13.07.2015 Views

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

Bijlage Natuur - Maasvlakte 2

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tabel 5.15: Status en verspreiding van aandachtssoorten landzoogdierenSoortStatus 1 Voorkomen per gebied 2IsdhFF-wettabelRL Doelsrt KD MVs OvM SvV VD DvGWaterspitsmuis - 3 KW Tz - - ? - -Gewone baardvleermuis - 3 - Iz - ? - w -Watervleermuis - 3 - I w - - - w wGewone dwergvleermuis - 3 - I + - Ruige dwergvleermuis - 3 - I + - Laatvlieger - 3 - I - - - - Gewone grootoorvleermuis- 3 - It w - - - w wEekhoorn - 2 - I - - - - -Dwergmuis - (1) - I + Noordse woelmuis Voorne3 KW Itz - - Goeree1 Verklaring categorieën onder ‘status’ishd = soort waarvoor in één of meer Natura 2000-gebieden een instandhoudingsdoelstelling geldt.FF-wet = beschermde soorten Flora- en faunawet, tab. 2 en tab. 3 = status in vrijstellingsregeling 2005.RL = Rode Lijst; Rode Lijst = categorieën: KW = kwetsbaar, GE = gevoelig.Doelsrt = doelsoorten volgens Handboek <strong>Natuur</strong>doeltypen (Bal e.a., 2001): op basis van ‘itz’-criteria: I/i =internationale betekenis, T/t = ‘trend’: soort is afgenomen, Z/z = zeldzaamheid. Hoofdletter/kleine lettergeeft aan hoe sterk het criterium geldt.2 Verklaring van deelgebieden:KD = Kapittelduinen, MVs = <strong>Maasvlakte</strong> + Slufter, OvM = Oostvoornse Meer en omgeving, SvV = Slikkenvan Voorne, VD = Voornes Duin, DvG = Duinen van Goeree.Van geen van de soorten uit tabel 5.15 zijn voor het hele studiegebied intensieve,vlakdekkende inventarisaties beschikbaar. Deze zijn voor de meeste soorten ook niet ofnauwelijks te realiseren. Alleen het overwinteren van vleermuizen in bunkers is redelijkgoed bekend, veel bunkers worden jaarlijks geteld. Het voorkomen in het studiegebiedis daarom geconstrueerd aan de hand van uiteenlopende, meer of minder lokaleinventarisaties, de verspreiding volgens landelijke atlassen en het voorkomen vangeschikte biotopen. De belangrijkste bronnen zijn: Broekhuizen e.a., 1992; Mostert,1995; Limpens e.a., 1997; Hoogervorst; 2002; Dijkhuizen, 2004 en Brekelmans, 2005).Daarnaast zijn meer incidentele waarnemingen beschikbaar uit uiteenlopende bronnenen mededelingen.De waterspitsmuis komt voor zover bekend alleen voor in en rond duinmeren enduinmoerassen in Voornes Duin. Voorkomen elders in het studiegebied is niet tot weinigwaarschijnlijk. De zes vleermuizen in tabel 5.15 komen alle regelmatig voor in hetstudiegebied. Baardvleermuis, watervleermuis en grootoorvleermuis overwinterenjaarlijks in diverse bunkers in de drie duingebieden. Voor het overige gebruiken deze ende overige drie soorten, gewone en ruige dwergvleermuis en laatvlieger de aanwezigebiotopen als foerageergebied. De meeste soorten foerageren bij voorkeur in min of meergesloten bos- en parkachtige gebieden, vooral in de binnenduinen. De watervleermuisjaagt op middelgroot open water (zoals duinmeertjes), de laatvlieger bij voorkeur in meergrootschalig open terrein. Kraamkolonies zijn alleen buiten het studiegebied aanwezige,in oudere landgoederen en bebouwing. Andere vleermuissoorten kunnen incidenteel inhet studiegebied worden waargenomen, maar de ecologische betekenis hiervan isverwaarloosbaar.In 1993 zijn in Voornes Duin eekhoorns uitgezet. De soort weet zich in bescheidenaantal te handhaven in de bosrijke binnenduinen van Voornes Duin. Dwergmuizen zijnMER B - <strong>Bijlage</strong> <strong>Natuur</strong>9P7008.K4/R008/CEL/Nijm- 99 - 5 april 2007

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!