13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

12 MONITORING- EN EVALUATIEPROGRAMMA NATUUREFFECTENMER-BESTEMMINGKaderDe <strong>Natuur</strong>beschermingswet 1998 vereist dat door monitoring wordt vastgesteld in welkemate de negatieve effecten van de ingreep in verhouding zijn met positieve effecten vancompensatiemaatregelen. Ook het verband tussen gemeten effecten en de ingreep(gebruik van de landaanwinning, resp. compensatieproject) dient dus onderzocht teworden. Dit stelt hoge eisen aan de opzet van het monitoringprogramma.Aansluitend op de lijn die in het monitoring- en evaluatieprogramma voor het vastleggenvan de nulsituatie (MEP Landaanwinning) is gekozen, zal ook de monitoring vannatuureffecten ten gevolge van het gebruik van <strong>Maasvlakte</strong> 2 moeten voldoen aan deeisen van een volwaardig effectenonderzoek.In de definitieve richtlijnen ten aanzien van het MER Bestemming (DCMR, 2004) staat inhet hoofstuk ‘Leemten in informatie, monitoring en evaluatie’ ten aanzien van monitoring(van met name het ‘grijze’ milieu) vermeld:“Monitoring daarvoor dient in ieder geval betrekking te hebben op:• de actuele ruimtebehoefte voor resp. chemie, container en overige activiteiten;• de daadwerkelijk optredende verkeer en vervoerstromen;• de toename van geluid en luchtverontreiniging als gevolg van <strong>Maasvlakte</strong> 2.Het is zinvol om al in het MER een aanzet tot een dergelijk evaluatieprogrammate geven.”Opzet van het monitoringprogrammaIn de opzet van een dergelijk volwaardig effectenonderzoek zijn onder andere devolgende aspecten van belang:• statistisch verantwoorde opzet van het meetprogramma;• voldoende betrouwbaar vastleggen van de uitgangssituatie (‘nulmeting’);• onderzoek in niet beïnvloede referentiegebieden;• onderzoeken van verschillende schakels in effectketens (tussenvariabelen);• onderzoeken van andere factoren die de onderzochte meeteenheden kunnenbeïnvloeden.Het monitoring- en evaluatieprogramma zal minimaal als significant/mogelijk relevantbeoordeelde effecten moeten omvatten. Dat betreft de voorspelde effecten op Natura2000-gebied Voornes Duin en op het niet Natura 2000-gebied de Kapittelduinen:• de effecten van NO x depositie op zowel de habitats 2130 en 2190 als op de daarinvoorkomende FF-wet soorten van tabel 2 en 3.In deze paragraaf is ervan uitgegaan dat er vanuit het MER-kader ookeffectenonderzoek benodigd wordt geacht op de niet-significante effecten van verstoringop broedvogels en niet-broedvogels. Dat betreft:• de effecten van verstoring door geluid op broedvogels;• de effecten van verstoring door geluid op niet-broedvogels.Voor beide onderdelen worden eveneens de hoofdlijnen voor een monitoring- enevaluatieprogramma geschetst.MER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 189 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!