13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Deze soortgroepen komen verspreid over de hele lengte van het gebied langs de A15 ingeschikte biotopen voor. Een viertal hokken rond Brielle en één in het stedelijk gebiedvan Rotterdam (rond A15/afslag Groene Kruisweg, met industrieterrein Poort vanCharlois) zijn uitgesproken arm aan waardevolle broedvogels.Autonome ontwikkelingEr is in dit tamelijk uitgestrekte gebied geen inventarisatie gemaakt van concreteplannen. Aangenomen kan worden dat soorten van agrarisch gebied (weidevogels,maar ook soorten als huis- en boerenzwaluw, spotvogel en ringmus) als gevolg vanverdere verstedelijking zullen afnemen. Aandachtssoorten die zich (ook) in stedelijkgroen (met name grotere parken en groenvoorzieningen) thuis voelen, zoals nachtegaal,groene specht, zullen zich kunnen handhaven of iets toenemen. Netto zal de betekenisvan dit gebied voor broedvogels waarschijnlijk substantieel dalen.5.3 Foeragerende kustvogels en vogels in het achterlandGebruikte gegevens en bewerkingenFoeragerende kust- en zeevogels worden beschreven voor die delen van hetstudiegebied die van belang zijn voor deze soortgroep. Hier worden ook regelmatigtellingen uitgevoerd. Dit zijn in grote lijnen de waterrijke delen van het studiegebied. Deoverige, overwegend terrestrische delen van het studiegebied zijn voor deze soortgroepvan ondergeschikte betekenis. Binnen de voor foeragerende kust- en zeevogelsbelangrijke delen van het studiegebied worden de volgende gebieden onderscheiden:• Oostvoornse Meer;• noordelijke Voordelta (inclusief Haringvlietmond/Brielse Gat);• Kwade Hoek;• kustzone Delfland;• Euro-Maasgeul;• Open water, grasland- en akkergebieden langs de achterlandverbindingen.De betekenis van deze gebieden voor foeragerende kust- en zeevogels wordt uitgedruktin het gemiddelde aantal vogels per dag en het aantal vogeldagen per jaar. Dezeworden berekend door momentane (maand)tellingen per jaar te middelen (eventueelgewogen naar representativiteit voor het jaar als geheel) en deze vervolgens met 365 tevermenigvuldigen.Voor de beschrijving van foeragerende kust- en zeevogels op het Oostvoornse Meer isgebruik gemaakt van wintertellingen over de periode 2000-2004 van de Provincie Zuid-Holland. De wintergegevens (periode oktober/november - april) zijn naar jaartotalengeëxtrapoleerd door vermenigvuldigingsfactoren af te leiden op basis van de verhouding(per soort) tussen de wintermaanden en de jaartotalen voor het aangrenzende BrielseGat.Voor het in de Voordelta gelegen deel van het studiegebied en de Kwade Hoek zijn uitverschillende bronnen kwantitatieve gegevens beschikbaar. Voor de beschrijving van dehuidige situatie is gebruik gemaakt van de volgende bronnen:• meeuwen, sterns, duikers en eenden (vogels boven en op water): resultaten van de0-meting MER <strong>Maasvlakte</strong> 2 over de periode november 2004 – juni 2005. Het betreftde bronbestanden van 2 typen vliegtuigtellingen (respectievelijk voor meeuwen/sterns en eenden), boottellingen en tellingen vanaf de kust. De onderzoeksopzet, deMER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 80 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!