13.07.2015 Views

CZ. Venray-1 1905-1959 - Zuivelhistorie Nederland

CZ. Venray-1 1905-1959 - Zuivelhistorie Nederland

CZ. Venray-1 1905-1959 - Zuivelhistorie Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De gevaarlijke ontwikkeling bij de condensafzet was echter het ter hand nemen van de productievan kunstcondens - gemaakt uit mager melkpoeder en plantaardig vet - in de Phillppijnen.In 1957 beïnvloedde dit de afzet van gecondenseerde melk overigens nog niet belangrijk. Te vrezenis echter, dat in de toekomst de afzet van gecondenseerde melk in toenemende mate hinderzal gaan ondervinden van deze kunstcondens.TOCH STIJGINGHet gevolg van deze ontwikkeling was een toenemend verschil tussen produktie en vraag gedurendede laatste maanden van 1957 en eerste helft 1958. Door het protectionisme in de invoerlandenkwam deze discrepantie geheel voor rekening van de exportlanden.De resultaten van het gunstige begin en het ongunstige slot van 1957 was, dat als jaargemiddeldede geldelijke opbrengst per kg. melk nog iets toenam. De opbrengst van de industrieel verwerktemelk (dus exclusief consumptiemelk) steeg van 20,9 ct. per kg. In novemher 1955/56 tot 21,7 ct.in nov. 1956/57. Daar de verrekenprijs van de consumptiemelk in verband met de gestegen kostprijsverhoogd werd van 26 ct. In 1956 tot 30,1 ct. in 1957 nam de gemiddelde opbrengst van allemelk met bijna 2 ct. per kg. toe, n.l. van 22,585 tot 24,49 ct. per kg.In het algemeen kan men zeggen:1/3 van de <strong>Nederland</strong>se melk is consumptiemelk; deze brengt de kostprijs op.1/3 wordt geconsumeerd in binnenland in de vorm van boter, kaas, koffiemelk, waarvan deprijzen mede worden bepaald door de lage prijzen welke bij export worden behaald.1/3 deel is export-produkten; deze brengen de kostprijs niet op.ONGUNSTIGER BEELDNiettegenstaande de stijging van de gemiddeld gerealiseerde melkprijs, werd de economische situatievan de zuivelindustrie ongunstiger. Daar de garantieprijs verhoogd werd van 23 cent in1955/56 tot 28,4 cent in 1956/57 per kg., steeg het bedrag dat de overheid moet bijpassen wegenshet verschil tussen garantieprijs en gemiddelde opbrengst aanzienlijk. Moest de overheid in hetmelkprijsjaar 1955/56 f 74 miljoen bijpassen, in 1956/57 was dit bedrag gestegen tot f 211 miljoen.De stijging van de garantieprijs van 23 ct. tot 28,4 ct. was toe te juichen, voor zover deze te dankenwas aan de verbetering van de uitgangspunten van de kostprijsberekening. Dit was het gevalvoor ca. 2 ct. van de totale stijging van 5,4 ct. Voorzover zij echter toe te schrijven was aan eenverdere stijging van de kostprijs - en dit was de resterende 3,4 ct, het geval - is zij niet zonder bedenkingen.Het kostprijsvoordeel, dat wij gedurende lange tijd hebben gehad op de meeste anderelanden, is geleidelijk aan kleiner geworden of zelfs verdwenen. Onze voornaamste concurrenten,Australië, Nieuw-Zeeland en Denemarken, hebben alle drie belangrijk lagere kostprijzen dan onsland. Ook de voorsprong, die wij op de landen van de Euromarkt hebben, is niet meer zo veiligals enige tijd geledenUit het voorgaande blijkt, dat het in de toekomst uitermate moeilijk zal zijn, de productie en afzetmet elkaar in evenwicht te brengen.Een terugdringen van de boterproduktie is al ten zeerste gewenst.▲ Heruitgave zuivelhistorienederland.nl245© Peel en Maas

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!