13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Telgebied(zie figuur 5.12 voor locatie)Oppervlakte telgebied(hectare)Aantal vogeldagenaandachtssoorten/jaar (x 1.000)ZH7121 405 44,1ZH7131 205 22,3ZH7135 368 11,1totaal 6.947 738,6In vergelijking met de waarde van het mariene deel van het studiegebied is de waardevan de waterpartijen en polders in het achterland met een totaal aantal vogeldagen vanbijna 750.000 relatief beperkt. De grasland- en akkergebieden zijn in de winterperiodemet name van (beperkt) belang voor foeragerende ganzen. Grauwe gans is in telgebied1584 aangetroffen met een maximum aantal van 1.503 (zie annex 5.6). Dit deelgebied istevens van belang voor foeragerende smienten (maximum aantal van 5.280). Telgebied1536 speelt een (bescheiden) rol voor kolganzen (maximum aantal van 381). Daarnaastkomen in alle getelde deelgebieden enkele tientallen tot honderdtallen krakeenden voor(maximum aantal 433 in telgebied 2321). Van de grasland- en akkergebieden op Voornewaren slechts beperkte wintergegevens beschikbaar. Hieruit bleek echter wel dat debetreffende polders van belang zijn als foerageergebied voor pleisterendegoudplevieren. De beschreven telgebieden zijn van relatief beperkte betekenis voor opwater pleisterende rustende vogels, gezien de relatief geringe aantallen brilduikers,futen, middelste en grote zaagbekken en wintertalingen.Vogelsoorten waarvoor een instandhoudingsdoelstelling geldtIn tabel 5.9 is in de tweede kolom onder status ‘isdh’ aangegeven voor welke soorteneen instandhoudingsdoelstelling geldt in de Voordelta (VD) respectievelijk de KwadeHoek (KH). In totaal geldt voor 34 foeragerende kustvogels in Natura 2000-gebied‘Voordelta’ een instandhoudingsdoelstelling op grond van het aanwijzingsbesluit uit2001. Volgens de concept instandhoudingsdoestellingen in het zogenaamde‘gebiedendocument’ zou hieraan nog één soort moeten worden toegevoegd. Alle dezesoorten komen voor in het noordelijk deel van de Voordelta dat deel uitmaakt van hetstudiegebied en zijn dus vermeld in tabel 5.9. De soorten zijn verdeeld over allesoortgroepen zoals deze in deze tabel zijn onderscheiden en komen verspreid over hethele studiegebied voor. Wel is duidelijk dat er een aantal delen van het gebied zijn waardeze vogels meer geconcentreerd voorkomen.Deze gebieden zijn:• slikken en schorren van het Brielse Gat: van groot belang voor vrijwel alle relevantesoorten van intergetijdegebieden/schorren;• stranden en Hinderplaat: van groot belang voor drieteenstrandloper en rustendeaalscholvers en meeuwen;• ondiepe delen van de Haringvlietmond: van groot belang voor eidereend entoppereend.De overige duikeenden en alle viseters komen meer verspreid in het hele gebied voor.Het vogelrichtlijn/Natura 2000-gebied Kwade Hoek valt in zijn geheel binnen hetstudiegebied. Hier komen in totaal 18 soorten foeragerende kustvogels voor waarvooreen instandhoudingsdoelstelling geldt.Het gebied bestaat vooral bestaat uit slikken/platen, schorren, stranden en duintjes en isdaarom vooral van belang voor soorten van intergetijdengebieden en schorren. In hetondiepe kustwater binnen de begrenzing komen ook twee visetende soorten(aalscholver, fuut) voor. De aalscholver rust ook op de platen en stranden.MER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 85 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!