13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Autonome ontwikkelingIn de aantallen visetende vogels in de kustzone van Delfland en de Maas-Eurogeulworden geen grote veranderingen verwacht. Mogelijk zullen aantallen wat afnemenonder invloed van toenemende verstoring door scheepvaartverkeer en recreatie.In de Voordelta zal de geleidelijk voortgaande kustaangroei waarschijnlijk leiden tot eentoename van de aantallen vogels van intergetijdengebied en schorren, zowel in hetBrielse Gat als op de Kwade Hoek. Omdat dit voor het areaal ondiep kustwater slechtseen geringe afname betekent, zullen de aantallen duikeenden en viseters vermoedelijkniet merkbaar veranderen. Er worden geen substantiële veranderingen op foeragerendekustvogels verwacht onder invloed van geplande projecten als de kustversterkingen opVoorne en Goeree. Ten aanzien van de aantallen foeragerende en pleisterende vogelsin de gebieden langs de achterlandverbindingen wordt een afname van de geschiktheidvan de gebieden verwacht. Dit geldt voor de gebieden ten zuiden van Rotterdam endoor de toenemende invloed van verstedelijking, waardoor de open ruimtes kleinerworden. Voor de polders op Voorne geldt dat de situatie in de autonome ontwikkelinglicht zal verslechteren door veranderingen in het landgebruik (onder andere de invloedvan kassenbouw).5.4 Zeezoogdieren en vissen5.4.1 ZeezoogdierenIn het studiegebied voor de zandwinning en landaanwinning worden drie soortenzeezoogdieren regelmatig waargenomen, te weten Gewone zeehonden, Grijzezeehonden en Bruinvissen. Op en rondom de Hinderplaat en Kleine Slufter verblijft eengroep van 10-30 gewone zeehonden en een kleine groep grijze zeehonden. Dezesoorten zijn alledrie wettelijk meer (Gewone zeehond, Bruinvis) of minder streng (Grijzezeehond) beschermd (Flora- en faunawet). Voor de Gewone zeehond geldt voor deVoordelta bovendien een instandhoudingsdoelstelling. Tabel 5.11 bevat voor deze driesoorten een overzicht van (schattingen) van het maximum aantal individuen in deverschillende delen van het studiegebied.Ook andere zeezoogdieren, waaronder 4 op grond van de Flora- en faunawetbeschermde soorten dolfijnen, worden wel eens in of in de nabijheid van hetstudiegebied gezien. Hiervan is de Witsnuitdolfijn de meest talrijke (Camphuysen,2005). Het incidentele karakter van de waarnemingen laat het echter niet toebetrouwbare uitspraken te doen over het voorkomen en de aantallen in hetstudiegebied. Overigens vormt voor geen van deze soorten het studiegebied eenbelangrijk onderdeel van het totale verspreidingsgebied (Reid e.a., 2003).MER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 86 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!