13.07.2015 Views

Verhoudingsregelaar FMS - lamtec

Verhoudingsregelaar FMS - lamtec

Verhoudingsregelaar FMS - lamtec

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Kurzanleitung<strong>Verhoudingsregelaar</strong> <strong>FMS</strong>TÜV-baumustergeprüft0085 AS 0254DIN DVGW Prüfzeichen NG-2510 AS 0324LAMTEC <strong>FMS</strong> 5Sensoren en systemenvoor de verbrandingstechniek


InhoudsopgaveAlgemene opmerkingen 3Voor uw veiligheid 3Het "Geräte-Sicherheitsgesetz” 3Bediening van de installatie 4 - 15Weergave van de bedrijfstoestand 4 - 5Betekenis van de modi bij de <strong>FMS</strong> 4 - 5Meldingen / Storingen 6 - 15Wat gebeurt er als de <strong>FMS</strong> in storing gaat? 6Storingen aflezen 6Storingen resetten 6Storingsgeschiedenis opvragen 6Bedrijfsurenteller aflezen 7Tekstmeldingen 7 - 8Storingscodes 9 - 15Schakel- en toetscombinaties van de<strong>FMS</strong>-/VMS-frontplaat 35Algemene opmerkingen 36Geldigheid van deze handleiding 36Technische gegevens 37 - 39Verklaring van typeovereenstemming40 - 41EG-verklaring van type-overeenstemming 40Bijlage bij de EG-verklaring van typeovereenstemmingof de EG-fabrikantenverklaring 41Verhelpen van storingen<strong>FMS</strong> / Hulp 16 - 33Algemene storingen (A) 16 - 21Driepuntssignaaluitgang (B) 22 - 23Analoge uitgang (C) 24Belastingsignaal (D) 25 - 26feedback (E) 27 - 29Correctie-ingang (F) 30 - 31Digitale ingangen <strong>FMS</strong> (G) 32 - 33Terugvoer bij driepuntssignaalkanalen 34Vormgesloten koppeling 34Voorbeeld van een vormgeslotenpotentiometerkoppeling 34Fail-safe feedback 34Voorbeelden van potentiometers 34Voorbeelden van servomotoren 342


Bediening van de installatieWeergave van de bedrijfstoestandBetekenis van de standenvande<strong>FMS</strong>Betekenis:ONBEZÜEZGLEGNAAUEISLEVESSTVOHANDKeine Anzeige”Einschaltsequenz” (inschakelsequentie)”Bereit” (bedrijfsklaar)”Zündstellung” (ontstekingsstand)”Einstellen/Zündstellung” (instellen/ontstekingsstand)”Grundlast” (grondlast)”Einstellen/Grundlast) (Instellen/Grondlast)”Nachlüften” (naventilatie)”Aus” (uit)”Einstellen” (instellen)”Speicher löschen” (geheugen wissen)”Einstellen/Vorlüften” (Instellen/voorventilatie)”Einstellen/Steuern ” (instellen/regelen)”Störung” (storing)”Vorlüften” (voorventilatie)”Handbetrieb” (handbesturing)”Regelbetrieb” (regelbedrijf)BEZÜEZGLEGNAAUEISLgeeft aan dat het signaal aan klem 2 aanwezig is, en alle anderesignalen zijn 0.Als de <strong>FMS</strong> een rookgasafvoerklep aanstuurt, gaat deze open.Omschakeling naar ”instellen” is mogelijk.geeft aan dat de voorventilatie beëindigd is en het relais aantrekt dat deontstekingsstand aangeeft. De <strong>FMS</strong> staat in de ontstekingsstand, hetvlamsignaal ontbreekt echter. Omschakeling naar ”Instellen” leidtslechts tot een verandering van de weergave in EZ. In deze stand is hetniet mogelijk te programmeren.geeft aan dat de brander brandt (klem 8 =1), de vrijgaveregelingontbreektechter (klem 4 = 0). Daarom blijft de <strong>FMS</strong> in de grondlaststand.Omschakeling naar ”Instellen” leidt slechts tot een verandering van deweergave in EG. In deze stand is het niet mogelijk te programmeren.geeft aan dat de <strong>FMS</strong> zich in de naventilatiestand bevindt. Alle signalen=0.Alle luchtkanalen gaan open. Na afloop van de geconfigureerde tijdgaat de <strong>FMS</strong> in de stand ”AU”.geeft aan dat de <strong>FMS</strong> ”UIT” staat. Alle regelmotoren zijn gesloten.Keuzeschakelaar op ”automatisch”; alle signalen = 0.geeft aan dat van de keuzeschakelaar voor de werkwijze op ”Instellen”staat. Er kunnen nu afzonderlijke punten worden veranderd of nieuweprofielen worden ingevoerd.geeft aan dat de keuzeschakelaar voor de werkwijze op ”Geheugenwissen” staat. Door het indrukken van de overnameknop wordt hetaanwezige profiel gewist en kan een nieuw profiel worden ingevoerd.4


Bediening van de installatieWeergave van de bedrijfstoestandEVESSTVOHANDgeeft aan dat ondanks het feit dat de keuzeschakelaar voor de werkwijze op”Instellen” staat, er toch een voorventilatie wordt uitgevoerd. Op klem 3 issignaal aanwezig.___________________________________________________________________Staat de keuzeschakelaar op ”Instellen” en is het ”signaal aan klem 3”aanwezig, dan regelt de <strong>FMS</strong> als voorheen.De instelstand (weergave ”EI”) wordt pas actief, als de voorventilatie isbeëindigd en het vlamsignaal en de vrijgave-regeling aanwezig zijnDe <strong>FMS</strong> kan dus alleen worden geprogrammeerd, als de signaalcombinatieovereenkomt met de stand ”AU” of ”BE” of als de signaalcombinatieovereenkomt met de stand ”automatisch”.___________________________________________________________________geeft aan dat, hoewel de keuzeschakelaar voor de werkwijze op "Instellen”staat, de <strong>FMS</strong> toch volgens een berekend profiel in het RAM-geheugen regelt.Het profiel word berekend op basis van een al gedeeltelijk ingevoerddeelprofiel. Deze stand wordt bereikt, als tijdens een programmeerfase debrander wordt uitgeschakeld en dan weer wordt opstart.Het programmeren kan door het bedienen van een schakelaar wordenvoortgezet (verandering in stand ”EI”). Het vlamsignaal en de vrijgave-regelingzijn aanweziggeeft aan dat de <strong>FMS</strong> in ”storing” is. Met de keuzeschakelaar op stand”status” kan de storingscode worden opgevraagd. Met de keuzeschakelaarop stand ”belastingwaarde” wordt de belastingwaarde, zoals die tijdens destoring aanwezig was, weergegeven.geeft aan dat de <strong>FMS</strong> zich in de ”Voorventilatie”stand bevindt. Signaal aanklem 2 is aanwezig, signaal aan klem 3 is aanwezig. Voorventilatie is actief.geeft aan dat de <strong>FMS</strong> op handbediening werd gezet, terwijl de brander inbedrijf was. Met de keuzeschakelaar op stand ”belastingwaarde” kan debelasting m.b.v. de schakelaar kanaal 1 worden veranderd. De handbedieningkan worden verlaten door een andere schakelaar dan de schakelaar kanaal 1in te drukken.5


Bediening van de installatieMeldingen / storingenWat gebeurt er als de <strong>FMS</strong>in storing gaati__________________________________________________________________Als de processor een storing herkent, worden de uitgangen in de geprogrammeerderichting gestuurd (bijv. lucht open, brandstof gesloten, recirculatie__________________________________________________________________gesloten).Storing aflezenRode storings-LED licht opKeuzeschakelaar op ”status”- Storingscode wordt weergegevenCode noterenOvernameknop indrukken- Er verschijnt een duidelijke tekstmelding op het display incl. de stand vande bedrijfsurenteller op het moment van de storingKeuzeschakelaar op ”belastingwaarde”- Belastingwaarde op het moment van de storing wordt gemeld(extern en intern)Belastingwaarden noterenStoring resettenKeuzeschakelaar op ”status”Linker schakelaar naar boven drukken- de storing wordt gewist, de oorzaak blijft echter bestaan.Alternatief:<strong>FMS</strong>: Via externe schakelaar een kort signaal aan klem 3(minimaal 2 seconde) geven.Storingsgeschiedenis opvragenxx__________________________________________________________________De <strong>FMS</strong> slaat de laatste 10 storingen met de daarbij behorende stand van debedrijfsurenteller op.__________________________________________________________________Keuzeschakelaar (1) op "status”- Actuele status verschijnt op het displayKANAAL 14Schakelaar (4) kanaal 1 naar boven- laatste storingscode verschijnt op het display- bijbehorende stand van de bedrijfsurenteller verschijnt op het displayOvernameknop (3) indrukkenINSTELWAARDE 0Schakelaar (4) kanaal 1 nogmaals naar boven drukken- voorlaatste storingscode verschijnt op het display- de bijbehorende stand van de bedrijfsurenteller verschijnt op het displayxLAMTEC1xOvernameknop (3) indrukkenDe storingsgeschiedenis kunt u door het bedienen van schakelaar voorkanaal 1 doorbladeren__________________________________________________________________Wanneer u er zeker van bent dat sinds de laatste storing de <strong>FMS</strong> altijdspanning heeft gehad, kunt u door middel van de actuele stand van debedrijfsurenteller en de actuele tijd op de klok, het moment waarop de storingoptrad, vaststellen.__________________________________________________________________6


Bediening van de installatieMeldingen / storingenStand van de bedrijfsurentelleropvragenxxKeuzeschakelaar (1) op instelwaardeOvernameknop (3) indrukken en ingedrukt houden- Er verschijnt een lopende tekst op het display, waarbij achtereenvolgens devolgende gegevens worden weergegeven:xLAMTECINSTELWAARDE 013OVERNAMEx- totaal aantal bedrijfsuren- bedrijfsuren op profiel 1- starts op profiel 1- bedrijfsuren op profiel 2- starts op profiel 2__________________________________________________________________Bij het gebruik van de optie 4 resp. 8 profielen worden eveneens debedrijfsuren en starts van de aanvullende profielen weergegeven.__________________________________________________________________De som van de bedrijfsuren van profiel 1 en de bedrijfsuren van profiel 2 isniet per definitie gelijk aan de totale hoeveelheid weergegeven bedrijfsuren.De teller voor het totaal aantal uren telt het aantal bedrijfsuren van de <strong>FMS</strong>.Deze teller loopt zodra het apparaat spanning heeft (deze teller vormt ook debasisvoor de storingsgeschiedenis).De aparte bedrijfsurentellers tellen de bedrijfsuren van de brander. Ze lopenzodra de brander met het desbetreffende profiel in bedrijf is (vlamsignaalwordt aan de <strong>FMS</strong> doorgegeven.).__________________________________________________________________TekstmeldingenRegelmotoren bewegen naar de onderste aanslagCorrectie-invloed uitgeschakeld omdat deze groter was dan degeconfigureerde tijd (> 97 % )Verzonken keuzeschakelaar defect!AUTOMAAT geactiveerd.Starts > 250.000 - relaismodule R16 vervangenOnderhoudsstand actief! De FAT is gestoptLuchtdruk staat in ruststandKetelveiligheidsketen ontbreektBrandstofkeuze ontbreektOlieveiligheidsketen ontbreektGasveiligheidsketen ontbreektOntstekingsstandmelding ontbreektMelding grote belasting ontbreektLuchtdruk ontbreektKanaal X hoofdprocessor bereikt de onderste aanslag nietKanaal X bewakingsprocessor bereikt de onderste aanslag nietKanaal X hoofdprocessor bereikt de bovenste aanslag nietKanaal X bewakingsprocessor bereikt de bovenste aanslag nietHoofdprocessor kanaal X bereikt de ontstekingsstand nietHulp7


Bediening van de installatieMeldingen / storingenBewakingsprocessor kanaal X bereikt de ontstekingsstand nietHoofdprocessor kanaal X is niet in de voorventilatiestandBewakingsprocessor Kanaal X is niet in de voorventilatiestandHandbedieningDichtheidscontrole looptDichtheidscontrole o.k.Naventilatietijd X sec.Regelmotoren lopen opVoorventilatietijd X sec.Instellen - voorventilatieVoorventilatieInstellen - naventilatieNaventilatieInstellenGeheugen wissenBrander UITInstellenGeheugen wissenBrander bedrijfsklaarInstellen - grondlastGrondlastInstellen - regelbedrijfRegelbedrijfRegelmotoren lopen naar ontstekingsstandInstellen - ontstekenOntstekenHulp8


Bediening van de installatieMeldingen / storingenStoringscodes__________________________________________________________________Een ”H” voor de storingscode geeft aan dat de hoofdprocessor deoorzaak van de storing heeft ontdekt.Een ”Ü” geeft aan dat de bewakingsprocessor de storing heeftveroorzaakt.__________________________________________________________________StoringscodenummerH / Ü 2 FlamsimulatiestoringHulpH / Ü 3 Vlamstoring tijdens de ontstekingsfaseH / Ü 4 Vlamstoring tijdens het in bedrijf zijnH 102 Fifo van de interne communicatie is overgelopen A7H / Ü 103 Interne fouten: EEPROM A7,A9H 104 D/A-converter defect A7H / Ü 105 Profielgegevens zijn defect! Profielrecordnummer: A7,A13,A9Ü 106 Verschillen tussen parameters van Hoofd & Controleproces. A7,A14,bij parameternummer:A9H / Ü 107 Niet toelaatbare configuratie in de parameters A7,A12H 108 Verschillen tussen digitale ingangssignalen op de A7,G8hoofd- en bewakingsprocessorH / Ü 110 CRC-16 test heeft een fout ontdekt A7,A11H / Ü 111 RAM-test herkent een fout A7H / Ü 120 Verschil in bedrijfstoestand bewakings- en hoofdprocessor A24Ü 121 De correctie is buiten het toegestane bereik F1kanaal 1Ü 122 De correctie is buiten het toegestane bereik F1kanaal 2Ü 123 De correctie is buiten het toegestane bereik F1kanaal 3Ü 124 De correctie is buiten het toegestane bereik F1kanaal 4Ü 125 De correctie is buiten het toegestane bereik F1kanaal 5H / Ü 140 De EEPROM is defect A2,A7,A12,A15H / Ü 141 Potentiometer defect, terugmelding verandert te snel: kanaal 1 E13H / Ü 142 Potentiometer defect, terugmelding verandert te snel: kanaal 2 E139


Bediening van de installatieMeldingen / storingenStoringscodenummerHulpH / Ü 143 Potentiometer defect, terugmelding verandert te snel: kanaal 3 E13H / Ü 144 Potentiometer defect, terugmelding verandert te snel: kanaal 4 E13H / Ü 145 Potentiometer defect, terugmelding verandert te snel: kanaal 5 E13H / Ü 151H / Ü 152H / Ü 153H / Ü 154H / Ü 155De uitgeschakelde recirculatieklep bereikt de stand"SLUITEN” niet op het juiste moment: kanaal 1De uitgeschakelde recirculatieklep bereikt de stand"SLUITEN” niet op het juiste moment: kanaal 2De uitgeschakelde recirculatieklep bereikt de stand"SLUITEN” niet op het juiste moment: kanaal 3De uitgeschakelde recirculatieklep bereikt de stand"SLUITEN” niet op het juiste moment: kanaal 4De uitgeschakelde recirculatieklep bereikt de stand"SLUITEN” niet op het juiste moment: kanaal 5E2,B1,B3E2,B1,B3E2,B1,B3E2,B1,B3E2,B1,B3H / Ü 161 Controle van de looprichting kanaal 1 E2,E17H / Ü 162 Controle van de looprichting kanaal 2 E2,E17H / Ü 163 Controle van de looprichting kanaal 3 E2,E17H / Ü 164 Controle van de looprichting kanaal 4 E2,E17H / Ü 165 Controle van de looprichting kanaal 5 E2,E17H 171 Dode band te lang overschreden: Kanaal 1 B1,B4,E2E4,E5H 172 Dode band te lang overschreden: kanaal 2 B1,B4,E2E4,E5H 173 Dode band te lang overschreden: kanaal 3 B1,B4,E2E4,E5H 174 Dode band te lang overschreden: kanaal 4 B1,B4,E2E4,E5H 175 Dode band te lang overschreden: kanaal 5 B1,B4,E2E4,E5H 181 Dode band te lang te laag gebleven: kanaal 1 B1,B4,E2E4,E5H 182 Dode band te lang te laag gebleven: kanaal 2 B1,B4,E2E4,E5H 183 Dode band te lang te laag gebleven: kanaal 3 B1,B4,E2E4,E5H 184 Dode band te lang te laag gebleven: kanaal 4 B1,B4,E2E4,E5H 185 Dode band te lang te laag gebleven: kanaal 5 B1,B4,E2E4,E510


Bediening van de installatieMeldingen / storingenStoringscodenummerHulpeH / Ü 191 1 Controleband te lang overschreden: kanaal 1 B1,B3eH / Ü 192 1 Controleband te lang overschreden: kanaal 2 B1,B3eH / Ü 193 1 Controleband te lang overschreden: kanaal 3 B1,B3eH / Ü 194 1 Controleband te lang overschreden: kanaal 4 B1,B3eH / Ü 195 1 Controleband te lang overschreden: kanaal 5 B1,B3eH / Ü 201 1 Controleband te lang te laag gebleven: kanaal 1 B1,B3eH / Ü 202 1 Controleband te lang te laag gebleven: kanaal 2 B1,B3eH / Ü 203 1 Controleband te lang te laag gebleven: kanaal 3 B1,B3eH / Ü 204 1 Controleband te lang te laag gebleven: kanaal 4 B1,B3eH / Ü 205 1 Controleband te lang te laag gebleven: kanaal 5 B1,B3eH / Ü 211 2 Controleband te lang overschreden: kanaal 1 E11,B5eH / Ü 212 2 Controleband te lang overschreden: kanaal 2 E11,B5eH / Ü 213 2 Controleband te lang overschreden: kanaal 3 E11,B5eH / Ü 214 2 Controleband te lang overschreden: kanaal 4 E11,B5eH / Ü 215 2 Controleband te lang overschreden: kanaal 5 E11,B5eH / Ü 221 2 Controleband te lang te laag gebleven: kanaal 1 E11,B5eH / Ü 222 2 Controleband te lang te laag gebleven: kanaal 2 E11,B5eH / Ü 223 2 Controleband te lang te laag gebleven: kanaal 3 E11,B5eH / Ü 224 2 Controleband te lang te laag gebleven: kanaal 4 E11,B5eH / Ü 225 2 Controleband te lang te laag gebleven: kanaal 5 E11,B5H 231 <strong>Verhoudingsregelaar</strong> blijft hangen: kanaal 1 E2,E4,E5C1,B1,B3H 232 <strong>Verhoudingsregelaar</strong> blijft hangen: kanaal 2 E2,E4,E5C1,B1,B3H 233 <strong>Verhoudingsregelaar</strong> blijft hangen: kanaal 3 E2,E4,E5C1,B1,B3H 234 <strong>Verhoudingsregelaar</strong> blijft hangen: kanaal 4 E2,E4,E5C1,B1,B3H 235 <strong>Verhoudingsregelaar</strong> blijft hangen: kanaal 5 E2,E4,E5C1,B1,B3H / Ü 301 Draadbreuk bij de correctie-ingang kanaal 1 F2H / Ü 302 Draadbreuk bij de correctie-ingang kanaal 2 F2H / Ü 320 Draadbreuk belastingingang D711


Bediening van de installatieMeldingen / storingenStoringscodenummerHulpH / Ü 321 Draadbreuk feedback kanaal 1 E9H / Ü 322 Draadbreuk feedback kanaal 2 E9H / Ü 323 Draadbreuk feedback kanaal 3 E9H / Ü 324 Draadbreuk feedback kanaal 4 E9H / Ü 325 Draadbreuk feedback kanaal 5 E9H / Ü 351 Ongeoorloofde profielverandering bij in bedrijf zijnde brander G3H / Ü 352 Ontoelaatbare profielkeuze (geen keuzesignalen aangesloten) G4H / Ü 353 Ontoelaatbare profielkeuze (meerdere keuzesignalen G4zijn tegelijkertijd aangesloten)H / Ü 361 Verschillende status van het ontstekingsstand-relais E6H / Ü 370 Interne communicatie tussen de processors is fout A20Ü 371 uitgang interne belasting defect C4Ü 372 Te grote afwijking belastingwaarde tussen Hoofd & Controleproces A7,D11Ü 381 Afwijking tussen Hoofd & Controleproces te groot: A7,F6correctie-ingang 1Ü 382 Afwijking tussen Hoofd & Controleproces te groot: A7,F6correctie-ingang 2Ü 391 Brandstofklep in bedrijfstoestand ST geopend A7,A19H 392H 393Remote antwoordt niet meer (Time-Out)Remote uitschakeling werd in werking gezet(Uitschakeling via de interface)Ü 400 Verschillende puntnummers bij de overname A23H / Ü 451 Ontstekingsstand is in de stand ontsteken verlaten kanaal 1 E18H / Ü 452 Ontstekingsstand is in de stand ontsteken verlaten kanaal 2 E18H / Ü 453 Ontstekingsstand is in de stand ontsteken verlaten kanaal 3 E18H / Ü 454 Ontstekingsstand is in de stand ontsteken verlaten kanaal 4 E18H / Ü 455 Ontstekingsstand is in de stand ontsteken verlaten kanaal 5 E18H 500 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 67 trekt niet aan A19,A7H 501 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 43 trekt niet aan A19,A7H 502 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 16 trekt niet aan A19,A7H 503 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 11 trekt niet aan A19,A7H 504 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 45 trekt niet aan A19,A7H 505 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 68 trekt niet aan A19,A7H 506 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 36 trekt niet aan A19,A7H 507 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 41 trekt niet aan A19,A712


Bediening van de installatieMeldingen / storingenStoringscodenummerHulpH 508 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 76 trekt niet aan A19,A7H 520 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 67 valt niet af A19,A7H 521 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 43 valt niet af A19,A7H 522 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 16 valt niet af A19,A7H 523 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 11 valt niet af A19,A7H 524 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 45 valt niet af A19,A7H 525 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 68 valt niet af A19,A7H 526 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 36 valt niet af A19,A7H 527 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 41 valt niet af A19,A7H 528 Interne vergelijking: relaisuitgang klem 76 valt niet af A19,A7H / Ü 600 Programmacontroletijd (FAT) afgelopen oorzaak H1,E14H / Ü 601 Fouten dichtheidscontrole: er is nog gasdruk I1hoofdgasklep 1 defectH / Ü 602 Fouten dichtheidscontrole: gasdruk is afwezig I2hoofdgasklep 2 defectH / Ü 603 Gasstraat handmatig ontluchten I3H / Ü 604Vlamsignaal komt niet op het juiste momentstena de 1 veiligheidsperiode H2H 605 Oliedruk min komt bij oliewerking H3H 607 Ontstekingsstandbevestiging neemt ongepermitteerd af H4tussen ontstekingsstand tot het einde van de veiligheidstijd 2H 608 Ketelvoorwaardecircuit valt ongepermitteerd afH 609 Gasvoorwaardecircuit valt ongepermitteerd afH 610 Olievoorwaardecircuit valt ongepermitteerd afH / Ü 611H / Ü 612Gasdruk te laag, gas >min tijdens het in bedrijf zijnGasdruk te hoogH 613 Luchtdruksignaal ontbreektH 700 Voorventilatiesignaal staat aan, zonder signaal aan klem 2 G2,G5H 701 vlamsignaal aanwezig, zonder signaal aan klem 2 G2H 702 vlamsignaal verschijnt tijdens de voorventilatie G2,G5H 703 vlamsignaal verdwijnt, ofschoon signaal klem 2 nog aanstaat G2Ü 711 ongeoorloofde verandering in bedrijfstoestand H613


Bediening van de installatieMeldingen / storingenStoringscodenummerHulpÜ 713 foute signaalcombinatie in de bedrijfstoestand AU H6Ü 714 foute signaalcombinatie in de bedrijfstoestand BE H6Ü 715 foute signaalcombinatie in de bedrijfstoestand VO H6Ü 716 foute signaalcombinatie in de bedrijfstoestand ZP H6Ü 717 foute signaalcombinatie in de bedrijfstoestand ZÜ H6Ü 720 Ontstekingstrafo te lang ingeschakeld H6Ü 721 Ontstekingsklep te lang geopend H6Ü 722 Brandstofklep in de onderhoudsstand geopend H6Ü 723 Ontstekingsfase duurt te lang H6Ü 724 Gasklep bij brandstof olie geopend H6Ü 725 Olieklep bij brandstof gas geopend H6Ü 726 Hoofdgas 1 zonder hoofdgas 2 geopend H6Ü 727 Hoofdgas 1 ongeoorloofd geopend H6Ü 728 Hoofdgas- en startgasklep te lang geopend H6Ü 729 Ontsteking duurt te lang (zonder aansteekbrander) H6Ü 730 Onderhoudsstand zonder de aansteekbrander H6Ü 731Stargasklep geopend, hoewel de optie aansteekbranderniet is geselekteerdH6Ü 732 foute signaalcombinatie tijdens in bedrijf zijn H6Ü 733 foute signaalcombinatie na in bedrijf te zijn geweest H6Ü 734 Vooorventilatietijd niet aangehouden H6Ü 735 Brandstofvoorwaardecircuit is afwezig H6Ü 736 Dichtheidscontrole: beide gaskleppen geopend H6Ü 737 Dichtheidscontrole: hoofdgasklep 2 tijdens het uitschakelen H6te lang vertraagdÜ 738 Dichtheidscontrole: foute afloop H6Ü 739 Dichtheidscontrole: hoofdgasklep 2 te lang open H6Ü 741 Dichtheidscontrole: Hoofdgasklep 1 te lang open H6Ü 743 vlamcontrole: vlam brandt te lang na H6Ü 744 vlamcontrole: vlam weer aan H614


Bediening van de installatieMeldingen / storingenStoringscodenummerHulpÜ 746 Uitschakeling magneetklep defect H6Ü 747 Dichtheidscontrole: ontluchten in de ketel is niet toegestaan H6Ü 750Ü 751Ü 791Ü 792Ü 793Storingen uitschakelen via de BUSGeen datatransmissie via BUS (Time-out)BUS-master bevindt zich in stopBUS lengte van gegevens fout geprojecteerdBUS-master is afgekoppeldH / Ü 800 Fouten in de parameters, A14,A9,bij parameternummer.:A7H / Ü 900 Fouten in de zelftest sequencer intern A7H / Ü 901 klem 10 +24 Volt uitschakeling defect A7,A21,A22H / Ü 902 Fouten in de zelftest voor de overspanning A7H / Ü 903 Fouten in de zelftest voor de opto-koppeling A7,G7Ü 904 Fouten bij de referentie van de belasting A7,A21Ü 905 Fouten bij het referentie-element van de hoofdprocessors A7,A21H 906 Fouten bij het referentie-element van de bewakingsprocessors A7,A21Ü 911 Fouten bij de referentie kanaal 1 A7,A21Ü 912 Fouten bij de referentie kanaal 2 A7,A21Ü 913 Fouten bij de referentie kanaal 3 A7,A21Ü 914 Fouten bij de referentie kanaal 4 A7,A21Ü 915 Fouten bij de referentie kanaal 5 A19,A7H / Ü 922 Zelftest relaismodule-aansturing: uitgang klem 16 defect A19,A7H / Ü 923 Zelftest relaismodule-aansturing: uitgang klem 43 defect A19,A7H / Ü 924 Zelftest relaismodule-aansturing: uitgang klem 67 defect A19,A7H / Ü 925 Zelftest relaismodule-aansturing: uitgang klem 45 defect A19,A7H / Ü 926 Zelftest relaismodule-aansturing: uitgang klem 68 defect A19,A7H / Ü 927 Zelftest relaismodule-aansturing: uitgang klem 36 defect A19,A7H / Ü 928 Zelftest relaismodule-aansturing: uitgang klem 41 defect A19,A7H / Ü 929 Zelftest relaismodule-aansturing: uitgang klem 76 defect A19,A7H / Ü 998 Interne fouten: A7H 999 Interne fouten: A715


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenAlgemene storingen (A)A1Display blijft donkeralle LED´s zijn uitA2Display blijft donkerof toont onduidelijke tekens,enkele of alle LED´s geven lichtof storing 111, 140A3A4A5A6Controleer zekering ”F1” (achterkant van het apparaat in kunststofhuis vande 230V steker)- Haal de processorprintplaat eruitControleer of de componenten op de juiste wijze in de printplaat steken(alle groeven wijzen in één richting)Controleer of alle componenten goed in de ic-voetjes zitten(evt. pootjes verbogen). Indien nodig, druk ze dan opnieuw vastControleer of de kabel van de voedingskaart naar het e moederbord op dejuiste plaats zit_____________________________________________________________________________________________________”AU” verschijnt niet tussenOorzaak: de keuzeschakelaar voor stand staat niet op automatisch of hetde kanalensignaal op klem 2 is niet nul_____________________________________________________________________________________________________Standrelais voor ontsteking trekt niet Controleer zekering ”F 2” (op het frontpaneel van de voedingseenheid)aan bij stand van keuzeschakelaar"Instellen”Controleer de bedrading van de relaismodule naar de <strong>FMS</strong>(zie aansluitschema)Evt. parameters voor ontstekingsstand-relais zijn niet correct ingesteld, zieparameternummer 753 (alleen niveau 2)_____________________________________________________________________________________________________Bij het omschakelen van ”Instellen” Het profielpunt is niet gewijzigd of de wijziging is verloren gegaannaar automatisch verschijnt”Opslaan” niet op het display Herhaal de programmering_____________________________________________________________________________________________________In plaats van ”EI” verschijnt"EV”, ”ES”, ”EZ” of ”EG”op het displayControleer of het apparaat spanning heeftControleer of de aansluitstekers goed zitten._____________________________________________________________________________________________________16Na het verwisselen van een EPROM of RAMControleer of kabel van de processorkaart naar het moederbord op dejuiste plaats zitAls ”EV”, ”EZ” of ”EG” verschijnt- De signaalvolgorde klopt niet.- De brander bevindt zich nog in de startfase.Wacht tot de voorventilatie is beëindigd en de vrijgave regeling volgt.Wanneer er op dat moment geen voorventilatie is en het signaal”Vrijgaveregeling” (klem 4) gegevenwordt, controleer dan de bedrading(klemmen 2, 3, 4 en 8)Als ”ES” verschijntEen willekeurige schakelaar indrukken- Weergave ”ES” wordt ”EI”___________________________________________________________________In stand ”ES” werkt de <strong>FMS</strong> volgens een deelprofiel uit het RAM geheugen.Zodra een schakelaar wordt ingedrukt, verandert deze in de stand "Instellen”.___________________________________________________________________


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenAlgemene storingen (A)A7Storing bij een interneReset de storing, schakel evt. de netspanning uit en weer in.automatische controleWanneer de storing steeds terugkomt vervang dan het apparaat resp. dedesbetreffende kaart_____________________________________________________________________________________________________A9___________________________________________________________________Storing105Bij het lezen van redundante gegevens in EEPROM is een fout geconstateerd.___________________________________________________________________A10A11EEPROM is mogelijk defectLees de parameters opnieuw in resp. controleer dezeMochten er nog steeds storingen optreden:2Vervang E EPROM en lees de profielen alsmede parametergegevensopnieuw inzie A12________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________Storing 211 221omschakelen van "Instellen”naar "Automatisch” bijin bedrijf zijnde branderReset de storing, wanneer deze nog steeds optreedtStel het profiel opnieuw inWanneer bij in bedrijf zijnde brander van ”instellen” naar automatisch wordt212 222 omgeschakeld, schakelt de <strong>FMS</strong> meteen over in de bewakingsstand.213 223 De waarde van de interne belasting wordt op de laatst bekende stand214 224 van de verhoudingsregelaar bij ”Instellen” gezet en volgt nu de externe215 225 belasting. Wanneer deze laatste verhoudingsstand echter niet correct kanworden bepaald (bijv. omdat vóór het opslaan van het profiel een regelmotorvia één van de schakelaars door het laatste aangenomen punt is verplaatst),dan wordt de waarde van de interne belasting gelijkgesteld aan die van deexterne belasting. Liggen de werkelijke waarden van de regelmotoren te ver uitelkaar, dan treedt een storing van de ”2e controleband” op.___________________________________________________________________Het profiel werd desondanks correct opgeslagenReset de storing_____________________________________________________________________________________________________Het EPROM-programma is mogelijk defect.Storing 110Bestel bij LAMTEC een nieuw EPROM-programma, met de precieze gegevensvan het oude bestelnummer, opdrachtnummer, de order en alle softwarecontrolepunten van de <strong>FMS</strong>. Stuur de defecte EPROM in ieder geval terug(adres staat op de achterkant van deze handleiding)._____________________________________________________________________________________________________17


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenAlgemene storingen (A)A12Storing 140, 107(bedrijfs)gegevens,EEPROM is defectDe EEPROM van de desbetreffende processors bevat belangrijkede parameters alsmede de profielen(punten).Bij het verwisselen van deze component moet een uitgangsinstelling aanwezigzijn, voordat men met het apparaat verder kan werken.Wanneer de gegevens van het apparaat via de PC-interface veilig zijnopgeslagen op een harde schijf, is het voldoende om deze gegevens bij eennieuwe EEPROM weer in te voeren. Voor details, zie handleidingsoftwarebediening op afstand.Is dit niet mogelijk, dan moet bij LAMTEC een voorgeprogrammeerde2E EPROM worden besteld. Geef hierbij in ieder geval het toestelnummer ende software-controlewaarden aan. Alleen op deze manier kunnenverwisselingen worden vermeden. Het adres staat op de achterkant van dezehandleiding._____________________________________________________________________________________________________A13___________________________________________________________________Storing 105Bij controle van de redundante profielen is een fout geconstateerd.___________________________________________________________________Wanneer de gegevens via PC-interface veilig opgeslagen waren:Lees de profielgegevens van het desbetreffende profiel opnieuw in.Wanneer dit niet mogelijk:Selecteer de desbetreffende profielWis het geheugen wissenVoer het profiel opnieuw in___________________________________________________________________________________________________A14___________________________________________________________________Storing 106Bij controle van de redundante parameters is een fout geconstateerd.___________________________________________________________________Wanneer gegevens via PC-interface veilig opgeslagen waren:Lees de parameters opnieuw inIs dat niet mogelijk,selecteer de genoemde parameter.Controleer en wijzig evtl. de weergegeven waarde___________________________________________________________________Om de parameter opnieuw op te slaan, moet men in ieder geval eenwijziging worden doorgevoerd. Als de juiste waarde wordt weergegeven,moetde parameter met één digit worden verplaatst en daarna weer opnieuw wordenteruggezet.___________________________________________________________________Zijn diverse parameters defect, herhaal dan de procedure.___________________________________________________________________Bevindt de parameter zich niet op uw werkniveau, dan moet bij LAMTEC eenEEPROM worden besteld.___________________________________________________________________18


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenAlgemene storingen (A)A15Storing 105Er is een fout geconstateerd toen men probeerde het profiel in de EPROM op140 te slaan;Zo nodig, vervang EEPROM, zie A12_____________________________________________________________________________________________________A16Er is geprobeerd een puntop te slaan of toe te voegen,er verschijnt echter "> 20 punten”A17A18A19Er staan reeds 20 punten in het profiel. Een toevoeging is niet meermogelijk.Er kunnen nog slechts enkele belastingpunten worden gewijzigd (herkenbaaraan het knipperende cijfer achter de belastingwaarde). Anders moet via”Geheugen wissen” een nieuw profiel worden ingevoerd.Of,wanneer na ”Geheugen wissen” van brandstof is gewisseld, is het oude profielweer actief.Verlaag de belasting en wis het geheugen opnieuw.Het weergegeven nummer van de Mogelijk is niet het bestelde apparaat geleverd.softwareversie komt niet overeen Neem contact op met LAMTEC (adres staat op de achterkant van dezemet het nummer op dehandleiding). Of na de levering werd de programma-eprom vervangenconfiguratiestikkeren de nieuwe controlewaarden werden niet aangegeven._____________________________________________________________________________________________________De volgende melding licht op"Verzonken keuzeschakelaar defect!Automatisch systeem geactiveerd”Herhaal de programmeringZet keuzeschakelaar (2) op ”Geheugen wissen”Druk op Overnameknop (3)_____________________________________________________________________________________________________Schakel de spanning uit en weer inWanneer storing weer verschijntVerwissel dan het frontpaneel___________________________________________________________________Er kan zonder storingen worden doorgewerkt. Bij een defecte keuzeschakelaarkan het echter vóórkomen dat de stand ”Instellen” niet meer kan wordengeselecteerd.___________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________Storing 500 520 921 De <strong>FMS</strong> controleert de functie van alle aangesloten relais op de externe501 521 922 modules. De spanning die op de relaisspoelen staat, wordt gemeten.502 522 923 ___________________________________________________________________503 523 924 Mogelijke oorzaken:504 524 925 - Relaismodule niet of verkeerd aangesloten505 525 926 - Relais of relaismodule defect506 526 927 - Externe spanning wordt naar de overeenkomstige klem gevoerd507 527 928 - klem 9 is met klem 10 verwisseld508 528 929Controleer de bedradingControleer het relais- Meet of de spoel nog goed is.19


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenAlgemene storingen (A)A20Storing 370A21Storing 901 911904 912905 913906 914915A22De interne communicatie functioneert niet.Na het vervangen van de EPROM:Zo niet:Bij de analoge ingangen dient het referentie-element als spanningsvoorzieningvan de potentiometers.Referentiespanningbij storing 904, 911 915; controleer vooral de overeenkomstige referentie. Inonbelaste toestand (klem open) ligt deze bij 2,4 V. Bij een aangeslotenpotentiometer ligt deze iets eronder, afhankelijk van de weerstandswaarde vande potentiometer.Lees de referentiewaarde bij een aangesloten potentiometer opnieuw inTerug naar ”Automatisch”- nieuwe referentiewaarde is opgeslagen_____________________________________________________________________________________________________Storing 901Schakel de spanning uit en weer aanControleer of het controleprogramma-EPROM correct is geïnstalleerd.Vervang de processorkaart________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________Na het vervangen van een potentiometer moet de referentie opnieuwworden ingelezen.______________________________________________________________________________________________________________________________________In het apparaat worden spanningsniveaus gecontroleerd. Deze kunnen doorexterne foutieve foutieve bedrading een storing veroorzaken.___________________________________________________________________Controleer de bedrading+_Zet keuzeschakelaar (2) op ”Instellen”zieD4enE4Klem 9 en 10 hebben weliswaar allebei +24 Volt, worden echter opverschillende tijden door interne tests gecontroleerd. Ze mogen niet met elkaarworden verbonden.Gebruik klem 9 alleen om de digitale ingangssignalen te voeden.Gebruik klem 10 alleen om de relaismodule te voeden.Sluit geen andere apparaat aan indien dit niet uitdrukkelijk is toegestaan.20


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenAlgemene storingen (A)A23Storing 116Het is mogelijk dat de bewakingsprocessor en de hoofdprocessor niet400 precies dezelfde belastingwaarde hebben, zodat bij de één een oud punt isoverschreven, terwijl bij de andere er een andere aan toegevoegd is. Dit ismet name mogelijk wanneer de belastingwaarden van de afzonderlijke puntendicht bij elkaar liggen.A24Storing 120Zet keuzeschakelaar (2) op ”Geheugen wissen”Druk op overnameknop (3)Voer het profiel opnieuw in_____________________________________________________________________________________________________Verschillende modi tussen hoofd- en bewakingsprocessor.Het herkennen van de digitale ingangssignalen vindt bij hoofd- enbewakingsprocessor op bijna hetzelfde tijdstip plaats.Een signaalwijziging is van een dergelijke korte duur dat de hoofdprocessordeze wel herkent, maar de bewakingsprocessor niet.Controleer de signaalvolgorde_____________________________________________________________________________________________________21


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenDriepuntssignaaluitgang (B)B5Storing 211 221 Storing 2e controleband verschijnt incidenteel tijdens het bedrijf212 222213 223214 224 Oorzaak:215 225Motor loopt in bepaalde gevallen verkeerd om- dit kan bij condensatormotoren voorkomen, wanneer:- de condensator defect is- er een draadbreuk in de motor of in de toevoer is_____________________________________________________________________________________________________23


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenAnaloge uitgang (C)C1Regelmotor reageert niet opwijzigingen aan de analogeuitgang van de <strong>FMS</strong>Meet de analoge uitgang om er zeker van te zijn dat de <strong>FMS</strong> juistfunctioneertControleer het uitgangsstroomcircuit naar de regelmotorC2Geen stroomsignaal aan deanaloge uitgang meetbaar, hoewelop het display ”analoge uitgangswaarde”een cijfer > 0 verschijnt___________________________________________________________________Het verdient aanbeveling om met een stroomoverdrager het uitgangssignaalvan de <strong>FMS</strong> te simuleren. Hiermee kan de fout tamelijk gemakkelijk wordenopgespoord.___________________________________________________________________Zie ook C2 en C4_____________________________________________________________________________________________________Waarschijnlijk een hardwarefoutVervang eerst de analoge extra kaartWanneer de fout zich nog voordoet, vervang dan de processorkaartWanneer de fout zich nog voordoet, vervang dan het moederbord_____________________________________________________________________________________________________C4Storing 371___________________________________________________________________De monitoruitgang van de <strong>FMS</strong> bewaakt voortdurend de stroom (klem 47 en49), (alleen wanneer deze is ingesteld op ”interne belasting”).Er moet altijd stroom zijn wanneer de monitoruitgang op ”interne belasting” isgeconfigureerd. Wanneer de uitgang niet wordt gebruikt, moeten de klemmenworden kortgesloten.___________________________________________________________________Contoleer de bedradingMeet de stroom na(Belasting maximaal 600 W )Sluit de klemmen kortReset de storing___________________________________________________________________Wanneer door een externe massakoppeling de stroom niet meer geheel via denegatieve ingang (kl. 49) terugloopt, treedt deze storing al op, hoewel deuitgangsstroom klopt.___________________________________________________________________Wanneer de ”Interne belasting” niet voor verkeerd gebruik wordt toegepast(bijv. alleen voor weergave), zet de controle dan uit (parameter 764).24


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenBelastingsignaal (D)D1Belastingsignaal geeft niet de Oorzaak: belastingwaardezender staat niet op minimumminimale waarde aanVerlaag handmatig de belastingwaardezender_____________________________________________________________________________________________________D2Belastingsignaal kan niet wordengewijzigdD3D4D5Controleer of er een storing optreedtindien jaReset de storing(zet de keuzeschakelaar op status-schakelaar naar boven)indien neeControleer het lastcircuitIndien alleen ”000” wordt weergegeven- stroomingang te veel polariteit_____________________________________________________________________________________________________Bij het wijzigen van een puntverschijnt i.p.v. ”Punt”(nummer van de belastingwaarde)”Er” resp. >20 punt op het displayBelastingwaarde gaat niet nauwkeurig naar het punt dat van tevoren isgeprogrammeerd.maar benader dit keerHet is mogelijk dat de cijferweergave achter de belastingwaarde verspringt,als- de belastingwaarde dicht aan de rand van het wijzigingsbereik staat- er zich flinke schommelingen op de aansluitleidingen voordoenDaarom:Plaats de belastingwaarde in het midden van het wijzigingsbereik(getal achter de belastingwaarde knippert)_____________________________________________________________________________________________________Belastingsignaal kan niet hoger Belastingpotentiometer is verkeerd aangesloten (het midden metworden ingesteld dan ca. 500, de buitenkant verwisseldhoewel de 5kW-potentiometer ofhet gehele bereik beslaatdoor die interne bedrading van de configuratiekaarten verwacht de <strong>FMS</strong> eenstroomsignaal als belastingwaardeBelastingwaarde bereikt niet deaangegeven onderste waardeHerhaal de procedurenauwkeurig de belastingwaardeControleer of de juiste configuratie-geleiderbruggen ingezet zijn,verander deze zo nodig_____________________________________________________________________________________________________Wanneer de belastingwaardezender in de uitgangspositie staat, maar niet delaagst mogelijke waarde aangeeft.Zorg ervoor dat deze positie van de belastingwaardezender de laagste inbedrijf optredende belastingwaardestand is.25


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenBelastingsignaal (D)D6Lastwaarde bereikt niet deaangegeven hoogste waardeWanneer de belastingwaardezender in de hoogste stand staat, maar niet dehoogst mogelijke waarde aangeeft.Zorg ervoor dat deze stand van de belastingzender de hoogste in bedrijfoptredende belastingwaardestand is._____________________________________________________________________________________________________D7Storing 320Belastingingang is niet correct aangeslotenBij belasting door stroombepaling:Stroom ligt onder 4 mA, mogelijk te veel polariteitControleer de bedradingControleer de ingangsstroom_____________________________________________________________________________________________________D11Storing 372Beide belastingwaarden voor hoofd- en bewakingsprocessor worden metelkaar vergeleken.Vervang de processorkaart_____________________________________________________________________________________________________26


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenTerugvoer (E)E7De weergegeven feedbackwaardenkomen niet overeen met deweergegeven waardenAls het feedbackelement in zijn uitgangspositie niet op de onderste aanslagstaat, kan ook een hogere feedbackwaarde worden weergegeven(bijv. bij feedback van het ventilatietoerental minimum toerental).Controleer of de regelmotor in de uitgangspositie staat._____________________________________________________________________________________________________E8De feedbackpotentiometersDe potentiometeraansluitingen zijn mogelijk verwisseldhalen niet de weergegeven(midden met buitenkant)bovenste waardeControleer de bedrading_____________________________________________________________________________________________________E9Storing 321 Draadbreuk in feedbackleiding of feedback is niet juist aangesloten.322323 Stroomfeedback heeft mogelijk te veel polariteit of ligt onder minimumwaarde324 4 mA.325Controleer de bedradingControleer de ingangsstroom_____________________________________________________________________________________________________E10"---” op het display, Keuzeschakelaar (2) staat op ”Instellen”i.p.v. een cijferZet de keuzeschakelaar (2) op ”Automatisch”_____________________________________________________________________________________________________E11Storing 211 De regelmotor bevindt zich buiten de 2e controleband.212213214215221222___________________________________________________________________De 2e controleband dient om bij een niet gecontroleerde activiteitvan de regelmotor dit orgaan meteen uit te schakelen.___________________________________________________________________223224instelwaarde2252e controleband1e controlebandinstelwaardeprofielbelastingwaardeLigt de werkelijke waarde buiten de 1e controleband, dan wordt deverhoudingsregeling stopgezet. Na de geparametriseerde tijd vindtstoring 231 - 235 plaats.De 2e controleband ligt standaard 40 punten boven de 1e controleband.28


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenTerugvoer (E)E11 - vervolgLigt de werkelijke waarde buiten de 2e controleband, dan wordt deinstallatie meteen uitgeschakeld (3 sec.).Controleer regelmotor, sturing en feedback.Een relais kan mogelijk ”plakken”.De installatie stond bij het starten mogelijk niet in de uitgangspositie(alle kanalen gesloten)Mogelijk is de motor defect (omgekeerde looprichting)._____________________________________________________________________________________________________E13Storing 141142Alleen bij driepuntssignaaluitgangDe feedbackwaarden veranderen sneller dan die in het parametergedeelte143 die als maximaal gespecificeerd zijn144145Controleer de potentiometers op kortsluitingindien javervang de potentiometers_____________________________________________________________________________________________________E14Melding kanaal X bereiktde ventilatieplaats niet op tijden / of storing 600E17E18De bereikcontrole tijdens de voorventilatie liet een te kleineeindaanslagwaarde van feedbackpotentiometer te zien. De bovenste ofonderste eindwaarde is tijdens de voorventilatie niet gehaald.Controleer potentiometer en analoge feedbackwaardeVergelijk de bereikgrenzen met de aanslagwaarden van de feedbackMogelijk is de sturing van de motor defectControleer de relaismoduleControleer de bedrading_____________________________________________________________________________________________________Storing 161162163164165Lees evt. de bereikgrenzen opnieuw in___________________________________________________________________Wanneer de eindschakelaars anders worden ingesteld nadat een profiel isgeprogrammeerd, dan moeten de bereikgrenzen in ieder geval opnieuwworden ingelezen.___________________________________________________________________Alleen bij de optie ”profielomschakeling tijdens in bedrijf zijn”___________________________________________________________________Bij de optie "Profielverandering tijdens in bedrijf zijn” wordt de 2e controlebandvoor maximaal 30 sec. na het omschakelen vervangen door een looprichtingscontrole.Deze controleert of de regelmotor naar de nieuwe instelwaarde ___________________________________________________________________ loopt.Controleer het feedbacksignaal in het schakelkoppel, waarde moet nuveranderen________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________Storing 451 Nadat de <strong>FMS</strong> de ontstekingsplaats heeft herkend, heeft een regelmotor het452 ontstekingsbereik weer verlaten.453 ___________________________________________________________________454455 Mogelijke oorzaken:- regelmotor trilt- fout in de bedrading- onderbrekingsmoment van de motor te gering29


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenCorrectie-ingang (F)F1Storing 121122123124125___________________________________________________________________De bewakingsprocessor controleert of de actuele correctiewaarden binnen hetingestelde bereik liggen.___________________________________________________________________Controleer het correctiebereik_____________________________________________________________________________________________________F2F3F4F5F6Anders A7Storing 301Correctie-ingang is op 4…20 mA geconfigureerd. De actuele waarde302 is echter


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenCorrectie-ingang (F)F8Melding”Correctie uitgeschakeld, omdatlanger dan 1 uur boven 97 %”___________________________________________________________________Om een foutieve functie van de bron bij een correctiesignaal te kunnenherkennen, (bij O2-regelaar), wordt het correctiesignaal gecontroleerd. Isgedurende 1 uur een correctiesignaal langer dan 97 % bij de ingang actief, danwordt aangenomen dat er een defect is en de correctie wordt genegeerd.___________________________________________________________________Activeer opnieuw de correctie- keuzeschakelaar 1 op ”Status”- schakelaar kanaal 1 naar bovenControleer correctieKeuzeschakelaar (1) op ”Belastingwaarde”Druk op ”Overnameknop”- de actuele correctie-ingang wordt weergegevenIndien weergave > 97, controleer O -regelaar231


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenDigitale ingangen <strong>FMS</strong>/VMS (G)G1Als statusmelding verschijnt geen De statussignalen zijn niet 0."Brander UIT” op het displayControleer de statussignalenKlem 2, klem 4 en klem 8 mogen geen spanning hebben_____________________________________________________________________________________________________G2Storing 700De signaalvolgorde, zoals beschreven in ”Functieverloop”, is niet701 aangehouden.702703 Controleer de bedrading (zie ook G5)Controleer de sturing_____________________________________________________________________________________________________G3Storing 351G4G5G6Het profiel is tijdens het in bedrijf zijn omgeschakeld.in het bijzonder de sturing van klem 75___________________________________________________________________Storing 352De brandstofingangen hebben een ontoelaatbare signaalcombinatie353 (er mag er maar één en er moet er minstens één actief zijn).Storing 700Controleer de bedradingZelfs wanneer bij <strong>FMS</strong> de software-optie ”Profielverandering tijdens in bedrijfzijn” geactiveerd is, die een verandering van het profiel tijdens het in bedrijf zijntoelaat, moet men erop letten dat tijdens de stand ”EI” (instellen) een profielveranderingdesondanks niet is geoorloofd.________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________Controleer de bedradingControleer de sturingin het bijzonder de sturing van klem 1, 2, 5, 7, 35, 69, 71, 73, 74_____________________________________________________________________________________________________Het voorventilatiesignaal wordt op het verkeerde tijdstip gegeven of staat ophet verkeerde tijdstip nog aan.Controleer de bedradingControleer de sturingin het bijzonder klem 2, 3, 4 en 8_____________________________________________________________________________________________________Er worden geen signalen 24 V mogelijk defect (klem 9 en 10)geaccepteerd(altijd status ”Brander UIT”)Controleer zekering F2 (op het frontpaneel van de voedingseenheid)32


Verhelpen van storingenBeschrijving/controlepuntenDigitale ingangen <strong>FMS</strong>/VMS (G)G7Storing 903___________________________________________________________________De werking van de opto-koppeling van de digitale ingangen worden cyclischgetest. Dit gebeurt door de spanning op klem 9 (+24 V vermogen) kortstondigweg te halen. Dan wordt gecontroleerd of de signalen op de digitale ingangenook naar 0 V gaan.___________________________________________________________________Minstens één van de digitale ingangen heeft tijdens de automatische controlenog spanningControleer de bedrading- Mogelijk werd niet klem 9 gebruikt om de ingangen te voorzienSluit klem 9enMeet de spanningsniveaus op alle ingangen na- spanning wordt mogelijk extern toegevoerd- klem 9 en 10 zijn mogelijk verwisseldanders A7_____________________________________________________________________________________________________G8Storing 108De digitale ingangsignalen voor hoofd- en bewakingsprocessor worden metelkaar vergelekenVervang de processorkaart33


BijlageTerugvoer bij driepuntssignaalkanalenVormgesloten koppeling___________________________________________________________________Omdat de <strong>FMS</strong> bij driepuntssignaalkanalen de klep zolang verplaatst tot dewerkelijke waarde overeenkomt met de instelwaarde, moet defeedbackpotentiometer altijd in elk geval overeenkomen met de kleppenstand.De koppelingen klep - motor - potentiometer moeten vormgesloten zijn,d.w.z. kunnen niet worden verdraaid.Bovendien moeten potentiometers van hoge kwaliteit (zieworden gebruikt.onderstaand)Voorbeeld voor vormgeslotenPotentiometerkoppelingVeilige feedbackVoorbeelden van potentiometersIs aan één van beide voorwaarden niet voldaan, dan moeten tweeonafhankelijkepotentiometers (geen dubbele potentiometers) per kanaal voor de feedbackworden gebruikt.___________________________________________________________________De koppeling motor - klep moet in ieder geval vormgesloten zijn.Bij een enkelkanaalfeedback van driepuntssignaaluitgangen mogenalleen toegestane potentiometers worden gebruikt. Deze moeten directworden opengeschakeld.Voor het gebruik als enige feedback bij de <strong>FMS</strong>, met als voorwaarde dat deklep een vormgesloten koppeling heeft, zijn de volgende potentiometerstoegestaan:1. Novotechnik SP-serie waarde: 5 k W *2. Contelec PL 240 waarde: 1 kW- 5 Wk *3. Contelec PL 310 waarde: 5 k W *4. Contelec PL 295 waarde: 5 k W *Andere Potentiometer zijn alleen toegestaan na overleg met LAMTEC of TÜV.Voorbeelden van servomotorenServomotoren met toegestane potentiometer, vormgesloten aangebracht:Schin depf Alle motoren met feedback type R 1*Schin depf Alle motoren met feedback type R 2*Landis & Gyr SQM serie met potentiometer PL 240Landis & Gyr SQN serie met potentiometer PL 240HaselhoferHD 60 D 2 met novotechniek-potentiometerHaselhoferHD 60 D 10 met novotechniek-potentiometerAris WAN 3, WAN 4RegeltechnikKornwesthein ST 5102RegeltechnikKornwesthein ST 5113KellerCA03KellerCA12Aumabij de fabrikant na te vragenAndere motoren zijn alleen toegestaan, wanneer de potentiometervormgesloten is verbonden of twee onafhankelijke potentiometers voor defeedback worden gebruikt.* ook via LAMTEC verkrijgbaar.34


BijlageSchakel- en toetscombinatiesop het <strong>FMS</strong>/VMS-frontpaneelActie Schakelstand bovenste Schakelstand onderste Toetsen / Overigekeuzeschakelaar (1) keuzeschakelaar (2)Correctiebereiken opvragenKoude start (lang resetten)Warme start (kort resetten)Storingsverleden opvragenCorrectie-ingangenwaarden opvragenBelasting instelbaar viaSchakelaar1 (handbediening)Handbediening verlatenBelasting instelbaar via schakelaar1(belastingwaardeintern)Weergave van bedrijfsuren/AanlooptellerWeergave van de afnamegeg.CRC´s voor alle niveausVeiligheidstijden olie / gasVoorventilatietijdOpvragen van serienr.Status Weergave controle OvernameknopAutomatischInstellenGeheugen wissenStatusStatusStoring / Schakelaar 1 OPENStoring / Schakelaar 1 OPEN enSchakelaar 2 OPENStatus Weergave controle Schakelaar kanaal 1 OPEN ofAutomatisch SLUITENInstellen(niet in de stand Storing)Geheugen wissenBelastingwaardeOvernameknopBelastingwaarde Automatisch Schakelaar kanaal 1 OPEN ofSLUITEN, Parameter Nr. 767 op 1Belastingwaarde Automatisch Schakelaar kanaal 2, 3 of 4gebruikenBelastingwaarde Instellen Schakelaar kanaal 1OPEN of SLUITENInstelwaarde Weergave controleAutomatischOvernameknopTerugvoerinstelwaardeOvernameknopTerugvoer werkelijke Weergave controlewaardeAutomatischOvernameknop35


Algemene opmerkingenGeldigheid van deze handleidingRelaismoduleType 6 60 R 0011 (z. afb.)Voor driepuntssignaalluitgang.Mechanische relaisL112xB70xT70mmSpecifieke gegevensOnafgebroken stroom 3,15 A.Slijtage afhankelijk van deaangesloten motorbelasting.660R0013RelaismoduleType 6 60 R 0013voor driepuntssignaaluitgang.Voor motoren met een draaimomentkleiner dan of gelijk aan 20 Nm(echter afhankelijk van internemotorconstructie).Elektronische relais zonder slijtage.L77xB70xT60mmSpecifieke gegevens:Lekstroom max. 5 µAOnafgebroken stroom max. 0,05 A660R0131RelaismoduleType 6 60 R 0131voor driepuntssignaaluitgang.Voor motoren met een draaimomentgroter dan 20 Nm.Elektronische relais zonder slijtageL77xB70xT80mm36660R0014Specifieke gegevens:Lekstroom max. 5 mA,Onafgebroken stroom max. 5 ARelaismoduleType 6 60 R 0019 (z. afb.)voor driepuntssignaaluitgang.Voor gelijkstroommotorenmet 24 V spanning.Elektronische relais zonder slijtageSpecifieke gegevens:L77xB70xT70mmDuurstoom max.0,8 ARelaismoduleType 6 60 R 0014voor meldingsuitgangen (5 relais)speciaal voor <strong>FMS</strong> meldingen1 x vollastrelais2 x ontstekingsstand(een contact in serie geplaatst)2 x storing(een contact in serie geplaatst)L104xB165xT70mm


147Technische gegevensAfmetingen (L xBxD)mm:<strong>Verhoudingsregelaar</strong> <strong>FMS</strong> 4 / <strong>FMS</strong> 5 147 x 147 x 328Inbouwdiepte 295Relaismodule 6 60 R 0011 (z. afb.) 77 x 112 x 70Relaismodule 6 60 R 0013 77 x 70 x 60Relaismodule 6 60 R 0131 77 x 70 x 80Relaismodule 6 60 R 0019 (z. afb.) 77 x 70 x 60Relaismodule 6 60 R 0016 110 x 289 x 60Gewicht: <strong>Verhoudingsregelaar</strong> <strong>FMS</strong> 4 / <strong>FMS</strong> 5 3,4 kgRelaismodule 6 60 R 0013 0,1 kgRelaismodule 6 60 R 01310,18 kgRelaismodule 6 60 R 00160,75 kgBeveiligingsgraadvolgens DIN 40 050:<strong>Verhoudingsregelaar</strong> <strong>FMS</strong> 4/<strong>FMS</strong>5IP40Relaismodule IP 00Montage: <strong>Verhoudingsregelaar</strong> <strong>FMS</strong> 4 / <strong>FMS</strong> 5Montage schakelpaneelRelaismoduleMontage verdeelkast, draagrail resp. kaprailGebruikssituatiewillekeurigMinimumafstandenbij meerdere overzichten 203282012147 20135,5Enkel overzicht137 +21040137 +2135,529537


Technische gegevensAansluitspanningOpgenomen vermogenOmgevingstemperatuurBedrijf:Transport en opslag230V+10%-15%50/60 Hzca. 34 VA+ 0° C…+ 60° C- 25° C…+ 60° CWeergaveToegest. omgevingsvochtigheidIn- en uitgangenDigitale signaalingangenAlfanumeriek, 16 posities omschakeling naar instelwaarde, belastingwaarde,status, feedback werkelijke waarde, feedback instelwaarde, digitale ingangen,analoge insteluitgangswaarde, correctie-ingang en correctiebereik.Weergave lopende tekstKlasse F, DIN 40 04016 digitale ingangen8 - 16 digitale uitgangen1 - 5 analoge uitgangen12 analoge ingangenalle van potentieel voorzien16 via potentiaalvrij contact 24 V DCDoor de automatische controles van de <strong>FMS</strong> mag de parasitaire capaciteitvan de leiding 2,2 µF, die aan de digitale ingangen is aangesloten, niet wordenoverschreden. De lengte van de leiding mag niet langer dan 100 m zijn.BelastingwaardeTerugvoeringangenInsteluitgangenResolutie:per analoge ingangDriestanden:Aanbevolen looptijd van deinstelaandrijvingen:Naar keuze potentiometer 1-5k W ,stroomsignaal (0/4…20mA) ofdriepuntssignaaluitgangOptioneel: directe aansluiting PT 100Naar keuze potentiometer 1-5kWofstroomsignaal 0/4...20 mA .Optioneel: directe inschakeling impulsgever4 resp. 5 naar keuze continu of driestanden, bij <strong>FMS</strong> 5 kanaal 5 steedscontinu.999 punten, 10 bit30 s…60 sAnaloge insteluitgang:Belasting: 0…10 V > 5 kW0/4…20 mA < 600W38


Technische gegevensSignaaluitgangenUitgang monitor:Correctie-ingangen:Opslaan van de instelwaardenen te wijzigen gegevens:Aantal profielen:Standaardwaarde van debedrijfsstatusOpslagcapaciteit:4 profielen:8 profielen:Interface:4…20 mA signaal belasting > 600 W2, instelbaar op 0…20 resp. 4…20 mAKanaal en functie via parameter instelbaar.In EEPROM maximaal 20 punten per profiel met lineaire interpolatie2 per kanaal (bijv. voor olie-/gas- gecombineerde brander)Optioneel 4 en 8Door signalen uit besturingsapparaatOnbeperkt (EEPROM)Als optie verkrijgbaar voor de <strong>FMS</strong> 4 en <strong>FMS</strong> 5(4 / 8 instelwaardeprofielen per kanaal)2 seriële interfaces op 25-pol. sub-D-contactdoosalleen op te vragen via adapter(RS 232 (standaardinstelling 19200 baud, pariteit even 8,1en LAMTEC-Systeem-BUS)___________________________________________________________________LET OP!Het gebruik van de interface zonder adapter kan het apparaatbeschadigen.Steek of trek de adapter alleen spanningsvrij erin resp. eruit.___________________________________________________________________BUS-koppeling:Via 25-pol. sub-D-contactdoosBUS-kaart optioneel voor de systemen:Interbus-S (Phoenix)Profibus DPModbusCANopen39


Verklaring van type-overeenstemmingEG-verklaring van type-overeenstemmingMaand / Jaar: ...................................../............................................06 03Fabrikant:LAMTEC Meß- und Regeltechnikfür Feuerungen GmbH & Co KG....................................................................................Adres:Impexstraße 5, D-69190 Walldorf....................................................................................Productomschrijving: <strong>Verhoudingsregelaar</strong> <strong>FMS</strong> 4 / <strong>FMS</strong> 5...................................................................................Baumusternr. : CE 0085 AS 0254Het bovengenoemde product voldoet aan de eisen van de volgende Europese richtlijnen:Nummer89/336/EEG73/23/EEG90/396/EEG97/23/ECTekstElektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzenElektromagnetische compatibiliteitGasrichtlijnDrukrichtlijnNadere informatie over het naleven van deze richtlijnen staat in (de) bijlageAanbrengen van de CE-markering:nee, omdat het componenten zijnPlaats, datum: Walldorf, 30. 06. 2003Bindendehandtekening: ...................................................De bijlagen zijn onderdeel van deze verklaring.Deze verklaring bevestigt de overeenstemming met de genoemde richtlijnen, maar bevat geen garantie van eigenschappen.Men dient de veiligheidsinstructies in de meegeleverde productdocumentatie in acht te nemen.Deze verklaring van type-overeenstemming geldt alleen voor het meegeleverde apparaat, als op dit apparaat de overeenkomstigekeuringsnummers zijn aangebracht.40


Verklaring van type-overeenstemmingBijlagebij EG-verklaring van type-overeenstemmingof EG-fabrikantenverklaringMaand / Jaar: ....................................../..............................................06 03Productomschrijving: <strong>Verhoudingsregelaar</strong> <strong>FMS</strong> 4 / <strong>FMS</strong> 5..................................................................................................................................................................................................................................................................De overeenstemming van het bovengenoemde product met de eisen van de bovengenoemde richtlijnen wordtaangetoond door het naleven van de volgende normen en regels:Geharmoniseerde Europese Normen:ReferentienummerEN 298EN 230IEC 801 / DIN VDE 0843Dichtheidscontrole EN 1643Nationale Normen:ReferentienummerVDE 0110VDE 0100VDE 0116VDE 0801AK 4 in zijn geheelAK 5 gedeeltelijkDIN VDE 160DIN 4788, Deel 3Integrierter LeistungsreglerDIN 3440Technische Regels:ReferentienummerEN 676EN 267EN 12952-8 en -11EN 12953-7 en -9voor zover van toepassingvoor zover van toepassingvoor zover van toepassingvoor zover van toepassing41


LAMTEC Meß- und Regeltechnikfür Feuerungen GmbH & Co KGImpexstraße 5D-69190 WalldorfTelefon (+49) 06227 / 6052-0Telefax (+49) 06227 / 6052-57Internet:http://www.<strong>lamtec</strong>.dee-mail: info@<strong>lamtec</strong>.deLAMTEC Leipzig GmbH & Co KGSchlesierstraße 55D-04299 LeipzigTelefon (+49) 0341 / 863294-00Telefax (+49) 0341 / 863294-10Afgegeven door:Tekstnummer. D LT 1015.03 NL 0004Gedrukt in de Bondsrepubliek Duitsland

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!