13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Slikken van VoorneOok in de oeverzones van de Slikken van Voorne (onderdeel van de Haringvlietmond) isde dichtheid hoog. Naast vogels van struwelen (op de zuidelijke dam van de huidige<strong>Maasvlakte</strong>) komen hier flink aantallen voor de kluut (in het natuurontwikkelingsprojectKleine Slufter) en blauwborst (vooral op de overgang van kwelder en buitendijksrietmoeras enerzijds en struwelen op de dam anderzijds).Voornes DuinIn Voornes Duin zijn ruim 460 broedparen van aandachtssoorten geteld, een dichtheidvan 46 broedparen per 100 hectare. Bijna de helft van de broedparen betreft soortenvan struwelen en bossen zie figuur 5.11), met nachtegaal en matkop als meest talrijkeaandachtssoorten. In het Quackjeswater broedt een gemengde kolonie lepelaar enzilverreiger, met in totaal 124 paren. Bij het Breede Water en Quackjeswater broedentevens enkele watervogels (dodaars, geoorde fuut, slobeend) in substantiële aantallen.Duinen van GoereeIn de duinen van Goeree broeden ruim 600 broedparen van aandachtssoorten, in eenvrij hoge dichtheid van broedpaar per 100 hectare. De Kwade Hoek (die hier bij ditduingebied is gerekend) is rijk aan (kust)broedvogels, met name scholekster, kluut entureluur. Ook op Goeree is het aandeel van struweelsoorten (zeer) hoog (ruim 40%).Deze struweelsoorten komen vooral voor in de zeer struweelrijke buitenste duinenrij (ziefiguur 5.10). Opvallend zijn op Goeree ook de hoge aantallen van graspieper enveldleeuwerik, beide soorten van open terreinen.Broedvogels in daarvoor aangewezen VogelrichtlijngebiedenVoor twee van de drie Vogelrichtlijngebieden in het studiegebied, Kwade Hoek enVoordelta, gelden alleen instandhoudingsdoelstellingen met betrekking tot foeragerendekustvogels. Voor vogelrichtlijngebied Voornes Duin zijn instandhoudingsdoelstellingenvan kracht met betrekking tot drie broedvogels: geoorde fuut, aalscholver en lepelaar. Infiguur 5.11 zijn de broedgevallen van deze drie soorten binnen de contouren van hetVogelrichtlijngebied – dat alleen de omgeving van het Breede Water en van hetQuackjeswater omvat – in 2003 weergegeven.In 2003 broedden er in een grote kolonies bij het Breede Water respectievelijkQuackjeswater circa 1.184 paar aalscholver, respectievelijk 97-120 paar lepelaar. Erbroedden 5 paar geoorde fuut, waarvan 4 bij het Breede Water en 1 bij hetQuackjeswater (Klemann, 2004).De omvang van de grote broedkolonies varieert van jaar tot jaar. De aalscholverkoloniekende een maximale omvang van circa 1.500 paren in 1998, sindsdien schommelt hetaantal tussen 1.000 en 1.300. De lepelaarkolonie had eveneens in 1998 met circa230 broedparen zijn grootste omvang. Sinds 2000 ligt het aantal rond de 100 paren. Hethoogste aantal geoorde futen was 9 paar in 1998.Aalscholver, lepelaar en geoorde fuut komen in het studiegebied als broedvogeluitsluitend binnen de begrenzingen van VR-gebied ‘Voornes Duin’ voor.Autonome ontwikkelingIn alle duingebieden zal het beheer in de komende jaren worden gericht op hetterugdringen van het areaal struweel en bos, terwijl het autonome proces vanverstruiking op een aantal plekken zal doorzetten. Toch kan worden aangenomen dathet netto effect een afname van struweel- en bosvogels en een toename van soortenMER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 76 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!