13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ConclusieHet mogelijke effect van extra onderwatergeluid als gevolg van het gebruik van<strong>Maasvlakte</strong> 2 op zeezoogdieren en vissen wordt – op grond van het verrichte onderzoekin het kader van de MER-Aanleg – als niet relevant beschouwd. Dit effect wordt nietverder meegenomen in de effectvoorspelling MER-B.D. Verstoring: lichthinderDoor de havenactiviteiten op <strong>Maasvlakte</strong> 2 kan de hoeveelheid nachtlicht toenemen.In een studie van Molenaar e.a. (2000) naar de effecten van kunstlicht op hetbroedsucces van grutto’s wordt geconcludeerd dat er een duidelijk waarneembaar effectis: een verminderd aantal broedparen tot 250-300 m van de lichtbron, een ietsverhoogde clustering in de zone tussen 300 en 500 m en een knaleffect verderop. Opbasis van deze studie is een bruikbare dosiseffectrelatie af te leiden. In een latere studienaar de effecten van kunstlicht op zoogdieren (Molenaar e.a., 2003) bleek er voorsommige soortgroepen een (soms significante) relatie met de aanwezigheid vanwegverlichting. Met name predatoren worden aangetrokken andere groepen zijnindifferent of mijden het licht juist. In het onderzoek kon echter geen dosis-effectrelatieworden vastgesteld. Er is geen recenter onderzoek beschikbaar op basis waarvan dezerelaties wel gelegd kunnen worden.Naar de eventuele effecten van de aanwezigheid van een lichtkoepel en mogelijkeeffecten daarvan op beschermde natuurwaarden (zoals trekvogels) is geen onderzoekbekend dat een voldoende basis biedt voor het in beeld brengen van een eventueeleffect. In een overzichtsstudie (De Molenaar, 2003) wordt over lichteffectengeconcludeerd kunstmatige verlichting veelzijdige negatieve effecten kan hebben, maardat de beschikbare kennis ten aanzien van trekvogels vooral berust oplaboratoriumexperimenten, waarvan de praktische doorvertaling naar veldsituatiesvooral op veronderstellingen berust. De belangrijkste trekroutes liggen aan de oostzijdevan de huidige <strong>Maasvlakte</strong> en volgen de doorgetrokken kustlijn, ook in de huidigesituatie met een sterk verlichte <strong>Maasvlakte</strong> en Rijnmondgebied. In de <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>MER Aanleg wordt geconcludeerd dat de aanwezigheid van <strong>Maasvlakte</strong> 2 niet tot hetverleggen van trekroutes zal leiden.ConclusieHet effect lichthinder is mogelijk relevant voor aanwezige (broed-)vogels enfoeragerende kust- en zeevogels. Het dient in het MER nader te worden onderzocht.Voor andere soortgroepen (zoogdieren) is er onvoldoende wetenschappelijke basis vooreen dosiseffectrelatie. Het noodzakelijke effectonderzoek richt zich daarom alleen opvogels. Het mogelijke effect van de aanwezigheid van een (met name in zeewaartserichting) vergrote lichtkoepel op trekvogels wordt – op grond van de ligging van detrekroutes ten oosten van de huidige <strong>Maasvlakte</strong> en het feit dat er onvoldoende geschiktonderzoek beschikbaar is – niet nader onderzocht in dit MER.E. Verstoring: recreatief gebruik <strong>Maasvlakte</strong> 2Het recreatief gebruik van de buitencontour kan negatieve effecten hebben op deaanwezige (en eventueel nieuw te ontwikkelen) natuurwaarden. In de verschillendealternatieven wordt op uiteenlopende wijze invulling gegeven aan het recreatief gebruikvan de zachte zeewering.Als gevolg van het voorziene recreatief gebruik kunnen potentiële knelpunten ontstaanmet betrekking tot de bestaande natuurwaarden:MER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 44 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!