13.07.2015 Views

Syllabus 2 - VVKSO - ICT-coördinatoren

Syllabus 2 - VVKSO - ICT-coördinatoren

Syllabus 2 - VVKSO - ICT-coördinatoren

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

68Deze theorie is vooral uitgewerkt door de Amerikaanse onderzoeker Noam Chomsky.Hij beweert dat elk kind beschikt over een aangeboren taalverwervingsvermogen.Dankzij dat vermogen zijn kinderen in staat om de moedertaal te leren zoals ze datook blijken te doen: zonder al te veel moeite, allemaal op dezelfde manier enallemaal redelijk snel. En dat is eigenlijk wel knap, als je bedenkt dat een taal bestingewikkeld is. Denk maar eens aan jezelf wanneer je bijvoorbeeld Engels of Fransmoet leren spreken. Toch hebben Franse kinderen geen enkele moeite met Frans; zijvinden Nederlands weer heel erg moeilijk.Toen Chomsky dit had bedacht, ging hij nog een stapje verder. Wanneer ieder kind,zijn eigen moedertaal op dezelfde manier aanleert, via het aangeborentaalverwervingsvermogen, moet dat ook betekenen, dat elke (menselijke) taalongeveer op dezelfde manier in elkaar zit. Dat is vreemd, zul je zeggen. Nederlandslijkt helemaal niet op Arabisch of Japans. Toch beweert Chomsky dat achter elke taalop de wereld een structuur zit, die bij alle talen hetzelfde is. Hij noemt die structuur:universele grammatica.Samengevat beweert Chomsky het volgende: Elk kind heeft een aangeboren,universeel gevoel voor taal. Dat zit als het ware al te wachten in de hersenen. Enwanneer het kind voor het eerst woordjes hoort, begint dat gevoel te werken en leerthet kind een taal. Dat is een volgens Chomsky een proces wat niet tegen te houdenis. Het kind reageert op de woorden en zinnen die het hoort en gebruikt zo zijnaangeboren vermogen om te leren spreken. Eerst met één woordje, dan metzinnetjes van twee of drie woordjes en later in complete zinnen. Experimenten metapen hebben aangetoond, dat een aap eigenlijk nooit een taal kan leren. Ze kunnenwel een aantal woorden en begrippen leren herkennen en gebruiken, maar ze zullenzelf nooit op een creatieve manier met taal leren omgaan. Deze experimentenondersteunen dus de theorie van Chomsky.Nu zijn er natuurlijk altijd onderzoekers die weer op een heel andere manier naarhetzelfde verschijnsel kijken. En dat geldt ook voor de taalontwikkeling. Naast deonderzoekers die Chomsky's invalshoek volgen, is er ook een groep die uitgaat vande theorie van de Franse wetenschapper Jean Piaget.Piaget beweert het volgende. De mogelijkheid om te leren praten is wel in dehersenen aanwezig, maar die mogelijkheid moet door de omgeving geactiveerd engestimuleerd worden. En die stimulans zorgt ervoor dat een kind leert praten.Simpeler gezegd: als je nooit tegen een baby praat, zal de baby ook zelf nooit gaanpraten. Het is dus de omgeving (mama, papa en andere mensen) die ervoor zorgtdat een kind de moedertaal leert spreken.Dit klinkt ook heel erg logisch; het eerste woord van een kind is vaak ‘mamma’ of‘pappa’, omdat dat woord continu tegen het kind wordt gezegd. En ouders zijn danook heel trots wanneer het kind eindelijk ‘mamma’ zegt. Daarna komen dan allerleiwoorden die te maken hebben met het gezin en de omgeving waarin het kindopgroeit. Kinderen op het platteland zullen sneller woorden als ‘koe’, ‘schaap’,‘trekker’ kennen dan kinderen uit de stad. Als je vader politieagent is, zul je snel hetwoord ‘plisie’ kennen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!