13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

• stimuleren. Havenbedrijf Rotterdam wil, daar waar zich kansen op braakliggendehaven en industrieterreinen voordoen (tijdelijke) natuurwaarden toelaten enstimuleren. Voorwaarde hiervoor is het maken van sluitende afspraken met BGinzake FF-w-ontheffingen en procedures NB-wet wanneer zich substantiëlenatuurwaarden op <strong>Maasvlakte</strong> 2 ontwikkelen. Maatregelen waaraan gedacht kanworden zijn;• voorkómen. Havenbedrijf Rotterdam wil zo mogelijk alle risico’s opvervolgprocedures voorkómen en neemt de daartoe noodzakelijke en mogelijkebeheermaatregelen van de braakliggende terreindelen.In het kader van de effectvoorspelling in het MER Bestemming wordt voor deRuimtelijke Verkenning uitgegaan van de bandbreedte van de drie modellen. InPlanalternatief, Voorkeursalternatief en MMA is telkens voor een van de drie modellengekozen. In annex 6.2 zijn de modellen meer in detail uitgewerkt (oppervlakten,maatregelen, beheer).WerkingsmechanismenVanaf het moment van de start werkzaamheden aanleg <strong>Maasvlakte</strong> 2 treden2 fenomenen op:• de beschikbare oppervlakte en kwaliteit van de aanwezige zeenatuur (habitattype1110) neemt gaandeweg de werkzaamheden af, tot het moment van het sluiten vande buitencontour. Vanaf het moment van sluiten van de buitencontour is hetbinnenmeer meegenomen in de beschouwingen over tijdelijke natuur;• op de als land opgespoten terreindelen die gedurende een kortere of langereperiode braak liggen zullen zich natuurwaarden ontwikkelen. Bepalend voor het typenatuur dat zich kan ontwikkelen zijn de volgende variabelen:- aanleghoogte;- periode van braak liggen;- mate van invloed van natuurvormende processen (werking van wind, zout,water);- de mate waarin – bij aanleg of in de braakperiode – al dan niet actief beheerplaatsvindt, teneinde specifieke terreinomstandigheden/natuurwaarden tebevorderen dan wel tegen te gaan;- de frequentie waarmee bepaalde terreindelen zoals kabel- en leidingenstrokenin de gebruiksfase periodiek doorgraven worden.Annex 6.2 is gehanteerd als basis voor het bepalen van de verschillende oppervlaktenopen water, braak terrein en kabels en leidingenstroken .Dosis-effectrelatieIn annex 6.2 zijn de transitietabellen opgenomen die als basis zijn gehanteerd voor devoorspellingen tijdelijke natuur natuurtypen en soorten. Voorspellingen voor hardsubstraatnatuur (onderwaterfauna op kades en onderwatertaluds) zijn daarin nietmeegenomen, omdat het habitat – als een voor Nederland niet natuurlijk habitat – geendeel uitmaakt van het beoordelingskader en de soorten geen status in het natuurbeleidhebben.Voorspelling oppervlakte natuurtypenVoor elk van de scenario’s is voor verschillende tijdstippen de oppervlakte voorverschillende terreintypen bepaald als tussenvariabele teneinde de kans op hetvoorkomen van soorten(groepen) te kunnen bepalen. Voor elk nieuw aangelegdgedeelte braak terrein is – met behulp van transitiepercentages en het aantal jarenMER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 129 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!