. Lauvaux, o.c., p.81 e.v.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!