13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6.4 Atmosferische depositie6.4.1 Invloed van atmosferische depositie op terrestrische ecosystemenWerkingsmechanismeHet effect van verzuring en verrijking als gevolg van atmosferische depositie speelt ineen groot deel van Nederland en is een van de bepalende factoren in de achteruitgangvan natuurwaarden gedurende de laatste decennia. In de Nederlandse kustduinen zijnmet name de kalkarme (want zwak gebufferde) duingraslanden en duinvalleien gevoeligvoor dit verschijnsel, maar ook in de kalkrijke duingebieden zijn de effecten vanatmosferische depositie duidelijk aanwezig. In de daarvoor gevoelige natuurtypenverdwijnen door de combinatie van verzuring en verrijking de kwetsbaardere soorten entreden duidelijke veranderingen op in vegetatiestructuur zoals verruiging en verstruiking.Als gevolg van sinds de jaren 90 geëffectueerd beleid zijn de hoge depositieniveaus vanNO x en SO 2 geleidelijk aan gedaald. Het tempo van de daling van NO x -depositie lagaanvankelijk hoog, maar het tempo van daling is inmiddels – vooral als gevolg van eenvolume-effect door uitstoot van NO x door toegenomen wegverkeer – wat afgezwakt. Inhet noordelijk deel van Voornes Duin bedragen de depositieniveaus inmiddels1.600-2.400 mol/hectare/jaar (bron: <strong>Natuur</strong>- en Milieuplanbureau).Langs de kust van Voorne en Goeree zijn vooral de habitattypen ‘grijze duinen’ (prioritairhabitattype 2130 en het type ‘natte duinvallei’ en ‘duinmeer’ (habitattype 2190) gevoeligvoor verzuring door atmosferische depositie.Schorvegetaties (habitattype 1330) zijn minder gevoelig (Bobbink e.a., 2003). De vraagis zelfs of N-limitatie hier een belangrijke standplaatsfactor is. Waarschijnlijk bepalenzoutconcentraties in veel hogere mate het type begroeiing (bij wegvallen zout (bijv. nainpoldering) zijn voormalige schorren zeer voedselrijke landbouwbodems). Dithabitattype wordt dan ook niet in de verdere effectvoorspelling meegenomen.Ook de habitattypen 2120 (witte duinen/zeereep) en 2180 (duinbos) worden niet in deeffectvoorspelling meegenomen. Habitattype 2120 is in de kalkrijke duinen nauwelijksgevoelig voor verzuring/ NO x -depositie omdat de overheersende dynamiek van wind,inwaaien van kalkrijk zand en zoutinvloed bepalend zijn waardoor processen vanverzuring, verrijking nauwelijks optreden. Voor duinbos worden in de literatuur geengrenswaarden genoemd. Het is echter niet aannemelijk dat hier een substantieel effectop aandachtssoorten zal optreden, omdat de aandachtssoorten voor duinbos veelsterker door andere standplaatsfactoren bepaald worden (met name licht).De duinmeren van Voornes Duin tenslotte, deel uitmakend van habitattype 2190,worden – ondanks het feit dat duinmeren in de Nederlandse situatie door Bal e.a. (2006,in concept) als zeer gevoelig gekenmerkt worden – in de effectvoorspelling nietmeegenomen. Reden hiervoor vormt de aanwezigheid van grote broedvogelkolonies inhet Breede Water (1.100-1.300 paar aalscholvers) en Quakjeswater (gemiddeld 100paar lepelaars de laatste jaren) met een sterk eutrofiërend effect op de duinmeren (metname op het Breede water).Atmosferische depositie in de vorm van SO 2 en NO/NO 2 (NO x ) heeft een ietsverschillende uitwerking op de habitats 2130 en 2190:• Verzuring/verrijking van habitattype 2130 (van oligotrofie naar mesotrofie).Onder invloed van atmosferische depositie vertoont habitattype 2130 eentoenemende mate van vergrassing, waarbij de voor het natuurtype typerendeplantensoorten als duinviooltje en buntgras verdrongen worden door grassen alsduinriet en helmgras. Het van nature vrij open habitattype 2130 gaat daarbij over inMER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 113 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!