Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

More documents

Recommendations

Info

Lichthinder beperkenMaatregelen t.a.v. natte infrastructuur:Dynamisch verkeersmanagement binnenvaart op alle vaarwegen: 45%snelheidsreductie (in 2020 en 2033)Dynamisch verkeersmanagement binnenvaart op knelpuntlocaties: 20%snelheidsreductie indien noodzakelijk vanaf 2013 tot uiterlijk 2025 (voor vuile schepen)Keurmerk binnenvaart: 90% reductie PM 10 en 50% reductie NO x voor 25% van deschepenVerplichting schone motoren binnenvaart: emissiereductie van 20 tot 35%Beperken emissies PM 10 van droge bulk op- en overslag (0% toename emissie) inbestaande haven- en industriecomplexAanleg spuisluis in het zuidwesten Maasvlakte 2Beperking koelwaterlozing chemische industrie Koelwaterbehoeftige chemische bedrijven clustren in het noordwesten van Maasvlakte 2 25% van chemische bedrijven zonder koelwaterbehoefte Gebruik restwarmte Verbeteren substraat taluds en kademurenVerbeteren substraat taludsMaatregelen t.a.v. droge infrastructuur:Verhogen externe veiligheid door dynamische rijsnelheid Plaatselijk luchtschermen langs de A15 en A4Beladingsgraad van vrachtwagens: 2,8 TEU/bezoek (in 2033) Beladingsgraad van vrachtwagens: 3,2 TEU/bezoek (in 2033) Green Gate concept Afzuiging bij tunnelmonden Aanleg OranjetunnelLadinggates42% Containervervoer over de weg in 2020, 35% Containervervoer over de weg in 2033 36% Containervervoer over de weg in 2020, 30% Containervervoer over de weg in 2033 Invoeren rekening rijdenOV-transferium op Maasvlakte 2 , sneldienst naar Spijkenisse en andereconcentratiegebiedenOV dichter bij het recreatiestrandFiets-voetveer tussen Maasvlakte 2 en Hoek van HollandVrachtverkeer niet over N218, maar over N57 en A15Ruimtelijke VerkenningPlanalternatiefMeest MilieuvriendelijkAlternatiefVoorkeursalternatiefMER B - Bijlage Natuur9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 36 - 5 april 2007
4 AFBAKENING STUDIEGEBIED EN EFFECTEN4.1 InleidingIn de MER Bestemming Maasvlakte 2 (MER-B) worden de ecologische effecten vanverschillende inrichtingsscenario’s voorspeld. Daarnaast worden de effecten in beeldgebracht van de aanleg van infrastructuur. Teneinde niet alle denkbare effecten overeen enorm uitgestrekt potentieel effectgebied te moeten onderzoeken is het belangrijk ineen vroeg stadium van het MER onderscheid te maken in relevante en voor dit MERniet relevante (natuur-)effecten en een bij de beschrijving van die effecten passendstudiegebied. Het voordeel van deze werkwijze bestaat eruit dat het risico beperkt wordtdat er in een laat stadium van een MER-studie ineens ‘nieuwe’ effecten de kopopsteken, die op dat moment tot belangrijke complicaties en vertragingen kunnenleiden.Een juiste afbakening van te onderzoeken effecten en het studiegebied vervult eenbelangrijke rol in het m.e.r. Er wordt met redenen omkleed aangegeven welke effectenmogelijk relevant zijn, wat hun reikwijdte kan zijn en welk deel van de buitenwerelddaarmee in het m.e.r. wordt onderzocht. In de afbakeningsnotitie worden de mogelijkeeffectketens en effecten van de geplande ingreep beschreven en wordt op basis van demeest actuele kennis beoordeeld in hoeverre een mogelijk effect nader onderzocht dientte worden. Redenen om een mogelijk effect op natuurwaarden niet nader teonderzoeken zijn:• het mogelijke effect leidt niet tot een substantiële verandering van relevantemeeteenheden (< 1%);• er is geen kennis voorhanden omtrent de mogelijke werkingsmechanismen van hetmogelijk effect op natuurwaarden;• er zijn onvoldoende gegevens over bestaande natuurwaarden aanwezig (en ook nietverkrijgbaar door aanvullend onderzoek), dan wel er komen geen relevantenatuurwaarden voor, zodat het niet mogelijk is het effect van de ingreep opnatuurwaarden te beschrijven.Redenen om gedeelten van een potentieel effectgebied niet mee te nemen in hetstudiegebied-natuureffecten zijn:• het gebied valt buiten de reikwijdte van enig mogelijk relevant effect (waarbij een1%-verandering als grens wordt gehanteerd);• in het gebied komen geen relevante natuurwaarden voor.Teneinde de kans op het onderschatten van een potentieel effect of het onterecht‘wegschrijven’ van een effect te minimaliseren is een hernieuwde beoordeling van demogelijke effecten en de omvang van het studiegebied noodzakelijk. In de vijf jaren dieverstreken zijn sinds de MER Landaanwinning PMR is zowel het beleid als de fysiekewerkelijkheid in sommige gevallen veranderd. Daardoor kan voor een potentieel effectdat eerder wegens onvoldoende relevantie is weggeschreven nu wel nader onderzoeknodig zijn. Een mogelijk iets anders uitpakkende selectie en impact van relevanteeffecten, betekent dat ook het studiegebied opnieuw vastgesteld moet worden. Dehernieuwde afbakening van het studiegebied vindt plaats in paragraaf 4.2.In de MER-B worden twee categorieën van ingrepen meegenomen. Dat betreftallereerst natuurlijk de effecten van de bestemming c.q. het toekomstige gebruik vanMER B - Bijlage Natuur9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 37 - 5 april 2007
Page 1: PROJECTORGANISATIEMAASVLAKTEMilieue
Page 5 and 6: INHOUDSOPGAVE1 INLEIDING 11.1 Een n
Page 7 and 8: 7.13 Samenvattend overzicht effecte
Page 9 and 10: 1 INLEIDING1.1 Een nieuwe Maasvlakt
Page 11 and 12: • de zandwinning op de Noordzee,
Page 13 and 14: 1.5 Bijlage NatuurVoorliggend rappo
Page 15 and 16: 2 TOETSINGS- EN VERGELIJKINGSKADER2
Page 17 and 18: Aanpak Biodiversiteit. De nota bied
Page 19 and 20: In de Nota Ruimte en het Integraal
Page 21 and 22: Het eerstgenoemde aandachtspunt, wa
Page 23 and 24: Het werkingsgebied van de Naturbesc
Page 25 and 26: 2.3 Toetsings- en vergelijkingskade
Page 27 and 28: Natuurtype Natuurdoeltype 1 EU-habi
Page 29 and 30: ZeezoogdierenVerschillende soorten
Page 31 and 32: Tabel 2.3: Overzicht van criteria,
Page 33 and 34: en/of internationale schaal bedreig
Page 35 and 36: Tabel 2.6: Leidraad bij beoordeling
Page 37 and 38: 3 BESCHRIJVING ALTERNATIEVEN3.1 Inl
Page 39 and 40: Tabel 3.1: Verdeling van terreinen
Page 41 and 42: In het MER Bestemming is een ruimte
Page 43: Transportleidingen voor gevaarlijke
Page 47 and 48: ‘geluidszones’ aan weerszijden
Page 49 and 50: Activiteit Ingreep Primaire abiotis
Page 51 and 52: van zangvogels elkaar niet kunnen v
Page 53 and 54: • verstoring van broedvogels zou
Page 55 and 56: J. Gebruik 7 hectare zeewering als
Page 57 and 58: 5 HUIDIGE SITUATIE EN AUTONOME ONTW
Page 59 and 60: • Kapittelduinen: vegetatiestruct
Page 61 and 62: Figuur 5.1: Natuur- en habitattypen
Page 63 and 64: HaringvlietmondDe Haringvlietmond (
Page 71 and 72: duinregel wordt onderbroken door ee
Page 73 and 74: Goeree (Flaauwe werk). Hierdoor kan
Page 75 and 76: - terreinen Zuid-Holland Landschap:
Page 77 and 78: Tabel 5.6: Aantallen broedparen van
Page 79 and 80: Figuur 5.8: Dichtheden aandachtssoo
Page 81 and 82: Figuur 5.10: Dichtheden aandachtsso
Page 83 and 84: Strand en op de Brielse Gatdam. De
Page 85 and 86: van droge duingraslanden en natte d
Page 87 and 88: Tabel 5.8: Geschat voorkomen van aa
Page 89 and 90: gehanteerde methoden en details ove
Page 91 and 92: SoortgroepRoofvogelsSoortStatus 1 V
Page 93 and 94: Telgebied(zie figuur 5.12 voor loca
Page 95 and 96:
2004), zeehonden op de Noordzee en
Page 97 and 98:
Lijst, doelsoorten uit het herziene
Page 99 and 100:
Soortgroep Soort Status 1 Voorkomen
Page 101 and 102:
Ook vakken met goed ontwikkelde sch
Page 103 and 104:
Figuur 5.15: Aantal aandachtssoorte
Page 105 and 106:
Oostvoornse Meer en op één vindpl
Page 107 and 108:
Tabel 5.15: Status en verspreiding
Page 109 and 110:
5.6.2 HerpetofaunaIn het studiegebi
Page 111 and 112:
Figuur 5.20: Verspreiding zandhaged
Page 113 and 114:
Figuur 5.21: Verspreiding nauwe kor
Page 115 and 116:
Duinsabelsprinkhaan en blauwvleugel
Page 117 and 118:
6 WERKWIJZE EFFECTVOORSPELLING6.1 I
Page 119 and 120:
6.3 Ingreep-effectketensTabel 6.1:
Page 121 and 122:
6.4 Atmosferische depositie6.4.1 In
Page 123 and 124:
N/hectare/jaar. Daarbij moet bedach
Page 125 and 126:
depositie berekend is wordt verweze
Page 127 and 128:
Figuur 6.2: Dosis-effect-curven gel
Page 129 and 130:
geval aan de zijde van het Brielse
Page 131 and 132:
achtergrondwaarde van 0,1 lux wordt
Page 133 and 134:
Figuur 6.3: Locatie windturbines hu
Page 135 and 136:
transportstromen. Voor een analyse
Page 137 and 138:
• stimuleren. Havenbedrijf Rotter
Page 139 and 140:
aanlegfase zijn voor elke afzonderl
Page 141 and 142:
7 EFFECTEN RUIMTELIJKE VERKENNING7.
Page 143 and 144:
de aanname dat de achteruitgang van
Page 145 and 146:
De effecten op het bestaande Haveng
Page 147 and 148:
Tabel 7.8: Voorspelling effecten ge
Page 149 and 150:
De in annex 7.1 samengevatte effect
Page 151 and 152:
Slufterstrand en dat het effect in
Page 153 and 154:
7.8 Calamiteiten7.8.1 Resultaten ef
Page 155 and 156:
worden, resulterend in sterfte van
Page 157 and 158:
Alternatief (model stimuleren). Met
Page 159 and 160:
Toetsing aan MER Landaanwinning PMR
Page 161 and 162:
van de wijze waarop de warmwaterbel
Page 163 and 164:
8 EFFECTEN VAN PLANALTERNATIEF, VOO
Page 165 and 166:
Tabel 8.3: Effecten geluid Planalte
Page 167 and 168:
Tabel 8.6: Effecten NO x -depositie
Page 169 and 170:
Tabel 8.9 geeft een samenvattend ov
Page 171 and 172:
Voor het MMA heeft een volledige he
Page 173 and 174:
8.3.6 Vergelijking Meest Milieuvrie
Page 175 and 176:
9 OVERZICHT VAN EFFECTEN9.1 Effecte
Page 177 and 178:
10 CUMULATIEVE EFFECTEN10.1 Inleidi
Page 179 and 180:
Kustversterking: vooroeversuppletie
Page 181 and 182:
Aanleg kabels BritNed en windparken
Page 183 and 184:
areaal slikken en platen in elk gev
Page 185 and 186:
11 VERGELIJKING EN BEOORDELING IN M
Page 187 and 188:
Tabel 11.3: Aspect internationale d
Page 189 and 190:
Toetsing en beoordeling van effecte
Page 191 and 192:
stern). MER Bestemming levert slech
Page 193 and 194:
Gate concept’ milieukeurmerk binn
Page 195 and 196:
2190. Deze te compenseren effecten
Page 197 and 198:
12 MONITORING- EN EVALUATIEPROGRAMM
Page 199 and 200:
eantwoorden door het uitvoeren van
Page 201 and 202:
13 GEVOELIGHEIDSANALYSE13.1 Gevoeli
Page 203 and 204:
14 LEEMTEN IN KENNIS EN ONZEKERHEDE
Page 205 and 206:
14.4 OnzekerhedenAtmosferische depo
Page 207 and 208:
Annex 1ReferentielijstMER B - Bijla
Page 209 and 210:
1 ADRIANI, M.J. & E. VAN DER MAAREL
Page 211 and 212:
26 DIJK, B. VAN, H. DRIES & A. VELT
Page 213 and 214:
57 KOOLSTRA, B.J.H., A.J. BEINTEMA,
Page 215 and 216:
84 OUDENAARDEN, J. VAN & W. PRINS,
Page 217 and 218:
115 SWELM, N. VAN, 2001. Ongepublic
Page 219 and 220:
Annex 2BegrippenlijstMER B - Bijlag
Page 221 and 222:
AAandachtssoortenEen soort die om
Page 223 and 224:
haventerreinen volledig worden inge
Page 225 and 226:
GeluidscontourEen lijn die punten v
Page 227 and 228:
MERMilieueffectrapport, rapport waa
Page 229 and 230:
lijsten een indicatie van het risic
Page 231 and 232:
ZZeeweringEen barrière die belet d
Page 233 and 234:
Annex 2.1Overzicht instandhoudingsd
Page 235 and 236:
Overzicht instandhoudingsdoelen Nat
Page 237 and 238:
VogelrichtlijnDuinen Goeree & Kwade
Page 239 and 240:
Annex 2.2Toelichting soortgroepen d
Page 241 and 242:
Toelichting soortgroepen die niet i
Page 243 and 244:
Annex 4.1Afbakening deelgebieden st
Page 245 and 246:
Afbakening deelgebieden studiegebie
Page 247 and 248:
5. Voordelta zuidelijk van Maasvlak
Page 249 and 250:
Ten gevolge van het gebruik van Maa
Page 251 and 252:
• Kranenhout: Binnenduinrandbos.
Page 253 and 254:
dan de voorspelde toename voor Voor
Page 255 and 256:
Annex 5.1Telgegevens Brielse Gat en
Page 257 and 258:
Brielse Gat Kwade Hoekvd128 vd123 v
Page 259 and 260:
AandachtssoortBrielse GatKwade Hoek
Page 261 and 262:
Annex 5.2Criteria en vertaalsleutel
Page 263 and 264:
Vertaalsleutels basisgegegevens in
Page 265 and 266:
Annex 5.3Verwerkingsmethode ruwe te
Page 267 and 268:
Protocol bewerkingen 0-metingen MEP
Page 269 and 270:
aanvullende waarnemingen gedaan zij
Page 271 and 272:
Figuur 4: Boottellingen op 29-11-20
Page 273 and 274:
Procedure ‘samenvoegen data van d
Page 275 and 276:
Annex 5.4Telgebieden Brielse GatMER
Page 277 and 278:
Figuur 4: Telgebieden Brielse GatME
Page 279 and 280:
Annex 5.5Vogeldagen kust- en zeevog
Page 281 and 282:
VaknrAandachtssoort kust en zeevoge
Page 283 and 284:
VaknrAandachtssoort kust en zeevoge
Page 285 and 286:
Annex 5.6Telgebieden wintervogels l
Page 287 and 288:
Figuur 1: Telgebieden broedvogels e
Page 289 and 290:
Tabel 2: Aantal vogeldagen/jaar (x
Page 291 and 292:
Annex 6.1Effecttabellen NO x -depos
Page 293 and 294:
De figuren 1 en 2 geven de in deze
Page 295 and 296:
Tabel 1a: Transitietabel habitat 21
Page 297 and 298:
Tabel 2: Transitietabel Habitattype
Page 299 and 300:
Annex 6.2Gehanteerde uitgangspunten
Page 301 and 302:
In tabel 1 is aangegeven welke oppe
Page 303 and 304:
aak 25% 20% 15% 10% 5% - % - % - %
Page 305 and 306:
Tabel 2: Relatietabel natuurtypen -
Page 307 and 308:
Annex 7.1Effect verstoring per soor
Page 309 and 310:
Effect verstoring per soort in aant
Page 311 and 312:
Aandachtssoort kust- zeevogel/stelt
Page 313 and 314:
Tabel 4: Effecten geluid in 2020 op
Page 315 and 316:
Annex 7.2Effectgebied lichthinderME
Page 317 and 318:
Effectgebied lichthinderFiguur 1: D
Page 319 and 320:
Annex 7.3Voorspellingen oppervlakte
Page 321 and 322:
Tabel 1-a: Voorspelling opp. natuur
Page 323 and 324:
Tabel 2-a: Voorspelling aantallen b
Page 325 and 326:
Model stimuleren 2008 2010 2012 201
Page 327 and 328:
Annex 8.1Verstoringseffecten op nie
Page 329 and 330:
Tabel 1-a: Effecten geluid Planalte
Page 331:
MMA 2020/VKA 2020 MMA 2033/VKA 2033
show all

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template?