13.07.2015 Views

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

Download rapport - Biax Consult

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BIAXiaal 309 8best vertegenwoordigd, maar het pollenpercentage (ca. 6 %) is niet zodanig hoog dat weeen dicht eikenbos op de strandwal verwachten.De locale veenvormende vegetatie aan de rand van de strandwal heeft wel eenwijziging ondergaan. Het aandeel van moerasvarens en kamvarens lijkt vergeleken metde vorige fase te zijn verminderd. Dit betekent waarschijnlijk dat de gemiddeldewaterstand in deze fase iets lager lag.3.1.7 Niveau 27 cmHet sediment op dit niveau bestaat uit venig zandAan de vegetatie op de strandwal is op dit niveau niet veel veranderd ten opzichte vande vorige fase. Het landschap op de strandwal heeft nog steeds een zeer open karakter. Eris nauwelijks sprake van boomgroei.De locale vegetatie rond het monsterpunt is wel veranderd. Het aandeel vanmoerasvaren en/of kamvarens is verder teruggelopen. Het milieus is minder natgeworden, ongetwijfeld is dit het gevolg van het inwaaien van zand.3.1.8 Niveau 15 cmHet sediment op dit niveau bestaat uit zand waarin zich ijzervlekken bevinden.Ook op dit niveau lijkt er niets veranderd te zijn aan de vegetatie op de strandwal. Devondst van één pollenkorrel van het Cerealia type betekent mogelijk dat op de strandwalin de omgeving van de monsterlocatie graan werd verwerkt. Andere indicatoren voormenselijke aanwezigheid zijn in het bovenste pollenspectrum niet gevonden. Dit kanbetekenen dat de menselijke activiteit in de nabije omgeving (ca. 1 km?) van demonsterlocatie beperkt van omvang was. Als er sprake was van intensievere menselijkeactiviteit, dan speelde die zich waarschijnlijk op grotere afstand af (> ca. 3 km).Het is moeilijk om aan de hand van het pollen een uitspraak te doen over de localevegetatie die ongetwijfeld onder sterke invloed stond van overstuivingen. Het aandeel vancypergrassen is nog steeds hoog, maar door de overstuivingen is er een einde gekomenaan de veengroei.4. Conclusies en syntheseOp de locatie Breedelaan-Butterlaan is een pakket veen met zandige inschakelingenaangetroffen waaruit interessante conclusies over de vegetatiegeschiedenis,milieuomstandigheden en menselijke activiteit op en rond dit deel van de strandwalgetrokken kunnen worden.De vegetatiesuccessie begint hier niet in een kwelderlandschap zoals op de verder naarhet zuidoosten gelegen locatie Oosterzij, maar in een volledig verzoet milieu. Als kort nahet sluiten van de strandwal de waterafvoer naar zee stagneert, begint de veengroei eerstin de lage delen van de voormalige strandvlakte tussen Heiloo en Akersloot op gang tekomen. Er vormt zich een veenpakket dat langzaam maar zeker dikker wordt. Op eengegeven moment bereikt het veenpakket, mede door de stijgende grondwaterstand, de opde oostflank van de strandwal van Heiloo gelegen monsterlocatie Breedelaan-Butterlaan.Op dat moment is het milieu al volledig verzoet en raakt de monsterlocatie als het wareovergroeid met een rietmoeras waarin met name cypergrassen domineren. Uit het hogeaandeel van cypergrassen en het ontbreken van open-waterindicatoren leiden we af dat degemiddelde grondwaterstand zich op of vlakbij het vegetatieoppervlak bevond.Aan de oostrand van de strandwal van Heiloo was dus bij de start van de veengroeigeen sprake meer van mariene invloed, maar op de strandwal bevond zich nog wel eenduinstruweel met kenmerkende bomen en struiken als jeneverbes, duindoorn en liguster.In het pollendiagram is te zien dat zich op de strandwal een vegetatiesuccessie voltrektwaarbij het duinstruweel plaats maakt voor een vegetatie met meer loofbomen. De

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!