13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2004), zeehonden op de Noordzee en bruinvissen: schattingenSoortStatus 1IisdhFF-wettabelRLTabel 5.11: Zeezoogdieren in het studiegebied, zeehonden in de Voordelta: gemiddelde jaarmaxima (1999-DoelsoortVoorkomen per deelgebied (max. aantal exemplaren)Voordelta (SBZ)NoordzeeStudiegebied % Studiegebied % NCP 2Gewone zeehond VD 3 • Itz 18 22 7 verwaarl.Grijze zeehond - 2 • IZ 0,4 11 8 verwaarl.Bruinvis - 3 • ITZ 825 31 5.700 1,2-2,11 Verklaring status:Ishd = soort waarvoor in het betreffende gebied een instandhoudingsdoelstelling geldt:VD = Voordelta (speciale beschermiingszone SBZ).FF-wet: beschermingscategorie volgens Flora- en faunawetRL= Rode LijstsoortDoelsoort=doelsoorten volgens Handboek <strong>Natuur</strong>doeltypen (Bal e.a., 2001): op basis van ‘itz’-criteria: I/i =internationale betekenis, T/t = ‘trend’: soort is afgenomen, Z/z = zeldzaamheid.Hoofdletter/kleine letter geeft aan hoe sterk het criterium geldt, alleen status als niet-broedvogel isvermeld.2 NCP: Nederlands Continentaal Plat5.4.2 VissenVoor vissen is het niet mogelijk de huidige situatie voor het hele studiegebiedkwantitatief te beschrijven. Alleen voor het tot het studiegebied behorende Noordelijkedeel van de Voordelta (inclusief Haringvlietmond) zijn hiervoor voldoende gedetailleerdegegevens beschikbaar. Tabel 5.12 bevat een overzicht van voorkomen en aantallen vanaandachtssoorten in het studiegebied.In het studiegebied komen zo’n 50 verschillende vissoorten voor, waarvan 26aandachtssoorten. Vergeleken met de rest van het in de Voordelta gelegen deel van hetstudiegebied, is de Haringvlietmond relatief rijk aan aandachtssoorten. Niet alleenkomen twee van de 15 in dit deel van het studiegebied aangetroffen aandachtssoorten,te weten botervis en spiering alleen daar voor, maar ook het totale aantal exemplaren is2,5 maal hoger dan op grond van de oppervlakte verhouding mag worden verwacht.Voor niet-aandachtssoorten geldt dat voor wat betreft de soortenrijkdom overigens niet:de Harinvlietmond is met 21 soorten beduidend minder soortenrijk dan de rest van denoordelijke Voordelta (30 soorten). Wel is het aantal exemplaren per oppervlakteeenheidin de Haringvlietmond ook voor niet-aandachtssoorten ongeveer 2 x zo hoog.Overigens zijn de vissen in de Haringvlietmond beduidend kleiner dan de vissenerbuiten. Zo weegt een in de Haringvlietmond gevangen Schol gemiddeld 3,2 g en in hetdaarbuiten gelegen deel 28 g. Dit duidt erop dat de Haringvlietmond binnen hetstudiegebied een functie als opgroeigebied voor jonge vis vervult (kinderkamer).Van de in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn belangrijke trekvissen fint, zeepriken zalm zijn geen kwantitatieve gegevens beschikbaar. De in tabel 5.12 gepresenteerdegegevens zijn gebaseerd op boomkor bemonsteringen. Hiermee worden uitsluitend dein de nabijheid van de bodem de bodem levende vissoorten gevangen en deze, hoger inde waterkolom voorkomende soorten niet. Resultaten van fuikbemonsteringen in deNieuwe Waterweg en het Haringvliet laten echter zien dat finten zeker en zeeprikkenmogelijk in het noordelijk deel van de Voordelta voorkomen (‘+’ in tabel 5.12).MER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 87 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!