Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

More documents

Recommendations

Info

in nagenoeg het hele studiegebied vrij algemeen. De soort komt voor in allerlei vochtigetot droge ruige vegetaties en bosranden. De noordse woelmuis is de belangrijkstezoogdiersoort in het studiegebied. Het is een soort van moerassen en natuurlijkewateren met een min of meer natuurlijk fluctuerend waterpeil. Hij komt voor in VoornesDuin en Goeree, op het Groene Strand en op het schor van de Slikken van Voorne.Verspreiding en aantallen/dichtheden zijn hier echter niet goed bekend omdat alleentamelijk lokaal inventarisaties zijn gedaan. Op de huidige Maasvlakte en in deKapittelduinen ontbreekt de noordse woelmuis, zowel vanwege de afwezigheid vangeschikte biotopen als het ontbreken van populaties waarvandaan vestiging mogelijkzou zijn. De bekende en geschatte verspreiding van de noordse woelmuis isweergegeven in figuur 5.18.Figuur 5.18: Verspreiding Noordse woelmuis in het studiegebiedMER B - Bijlage Natuur9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 100 - 5 april 2007
5.6.2 HerpetofaunaIn het studiegebied komen in totaal circa 7 soorten amfibieën en reptielen voor. Ookalgemene soorten als groene kikker en gewone pad zijn beschermd onder de Flora- enfaunawet. Omdat deze in de vrijstellingsregeling van februari 2005 in categorie 1 zijngeplaatst, is deze wettelijke bescherming in relatie tot Maasvlakte 2 weinig relevant. Ditbetreft algemene, niet bedreigde soorten zijn, die daarom niet als aandachtssoortworden aangemerkt. Daarnaast komen er twee herpetofaunasoorten voor diebeschermd zijn volgens het strengste regime van de Flora- en faunawet (tabel 3 =Bijlage 4 van de Habitatrichtlijn): rugstreeppad en zandhagedis, deze gelden uiteraardwel als aandachtssoort. Status en voorkomen per gebied zijn vermeld in tabel 5.16.Gegevens over het voorkomen van rugstreeppad en zandhagedis zijn geput uit diversebronnen met name Anoniem, z.j.; www.natuurloket.nl; Hoogervorst, 2002; Brekelmans,2005 en Natuurbalans, 2006. Daarnaast zijn meer incidentele waarnemingenbeschikbaar uit uiteenlopende bronnen en mededelingen.Tabel 5.16: Status en verspreiding van aandachtssoorten herpetofaunaSoortStatus 1 Voorkomen per gebied 2IsdhFF-wettabelRL Doelsrt KD MVs OvM SvV VD DvGRugstreeppad - 3 - It ? Zandhagedis - 3 KW Itz + ? 1 Verklaring categorieën onder ‘status’ishd = soort waarvoor in één of meer Natura 2000-gebieden een instandhoudingsdoelstelling geldt.FF-wet = beschermde soorten Flora- en faunawet, tab. 2 en tab. 3 = status in vrijstellingsregeling 2005.RL = Rode Lijst; Rode Lijst = categorieën: KW = kwetsbaar, GE = gevoelig.Doelsrt = doelsoorten volgens Handboek Natuurdoeltypen (Bal e.a., 2001): op basis van ‘itz’-criteria: I/i =internationale betekenis, T/t = ‘trend’: soort is afgenomen, Z/z = zeldzaamheid. Hoofdletter/kleine lettergeeft aan hoe sterk het criterium geldt.2 Verklaring van deelgebieden:KD = Kapittelduinen, MVs = Maasvlakte + Slufter, OvM = Oostvoornse Meer en omgeving, SvV = Slikkenvan Voorne, VD = Voornes Duin, DvG = Duinen van Goeree.De rugstreeppad is een soort van ondiepe duinmeertjes, en droogvallende poelen. Hetis een typische pioniersoort die zich gemakkelijk vestigt op zandig terrein waar (tijdelijk)water aanwezig is. Na de voortplantingstijd kan de rugstreeppad zich over land overbehoorlijke afstanden verspreiden (vele honderden meters). In de winter graven ze zichin (droge) zandige bodem in een ruime omgeving van de voortplantingsbiotopen. Dehuidige verspreiding is weergegeven in figuur 5.19. In het studiegebied is de huidigeMaasvlakte met nog op behoorlijke schaal aanwezige niet uitgegeven terreinen engrotere en kleinere poelen (met name het meertje in de reserveringsstrook voor hetverlengde Hartelkanaal) waarschijnlijk het beste gebied voor de rugstreeppad. De soortkomt in een groot deel van het gebied voor. Ook in de Kapittelduinen en Voornes Duinen Goeree is de soort niet zeldzaam. Voortplantingsbiotopen zijn natte duinvalleien enpoelen.De zandhagedis is een typische soort van droge duinen. Hij komt voor in schaarsbegroeide duingraslanden en zandige plekken daarbinnen. Ook omringende struwelenen bosranden worden gebruikt, vooral als schuilplaats. Het is niet goed mogelijk desoort vlakdekkend te karteren, er zijn dus geen systematische inventarisatiesbeschikbaar. Gezien de vele waarnemingen en de, over het algemene, goede stand vande zandhagedis de laatste jaren kan worden aangenomen dat de soort in deKapittelduinen en in Voornes Duin en Goeree overal voorkomt waar geschikt biotoopaanwezig is. Van de huidige Maasvlakte waren tot voor kort alleen waarnemingenMER B - Bijlage Natuur9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 101 - 5 april 2007
Page 1:
PROJECTORGANISATIEMAASVLAKTEMilieue
Page 5 and 6:
INHOUDSOPGAVE1 INLEIDING 11.1 Een n
Page 7 and 8:
7.13 Samenvattend overzicht effecte
Page 9 and 10:
1 INLEIDING1.1 Een nieuwe Maasvlakt
Page 11 and 12:
• de zandwinning op de Noordzee,
Page 13 and 14:
1.5 Bijlage NatuurVoorliggend rappo
Page 15 and 16:
2 TOETSINGS- EN VERGELIJKINGSKADER2
Page 17 and 18:
Aanpak Biodiversiteit. De nota bied
Page 19 and 20:
In de Nota Ruimte en het Integraal
Page 21 and 22:
Het eerstgenoemde aandachtspunt, wa
Page 23 and 24:
Het werkingsgebied van de Naturbesc
Page 25 and 26:
2.3 Toetsings- en vergelijkingskade
Page 27 and 28:
Natuurtype Natuurdoeltype 1 EU-habi
Page 29 and 30:
ZeezoogdierenVerschillende soorten
Page 31 and 32:
Tabel 2.3: Overzicht van criteria,
Page 33 and 34:
en/of internationale schaal bedreig
Page 35 and 36:
Tabel 2.6: Leidraad bij beoordeling
Page 37 and 38:
3 BESCHRIJVING ALTERNATIEVEN3.1 Inl
Page 39 and 40:
Tabel 3.1: Verdeling van terreinen
Page 41 and 42:
In het MER Bestemming is een ruimte
Page 43 and 44:
Transportleidingen voor gevaarlijke
Page 45 and 46:
4 AFBAKENING STUDIEGEBIED EN EFFECT
Page 47 and 48:
‘geluidszones’ aan weerszijden
Page 49 and 50:
Activiteit Ingreep Primaire abiotis
Page 51 and 52:
van zangvogels elkaar niet kunnen v
Page 53 and 54:
• verstoring van broedvogels zou
Page 55 and 56:
J. Gebruik 7 hectare zeewering als
Page 57 and 58: 5 HUIDIGE SITUATIE EN AUTONOME ONTW
Page 59 and 60: • Kapittelduinen: vegetatiestruct
Page 61 and 62: Figuur 5.1: Natuur- en habitattypen
Page 63 and 64: HaringvlietmondDe Haringvlietmond (
Page 71 and 72: duinregel wordt onderbroken door ee
Page 73 and 74: Goeree (Flaauwe werk). Hierdoor kan
Page 75 and 76: - terreinen Zuid-Holland Landschap:
Page 77 and 78: Tabel 5.6: Aantallen broedparen van
Page 79 and 80: Figuur 5.8: Dichtheden aandachtssoo
Page 81 and 82: Figuur 5.10: Dichtheden aandachtsso
Page 83 and 84: Strand en op de Brielse Gatdam. De
Page 85 and 86: van droge duingraslanden en natte d
Page 87 and 88: Tabel 5.8: Geschat voorkomen van aa
Page 89 and 90: gehanteerde methoden en details ove
Page 91 and 92: SoortgroepRoofvogelsSoortStatus 1 V
Page 93 and 94: Telgebied(zie figuur 5.12 voor loca
Page 95 and 96: 2004), zeehonden op de Noordzee en
Page 97 and 98: Lijst, doelsoorten uit het herziene
Page 99 and 100: Soortgroep Soort Status 1 Voorkomen
Page 101 and 102: Ook vakken met goed ontwikkelde sch
Page 103 and 104: Figuur 5.15: Aantal aandachtssoorte
Page 105 and 106: Oostvoornse Meer en op één vindpl
Page 107: Tabel 5.15: Status en verspreiding
Page 111 and 112: Figuur 5.20: Verspreiding zandhaged
Page 113 and 114: Figuur 5.21: Verspreiding nauwe kor
Page 115 and 116: Duinsabelsprinkhaan en blauwvleugel
Page 117 and 118: 6 WERKWIJZE EFFECTVOORSPELLING6.1 I
Page 119 and 120: 6.3 Ingreep-effectketensTabel 6.1:
Page 121 and 122: 6.4 Atmosferische depositie6.4.1 In
Page 123 and 124: N/hectare/jaar. Daarbij moet bedach
Page 125 and 126: depositie berekend is wordt verweze
Page 127 and 128: Figuur 6.2: Dosis-effect-curven gel
Page 129 and 130: geval aan de zijde van het Brielse
Page 131 and 132: achtergrondwaarde van 0,1 lux wordt
Page 133 and 134: Figuur 6.3: Locatie windturbines hu
Page 135 and 136: transportstromen. Voor een analyse
Page 137 and 138: • stimuleren. Havenbedrijf Rotter
Page 139 and 140: aanlegfase zijn voor elke afzonderl
Page 141 and 142: 7 EFFECTEN RUIMTELIJKE VERKENNING7.
Page 143 and 144: de aanname dat de achteruitgang van
Page 145 and 146: De effecten op het bestaande Haveng
Page 147 and 148: Tabel 7.8: Voorspelling effecten ge
Page 149 and 150: De in annex 7.1 samengevatte effect
Page 151 and 152: Slufterstrand en dat het effect in
Page 153 and 154: 7.8 Calamiteiten7.8.1 Resultaten ef
Page 155 and 156: worden, resulterend in sterfte van
Page 157 and 158: Alternatief (model stimuleren). Met
Page 159 and 160:
Toetsing aan MER Landaanwinning PMR
Page 161 and 162:
van de wijze waarop de warmwaterbel
Page 163 and 164:
8 EFFECTEN VAN PLANALTERNATIEF, VOO
Page 165 and 166:
Tabel 8.3: Effecten geluid Planalte
Page 167 and 168:
Tabel 8.6: Effecten NO x -depositie
Page 169 and 170:
Tabel 8.9 geeft een samenvattend ov
Page 171 and 172:
Voor het MMA heeft een volledige he
Page 173 and 174:
8.3.6 Vergelijking Meest Milieuvrie
Page 175 and 176:
9 OVERZICHT VAN EFFECTEN9.1 Effecte
Page 177 and 178:
10 CUMULATIEVE EFFECTEN10.1 Inleidi
Page 179 and 180:
Kustversterking: vooroeversuppletie
Page 181 and 182:
Aanleg kabels BritNed en windparken
Page 183 and 184:
areaal slikken en platen in elk gev
Page 185 and 186:
11 VERGELIJKING EN BEOORDELING IN M
Page 187 and 188:
Tabel 11.3: Aspect internationale d
Page 189 and 190:
Toetsing en beoordeling van effecte
Page 191 and 192:
stern). MER Bestemming levert slech
Page 193 and 194:
Gate concept’ milieukeurmerk binn
Page 195 and 196:
2190. Deze te compenseren effecten
Page 197 and 198:
12 MONITORING- EN EVALUATIEPROGRAMM
Page 199 and 200:
eantwoorden door het uitvoeren van
Page 201 and 202:
13 GEVOELIGHEIDSANALYSE13.1 Gevoeli
Page 203 and 204:
14 LEEMTEN IN KENNIS EN ONZEKERHEDE
Page 205 and 206:
14.4 OnzekerhedenAtmosferische depo
Page 207 and 208:
Annex 1ReferentielijstMER B - Bijla
Page 209 and 210:
1 ADRIANI, M.J. & E. VAN DER MAAREL
Page 211 and 212:
26 DIJK, B. VAN, H. DRIES & A. VELT
Page 213 and 214:
57 KOOLSTRA, B.J.H., A.J. BEINTEMA,
Page 215 and 216:
84 OUDENAARDEN, J. VAN & W. PRINS,
Page 217 and 218:
115 SWELM, N. VAN, 2001. Ongepublic
Page 219 and 220:
Annex 2BegrippenlijstMER B - Bijlag
Page 221 and 222:
AAandachtssoortenEen soort die om
Page 223 and 224:
haventerreinen volledig worden inge
Page 225 and 226:
GeluidscontourEen lijn die punten v
Page 227 and 228:
MERMilieueffectrapport, rapport waa
Page 229 and 230:
lijsten een indicatie van het risic
Page 231 and 232:
ZZeeweringEen barrière die belet d
Page 233 and 234:
Annex 2.1Overzicht instandhoudingsd
Page 235 and 236:
Overzicht instandhoudingsdoelen Nat
Page 237 and 238:
VogelrichtlijnDuinen Goeree & Kwade
Page 239 and 240:
Annex 2.2Toelichting soortgroepen d
Page 241 and 242:
Toelichting soortgroepen die niet i
Page 243 and 244:
Annex 4.1Afbakening deelgebieden st
Page 245 and 246:
Afbakening deelgebieden studiegebie
Page 247 and 248:
5. Voordelta zuidelijk van Maasvlak
Page 249 and 250:
Ten gevolge van het gebruik van Maa
Page 251 and 252:
• Kranenhout: Binnenduinrandbos.
Page 253 and 254:
dan de voorspelde toename voor Voor
Page 255 and 256:
Annex 5.1Telgegevens Brielse Gat en
Page 257 and 258:
Brielse Gat Kwade Hoekvd128 vd123 v
Page 259 and 260:
AandachtssoortBrielse GatKwade Hoek
Page 261 and 262:
Annex 5.2Criteria en vertaalsleutel
Page 263 and 264:
Vertaalsleutels basisgegegevens in
Page 265 and 266:
Annex 5.3Verwerkingsmethode ruwe te
Page 267 and 268:
Protocol bewerkingen 0-metingen MEP
Page 269 and 270:
aanvullende waarnemingen gedaan zij
Page 271 and 272:
Figuur 4: Boottellingen op 29-11-20
Page 273 and 274:
Procedure ‘samenvoegen data van d
Page 275 and 276:
Annex 5.4Telgebieden Brielse GatMER
Page 277 and 278:
Figuur 4: Telgebieden Brielse GatME
Page 279 and 280:
Annex 5.5Vogeldagen kust- en zeevog
Page 281 and 282:
VaknrAandachtssoort kust en zeevoge
Page 283 and 284:
VaknrAandachtssoort kust en zeevoge
Page 285 and 286:
Annex 5.6Telgebieden wintervogels l
Page 287 and 288:
Figuur 1: Telgebieden broedvogels e
Page 289 and 290:
Tabel 2: Aantal vogeldagen/jaar (x
Page 291 and 292:
Annex 6.1Effecttabellen NO x -depos
Page 293 and 294:
De figuren 1 en 2 geven de in deze
Page 295 and 296:
Tabel 1a: Transitietabel habitat 21
Page 297 and 298:
Tabel 2: Transitietabel Habitattype
Page 299 and 300:
Annex 6.2Gehanteerde uitgangspunten
Page 301 and 302:
In tabel 1 is aangegeven welke oppe
Page 303 and 304:
aak 25% 20% 15% 10% 5% - % - % - %
Page 305 and 306:
Tabel 2: Relatietabel natuurtypen -
Page 307 and 308:
Annex 7.1Effect verstoring per soor
Page 309 and 310:
Effect verstoring per soort in aant
Page 311 and 312:
Aandachtssoort kust- zeevogel/stelt
Page 313 and 314:
Tabel 4: Effecten geluid in 2020 op
Page 315 and 316:
Annex 7.2Effectgebied lichthinderME
Page 317 and 318:
Effectgebied lichthinderFiguur 1: D
Page 319 and 320:
Annex 7.3Voorspellingen oppervlakte
Page 321 and 322:
Tabel 1-a: Voorspelling opp. natuur
Page 323 and 324:
Tabel 2-a: Voorspelling aantallen b
Page 325 and 326:
Model stimuleren 2008 2010 2012 201
Page 327 and 328:
Annex 8.1Verstoringseffecten op nie
Page 329 and 330:
Tabel 1-a: Effecten geluid Planalte
Page 331:
MMA 2020/VKA 2020 MMA 2033/VKA 2033
show all

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?