13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6 WERKWIJZE EFFECTVOORSPELLING6.1 InleidingStartpunt voor de te onderzoeken mogelijke effecten van de bestemming van<strong>Maasvlakte</strong> 2 vormen de startnotitie en de definitieve richtlijnen. In paragraaf 6.2 zijn depassages ten aanzien van het thema natuur in de startnotitie en richtlijnenweergegeven. Paragraaf 6.3 geeft de ingreep-effectketens weer voor de afzonderlijke teonderzoeken thema’s. In de paragrafen 6.4 t/m 6.13 worden vervolgens de werkwijzenvoor de in dit MER te behandelen effectvoorspellingen uitgewerkt en toegelicht.Om de effectvoorspelling te kunnen uitvoeren is inzicht in de werkingsmechanismeachter het effect nodig en dienen er bruikbare, gekwantificeerde dosis-effectrelatiesbeschikbaar te zijn. In de paragrafen 6.4 t/m 6.13 wordt voor elk van de relevanteeffectroutes de werkingsmechanismen beschreven en worden dosis-effectrelatiesafgeleid, die als basis dienen voor de effectbepaling in hoofdstuk 7.Achtereenvolgens worden de volgende thema’s uitgewerkt:• atmosferische depositie (paragraaf 6.4);• verstoring: geluidhinder (paragraaf 6.5);• verstoring: lichthinder (paragraaf 6.6);• toeristisch/recreatieve activiteiten <strong>Maasvlakte</strong> 2 (paragraaf 6.7);• aanwezigheid en gebruik windturbines (paragraaf 6.8);• calamiteiten (paragraaf 6.9);• tijdelijke en permanente natuur (paragraaf 6.10);• effecten Aanleg infrastructuur (paragraaf 6.11);• effecten koelwaterlozing (paragraaf 6.12);• effecten ruimtebeslag aanleg en bestemming op terrestisch ecosysteem (6.13).Ten aanzien van het laatste thema: de bestaande zachte zeewering van de huidige<strong>Maasvlakte</strong> ten noorden van het Slufterstrand verdwijnt, deels als onderdeel van deaanleg en deels ten gevolge van de latere invulling van <strong>Maasvlakte</strong> 2. De aanleg van<strong>Maasvlakte</strong> 2 heeft de 5 m + NAP-lijn aan de binnenzijde van de huidige zeewering alsvertrekpunt. Aangezien het een mogelijk effect op een terrestrisch deel van hetstudiegebied betreft, deels ten gevolge van aanleg en deels ten gevolge vanbestemming, wordt dit mogelijke effect in het MER Bestemming behandeld en niet in hetMER Aanleg.6.2 Startnotitie en Richtlijnen MER-bestemmingIn de startnotitie MER Bestemming (Havenbedrijf Rotterdam N.V., 2004a) is ten aanzienvan het thema natuur het volgende opgenomen:“Net als op de huidige <strong>Maasvlakte</strong> kunnen op braakliggende terreinen en leidingstrokentijdelijke natuurwaarden ontstaan. In principe verdwijnen deze weer wanneer deterreinen in gebruik worden genomen of wanneer de leidingstrook wordt opengemaakt.Op sommige plekken kunnen ook kansen zijn voor meer permanente vormen vannatuur, bijvoorbeeld in overhoeken van infrastructuur, bermen, of in de vorm van eennatuurlijke oever. In het MER wordt tevens aandacht geschonken aan de invloed van deinrichting op natuurwaarden in de omgeving, bijvoorbeeld op vogeltrekroutes."Onder het thema ‘Vogel- en Habitatrichtlijn en de EHS’ wordt expliciet vermeld dat:‘Eventuele effecten als gevolg van de inrichting van <strong>Maasvlakte</strong> 2, bijvoorbeeldMER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 109 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!