13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

het Handboek <strong>Natuur</strong>doeltypen, de meeste ook Rode Lijstsoort. Er zijn geenbeschermde soorten (Flora- en faunawet) bij of soorten waarvoor eeninstandhoudingsdoelstelling geldt.Tabel 5.18: Voorkomen aandachtssoorten dagvlinders, libellen en sprinkhanen/krekels in het studiegebiedSoortgroepSoortStatus 1 Voorkomen per gebied 2Isdh FF-wet RL Doelsrt KD MVs OvM SvV VD DvGDagvlinders geelsprietdikkopje - - - it - - ? - bruin blauwtje - - KW Tz + - kleineparelmoervlinder- - KW Tz - - heivlinder - - GE iT + - Libellen bruine winterjuffer - - BE Tz - - - - ? ?Sprinkhanenen krekelstengere pantserjuffer - - KW tz - - - +glassnijder - - KW itz - - - - -duinsabelsprinkhaan - - - iz - - - - -blauwvleugelsprinkhaan- - KW Tz - - ? - veldkrekel - - BE Tz - - - - - veenmol - - KW itz - - - - 1 Verklaring categorieën onder ‘status’ishd = soort waarvoor in één of meer Natura 2000-gebieden een instandhoudingsdoelstelling geldt.FF-wet = beschermde soorten Flora- en faunawet.RL = Rode Lijst; Rode Lijst = categorieën: BE = bedreigd, KW = kwetsbaar, GE = gevoelig.Doelsrt = doelsoorten volgens Handboek <strong>Natuur</strong>doeltypen (Bal e.a., 2001): op basis van ‘itz’-criteria: I/i =internationale betekenis, T/t = ‘trend’: soort is afgenomen, Z/z = zeldzaamheid. Hoofdletter/kleine lettergeeft aan hoe sterk het criterium geldt.2 Verklaring van deelgebieden:KD = Kapittelduinen, MVs = <strong>Maasvlakte</strong> + Slufter, OvM = Oostvoornse Meer en omgeving, SvV = Slikkenvan Voorne, VD = Voornes Duin, DvG = Duinen van Goeree.De beschrijving van het voorkomen van deze insecten is gebaseerd op uiteenlopendebronnen en deels ingeschat aan de hand van voorkomen van geschikte biotopen. Debelangrijkste bronnen zijn landelijke verspreidingsgegevens (met namewww.vlindernet.nl; Kleukers e.a., 1997 en Dijkstra, 2002), lokale inventarisaties (metname Plasma, 2000, 2001, 2002; Hoogervorst, 2002; Vertegaal e.a., 2003; Brekelmans,2005 en <strong>Natuur</strong>balans, 2006), aangevuld met losse waarnemingen en mededelingen uituiteenlopende bronnen.In het studiegebied komt een bescheiden aantal aandachtssoorten insecten voor. Demeeste hier zijn wel zeer kenmerkend: ze worden in andere ecosystemen in Nederlandniet of nauwelijks aangetroffen. De vier aandachtssoorten dagvlinders zijn soorten drogeduingraslanden en (duin) ruigten. Heivlinder en bruin blauwtje komen bijna overal voorwaar duingraslanden of min of meer vergelijkbare vegetaties zijn. Ook in hethavengebied worden ze op leidingstroken en braakliggende terreinen soms gezien. Dekleine parelmoervlinder is kritischer en komt in studiegebied alleen voor in de ‘echte’duingebieden. De soort is in de Kapittelduinen erg schaars geworden. Hetgeelsprietdikkopje komt alleen hier en daarin Voornes Duin en Goeree voor. Libellen zijnvoor de voortplanting gebonden aan zoet, open water. De tengere pantserjuffer is delaatste jaren toegenomen en komt nu in alle drie de duingebieden voor. De glassnijder isalleen van Voornes Duin bekend. Vanaf het einde van de jaren ’90 heeft de bruinewinterjuffer zich in een aantal duingebieden gevestigd, mogelijk ook op Voorne en/ofGoeree.MER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 106 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!