Montage- en servicehandlei- ding 80-100 kW7.3 MB - Viessmann

Montage- enservicehandleidingvoor de vakmanVIESMANNVitodens 200-Wtype B2HA, 80 en 100 kWHR-wandtoestel op gasUitvoering voor aardgas en propaanGeldigheidsverwijzing zie laatste paginaVITODENS 200-W5624 189 NL 10/2012 Bewaren a.u.b.!

VeiligheidsvoorschriftenVeiligheidsvoorschriftenVolg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijkletsel en materiële schade.Toelichting bij veiligheidsvoorschriftenGevaarDit teken waarschuwt voor persoonlijkletsel.!OpgeletDit teken waarschuwt voor materiëleschade en schade aan hetmilieu.OpmerkingGegevens met het woord "Opmerking"bevatten aanvullende informatie.DoelgroepDeze handleiding is alleen bedoeld voorerkende installateurs.■ Werkzaamheden aan gasinstallatiesmogen alleen door bevoegde installateursworden uitgevoerd.■ Elektrische werkzaamheden mogenalleen door bevoegde elektromonteursworden uitgevoerd.■ De eerste inbedrijfstelling moet doorde installateur van de installatie of eendoor hem aangewezen vakmanplaatsvinden.VoorschriftenLet bij de werkzaamheden op■ de ARBO voorschriften,■ de wettelijke voorschriften inzakemilieubescherming,Wat te doen bij een gasluchtGevaarOntsnappend gas kan explosiesveroorzaken met zeer ernstigeverwondingen als gevolg.■ Niet roken! Vermijd open vuuren vonkvorming. Nooit schakelaarsvan verlichting en elektrischetoestellen bedienen.■ Gasafsluitkraan sluiten.■ Ramen en deuren openzetten.■ Personen verwijderen uit degevarenzone.■ Het energiebedrijf buiten hetgebouw waarschuwen.Wat te doen bij een rookgasluchtGevaarRookgassen kunnen levensbedreigendevergiftiging veroorzaken.■ Installatie spanningsvrijschakelen.■ Open ramen en deuren(buiten).■ Deuren van woonverblijvensluiten.Werkzaamheden aan de installatie■ Installatie spanningsvrij schakelen.■ Installatie beveiligen tegen opnieuwinschakelen.■ Bij gas als brandstof de gastoevoerafsluiten en beveiligen tegen onverhoedsopenen.5624 189 NL2

VeiligheidsvoorschriftenVeiligheidsvoorschriften (vervolg)HerstelwerkzaamhedenOpgelet! De reparatie van onderdelen meteen veiligheidstechnische functiebrengt de veilige werking van deinstallatie in gevaar.Defecte onderdelen moeten doororginele onderdelen vanViessmann worden vervangen.Accessoires, en reserve-onderdelenOpgelet! Reserve-onderdelen en slijtendeonderdelen die niet samen metde verwarmingsinstallatie zijngekeurd, kunnen de werking vande installatie nadelig beïnvloeden.Het monteren van niet-toegelatenonderdelen en het uitvoerenvan niet-goedgekeurdewijzigingen en montages kunnende veiligheid in gevaar brengenen de garantie beperken.Bij vervanging uitsluitend originelereserve-onderdelen vanViessmann of door Viessmanngoedgekeurde reserve-onderdelengebruiken.5624 189 NL3

InhoudsopgaveInhoudsopgaveMontagehandleidingMontagehandleidingProductinformatie................................................................................................. 6Montagevoorbereiding.......................................................................................... 7MontageverloopCV-ketel plaatsen en aansluitingen monteren...................................................... 9Aansluiting aan verwarmingswaterzijde............................................................... 11Rookgasaansluiting.............................................................................................. 11Condenswateraansluiting..................................................................................... 12Gasaansluiting...................................................................................................... 12Regelingsbehuizing openen................................................................................. 13Elektrische aansluitingen...................................................................................... 15Regelingsbehuizing sluiten en bedieningsdeel plaatsen...................................... 25ServicehandleidingEerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudStappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoud.................................. 26Aanvullende info over de stappen........................................................................ 28Codering 1Codeerniveau 1 oproepen.................................................................................... 64Algemeen/groep ”1”.............................................................................................. 65Ketel/groep ”2”...................................................................................................... 68Warm water/groep ”3”.......................................................................................... 69Solar/groep ”4”..................................................................................................... 70Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit 3/groep ”5”....... 72Codering 2Codeerniveau 2 oproepen.................................................................................... 79Algemeen/groep ”1”.............................................................................................. 80Ketel/groep ”2”...................................................................................................... 89Warm water/groep ”3”.......................................................................................... 91Solar/groep ”4”..................................................................................................... 93Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit 3/groep ”5”....... 98Diagnose en service-opvraagServiceniveau oproepen....................................................................................... 107Diagnose.............................................................................................................. 108Uitgangen controleren (relaistest)........................................................................ 1155624 189 NL4

InhoudsopgaveInhoudsopgave (vervolg)Storingen oplossenStoringsindicatie................................................................................................... 118Storingscodes....................................................................................................... 120Reparatie.............................................................................................................. 140Beschrijving van de werkingRegeling voor verhoogde werking........................................................................ 148Regeling voor weersafhankelijke werking............................................................ 149Interne uitbreidingen (accessoires)...................................................................... 150Externe uitbreidingen (accessoires)..................................................................... 153Regelingsfuncties................................................................................................. 157CV-circuits aan de afstandsbediening toewijzen.................................................. 165Elektronische verbrandingsregeling..................................................................... 165Schema'sAansluit- en bedradingsschema – Interne aansluitingen .................................... 167Aansluit- en bedradingschema – Externe aansluitingen...................................... 169OnderdelenlijstenOnderdelen bestellen........................................................................................... 171Overzicht van de bouwgroepen............................................................................ 172Bouwgroep behuizing........................................................................................... 173Bouwgroep warmtecel.......................................................................................... 174Bouwgroep brander.............................................................................................. 177Bouwgroep hydraulica.......................................................................................... 178Bouwgroep regeling............................................................................................. 181Bouwgroep overige.............................................................................................. 182Protocollen............................................................................................................................. 184Technische gegevens........................................................................................ 185VerklaringenConformiteitsverklaring......................................................................................... 186Verklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchV.................................................. 186Index.................................................................................................................... 1875624 189 NL5

MontagehandleidingProductinformatieVitodens 200-W, B2HAVoorbereid voor gebruik met aardgas E en aardgas LL.Omschakeling op propaan P (zonder ombouwset), zie servicehandleiding.Ombouw voor andere landenDe Vitodens 200-W mag in principe alleen naar landen worden geleverd die op hettypeplaatje staan vermeld. Voor levering naar andere landen moet een erkend bedrijfzelf voor toelating volgens het nationale recht zorgen.Installatie voor meerdere ketelsVoor montage van een meerketelinstallatie de montagehandleiding accessoiresmeerketelinstallatie in acht nemen.5624 189 NL6

MontagehandleidingMontagevoorbereidingAfmetingen en aansluitingen!OpgeletOm schade aan het toestel tevoorkomen,480moeten alle leidingen belastingvrijen spanningsvrij worden aangesloten.23640752850200M197516901300NO875LMontageKPBCEGAD160 160FH1005305624 189 NLA Boileraanvoer G1½B VeiligheidsklepC Aansluiting voor expansievat G1D Ketelaanvoer 7 42 mmE Gasaansluiting R 1F Ketelretour 7 42 mm7

MontagehandleidingMontagevoorbereiding (vervolg)G Aansluitset (accessoire, weergegevenzonder meegeleverde isolatie)H Boilerretour G1½K Bereik voor het invoeren van deelektrische kabels aan de achterkantL Zonder aansluitset (accessoire)M Met aansluitset (accessoire)N Aanbevolen maat (installatie metéén ketel)O Aanbevolen maat (meerketelinstallatie)P CondenswaterafvoerVoorbereidingen voor de montagevan de CV-ketelOpmerkingDe verwarmingsketel (beschermingsklasseIP X4 D) is toegelaten voor deinbouw in natte ruimten in veiligheidsbereik1.1. Wateraansluitingen voorbereiden.CV-installatie grondig spoelen.2. Gasaansluiting volgens voorschriftenvoorbereiden.3. Elektrische aansluitingen voorbereiden.■ Netleiding: NYM-J 3 x 1,5 mm 2 ,zekering max. 16 A, 230 V~.■ Leidingen voor accessoires: NYMmet telkens het benodigde aantaladers voor externe aansluitingen.■ Alle leidingen in het bereik ”K”1200 mm uit de wand stekend.5624 189 NL8

MontageverloopCV-ketel plaatsen en aansluitingen monterenMuurbeugel monterenOpmerkingDe meegeleverde schroeven en pluggenzijn alleen voor beton geschikt. Bijandere materialen moet bevestigingsmateriaalvoor 100 kg draagkrachtgebruikt worden.A1.480Ø 101975Montage2.DBC5624 189 NLA Referentiepunt bovenkant verwarmingsketelB Montagesjabloon (zit bij de verwarmingsketel)C Bovenkant afgewerkte vloerD Advies9

MontageverloopCV-ketel plaatsen en aansluitingen monteren (vervolg)CV-ketel aan de muurbeugel hangen en uitlijnen3.4.2.5.2x1.2x5624 189 NL10

CV-ketel plaatsen en aansluitingen monteren (vervolg)MontageverloopOpmerking bij stap 4Meegeleverde waterpas op de CV-ketelleggen en de CV-ketel met behulp vande stelschroeven loodrecht plaatsen.Aansluiting aan verwarmingswaterzijdeBCAEDA BoileraanvoerB Aansluiting voor expansievatC KetelaanvoerD BoilerretourE KetelretourRookgasaansluitingOpmerkingDe stickers ”Systeemcertificering”en ”Rookgasinstallatie firma SkoberneGmbH” uit de technische documentatiemogen enkel in combinatie met hetViessmann-rookgassysteem van defirma Skoberne worden gebruikt.Rookgas-luchttoevoerleiding aansluiten.Montagehandleiding rookgassysteem.5624 189 NLMontage11

MontageverloopCondenswateraansluiting1. Condenswateraansluiting op slangadapterA plaatsen. Controleer of deslangadapter stevig is aangesloten.A2. Condenswaterleiding onder constantafschot en beluchting op de rioleringof een neutraliseringinrichting aansluiten.GasaansluitingAanwijzing voor het gebruik met propaanWij adviseren bij de plaatsing van de verwarmingsketelin ruimtes onder hetmaaiveld de montage van de externeveiligheidsmagneetklep.1. Gasafsluitkraan A aan de gasaansluitingafdichten.A5624 189 NL12

MontageverloopGasaansluiting (vervolg)2. DIchtheidscontrole uitvoeren.OpmerkingVoor de dichtheidscontrole uitsluitendgeschikte en toegestane lekzoekmiddelen(EN 14291) en apparatuurgebruiken. Lekzoekmiddelendie ongeschikte stoffen bevatten(bijv. nitriet en sulfide), kunnen leidentot materiaalschade.Achtergebleven lekzoekmiddelen nade controle verwijderen.Opgelet! Verhoogde testdruk leidt totschade aan CV-ketel en gasarmatuur.Max. testoverdruk 150 mbar.Bij een hogere druk voor hetopsporen van lekkages deverwarmingsketel en gasarmaturenvan de hoofdleidingscheiden (schroefverbindinglosdraaien).3. Gasleiding ontluchten.Omschakeling op een anderegassoort:ServicehandleidingMontageRegelingsbehuizing openen!OpgeletDoor elektrostatische ontladingkunnen elektronische modulesbeschadigd worden.Voorafgaand aan de werkzaamhedengeaarde objecten (bijvoorbeeldCV- of waterleidingen)aanraken om de statische ladingaf te leiden.5624 189 NL13

MontageverloopRegelingsbehuizing openen (vervolg)3. 2. 2x1.5.4.4x5624 189 NL14

MontageverloopElektrische aansluitingenX195X4145X142 114525 4 32 1X3121100AM 1~N L N3521BCL 1D2096 N L1 L N 40L230 V~ 230 V~20 96 40A Draadloze tijdmoduleB CV-pomp of ketelcircuitpompC Vitotrol 100 UTDB (alleen bij regelingvoor verhoogde werking)Bij aansluiting brug tussen ”1”en ”L” verwijderen.D Vitotrol 100 UTA (alleen bij regelingvoor verhoogde werking)ofDraadloze ontvangerVitotrol 100 UTDB-RFBij aansluiting brug tussen ”1”en ”L” verwijderen.5624 189 NLMontage15

MontageverloopElektrische aansluitingen (vervolg)Aansluitingen op stekker 230 V~sÖ Ketelcircuitpomp of CV-pomp■ toerentalgeregeld met 0 - 10 VaansluitingsA Circulatiepomp, naar keuze aansluitbaar:■ Circulatiepomp■ Externe CV-pomp■ circulatiepomp voor de boilerverwarmingfÖ NetwerkaansluitinglH ■ Netaansluiting accessoire■ Externe vraag/blokkeren■ Vitotrol 100 UTA■ Vitotrol 100 UTDB■ Vitotrol 100 UTDB-RFAansluitingen op laagspanningsstekker! Buitentemperatuursensor? Aanvoertemperatuursensor vooropen verdeler (accessoires)% Boilertemperatuursensor (zit in deaansluitset van de warmwaterboiler).aVG KM-BUS-deelnemer (accessoires)■ Afstandsbediening Vitotrol 200Aof 300A■ Vitocom 100 GSM■ Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuitmet mengklep■ Solarregelingsmodule, typeSM1■ Vitosolic■ Uitbreiding AM1■ Uitbreiding EA1■ BasisstationAanwijzing voor de aansluitingvan accessoiresVoor de aansluiting van hetaccessoires de meegeleverdeaparte montagehandleidingen inacht nemen.Circulatiepomp op stekker sÖAM1~Nominale stroomsterkte 2(1) A~Nominale spanning 230 V ~L?NsÖx4BA CirculatiepompB Stekker 0 - 10 V aansluiting aan X4insteken.5624 189 NL16

MontageverloopElektrische aansluitingen (vervolg)Circulatiepomp op stekker sAM1~ANominale stroomsterkte 2(1) A~Nominale spanning 230 V ~L?NsAA CirculatiepompWerking van het aangesloten onderdeelin codeeradres ”39” instellen.FunctieCoderingCirculatiepomp 39:0CV-pomp voor CV-circuit 39:1zonder mengklep A1Circulatiepomp voor boilerverwarming39:2(levertoestand)MontageExterne opvraag via schakelcontactAansluitmogelijkheden:■ Uitbreiding EA1 (accessoire, zieafzonderlijke montagehandleiding).■ Stekker lH.Aansluiting!OpgeletContacten die niet spanningslooszijn, leiden tot fase- of kortsluiting.De externe aansluiting moetspanningsloos zijn.5624 189 NL17

MontageverloopElektrische aansluitingen (vervolg)Stekker lHUitbreiding EA1A[{A DE[{S DE[{D DEB1 L ? NlHAA Spanningsloos contactBij aansluiting brug tussen 1en L verwijderen.A Spanningsloos contactB Uitbreiding EA1Bij gesloten contact wordt de brander lastafhankelijk gebruikt. Het ketelwater wordtverwarmd tot het in het codeeradres ”9b” in de groep ”Algemeen”/”1” ingesteldegewenste waarde. De begrenzing van de ketelwatertemperatuur vindt plaats viadeze ingestelde gewenste waarde en de elektronische maximumbegrenzing (codeeradres”06”in de groep ”Ketel”/”2”).CoderingenStekker lHUitbreiding EA1”4b:1” in de groep ”Algemeen”/”1”groep ”Algemeen”/”1” op 2 zetten.”3A” (DE1), ”3b” (DE2) of ”3C” (DE3) in de■ De werking van de functie op de betreffende CV-pomp in codeeradres ”d7” in degroep ”CV-circuit”/”5” instellen.■ De werking van de functie op de circulatiepomp voor de boilerverwarming in codeeradres”5F” in de groep ”Warm water”/”3” instellen.Externe vraag via 0 – 10 V-ingangAansluiting aan ingang 0 – 10 V aan deuitbreiding EA1.Tussen aardleiding en minpool van dedoor de installateur te verzorgen spanningsbronmoet een galvanische scheidingzijn gegarandeerd.5624 189 NL18

MontageverloopElektrische aansluitingen (vervolg)[{{]aBJ0-10V f-]A+ - SÖP L?NfÖN? L0 – 1 V ≙ Geen instelling voorgewenste ketelwatertemperatuur1 V ≙ gew. waarde 10 °C10 V ≙ gew. waarde 100 °C­U+0-10 V230 V~MontageExtern blokkeren via schakelcontactAansluitmogelijkheden:■ Stekker lH.■ Uitbreiding EA1 (accessoire, zieafzonderlijke montagehandleiding).!OpgeletContacten die niet spanningslooszijn, leiden tot fase- of kortsluiting.De externe aansluiting moetspanningsloos zijn.5624 189 NL19

MontageverloopElektrische aansluitingen (vervolg)StekkerlHUitbreiding EA1A[{A DE[{S DEB[{D DE1 L ? NlHAA Spanningsloos contactBij aansluiting brug tussen 1 en Lverwijderen.A Spanningsloos contactB Uitbreiding EA1Bij gesloten contact wordt de brander uitgeschakeld. De CV-circuitpomp en circulatiepompvoor de boilerverwarming worden geschakeld conform de ingestelde codering(zie volgende tabel ”Coderingen”).Opgelet! Tijdens de blokkering bestaatgeen vorstbescherming van deCoderingenCV-installatie.Stekker lHUitbreiding EA1”4b:2” in de groep ”Algemeen”/”1”groep ”Algemeen”/”1” op 3 of 4 zetten.”3A” (DE1), ”3b” (DE2) of ”3C” (DE3) in de■ De werking van de functie op de betreffende CV-circuitpomp in codeeradres”d6” in de groep ”CV-circuit”/”5” instellen.■ De werking van de functie op de circulatiepomp voor de boilerverwarming in codeeradres”5E” in de groep ”Warm water”/”3” instellen.Buitentemperatuursensor !Montage buitentemperatuursensor RF(radioaccessoires):20Basisstation5624 189 NL

MontageverloopElektrische aansluitingen (vervolg)Montageplaats voor buitentemperatuursensor■ Noordelijke of noordwestelijke muur, 2tot 2,5 m boven de grond, bij gebouwenmet meerdere etages op debovenste helft van de 2e etage■ Niet boven ramen, deuren en luchtafvoeren■ Niet direct onder een balkon of dakgoot■ Niet bepleisterenAansluiting buitentemperatuursensor2-aderige kabel, kabellengte maximaal35 m bij een kabeldiameter van1,5 mm 2Netaansluiting accessoires aan stekker lH (230 V ~)Bij opstelling in natte ruimten mag denetaansluiting van accessoires buitenhet natte bereik niet op de regeling wordenuitgevoerd. Als de verwarmingsketelbuiten natte ruimten opgesteld wordt,kan de netaansluiting van accessoiresdirect op de regeling plaatsvinden. Dezeaansluiting wordt direct met de netschakelaarvan de regeling geschakeld.Wanneer het totale stroomverbruik vande installatie meer wordt dan 6 A, moetu één of meer uitbreidingen via een netschakelaardirect op het stroomnet aansluiten(zie volgend hoofdstuk).5624 189 NLMontage21

MontageverloopElektrische aansluitingen (vervolg)Accessoires aansluitenNetaansluiting van alle accessoires via de ketelregelingABCD145409614514540 A4014514540 A4014514540 A40EAccessoires gedeeltelijk met directe netaansluitingABCD145409614514540 A4014514540 A4014514540 A40EA Regeling van de verwarmingsketelB Uitbreidingsset voor verwarmingscircuitmet mengklep M2C Uitbreidingsset voor het verwarmingscircuitmet mengklep M3D Uitbreiding AM1 of uitbreiding EA1en / of solarregelingsmodule, typeSM1E Aan/uit-schakelaarWanneer de stroom die naar de aangeslotenactieve elementen (bijvoorbeeldcirculatiepompen) vloeit, groter is dan dezekeringwaarde van het accessoireonderdeel,mag u de desbetreffende uitganguitsluitend gebruiken voor de aansturingvan een door de installateur verzorgdrelais.AccessoiresZekering binnenhet apparaat2 AUitbreidingsset voorverwarmingscircuitmet mengklepUitbreiding AM1Uitbreiding EA1Solarregelingsmodule,type SM14 A2 A2 A5624 189 NL22

MontageverloopElektrische aansluitingen (vervolg)Netaansluiting fÖGevaarVerkeerde aansluiting van dradenkan tot ernstig letsel en materiëleschade aan het toestel leiden.Aders ”L1” en ”N” niet verwisselen.■ In de voedingskabel moet een scheidingsinrichtingvoorhanden zijn diegelijktijdig alle niet-geaarde geleidersmet een contactopening van minimaal3 mm van het elektriciteitsnet scheidt.Bovendien bevelen we de installatievan een universele stroomgevoeligeaardlekschakelaar (FI klasse B) aan voor gelijkstroom(storingen),die kunnen ontstaan door energie-efficiëntebedrijfsmiddelen.■ Zekering maximaal 16A.5624 189 NLMontage23

MontageverloopElektrische aansluitingen (vervolg)Aansluitkabels installeren!OpgeletAansluitkabels worden beschadigdals ze tegen hete onderdelenliggen.Bij het installeren en bevestigenvan de aansluitkabels erop lettendat de toegestane maximumtemperaturenvan de kabels niet wordenoverschreden.5A LaagspanningsaansluitingenB 230 V-aansluitingenC Interne uitbreidingD BasisprintplaatE CommunicatiemoduleF Leidingafdichting voor netleiding% Stekker voor aansluiting boilertemperatuursensorop de kabelboomBij grotere kabeldiameters (tot7 14 mm) de aanwezige kabeldoorvoerverwijderen. Kabel met de op het onderstedeel van de behuizing gestoken leidingafdichtingF (zwart) bevestigen.5624 189 NL24

Regelingsbehuizing sluiten en bedieningsdeel plaatsenMontageverloop1.2.3. 2xMontage6.4.4.Bedieningseenheid (afzonderlijk verpakt)in de regelingsdrager plaatsen.OpmerkingDe bedieningseenheid kan ook in eenwandmontagesokkel (accessoire) in debuurt van de verwarmingsketel wordengeplaatst.5624 189 NLMontagehandleiding wandmontagesokkel25

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudStappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie en onderhoudZie de aangegeven pagina voor meer informatie over de te volgen stappenStappen voor de eerste inbedrijfstellingStappen voor de inspectieStappen voor het onderhoudPagina• • 1. CV-ketel openen.............................................................. 28• 2. Verwarmingsinstallatie vullen....................................... 29• 3. CV-ketel door spoelen ontluchten................................ 30• 4. Taalkeuze (indien nodig) - alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking............................................ 3126• • 5. Tijd en datum instellen (indien nodig) - alleen bijregeling voor weersafhankelijke werking..................... 31• 6. Verwarmingsinstallatie ontluchten............................... 32• 7. Sifon met water vullen.................................................... 33• • • 8. Alle verwarmings- en tapwateraansluitingen oplekkage controleren• 9. Elektrische netaansluiting controleren• 10. Verwarmingscircuits benoemen - alleen bij regelingvoor weersafhankelijke werking.................................... 33• • 11. Gastype controleren....................................................... 33• 12. Gastype omschakelen (alleen bij werking metpropaan).......................................................................... 34• • • 13. Werking en mogelijke storingen................................... 35• • • 14. Rustdruk en aansluitdruk meten................................... 37• 15. Max. vermogen instellen................................................ 39• 16. Lekkagetest concentrisch systeem(ringspleetmeting).......................................................... 40• • 17. Brander demonteren en branderafdichtingcontroleren...................................................................... 41• • 18. Vlambeker controleren, eventueel vervangen............. 42• • 19. Terugstroombeveiliging controleren............................ 43• • 20. Ontstekings- en ionisatie-elektrode controleren eninstellen........................................................................... 445624 189 NL

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudStappen - eerste inbedrijfstelling, inspectie… (vervolg)Stappen voor de eerste inbedrijfstellingStappen voor de inspectieStappen voor het onderhoudPagina• • 21. Vuurhaard/ Verwarmingsoppervlak reinigen enBrander inbouwen.......................................................... 45• • 22. Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigen.... 46• • 23. Neutraliseringsinrichting controleren (indienaanwezig)• • 24. Membraanexpansievat en installatiedruk controleren 47• • • 25. Veiligheidskleppen op werking controleren• • • 26. Controleren of alle elektrische aansluitingen goedvastzitten• • • 27. Gasvoerende onderdelen bij bedrijfsdruk controlerenop lekkage ...................................................................... 47• • • 28. Kwaliteit van de verbranding controleren.................... 48• • • 29. Rookgassysteem op vrije doorgang en lekkagecontroleren.• 30. Regeling aan de verwarmingsinstallatie aanpassen... 49• • • 31. Externe veiligheidsklep propaan controleren (indienaanwezig)• 32. Stooklijnen instellen (alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking)........................................... 56• 33. Regeling in LON integreren........................................... 59• 34. Indicatie ”Onderhoud” opvragen en terugzetten........ 61• • • 35. Frontplaat monteren....................................................... 62• 36. Instrueren van de installatiegebruiker.......................... 635624 189 NLService27

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappenCV-ketel openen3.4.2.1.2x5624 189 NL28

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Verwarmingsinstallatie vullenEerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudVulwater!OpgeletOngeschikt vulwater kan afzettingenen corrosie veroorzaken enkan leiden tot beschadiging vande CV-ketel.■ CV-installatie vóór het vullengrondig spoelen.■ Uitsluitend water van tapwaterkwaliteitgebruiken.■ Aan het vulwater kan een speciaalvoor CV-installatiesgeschikt antivriesmiddel wordentoegevoegd. De fabrikantvan het antivriesmiddel moetde geschiktheid ervan aantonen.■ Vul- en bijvulwater met eenwaterhardheid boven de volgendewaarden moet wordenonthard, bijvoorbeeld met eenkleine onthardingsinstallatievoor CV-water.Toelaatbare totaalhardheid van het vulwater en bijvulwaterTotale stookcapaciteitSpecifiek installatievolumekW < 20 l/kW ≥ 20 l/kW tot ≥ 50 l/kW< 50 l/kW≤ 50 ≤ 3,0 mol/m 3(16,8 °dH)≤ 2,0 mol/m 3(11,2 °dH)< 0,02 mol/m 3(0,11 °dH)> 50 tot ≤ 200 ≤ 2,0 mol/m 3(11,2 °dH)≤ 1,5 mol/m 3(8,4 °dH)< 0,02 mol/m 3(0,11 °dH)> 200 tot ≤ 600 ≤ 1,5 mol/m 3(8,4 °dH)≤ 0,02 mol/m 3(0,11 °dH)< 0,02 mol/m 3(0,11 °dH)> 600 < 0,02 mol/m 3(0,11 °dH)< 0,02 mol/m 3(0,11 °dH)< 0,02 mol/m 3(0,11 °dH)5624 189 NLService29

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)1. Voordruk van het membraanexpansievatcontroleren.2. Gaskraan sluiten.A3. Verwarmingsinstallatie via ketelvulenaftapkraan A vullen. (Minimuminstallatiedruk> 1,0 bar).4. Ketelvul- en aftapkraan A sluiten.CV-ketel door spoelen ontluchten1. Afsluitkleppen A en B sluiten.ECB30DFA2. Afvoerslang aan aftapkraan C aansluiten.Vulslang aan ketelvul- en aftapkraanF aansluiten (indien niet meer aangesloten).3. Afsluitklep D sluiten.4. Kraan F openen.5. Eerste spiraal door aftapklep E metnetdruk zo lang ontluchten tot er geenluchtgeluiden meer hoorbaar zijn.6. Afsluitklep E sluiten en afsluitklepD openen.7. Tweede spiraal door afsluitklep Dmet netdruk zo lang ontluchten tot ergeen luchtgeluiden meer hoorbaarzijn.5624 189 NL

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud8. Kranen C en F sluiten.9. Afsluitklep E openen.OpmerkingOm de ketel in werking te laten gaan,moeten de afsluitkleppen D en Egeopend zijn.Taalkeuze (indien nodig) - alleen bij regeling voor weersafhankelijkewerkingBij de eerste inbedrijfstelling verschijnende begrippen in het Duits (toestand bijlevering).Uitgebreid menu:1. å2. ”Instellingen”3. ”Taal”SpracheDeutschCeskyDanskEnglishWählen mitØDECZDKGB4. Met / gewenste taal instellen.çTijd en datum instellen (indien nodig) - alleen bij regeling voorweersafhankelijke werkingBij de eerste inbedrijfstelling of na langdurigestilstand moeten tijd en datumopnieuw worden ingesteld.Uitgebreid menu:1. å2. ”Instellingen”3. ”Tijd/datum”4. Actuele tijd en datum instellen.OpmerkingWanneer de tijd en de datum zijn ingesteld,controleert de regeling automatischde werking van de rookgastemperatuursensor.Op het display verschijnt:”Controle rookgastemperatuursensor” en ”Actief”.Voor meer informatie over de controlevan de rookgastemperatuursensor: ziepagina 143.5624 189 NLService31

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)Verwarmingsinstallatie ontluchten1. Gasafsluitkraan sluiten en regelinginschakelen.3. Druk van de installatie controleren.2. Ontluchtingsprogramma activeren(zie volgende stappen).OpmerkingFunctie en afloop van het ontluchtingsprogramma,zie pagina 160.Ontluchtingsfunctie activerenRegeling voor weersafhankelijke werkingService-menu1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.2. ”Servicefuncties”3. ”Ontluchting”Ontluchtingsfunctie is geactiveerd.4. Ontluchtingsfunctie beëindigen:OK of ä indrukken.Regeling voor verhoogde werkingService-menu1. OK en å gelijktijdig circa 4 s lang indrukken.2. Met Ú ”5” selecteren en met OK bevestigen.”on” knippert.3. Ontluchtingsfunctie met OK activeren.”EL on” verschijnt statisch.4. Ontluchtingsfunctie beëindigen:ä indrukken.5624 189 NL32

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)Sifon met water vullen1. Kap B naar beneden lostrekken.2. Slang A losdraaien.DCBA3. Wartelmoer D losmaken en sifonC naar beneden lostrekken.4. Sifon C met water vullen en weermonteren.5. Slang A weer monteren.OpmerkingToevoerslang niet verdraaien bij hetmonteren. Afvoerslang zonder bochtenen met constant verloop aanleggen.6. Kap B van onderen af opsteken.Verwarmingscircuits benoemen - alleen bij regeling voor weersafhankelijkewerking5624 189 NLIn de toestand bij levering zijn de verwarmingscircuitsgemarkeerd met ”Verwarmingscircuit1”, ”Verwarmingscircuit2” en ”Verwarmingscircuit 3” (indien aanwezig).De installatie-exploitant kan de verwarmingscircuitsvoor de duidelijkheid eeninstallatiespecifieke naam geven.Gastype controlerenDe verwarmingsketel is uitgerust meteen elektronische verbrandingsregelingdie de brander overeenkomstig de aanwezigegaskwaliteit op een optimale verbrandinginstelt.Namen voor verwarmingscircuits invoeren:Bedieningshandleiding■ Bij de werking met aardgas is daaromvoor het volledige Wobbe-indexbereikgeen omschakeling nodig.33Service

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)De verwarmingsketel kan in hetWobbe-indexbereik van 9,5 tot15,2 kWh/m 3 (34,2 tot 54,7 MJ/m 3 )worden gebruikt.■ Bij de werking met propaan moet debrander worden omgeschakeld(zie ”Gastype omschakelen” oppagina 34).1. Gastype en Wobbe-index bij de gasofpropaanleverancier navragen.2. Bij de werking met propaan branderomschakelen (zie pagina 34).3. Gastype in protocol op pagina 184opnemen.Gastype omschakelen (alleen bij werking met propaan)A211. Stelschroef A op beide gascombiregelaarsop ”2” instellen.2. Netschakelaar ”8” inschakelen.3. Gastype op codeeradres ”82” instellen:■ Codering 2 oproepen■ ”Algemeen” (regeling voor weersafh.werking)ofgroep ”1” (regeling voor verhoogdewerking) oproepen■ Op codeeradres ”11” waarde ”9”instellen■ Op codeeradres ”82” waarde ”1”(werking op propaan) instellen■ Codering ”11” waarde ≠ ”9” instellen.■ Servicefuncties beëindigen.4. Gasafsluitkraan openen.5. Sticker ”G 31” (zit bij de technischedocumentatie) goed zichtbaar in debuurt van de gascombiregelaar op deomkastingplaat plakken.5624 189 NL34

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Werking en mogelijke storingenEerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudWarmteaanvraagdoor regelingDisplay Maatregelnee Gewenste waardeverhogen, voorwarmteafnamezorgenjaVentilator start nee na circa 51 sec.storing F9Ventilator, verbindingskabelsnaarde ventilator, voedingsspanningopventilator en aansturingvan de ventilatorcontroleren.jaOntsteking nee Storing EE Ontstekingsmodulecontroleren(aansturing 230 Vtussen stekker”X2.1”en ”X2.2”)jaGascombiregelaargaat opennee Storing EE Gascombiregelaarcontroleren (aansturing230 V),gasaansluitdrukcontroleren5624 189 NLService35

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)jaIonisatiestroomwordt opgebouwdSymbool Anee Storing EE Instelling van de ionisatie-elektrodecontroleren encontroleren of erlucht in de gasleidingzit.jaBrander in bedrijf nee Schakelt onder degewenste ketelwatertemperatuuruiten start dan directopnieuwDichtheid van derookgasinstallatiecontroleren (rookgashercirculatie),dynamische gasdrukcontroleren5624 189 NL36

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudjaHandmatig kalibrerenvan de verbrandingsregelingneeStoring E3 Zorg voor voldoendewarmteafname.OntgrendelingstoetsR indrukken.Storing EbAfstand van de ionisatie-elektrodetot het vlamlichaamcontroleren.Indeling van degassoort controleren(codeeradres82, instelling gascombiregelaar).Rookgassysteemcontroleren, eventueelrookgascirculatieverwijderen.OntgrendelingstoetsR indrukken.Meer gegevens over storingen: ziepagina 118.Rustdruk en aansluitdruk metenGevaarCO-vorming als gevolg van eenverkeerde branderinstelling kande gezondheid ernstig bedreigen.Vóór en na werkzaamheden aangastoestellen moet een COmetingworden verricht.Werking op propaanPropaantank bij eerste inbedrijfstelling/vervanging tweemaal spoelen. Tank engasaansluitleiding na het spoelen grondigontluchten.5624 189 NLService37

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)1. Gaskraan sluiten.A2. Schroef A in meetaansluiting ”PE”op één van de twee gascombiregelaarslosmaken, niet eruit draaien, enmanometer aansluiten.3. Gasafsluitkraan openen.4. Rustdruk meten en meetwaarde inprotocol op pagina 184 opnemen.max. 57,5 mbar.5. Verwarmingsketel in bedrijf stellen.OpmerkingBij de eerste inbedrijfstelling kan hettoestel in storing gaan omdat er luchtin de gasleiding zit. Na circa 5 s toetsR voor de ontgrendeling van de branderindrukken.6. Aansluitdruk (stromingsdruk) meten.Gewenste waarde:■ Aardgas 20 mbar■ Propaan 50 mbarOpmerkingVoor het meten van de aansluitdrukgeschikte meetapparaten met eenresolutie van min. 0,1 mbar gebruiken.7. Meetwaarde in het protocol opnemen.Maatregelen volgens onderstaandetabel nemen.8. Verwarmingsketel buiten bedrijf stellen,gasafsluitkraan sluiten, manometereraf halen, meetaansluitingA met schroef afsluiten.5624 189 NL38

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAansluitdruk(stromingsdruk)bij aardgasAansluitdruk(stromingsdruk)bij propaan9. GevaarOntsnappend gas bij de meetaansluitingleidt tot explosiegevaar.Gasdichtheid controleren.Gasafsluitkraan openen, toestel inbedrijf stellen en gasdichtheid van demeetaansluiting A controleren.Maatregelenonder 15 mbar onder 42,5 mbar Niet in bedrijf stellen en de gas- resp. propaanleverancierinformeren.15 tot 25 mbar 42,5 tot 57,5 mbar Verwarmingsketel in bedrijf stellen.boven 25 mbar boven 57,5 mbar Vóór de installatie een afzonderlijke gasdrukregelaarplaatsen en voordruk op20 mbar bij aardgas respectievelijk50 mbar bij propaan instellen. Gas- resp.propaanleverancier informeren.Max. vermogen instellenVoor de verwarming kan het max. verwarmingsvermogenworden begrensd.De begrenzing wordt via het modulatiebereikingesteld. Het max. instelbarevermogen is door de ketelcodeerstekkernaar boven begrensd.Regeling voor weersafhankelijke werking:1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s langindrukken.2. ”Servicefuncties”4. ”Wijzigen?” ”Ja” selecteren.Op het display verschijnt een waarde(bijv. ”85”). Bij levering komt dezewaarde overeen met 100% van hetnominale vermogen.5. Gewenste waarde instellen.Regeling voor verhoogde werking:1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s langindrukken.Service5624 189 NL3. ”Maximaal verwarmingsvermogen”39

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)2. Met Ú ”3” selecteren en met OKbevestigen.Op het display knippert een waarde(bijv. ”85”) en ”A” verschijnt. Bijlevering komt deze waarde overeenmet 100% van het nominale vermogen.3. Gewenste waarde instellen en metOK bevestigen.Lekkagetest concentrisch systeem (ringspleetmeting)AA VerbrandingsluchtopeningVoor de samen met de gaswandketelgeteste rookgas-/luchttoevoersystemenvervalt bij de inbedrijfstelling de lekkagecontrole(overdruktest).In dat geval raden wij aan dat de verwarmingsfirmabij de inbedrijfstelling van deinstallatie een vereenvoudigde lekkagecontroleuitvoert. Daarvoor is het voldoendede CO 2 - of de O 2 -concentratievan de verbrandingslucht in de ringspleetvan de concentrische leiding temeten.Als de CO 2 -concentratie lager is dan0,2 % of de O 2 -concentratie hoger is dan20,6 %, geldt de rookgasleiding als voldoendedicht.Als hogere CO 2 - of lagere O 2 -waardengemeten worden, is een drukcontrolevan de rookgasleiding bij een statischeoverdruk van 200 Pa nodig.5624 189 NL40

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudBrander demonteren en branderafdichting controlerenLKGFDHECBA5624 189 NL1. Netschakelaar op de regeling en netspanninguitschakelen.2. Gasafsluitkraan sluiten en beveiligen.3. Regeling A ontgrendelen en naarbeneden klappen.4. Afdekplaat B demonteren.5. Elektrische kabels van ventilatormotorC,gascombiregelaar D, ontstekingseenheidE, aarding F en ionisatie-elektrodeG verwijderen.6. Schroefverbindingen van de gasaansluitbuizenH losmaken.7. Zes bouten K losmaken en branderverwijderen.Opgelet! Om beschadigingen te voorkomen,weefsel van de vlambeker nietaanraken.8. Branderpakking L op beschadigingencontroleren. Indien nodig, afdichtingvervangen.41Service

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)Vlambeker controleren, eventueel vervangenFED4xCB3xA1. Elektrode A demonteren.2. Drie vastzetklemmen B aan de isolatieringC losmaken en isolatieringC eraf halen.3. Vier torxschroeven D losdraaien envlambeker E eraf nemen.424. Oude branderpakking F erafnemen.5. Nieuwe vlambeker met nieuweafdichting aanbrengen en met viertorxschroeven bevestigen.OpmerkingAanhaalmoment: 4,5 Nm5624 189 NL

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud6. Isolatiering C en elektrodes Aweer aanbrengen.Terugstroombeveiliging controlerenBA1. Drie schroeven verwijderen en ventilatorA demonteren.2. Terugstroombeveiliging B erafhalen.3. Klep en afdichting controleren op vuilen schade, vervang indien nodig.4. Terugstroombeveiliging B opnieuwmonteren.5. Ventilator A opnieuw monteren enmet drie schroeven bevestigen.Aanhaalmoment: 3,0 Nm5624 189 NLService43

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)Ontstekings- en ionisatie-elektrode controleren en instellen14 ±16 +2 05 +3 04 +0,50A A BA Ontstekingselektroden1. Elektroden op slijtage en vervuilingcontroleren.2. Elektroden met kleine borstel (geenstaalborstel) of schuurpapier schoonmaken.B Ionisatie-elektrode3. Afstanden controleren. Als de afstandenniet in orde zijn of de elektrodenbeschadigd zijn, elektroden met pakkingvervangen en uitlijnen. Bevestigingsboutenvoor elektroden met2 Nm draaimoment vastdraaien.!OpgeletDraadweefselniet beschadigen!5624 189 NL44

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudVuurhaard/ Verwarmingsoppervlak reinigen en Brander inbouwenA1.!OpgeletKrassen op onderdelen diemet rookgas in aanrakingkomen, kunnen tot corrosieleiden.Verwarmingsoppervlakkenniet afborstelen!Afzettingen op de verwarmingsoppervlakkenA van de verbrandingskameropzuigen.2. Indien nodig de verwarmingsoppervlakkenA met licht zure, chloridevrijereinigingsmiddelen op basis vanfosforzuur inspuiten en minstens 20minuten laten inwerken.3. Verwarmingsoppervlakken A grondigspoelen met water.4. Brander plaatsen en schroeven met8,5 Nm draaimoment kruislings aantrekken.5624 189 NLService45

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)5. Gasaansluitbuis met nieuwe pakkingmonteren. Schroefverbindingmet15 Nm draaimoment aantrekken.7. Elektrische kabels op de desbetreffendeonderdelen aansluiten.6. Aansluitingen aan de gaszijde op lekkagecontroleren.GevaarVrijkomend gas leidt tot explosiegevaar.Controleer de schroefverbindingop gaslekkage.Condenswaterafvoer controleren en sifon reinigenOpmerkingIndien aan de beluchtingsopening A ofB condenswater voorkomt, de volgendeafvoerleiding reinigen of (indiennodig) vervangen.1. Kap C naar beneden lostrekken.2. Slang D losdraaien.EFCBDA3. Wartelmoer E losmaken en sifonnaar beneden lostrekken.4. Sifon F reinigen.5. Controleren of het condenswaterongehinderd naar de riolering kanweglopen.6. Sifon F met water vullen enopnieuw monteren.5624 189 NL46

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud7. Toevoerslang D opnieuw monteren.OpmerkingToevoerslang niet verdraaien bij hetmonteren. Afvoerslang zonder bochtenen met constant verloop aanleggen.8. Kap C van onderen af opsteken.Membraanexpansievat en installatiedruk controlerenOpmerkingControle uitvoeren bij koude installatie.1. Installatie zo ver leegmaken of kapventielop membraanexpansievatsluiten en druk verlagen tot manometer”0” aangeeft.3. Water bijvullen tot bij afgekoeldeinstallatie de druk 0,1 tot 0,2 barhoger is dan de voordruk van hetmembraanexpansievat.Toegelaten werkdruk: 4 bar2. Als de voordruk van het membraanexpansievatlager is dan de statischedruk van de installatie, stikstofbijvullen tot de voordruk 0,1 tot 0,2bar hoger is.Gasvoerende onderdelen bij bedrijfsdruk controleren op lekkageGevaarVrijkomend gas leidt tot explosiegevaar.Gasvoerende onderdelen opgaslekkage controleren.OpmerkingVoor de dichtheidscontrole uitsluitendgeschikte en toegestane lekzoekmiddelen(EN 14291) en apparatuur gebruiken.Lekzoekmiddelen die ongeschiktestoffen bevatten (bijv. nitriet en sulfide),kunnen leiden tot materiaalschade.Achtergebleven lekzoekmiddelen na decontrole verwijderen.5624 189 NLService47

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)Kwaliteit van de verbranding controlerenDe elektronische verbrandingsregelingzorgt automatisch voor een optimale verbrandingskwaliteit.Bij de eerste inbedrijfstellingof het onderhoud moeten deverbrandingswaarden worden gecontroleerd.Hiervoor het CO-gehalte en hetCO 2 - of O 2 -gehalte meten. Functiebeschrijvingvan de elektronische verbrandingsregeling,zie pagina 165.OpmerkingToestel met onbelaste verbrandingsluchtgebruiken om bedrijfsstoringen enschade te vermijden.CO-gehalte■ Het CO-gehalte moet bij alle gastypen< 1000 ppm zijn.CO 2 - of O 2 -gehalte■ Het CO 2 -gehalte moet bij het laagsteen hoogste vermogen steeds in de volgendebereiken liggen:– 7,5 tot 9,6 % bij aardgas E en LL– 9,0 tot 11,3 % bij propaan P■ Het O 2 -gehalte moet bij alle gastypesin het bereik van 3,8 tot 7,3 % liggen.Als de gemeten CO 2 - resp. O 2 -waardebuiten het desbetreffende bereik ligt,dichtheid van het concentrisch systeemcontroleren, zie pagina 40.OpmerkingDe verbrandingsregeling verricht bij deinbedrijfstelling een automatische kalibratie.De emissiemeting pas ca. 30 s nade branderstart uitvoeren.A1. Rookgasanalyseapparaat op derookgasopening A aan het ketelaansluitstukaansluiten.2. Gasafsluitkraan openen, verwarmingsketelin bedrijf stellen en warmteaanvraaggenereren.3. Laagste vermogen instellen (ziepagina 49).4. CO 2 -gehalte controleren. Als dewaarde meer dan 1 % van het eerdergenoemdegebied afwijkt, maatregelenvan pagina 48 nemen.5. Waarde in protocol opnemen.6. Hoogste vermogen instellen (ziepagina 49).7. CO 2 -gehalte controleren. Als dewaarde meer dan 1 % van het eerdergenoemdegebied afwijkt, maatregelenvan pagina 48 nemen.8. Na de controle OK indrukken.5624 189 NL48

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud9. Waarde in protocol opnemen.Hoogste/laagste vermogen selecterenRegeling voor weersafhankelijke werkingRegeling voor verhoogde werkingServicemenu1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.Servicemenu1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s lang indrukken.2. ”Actorentest”2. Met Ú ” ” selecteren en met OK bevestigen.3. Laagste vermogen selecteren:”Basisbelasting uit” selecteren.Daarna verschijnt ”Basisbelastingaan” en draait de brander met hetlaagste vermogen.4. Hoogste vermogen selecteren:”Volledige belasting uit” selecteren.Daarna verschijnt ”Volledige belastingaan” en draait de brander met hethoogste vermogen.5. Vermogenskeuze beëindigen:ä indrukken.Op het display verschijnt ”I” en ”on”knippert.3. Laagste vermogen selecteren:OK indrukken, ”on” verschijnt statisch.4. Hoogste vermogen selecteren:ä indrukken.5. Met Ú ”2” selcteren, ”on” knippert.6. OK indrukken, ”on” verschijnt statisch.7. Vermogenskeuze beëindigen:ä indrukken.Regeling aan de verwarmingsinstallatie aanpassenDe regeling moet aan de uitrusting vande installatie worden aangepast. Verschillendeinstallatiecomponenten wordendoor de regeling automatisch herkenden de codering wordt automatischingesteld.■ Keuze van de betreffende schema's,zie volgende afbeeldingen.■ Stappen voor de codering: ziepagina 64.5624 189 NLService49

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)Installatie-uitvoering 1Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1, met/zonder warmwaterbereiding,met open verdeler756128qP439ID: 4605139_1103_021 Vitodens 200-W2 Buitentemperatuursensor (alleen bijregeling voor weersafhankelijkewerking)ofVitotrol 100 (uitsluitend bij regelingvoor verhoogde werking)3 Ketelcircuitpomp4 Circulatiepomp voor de boilerverwarming5 Warmwaterboiler6 Boilertemperatuursensor7 Verwarmingscircuit zonder mengklepA1 (verwarmingscircuit 1)8 CV-pomp A19 Open verdelerqP Aanvoertemperatuursensor openverdeler/verzamelaarFunctie/installatiecomponentCoderingInstellen GroepWerking op propaan 82:1 ”Algemeen”/1Installatie met open verdeler, zonder tapwatercirculatiepomp:Aansluiting CV-pomp A1 op uitbreiding AM1, aansluitingA1— ”Algemeen”/1505624 189 NL

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudFunctie/installatiecomponentCoderingInstellen GroepInstallatie met open verdeler, met tapwatercirculatiepomp:Aansluiting CV-pomp A1 op uitbreiding AM1, aansluiting— ”Algemeen”/1A1aansluiting circulatiepomp op interne uitbreiding H1— ”Algemeen”/1of H2Installatie met open verdeler/verzamelaar 04:0 ”Ketel”/1Installatie-uitvoering 2Eén verwarmingscircuit met mengklep M2, met/zonder warmwaterbereiding,met open verdeler7128956qPqEqQ M43qWServiceID: 4605140_1103_025624 189 NL1 Vitodens 200-W2 Buitentemperatuursensor3 Ketelcircuitpomp4 Circulatiepomp voor de boilerverwarming5 Warmwaterboiler6 Boilertemperatuursensor7 Verwarmingscircuit met mengklepM2 (verwarmingscircuit 2)8 Temperatuurbewaker als maximumtemperatuurbegrenzingvoorvloerverwarming9 Aanvoertemperatuursensor M2qP CV-pomp M251

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)qQ Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuitmet mengklep M2qW Open verdelerqE Aanvoertemperatuursensor openverdeler/verzamelaarFunctie/installatiecomponentCoderingInstellen GroepWerking op propaan 82:1 ”Algemeen”Installatie uitsluitend met een verwarmingscircuitmet mengklep met uitbreidingsset voor mengklep(zonder ongeregeld verwarmingscircuit)■ met warmwaterboiler 00:4 ”Algemeen”■ zonder warmwaterboiler 00:3 ”Algemeen”Installatie met tapwatercirculatiepompaansluiting circulatiepomp op interne uitbreiding H1— ”Algemeen”of H2Installatie met open verdeler/verzamelaar 04:0 ”Ketel”Installatie-uitvoering 3Een verwarmingscircuit met mengklep M2 met systeemscheiding (met/zonderwarmwaterbereiding)7561892qPqQqPqW M43ID: 4605141_1103_025624 189 NL52

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud1 Vitodens 200-W2 Buitentemperatuursensor3 Ketelcircuitpomp4 Circulatiepomp voor de boilerverwarming5 Warmwaterboiler6 Boilertemperatuursensor7 Verwarmingscircuit met mengklepM2 (verwarmingscircuit 2)8 Temperatuurbewaker als maximumtemperatuurbegrenzingvoorvloerverwarming9 Aanvoertemperatuursensor M2qP CV-pomp M2qQ Warmtewisselaar voor de systeemscheidingqW Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuitmet mengklep M2Functie/installatiecomponentCoderingInstellen GroepWerking op propaan 82:1 ”Algemeen”Installatie uitsluitend met een verwarmingscircuitmet mengklep met uitbreidingsset voor mengklep(zonder ongeregeld verwarmingscircuit)■ met warmwaterboiler 00:4 ”Algemeen”■ zonder warmwaterboiler 00:3 ”Algemeen”Installatie met tapwatercirculatiepompaansluiting circulatiepomp op interne uitbreiding H1of H2— ”Algemeen”5624 189 NLService53

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)Installatie-uitvoering 4Een verwarmingscircuit zonder mengklep, een verwarmingscircuit met mengklepM2 (met uitbreidingsset), een verwarmingscircuit met mengklep M3 (metuitbreidingsset) en open verdeler/verzamelaar (met/zonder warmwaterbereiding)7qP9qRqE12qT56qO8qWMqQqZqUM43qIID: 4605142_1103_021 Vitodens 200-W2 Buitentemperatuursensor3 Ketelcircuitpomp4 Circulatiepomp voor de boilerverwarming5 Warmwaterboiler6 Boilertemperatuursensor7 Verwarmingscircuit zonder mengklepA1 (verwarmingscircuit 1)8 CV-pomp A19 Verwarmingscircuit met mengklepM2 (verwarmingscircuit 2)qP Aanvoertemperatuursensor M2qQ CV-pomp M254qW Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuitmet mengklep M2qE Verwarmingscircuit met mengklepM3 (verwarmingscircuit 3)qR Temperatuurbewaker als maximumtemperatuurbegrenzingvoorvloerverwarmingqT Aanvoertemperatuursensor M3qZ CV-pomp M3qU Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuitmet mengklep M3qI Open verdelerqO Aanvoertemperatuursensor openverdeler/verzamelaar5624 189 NL

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudFunctie/installatiecomponentCoderingInstellen GroepWerking op propaan 82:1 ”Algemeen”Installatie uitsluitend met twee verwarmingscircuitsmet mengklep met uitbreidingsset voor mengklep(zonder ongeregeld verwarmingscircuit)■ met warmwaterboiler 00:8 ”Algemeen”■ zonder warmwaterboiler 00:7 ”Algemeen”Installatie zonder tapwatercirculatiepompAansluiting CV-pomp A1 op interne uitbreiding H1 of — ”Algemeen”H2Installatie met tapwatercirculatiepompAansluiting CV-pomp A1 op uitbreiding AM1, aansluiting— ”Algemeen”A1aansluiting circulatiepomp op interne uitbreiding H1— ”Algemeen”of H2Installatie met open verdeler/verzamelaar 04:0 ”Ketel”Installatie-uitvoering 5Meerketelinstallatie met meerdere verwarmingscircuits met mengklep en openverdeler (met/zonder warmwaterbereiding)12 3qW89 qEqR156qIqQMqPqTqZMService744qU5624 189 NLID: 4605016_1103_0455

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)1 Vitodens 200-W2 Vitotronic 300-K3 Buitentemperatuursensor4 Ketelcircuitpomp5 Warmwaterboiler6 Boilertemperatuursensor7 Circulatiepomp voor de boilerverwarming8 Verwarmingscircuit met mengklepM2 (verwarmingscircuit 2)9 Aanvoertemperatuursensor M2qP CV-pomp M2qQ Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuitmet mengklep M2qW Verwarmingscircuit met mengklepM3 (verwarmingscircuit 3)qE Temperatuurbewaker als maximumtemperatuurbegrenzingvoorvloerverwarmingqR Aanvoertemperatuursensor M3qT CV-pomp M3qZ Uitbreidingsset voor een verwarmingscircuitmet mengklep M3qU Open verdelerqI Aanvoertemperatuursensor openverdelerBenodigde coderingenAdresMeerketelinstallatie met Vitotronic 300-K 01:2OpmerkingCoderingen meerketelinstallatie ziemontage- en servicehandleidingVitotronic 300-KStooklijnen instellen (alleen bij regeling voor weersafhankelijkewerking)De stooklijnen tonen het verband tussende buitentemperatuur en de ketelwaterofaanvoertemperatuur.Eenvoudiger gezegd: hoe lager de buitentemperatuur,hoe hoger de ketelwater-respectievelijk aanvoertemperatuur.Van de ketelwater- respectievelijk aanvoertemperatuuris vervolgens dekamertemperatuur afhankelijk.Ingesteld bij levering:■ Steilheid = 1,4■ Niveau = 0OpmerkingAls in de verwarmingsinstallatie verwarmingscircuitsmet mengklep aanwezigzijn, is de aanvoertemperatuur voor hetverwarmingscircuit zonder mengklepeen ingesteld verschil (bij levering 8 K)hoger dan de aanvoertemperatuur voorde verwarmingscircuits met mengklep.Het temperatuurverschil is via codeeradres”9F” in de groep ”Algemeen”instelbaar.5624 189 NL56

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudKetelwater- respectievelijkaanvoertemperatuur in °C9080706050403,0 3,23,42,6 2,82,42,2Steilheid2,01,81,61,41,21,00,80,60,4300,235 30 25 20 15 10 5Gewenste ruimtetemperatuur in °C1050 -5 -10 -15 -20 -25Buitentemperatuur in °C-30Instelbereik steilheid:■ Vloerverwarmingen: 0,2 tot en met 0,8■ Lagetemperatuurverwarmingen: 0,8tot en met 1,6Gewenste ruimtetemperatuur instellenGewenste normale ruimtetemperatuur90AVoor elk CV-circuit apart instelbaar.De stooklijn wordt langs de as van degewenste ruimtetemperatuur verschoven.Deze leidt bij geactiveerde CVpomplogicatot een gewijzigd in- en uitschakelgedragvan de CV-pomp.CD26 + 20B-20EServiceVoorbeeld 1: Wijziging van de gewenstenormale ruimtetemperatuur van 20 naar26°C5624 189 NLA Ketelwater- respectievelijk aanvoertemperatuurin °CB Buitentemperatuur in °C57

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)C Gewenste kamertemperatuur in °CD CV-pomp ”Uit”E CV-pomp ”Aan”Steilheid en niveau veranderenVoor elk CV-circuit apart instelbaar.Wijziging van de gewenste normalekamertemperatuur903,5GebruikershandleidingGewenste gereduceerde ruimtetemperatuur90AKetelwater- resp.Aanvoertemperatuur in °CAB+20 -20Buitentemperatuur in °C1,40,2C+20 14 5B-20A Steilheid wijzigenB Niveau wijzigen (verticale parallelleverschuiving van de stooklijn)DEUitgebreid menu:Voorbeeld 2: Verandering van de verlaagdekamertemperatuur van 5 °C naar14 °CA Ketelwater- respectievelijk aanvoertemperatuurin °CB Buitentemperatuur in °CC Gewenste kamertemperatuur in °CD CV-pomp ”Uit”E CV-pomp ”Aan”Wijziging van de gewenste gereduceerdekamertemperatuur1. å2. ”Verwarming”3. CV-circuit kiezen.4. ”Stooklijn”5. ”Steilheid” of ”Niveau”6. Stooklijn volgens de installatie-eiseninstellen.Gebruikershandleiding5624 189 NL58

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Regeling in LON integrerenEerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudDe communicatiemodule LON moet zijnaangebracht.OpmerkingDe gegevensoverdracht via het LONsysteemkan enige minuten duren.OpmerkingBinnen het LON-systeem mag hetzelfdedeelnemernummer niet tweemaal wordentoegekend.Er mag slechts één Vitotronic als foutmanagerworden gecodeerd.Installatie met één ketel metVitotronic 200-H en Vitocom 300(voorbeeld)LON-deelnemersnummers en overigefuncties via codering 2 in degroep ”Algemeen” instellen (zie volgendetabel).Ketelcircuitregeling Vitotronic 200-H Vitotronic 200-H VitocomLON LON LONDeelnemersnummer1Codering ”77:1”Regeling is foutmanagerCodering ”79:1”Regeling verzendttijdCodering ”7b:1”Deelnemersnummer10Codering ”77:10”Regeling is niet foutmanagerCodering ”79:0”Regeling ontvangttijdCodering ”81:3” instellenDeelnemersnummer11Codering ”77:11” instellenRegeling is niet foutmanagerCodering ”79:0”Regeling ontvangttijdCodering ”81:3” instellenDeelnemersnummer99Toestel is foutmanagerToestel ontvangttijd5624 189 NLService59

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)Ketelcircuitregeling Vitotronic 200-H Vitotronic 200-H VitocomRegeling verzendtbuitentemperatuurCodering ”97:2” instellenRegeling ontvangtbuitentemperatuurCodering ”97:1” instellenRegeling ontvangtbuitentemperatuurCodering ”97:1” instellen—Foutbewaking LONdeelnemerCodering ”9C:20”Foutbewaking LONdeelnemersCodering ”9C:20”Foutbewaking LONdeelnemersCodering ”9C:20”—LON-deelnemerscontrole uitvoerenMet de deelnemerscontrole wordt vaneen installatie de communicatie van detoestellen gecontroleerd die op de foutmanagerzijn aangesloten.Voorwaarden:■ De regeling moet als foutmanagergecodeerd zijn (codering ”79:1”).■ In alle regelingen moet het LON-deelnemersnr.zijn gecodeerd (ziepagina 59)■ LON-deelnemerslijst van de foutmanagermoet actueel zijn (zie pagina59)Deelnemerscontrole uitvoeren:1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.2. ”Servicefuncties”4. Deelnemer selecteren (bijvoorbeelddeelnemer 10).De deelnemerscontrole voor degeselecteerde deelnemers isgestart.■ Succesvol geteste deelnemersworden met ”OK” gemarkeerd.■ Niet succesvol geteste deelnemersworden met ”Niet OK” gemarkeerd.OpmerkingOm een nieuwe deelnemerscontroleuit te voeren, met menupunt ”Lijstwissen?” een nieuwe deelnemerslijstmaken.OpmerkingAls de deelnemerscontrole door eenandere regeling wordt uitgevoerd,verschijnt gedurende circa 1 min hetdeelnemersnummer en” Wink” ophet scherm.3. ”Deelnemerscontrole”5624 189 NL60

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudIndicatie ”Onderhoud” opvragen en terugzettenNadat via codeeradres ”21” en ”23” in degroep ”Ketel” de opgegeven grenswaardenbereikt zijn, knippert de rodestoringsindicatie.Op de display van de bedieningseenheidverschijnt:■ Bij regeling voor verhoogde werking:Het aangegeven aantal bedrijfsuren ofde aangegeven tijdsinterval metkalendersymbool ”ý” (afhankelijk vaninstelling) en ”¸”■ Bij regeling voor weersafhankelijkewerking:”Onderhoud” en ”¸”Onderhoud bevestigen en terugzettenVoor het accepteren van een onderhoudsmeldingOK indrukken.OpmerkingEen geaccepteerde onderhoudsmeldingdie niet werd teruggezet, verschijntopnieuw:■ Bij regeling voor weersafhankelijkewerking op de volgende maandag.■ Bij regeling voor verhoogde werkingna 7 dagen.Na uitgevoerd onderhoud (onderhoudterugzetten)Regeling voor weersafhankelijke werking1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.2. ”Servicefuncties”3. ”Onderhoud reset”OpmerkingDe ingestelde onderhoudsparametersvoor bedrijfsuren en tijdsintervalbeginnen weer op 0.Regeling voor verhoogde werkingCodering 24:1 in de groep ”2” 24:0terugzetten.OpmerkingDe ingestelde onderhoudsparametersvoor bedrijfsuren en tijdsinterval beginnenweer op 0.5624 189 NLService61

Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoudAanvullende info over de stappen (vervolg)Frontplaat monteren1.2.2xOpmerkingVeiligheidsschroeven vóór bedrijf beslisterin schroeven.5624 189 NL62

Aanvullende info over de stappen (vervolg)Instrueren van de installatiegebruikerDe installateur van de installatie moet debedieningshandleiding overhandigenaan de gebruiker van de installatie en debediening uitleggen.Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud5624 189 NLService63

Codering 1Codeerniveau 1 oproepenCodeerniveau 1 oproepenOpmerking■ Bij regeling voor weersafhankelijkewerking worden de coderingen in volletekst aangegeven.■ Coderingen die door de uitvoering vande CV-installatie of instelling vanandere coderingen niet relevant zijn,worden niet getoond.■ CV-installaties met één CV-circuitzonder mengklep en één of twee CVcircuitsmet mengklep:Het CV-circuit zonder mengklep wordthierna ”CV-circuit 1” en de CV-circuitsmet mengklep worden ”CV-circuit2” of ”CV-circuit 3” genoemd.Als de CV-circuits individueel wordengenoemd, verschijnt in plaats daarvande gekozen benamingen ”VC1”, ”VC2” of ”VC3”.Regeling voor weersafhankelijke werking:1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.2. ”Codeerniveau 1”3. Groep van het gewenste codeeradresselecteren:■ ”Algemeen”■ ”Ketel”■ ”Warm water”■ ”Zonne-energie”■ ”CV-circuit 1/2/3”■ ”Alle cod. Basistoestel”In deze groep worden alle codeeradressenvan codeerniveau 1(behalve de codeeradressen vande groep ”Solar”) in oplopendevolgorde getoond.4. Codeeradres selecteren.5. Waarde volgens de volgende tabelleninstellen en met OK bevestigen.6. Als de coderingen weer in de aflevertoestandmoeten worden teruggezet:”Basisinstelling” op ”Codeerniveau1” kiezen.OpmerkingOok de coderingen van codeerniveau2 worden weer teruggezet.Regeling voor constante:1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.2. Met Ú ”1” selecteren voor codeerniveau1 en met OK bevestigen.Op het display knippert ”I” voor decodeeradressen van groep 1.3. Groep van het gewenste codeeradresselecteren met V/v:1: ”Algemeen”2: ”Ketel”3: ”Warm water”4: ”Zonne-energie”5: ”CV-circuit 1”6: ”Alle coderingen basistoestel”In deze groep worden alle codeeradressenin oplopende volgordeweergegeven.Geselecteerde groep met OK bevestigen.4. Codeeradres selecteren met V/v.5624 189 NL64

Codering 1Codeerniveau 1 oproepen (vervolg)5. Waarde volgens de volgende tabellenmet V/v instellen en met OKbevestigen.6. Als alle coderingen weer in de toestandbij levering moeten wordenteruggezet:Met Ú ”7” selecteren en met OKbevestigen.Als ” ” knippert met OK bevestigen.OpmerkingOok de coderingen van codeerniveau2 worden weer teruggezet.Algemeen/groep ”1””Algemeen” bij regeling voor weersafhankelijke werking selecteren (ziepagina 64).”1” bij regeling voor verhoogde werking selecteren (zie pagina 64).CoderingenMogelijke omstelling00:2tot00:10Installatieschema's, zievolgende tabel:Waardeadres00: ...Codering in uitlevertoestandInstallatieschema00:1 Installatie-uitvoering 1:één verwarmingscircuitzonder mengklep A1(verwarmingscircuit 1),zonder tapwateropwarmingInstallatie-uitvoeringBeschrijving2 1 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit1), met tapwateropwarming (codering wordt automatischingesteld)3 2,3 Eén verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2), zonder tapwateropwarming4 2,3 Eén verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit2), met tapwaterverwarming5624 189 NLService65

Codering 1Algemeen/groep ”1” (vervolg)Waardeadres00: ...Installatie-uitvoeringBeschrijving5 4 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit1) en één verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) zonder tapwateropwarming (coderingwordt automatisch ingesteld)6 4 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit1) en één verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) met tapwateropwarming (codering wordtautomatisch ingesteld)7 4 Eén verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) en één verwarmingscircuit met mengklep M3 (verwarmingscircuit3), zonder tapwateropwarming8 4 Eén verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) en één verwarmingscircuit met mengklep M3 (verwarmingscircuit3), met tapwateropwarming9 4 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit1), één verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) en één verwarmingscircuit met mengklep M3(verwarmingscircuit 3), zonder tapwateropwarming (coderingwordt automatisch ingesteld)10 4 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit1), één verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) en één verwarmingscircuit met mengklep M3(verwarmingscircuit 3), met tapwateropwarming (coderingwordt automatisch ingesteld)5624 189 NL66

Codering 1Algemeen/groep ”1” (vervolg)Codering in uitlevertoestandFunctie interne circulatiepomp51:0 Installatie met open verdeler:interne circulatiepompwordt bij warmteaanvraagaltijd ingeschakeldDeelnemernummer77:1 LON-deelnemernummer(alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking)Mogelijke omstelling51:1 Installatie met open verdeler:interne circulatiepompwordt bij warmteaanvraagalleen ingeschakeld als debrander draait.Circulatiepomp wordt metnalooptijd uitgeschakeld.51:2 Installatie met verwarmingswaterbuffer:interne circulatiepompwordt bij warmteaanvraagalleen ingeschakeld als debrander draait.77:2tot77:99LON-deelnemernummerinstelbaar van 1 tot 99:1 - 4 = verwarmingsketel5 = cascade10 - 97 = Vitotronic 200-H98 = Vitogate99 = VitocomEengezinswoning/meergezinswoning7F:1 Eengezinswoning (alleenbij regeling voor weersafhankelijkewerking)OpmerkingElk nummer mag slechtseenmaal worden toegekend.7F:0 MeergezinswoningAparte instelling van vakantieprogrammaen tijdprogrammavoor de tapwateropwarmingmogelijk.5624 189 NLService67

Codering 1Algemeen/groep ”1” (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstellingBediening blokkeren8F:0 Bediening in het basismenuen in het uitgebreidemenu vrijgegeven.OpmerkingDe betreffende coderingwordt pas geactiveerd alsu het servicemenu verlaat.8F:1 Bediening in het basismenuen in het uitgebreidemenu geblokkeerd.Service-testfunctie kanworden geactiveerd.8F:2 Bediening in het basismenuvrijgegeven, in het uitgebreidemenu geblokkeerd.Service-testfunctie kanworden geactiveerd.Gewenste waarde aanvoertemperatuur bij externe aanvraag9b:70 Gewenste waarde aanvoertemperatuurbij externeaanvraag 70 °C9b:0tot9b:127Gewenste waarde aanvoertemperatuurbij externeaanvraag instelbaar van0 tot 127 °C (begrensddoor ketelspecifieke parameters)Ketel/groep ”2””Ketel” bij regeling voor weersafhankelijke werking selecteren (zie pagina 64).”2” bij regeling voor verhoogde werking selecteren (zie pagina 64).CoderingenCodering in uitlevertoestandMogelijke omstellingInstallatie met één ketel/met meerdere ketels01:1 Installatie met één ketel(alleen bij regeling voorverhoogde werking)01:2 Meerketelinstallatie metVitotronic 300-KKetelnummer07:1 Ketelnummer bij installatiemet meerdere ketels(alleen bij regeling voorconstante werking)07:2tot07:8Ketelnummer 2 tot 8 bij installatiemet meerdere ketels5624 189 NL68

Codering 1Ketel/groep ”2” (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstellingOnderhoud brander bedrijfsuren in 10021:0 Geen onderhoudsinterval(bedrijfsuren) ingesteldOnderhoud tijdsinterval in maanden23:0 Geen tijdsinterval voorbranderonderhoudStatus onderhoud24:0 Geen indicatie ”Onderhoud”op het displayVulling/ontluchting2F:0 Ontluchtingsprogramma/vulprogramma niet actief21:1tot21:10023:1tot23:24Aantal bedrijfsuren van debrander tot het volgendeonderhoud instelbaar van100 tot 10 000 uurEén instelstap ≙ 100 hTijdsinterval instelbaar van1 tot 24 maanden.24:1 Indicatie ”Onderhoud” ophet display (adres wordtautomatisch geactiveerd,moet na onderhoud handmatigworden teruggezet)2F:1 Ontluchtingsprogrammaactief2F:2 Vulprogramma actiefWarm water/groep ”3””Warm water” bij regeling voor weersafhankelijke werking selecteren (ziepagina 64).”3” bij regeling voor verhoogde werking selecteren (zie pagina 64).5624 189 NLService69

Codering 1Warm water/groep ”3” (vervolg)CoderingenCodering in uitlevertoestandMogelijke omstellingWarmwatertemp. onderdrukking gewenste naverwarmingwaarde67:40 Bij tapwateropwarmingdoor zonne-energie: gewenstetapwatertemperatuur40 °C. Boven de ingesteldegewenste waardeis de onderdrukkingvan de naverwarmingwaardeactief (CV-ketelwordt enkel als ondersteuningbijgeschakeld,indien de toename van deboilertemperatuur te laagis).Niet instelbaar bij HRcombitoestel.67:0tot67:95Gewenste tapwatertemperatuurinstelbaar van 0 tot95 °C (begrensd door ketelspecifiekeparameters)Vrijgave circulatiepomp73:0 Tapwatercirculatiepomp:”Aan” volgens tijdprogramma(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkwerking)73:1tot73:6Tijdens het tijdprogramma1 maal/uur gedurende5 min ”Aan” tot 6 maal/uurgedurende 5 min ”Aan”73:7 Permanent ”Aan”Solar/groep ”4””Solar” bij regeling voor weersafhankelijke werking selecteren (zie pagina 64).”4” bij regeling voor verhoogde werking selecteren (zie pagina 64).OpmerkingDe groep Solar wordt alleen getoond als een zonneregelingsmodule van het typeSM1 is aangesloten.5624 189 NL70

Codering 1Solar/groep ”4” (vervolg)CoderingenCodering in uitlevertoestandMogelijke omstellingToerentalbesturing zonnecircuitpomp02:0 Zonnecircuitpomp zondertoerentalregeling.02:1 Zonnecircuitpomp met toerentalregelingen golfgroepregeling.02:2 Zonnecircuitpomp met toerentalregelingen PWMaansturing.Maximumboilertemperatuur08:60 Gewenste tapwatertemperatuur(maximumboilertemperatuur)60 °C.08:10tot08:90Gewenste tapwatertemperatuurinstelbaar van 10 tot90 °C.Verlaging stagnatietijd0A:5 Temperatuurverschilvoor verlaging stagnatietijd(verlaging van het toerentalvan de zonnecircuitpompter beveiligingvan installatiecomponentenen warmtedragendmedium) 5 K.Debiet zonnecircuit0F:70 Het debiet van het zonnecircuitbij maximaalpomptoerental 7 l/min.0A:0 Verlaging stagnatietijd nietactief.0A:1 Temperatuurverschil instelbaarvan 1 tot 40 K.tot0A:400F:1tot0F:255Debiet instelbaar van 0,1tot 25,5 l/min;1 instelstap ≙ 0,1 l/min.5624 189 NLService71

Codering 1Solar/groep ”4” (vervolg)Codering in uitlevertoestandUitgebreide zonneregelingsfunties20:0 Geen uitgebreide regelingsfunctieactief.Mogelijke omstelling20:1 Extra functie voor tapwateropwarming.20:2 2. temperatuurverschilregeling.20:3 2. temperatuurverschilregelingen extra functie.20:4 2. temperatuurverschilregelingvoor ondersteuningverwarming.20:5 Thermostaatfunctie.20:6 Thermostaatfunctie en extrafunctie.20:7 Verwarming door zonneenergievia externe warmtewisselaarzonder extratemperatuursensor.20:8 Verwarming door zonneenergievia externe warmtewisselaarmet extra temperatuursensor.20:9 Verwarming door zonneenergievan twee warmwaterboilers.Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit3/groep ”5””Verwarmingscircuit ...” bij regeling voor weersafhankelijke werking selecteren (ziepagina 64).”5” bij regeling voor verhoogde werking selecteren (zie pagina 64).5624 189 NL72

Codering 1Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)CoderingenCodering in uitlevertoestandVoorrang tapwaterverwarmingA2:2 Boilervoorrang op CVpompen mengklepSpaarstand buitentemperatuurA5:5 Met functie voor CV-pomplogica(spaarschakeling):CV-pomp ”Uit” alsbuitentemperatuur (AT)1 K hoger is dan gewensteruimtetemperatuur(RT gewenst )AT > RT gewenst + 1 K (alleenbij regeling voorweersafhankelijke werking)Mogelijke omstellingA2:0 Zonder boilervoorrang opCV-pomp en mengklepA2:1 Boilervoorrang uitsluitendop mengklepA2:3totA2:15Verminderde voorrang opmengklep (er is een verminderdehoeveelheidwarmte voor het verwarmingscircuit)A5:0 Zonder functie voor CVpomplogicaA5:1 Met functie voor CV-pomplogica:CV-pomp ”Uit”, zietotA5:15 volgende tabelParameter adres A5:... Met functie voor CV-pomplogica: CV-pomp ”Uit”1 AT > RT gewenst + 5 K2 AT > RT gewenst + 4 K3 AT > RT gewenst + 3 K4 AT > RT gewenst + 2 K5 AT > RT gewenst + 1 K6 AT > RT gewenst7AT > RT gewenst - 1 Ktot15 AT > RT gewenst - 9 K5624 189 NLService73

Codering 1Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstellingUitgebreide spaarstand gecorrigeerde buitentemperatuurA6:36 Uitgebreide spaarschakelingniet actief (alleenbij regeling voor weersafhankelijkewerking)A6:5totA6:35Uitgebreide spaarschakelingactief, d.w.z. bij een variabelinstelbare waardetussen 5 en 35 °C vermeerderdmet 1 °C worden debrander en CV-pomp uitgeschakelden wordt demengklep gesloten. Basisis de gecorrigeerde buitentemperatuur.Deze is samengestelduit de werkelijkebuitentemperatuur eneen tijdconstante die rekeninghoudt met de afkoelingvan een gemiddeld gebouw.Uitgebreide spaarstand mengklepA7:0 Zonder spaarstandmengklep (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking en verwarmingscircuitmetmengklep)A7:1 Met spaarstand mengklep(uitgebreide logica CVpompen):CV-pomp bovendien ”Uit”:■ Als de mengklep langerdan 20 min werd gesloten.CV-pomp ”Aan”:■ Als de mengklep naar deregelfunctie gaat■ bij vorstgevaarPompstilstandtijd overgang gereduc. WerkingA9:7 Met pompstilstandtijd: A9:0 Zonder pompstilstandtijdCV-pomp ”Uit” bij veranderinggewenste waardedoor wisselen van modusof wijzigingen van de gewensteruimtetemperatuur(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)A9:1totA9:15Met pompstilstandtijd, instelbaarvan 1 tot 15. Hoehoger de waarde, des telanger is de pompstilstandtijd.5624 189 NL74

Codering 1Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstellingWeersafhankelijk/ruimtetemperatuur-bijschakelingb0:0 Met afstandsbediening:Verwarming/gereduc.werking: weersafhankelijk(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkeb0:1 Verwarming: weersafhankelijkGereduc. werking: metruimtetemperatuur-bijschakelingwerking, codering alleenwijzigen voor het verwarmingscircuitmet mengklep)b0:2 Verwarming: met ruimtetemperatuur-bijschakelingGereduc. werking: weersafhankelijkb0:3 Verwarming/gereduc. werking:met ruimtetemperatuur-bijschakelingSpaarstand ruimtetemperatuurb5:0 Met afstandsbediening:geen ruimtetemperatuurafhankelijkeCV-pomplogica(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking, codering alleenveranderen voor het verwarmingscircuitmetmengklep)b5:1totb5:8Functie CV-pomplogica,zie volgende tabel:Parameter Met functie voor CV-pomplogica:adres b5:... CV-pomp ”Uit”CV-pomp ”Aan”1 RT werkelijk > RT gewenst + 5 K RT werkelijk < RT gewenst + 4 K2 RT werkelijk > RT gewenst + 4 K RT werkelijk < RT gewenst + 3 K3 RT werkelijk > RT gewenst + 3 K RT werkelijk < RT gewenst + 2 K4 RT werkelijk > RT gewenst + 2 K RT werkelijk < RT gewenst + 1 K5 RT werkelijk > RT gewenst + 1 K RT werkelijk < RT gewenst6 RT werkelijk > RT gewenst RT werkelijk < RT gewenst - 1 K7 werkelijk > RT gewenst - 1 K RT werkelijk < RT gewenst - 2 K8 werkelijk > RT gewenst - 2 K RT werkelijk < RT gewenst - 3 K5624 189 NLService75

Codering 1Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstellingMin. aanvoertemperatuur verwarmingscircuitC5:20 Elektronische minimumbegrenzingvan de aanvoertemperatuur20 °C(alleen bij regeling voorC5:1totC5:127Minimumbegrenzing instelbaarvan 1 tot 127 °C(begrensd door ketelspecifiekeparameters)weersafhankelijke werking)Max. aanvoertemperatuur verwarmingscircuitC6:74 Elektronische maximumbegrenzingvan de aanvoertemperatuur74 °C(alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking)omschakeling werkingsprogrammad5:0 Externe omschakelingwerkingsprogrammaschakelt werkingsprogrammaom naar ”Permanentewerking metverlaagde ruimtetemperatuur”of ”Uitschakelwerking”(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)C6:10totC6:127Maximumbegrenzing instelbaarvan 10 tot 127 °C(begrensd door ketelspecifiekeparameters)d5:1 Externe omschakelingwerkingsprogramma schakeltom naar ”Permanentewerking met normale ruimtetemperatuur”(afhankelijkvan codeeradres 3A, 3b en3C)Ext. werkingsprogramma-omschakeling op verwarmingscircuitd8:0 Geen omschakeling werkingsprogrammavia uitbreidingEA1d8:1 Omschakeling werkingsprogrammavia ingangDE1 op de uitbreiding EA1d8:2 Omschakeling werkingsprogrammavia ingangDE2 op de uitbreiding EA1d8:3 Omschakeling werkingsprogrammavia ingangDE3 op de uitbreiding EA15624 189 NL76

Codering 1Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)5624 189 NLCodering in uitlevertoestandEstrikdrogingF1:0 Estrikdroging niet actief(alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking).Mogelijke omstellingF1:1totF1:6Estrikdroging instelbaarvolgens 6 selecteerbaretemperatuur-tijd-profielen(zie pagina 160)F2:0 Geen tijdbegrenzing voorF1:15 Permanente aanvoertemperatuur20 °CPartywerking tijdsbegrenzingF2:8 Tijdelijke begrenzing voorking) *1partywerking of externepartyfunctie *1omzetting werkingsprogrammamet knop: 8 h(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-F2:1totF2:12Begrenzing in tijd instelbaarvan 1 tot 12 uur *1Pompschakeling bij Alleen warm waterF6:25 Circulatiepomp is in deaansluitingsset verwarmingscircuitin de modus”Alleen warm water”permanent ingeschakeld(alleen bij regeling voorverhoogde werking)Pompschakeling bij uitschakelwerkingF7:25 Circulatiepomp is in deaansluitingsset verwarmingscircuitin de modus”Uitschakelwerking”permanent ingeschakeld(alleen bij regeling voorverhoogde werking)F6:0 Circulatiepomp in de aansluitingssetverwarmingscircuitis in de modus ”Alleenwarm water” permanentuitgeschakeldF6:1totF6:24Circulatiepomp wordt in deaansluitingsset in de modus”Alleen warm water” 1tot 24 keer per dag gedurendetelkens 10 min ingeschakeld.F7:0 Circulatiepomp in de aansluitingssetverwarmingscircuitin de modus ”Uitschakelwerking”permanentuitgeschakeldF7:1totF7:24Circulatiepomp in de aansluitingssetverwarmingscircuitin modus ”Uitschakelwerking”1 tot 24 keerper dag gedurende telkens10 min ingeschakeld.*1De partywerking eindigt in het werkingsprogramma ”Verwarmen en warm water”automatisch bij het omschakelen naar de werking op normale ruimtetemperatuur.77Service

Codering 1Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstellingBegin temperatuurverhogingF8:-5 Temperatuurgrens vooropheffing van verlaagdeF8:+10totwerking -5 ºC, zie voorbeeldop pagina 163.Instelling codeeradres”A3” respecteren.(alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking).F8:-60F8:-61+10 tot -60 °CFunctie inactiefEinde temperatuurverhogingF9:-14 Temperatuurgrens voor F9:+10stijging van verlaagde gewenstetotruimtetempera-F9:-60tuur -14 ºC, zie voorbeeldop pagina 163. (alleen bijregeling voor weersafhankelijkewerking).Verhoging gewenste aanvoertemperatuurFA:20 Verhoging van de gewensteFA:0ketelwater- resp. totaanvoertemperatuur bij FA:50de overgang van de werkingmet verlaagde ruimtetemperatuurnaar dewerking met normaleruimtetemperatuur met20 %. Zie voorbeeld oppagina 164 (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking).78Temperatuurgrens instelbaarvanTemperatuurgrens voorverhoging van de gewensteruimtetemperatuur tot denormale waarde instelbaarvan+10 tot -60 °CTemperatuurverhoging instelbaarvan 0 tot 50%Tijdsduur verhoging gewenste aanvoertemperatuurFb:30 Periode voor de verhogingvan de gewenste ketelwater-resp. aanvoertemperatuur(zie codeeradres”FA”) 60 min. Zievoorbeeld op pagina164 (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking).Fb:0totFb:150Periode instelbaar van 0 tot300 min;1 instelstap ≙ 2 min5624 189 NL

Codering 2Codeerniveau 2 oproepenCodeerniveau 2 oproepenOpmerking■ Op het codeerniveau 2 zijn alle coderingenbereikbaar, ook de coderingenvan het codeerniveau 1.■ Coderingen die door de uitvoering vande CV-installatie of instelling vanandere coderingen niet relevant zijn,worden niet getoond.■ CV-installaties met één CV-circuitzonder mengklep en één of twee CVcircuitsmet mengklep:Het CV-circuit zonder mengklep wordthierna ”CV-circuit 1” en de CV-circuitsmet mengklep worden ”CV-circuit2” of ”CV-circuit 3” genoemd.Als de CV-circuits individueel wordengenoemd, verschijnt in plaats daarvande gekozen benamingen ”VC1”, ”VC2” of ”VC3”.Regeling voor weersafhankelijke werking:1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.2. OK en ä gelijktijdig circa 4 s langindrukken.3. ”Codeerniveau 2”4. Groep van het gewenste codeeradresselecteren:■ ”Algemeen”■ ”Ketel”■ ”Warm water”■ ”Zonne-energie”■ ”CV-circuit 1/2/3”■ ”Alle cod. Basistoestel”In deze groep worden alle codeeradressen(behalve de codeeradressenvan de groep ”Solar”) inoplopende volgorde getoond.5. Codeeradres selecteren.6. Waarde volgens de volgende tabelleninstellen en met ”OK” bevestigen.7. Als de coderingen weer in de aflevertoestandmoeten worden teruggezet:”Basisinstelling” op ”Codeerniveau2” kiezen.OpmerkingOok de coderingen van codeerniveau1 worden weer teruggezet.Regeling voor constante:1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.2. OK en ä gelijktijdig circa 4 s langindrukken.Service5624 189 NL3. Met Ú ”2” selecteren voor codeerniveau2 en met OK bevestigen.Op het display knippert ”I” voor decodeeradressen van groep 1.79

Codering 2Codeerniveau 2 oproepen (vervolg)4. Groep van het gewenste codeeradresselecteren met V/v:1: ”Algemeen”2: ”Ketel”3: ”Warm water”4: ”Zonne-energie”5: ”CV-circuit 1”6: ”Alle coderingen basistoestel”In deze groep worden alle codeeradressenin oplopende volgordeweergegeven.Geselecteerde groep met OK bevestigen.5. Codeeradres selecteren met V/v.6. Waarde volgens de volgende tabellenmet V/v instellen en met OKbevestigen.7. Als alle coderingen weer moetenworden teruggezet op de toestandbij levering:Met Ú ”7” selecteren en met OKbevestigen.Als ” ” knippert met OK bevestigen.OpmerkingOok de coderingen van codeerniveau1 worden weer teruggezet.Algemeen/groep ”1””Algemeen” bij regeling voor weersafhankelijke werking selecteren (ziepagina 79).”1” bij regeling voor verhoogde werking selecteren (zie pagina 79).CoderingenMogelijke omstelling00:2 Installatieschema's, zietotvolgende tabel:00:10Waardeadres00: ...Codering in uitlevertoestand00:1 Installatie-uitvoering 1:één verwarmingscircuitzonder mengklep A1(verwarmingscircuit 1),zonder tapwateropwarmingInstallatie-uitvoeringBeschrijving2 1 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit1), met tapwateropwarming (codering wordt automatischingesteld)3 2,3 Eén verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2), zonder tapwateropwarming5624 189 NL80

Codering 2Algemeen/groep ”1” (vervolg)Waardeadres00: ...Installatie-uitvoeringBeschrijving4 2,3 Eén verwarmingscircuit met mengklep (verwarmingscircuit2), met tapwaterverwarming5 4 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit1) en één verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) zonder tapwateropwarming (coderingwordt automatisch ingesteld)6 4 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit1) en één verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) met tapwateropwarming (codering wordtautomatisch ingesteld)7 4 Eén verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) en één verwarmingscircuit met mengklep M3 (verwarmingscircuit3), zonder tapwateropwarming8 4 Eén verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) en één verwarmingscircuit met mengklep M3 (verwarmingscircuit3), met tapwateropwarming9 4 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit1), één verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) en één verwarmingscircuit met mengklep M3(verwarmingscircuit 3), zonder tapwateropwarming (coderingwordt automatisch ingesteld)10 4 Eén verwarmingscircuit zonder mengklep A1 (verwarmingscircuit1), één verwarmingscircuit met mengklep M2 (verwarmingscircuit2) en één verwarmingscircuit met mengklep M3(verwarmingscircuit 3), met tapwateropwarming (coderingwordt automatisch ingesteld)5624 189 NLCodering in uitlevertoestand11:≠9 Geen toegang tot de codeeradressenvoor de parametersvan de verbrandingsregeling25:0 Zonder buitentemperatuursensor(bij regelingvoor verhoogde werking)2A:0 Zonder radio-buitentemperatuursensorMogelijke omstelling11:9 Toegang tot de codeeradressenvoor de parametersvan de verbrandingsregelingopen25:1 Met buitentemperatuursensor(wordt automatischherkend)2A:1 Met radio-buitentemperatuursensor(wordt automatischherkend)Service81

Codering 2Algemeen/groep ”1” (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstelling2A:2 Radio-buitentemperatuursensorwordt niet gebruikt2d:0 Niet verstellen32:0 Zonder uitbreiding AM1 32:1 Met uitbreiding AM1 (wordtautomatisch herkend)33:1 Functie uitgang A1 op uitbreidingAM1: CV-pomp34:0 Functie uitgang A2 op uitbreidingAM1: tapwatercirculatiepomp8233:0 Functie uitgang A1: tapwatercirculatiepomp33:2 Functie uitgang A1: Circulatiepompvoor de boilerverwarming34:1 Functie uitgang A2: CVpomp34:2 Functie uitgang A2: Circulatiepompvoor de boilerverwarming35:0 Zonder uitbreiding EA1 35:1 Met uitbreiding EA1 (wordtautomatisch herkend)36:0 Functie uitgang aBJ opuitbreiding EA1: Storingsmelding36:1 Functie uitgang aBJ: toevoerpomp36:2 Functie uitgang aBJ: tapwatercirculatiepomp39:Geen fabrieksinstellingGeen fabrieksinstelling 39:2 Functie uitgang sA: Circulatiepompvoor de boilerverwarming39:0 Functie uitgang sA: Tapwatercirculatiepomp39:1 Functie uitgang sA: CVpomp3A:0 Functie ingang DE1 opuitbreiding EA1: geenfunctie3A:1 Functie ingang DE1: omschakelingwerkingsprogramma3A:2 Functie ingang DE1: externeaanvraag met gewensteaanvoertemperatuur.Gewenste aanvoertemperatuur:codeeradres 9b.Functie interne circulatiepomp:codeeradres 3F3A:3 Functie ingang DE1: externblokkeren.5624 189 NL

Codering 2Algemeen/groep ”1” (vervolg)5624 189 NLCodering in uitlevertoestand3b:0 Functie ingang DE2 opuitbreiding EA1: geenfunctieMogelijke omstellingFunctie interne circulatiepomp:codeeradres 3E3A:4 Functie ingang DE1: externblokkeren met storingsmeldingFunctie interne circulatiepomp:codeeradres 3E3A:5 Functie ingang DE1: storingsmelding3A:6 Functie ingang DE1: kortstondigewerking tapwatercirculatiepomp(toetsfunctie).Instelling looptijd tapwatercirculatiepomp:codeeradres3d3b:1 Functie ingang DE2: omschakelingwerkingsprogramma3b:2 Functie ingang DE2: externeaanvraag met gewensteaanvoertemperatuur.Gewenste aanvoertemperatuur:codeeradres 9b.Functie interne circulatiepomp:codeeradres 3F3b:3 Functie ingang DE2: externblokkeren.Functie interne circulatiepomp:codeeradres 3E3b:4 Functie ingang DE2: externblokkeren met storingsmeldingFunctie interne circulatiepomp:codeeradres 3E3b:5 Functie ingang DE2: storingsmelding3b:6 Functie ingang DE2: kortstondigewerking tapwatercirculatiepomp(toetsfunctie).Service83

Codering 2Algemeen/groep ”1” (vervolg)Codering in uitlevertoestand3C:0 Functie ingang DE3 opuitbreiding EA1: geenfunctie3d:5 Looptijd tapwatercirculatiepompbij kortstondigewerking: 5 min3E:0 Ketelcircuitpomp blijft bijsignaal ”Extern blokkeren”in regelwerkingMogelijke omstellingInstelling looptijd tapwatercirculatiepomp:codeeradres3d3C:1 Functie ingang DE3: omschakelingwerkingsprogramma3C:2 Functie ingang DE3: externeaanvraag met gewensteaanvoertemperatuur.Instelling gewenste aanvoertemperatuur:codeeradres9b.Functie interne circulatiepomp:codeeradres 3F3C:3 Functie ingang DE3: externblokkeren.Functie interne circulatiepomp:codeeradres 3E3C:4 Functie ingang DE3: externblokkeren met storingsmeldingFunctie interne circulatiepomp:codeeradres 3E3C:5 Functie ingang DE3: storingsmelding3C:6 Functie ingang DE3: kortstondigewerking tapwatercirculatiepomp(toetsfunctie).Instelling looptijd tapwatercirculatiepomp:codeeradres3d3d:1tot3d:60Looptijd tapwatercirculatiepompinstelbaar van 1 tot60 min3E:1 Ketelcircuitpomp wordt bijsignaal ”Extern blokkeren”uitgeschakeld3E:2 Ketelcircuitpomp wordt bijsignaal ”Extern blokkeren”ingeschakeld5624 189 NL84

Codering 2Algemeen/groep ”1” (vervolg)5624 189 NLCodering in uitlevertoestand3F:0 Ketelcircuitpomp blijft bijsignaal ”Extern aanvragen”in regelwerking4b:0 Functie ingang lH: ruimtetemperatuurregelaar(Vitotrol 100)51:0 Installatie met open verdeler:ketelcircuitpomp wordt bijwarmteaanvraag altijd ingeschakeld52:0 Zonder aanvoertemperatuursensorvoor open verdeler53:1 Functie aansluiting sKvan de interne uitbreiding:CirculatiepompMogelijke omstelling3F:1 Ketelcircuitpomp wordt bijsignaal ”Extern aanvragen”uitgeschakeld3F:2 Ketelcircuitpomp wordt bijsignaal ”Extern aanvragen”ingeschakeld4b:1 Externe opvraag4b:2 Extern blokkeren51:1 Installatie met open verdeler:ketelcircuitpomp wordt bijwarmteaanvraag alleen ingeschakeldals de branderdraait.Circulatiepomp wordt metnalooptijd uitgeschakeld.51:2 Installatie met verwarmingswaterbuffer:ketelcircuitpomp wordt bijwarmteaanvraag alleen ingeschakeldals de branderdraait.52:1 Met aanvoertemperatuursensorvoor open verdeler(wordt automatisch herkend)53:0 Functie aansluiting sK:Verzamelstoring53:2 Functie aansluiting sK: externeCV-pomp (verwarmingscircuit1)53:3 Functie aansluiting sK: externecirculatiepomp voorde boilerverwarming54:0 Zonder solarinstallatie 54:1 Met Vitosolic 100 (wordtautomatisch herkend)54:2 Met Vitosolic 200 (wordtautomatisch herkend)85Service

Codering 2Algemeen/groep ”1” (vervolg)Codering in uitlevertoestand6E:50 Geen correctie van degemeten buitentemperatuur76:0 Zonder communicatiemodule77:1 LON-deelnemernummer(alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking)Mogelijke omstelling54:3 Met zonneregelingsmoduleSM1 zonder extra functie(wordt automatisch herkend)54:4 Met zonneregelingsmoduleSM1 met extra functie,bijv. ondersteuning verwarming(wordt automatischherkend)6E:0tot6E:100Correctie van de buitentemperatuurin stappenvan 0,1 K0 tot 49 = -5 K tot -0,1 K51 tot 100 = 0,1 K tot 5 K76:1 Met communicatiemoduleLON (wordt automatischherkend, alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)76:2 Met communicatiemoduleCascade (wordt automatischherkend, alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)77:2tot77:99LON-deelnemernummerinstelbaar van 1 tot 99:1 - 4 = verwarmingsketel5 = cascade10 - 97 = Vitotronic 200-H98 = Vitogate99 = VitocomOpmerkingElk nummer mag slechtseenmaal worden toegekend.5624 189 NL86

Codering 2Algemeen/groep ”1” (vervolg)5624 189 NLCodering in uitlevertoestandMogelijke omstelling79:1 Met communicatiemoduleLON: regeling is foutmanager79:0 Regeling is niet foutmanageling(alleen bij rege-voor weersafhankelijkewerking)7b:1 Met communicatiemodule7b:0 Tijd niet verzendenLON: regeling verzendttijd (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)7F:1 Eengezinswoning (alleenbij regeling voor weersafhankelijkewerking)7F:0 MeergezinswoningAparte instelling van vakantieprogrammaen tijdprogrammavoor de tapwateropwarmingmogelijk.80:6 Storing wordt gemeld zodrade storing min. 30 saanwezig is80:0 Storingsmelding direct81:1 Automatische omschakelingzomer-/wintertijd80:2tot80:199Minimumduur van de storingtot storingsmeldingvolgt, instelbaar van 10 stot 995 s; 1 instelstap≙ 5 s81:0 Handmatige omschakelingzomer-/wintertijd81:2 Plaatsing van de draadlozetijdmodule (wordt automatischherkend)81:3 Met communicatiemoduleLON: regeling ontvangt tijd82:0 Werking op aardgas 82:1 Werking met propaan (alleeninstelbaar, als codeeradres11:9 ingesteld is)88:0 Temperatuurindicatie in°C (Celsius)88:1 Temperatuurindicatie in°C (Fahrenheit)8A:175 Niet verstellen!8F:0 Bediening in het basismenuen in het uitgebreidemenu vrijgegeven.8F:1 Bediening in het basismenuen in het uitgebreidemenu geblokkeerd.Service-testfunctie kanworden geactiveerd.Service87

Codering 2Algemeen/groep ”1” (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstellingOpmerkingDe betreffende coderingwordt pas geactiveerd alsu het servicemenu verlaat.8F:2 Bediening in het basismenuvrijgegeven, in het uitgebreidemenu geblokkeerd.Service-testfunctie kanworden geactiveerd.90:128 Tijdconstante voor de berekeningvan de gewijzigdebuitentemperatuur21,3 h90:1tot90:199Afhankelijk van de ingesteldewaarde snelle (lagerewaarden) of langzame(hogere waarden) aanpassingvan de aanvoertemperatuurbij wijziging van debuitentemperatuur;1 instelstap ≙ 10 min94:0 Zonder uitbreiding OpenTherm95:0 Zonder communicatiepoortVitocom 10097:0 Met communicatiemoduleLON: buitentemperatuurvan de op de regelingaangesloten sensorwordt intern gebruikt (alleenbij regeling voorweersafhankelijke werking)98:1 Viessmann-installatienummer(in combinatiemet bewaking van meerdereinstallaties viaVitocom 300)99:0 Niet verstellen9A:0 Niet verstellen9b:70 Gewenste waarde aanvoertemperatuurbij externeaanvraag 70 °C8894:1 Met uitbreiding OpenTherm (wordt automatischherkend)95:1 Met communicatiepoortVitocom 100 (wordt automatischherkend)97:1 Regeling ontvangt buitentemperatuur97:2 Regeling zendt buitentemperatuurnaar Vitotronic200-H98:1tot98:59b:0tot9b:127Installatienummer instelbaartussen 1 en 5Gewenste waarde aanvoertemperatuurbij externeaanvraag instelbaar van0 tot 127 °C (begrensddoor ketelspecifieke parameters)5624 189 NL

Codering 2Algemeen/groep ”1” (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstelling9C:20 Bewaking LON-deelnemers.9C:0 Geen bewakingAls een deelnemer nietantwoordt, worden na20 min de regelingsinterneinstelwaarden gebruikt.Pas dan volgt eenstoringsmelding. (alleenbij regeling voor weersafhankelijkewerking).9C:5tot9C:609F:8 Temperatuurverschil 8 K; 9F:0alleen in combinatie met totmengklepcircuit (alleen 9F:40bij regeling voor weersafhankelijkewerking)Tijd instelbaar van 5 tot60 minVerschiltemperatuur instelbaarvan 0 tot 40 KKetel/groep ”2””Ketel” bij regeling voor weersafhankelijke werking selecteren (zie pagina 79).”2” bij regeling voor verhoogde werking selecteren (zie pagina 79).CoderingenCodering in uitlevertoestandMogelijke omstelling01:1 Installatie met één ketel(alleen bij regeling voorverhoogde werking)04:1 Minimale pauze van debrander afhankelijk vande belasting van de verwarmingsketel(ingestelddoor ketelcodeerstekker)06:... Maximumbegrenzing van 06:20de ketelwatertemperatuur,totingesteld door ketel-06:127codeerstekker in °C01:2 Meerketelinstallatie metVitotronic 300-K04:0 Minimale pauze van debrander vast ingesteld (ingestelddoor ketelcodeerstekker)Maximumbegrenzing vande ketelwatertemperatuurbinnen de door de verwarmingsketelopgegeven bereiken5624 189 NLService89

Codering 2Ketel/groep ”2” (vervolg)Codering in uitlevertoestand07:1 Ketelnummer bij installatiemet meerdere ketels(alleen bij regeling voorconstante werking)08:... Maximumvermogen vande brander in kW bij installatiemet meerdereketels0d:0 Niet verstellen0E:0 Niet verstellen13:1 Niet verstellen14:1 Niet verstellen15:1 Niet verstellen21:0 Geen onderhoudsinterval(bedrijfsuren) ingesteld23:0 Geen tijdsinterval voorbranderonderhoud24:0 Geen indicatie ”Onderhoud”op het display28:0 Geen intervalontstekingvan de brander2E:0 Niet verstellen2F:0 Ontluchtingsprogramma/vulprogramma niet actiefMogelijke omstelling07:2 Ketelnummer 2 tot 8 bij installatietotmet meerdere ke-07:8 tels08:0tot08:19921:1tot21:10023:1tot23:24Maximumvermogen vande brander instelbaar in1 kW-stappen van 0 tot199 kW (begrensd door ketelspecifiekeparameters)Aantal bedrijfsuren van debrander tot het volgendeonderhoud instelbaar van100 tot 10 000 uurEén instelstap ≙ 100 hTijdsinterval instelbaar van1 tot 24 maanden.24:1 Indicatie ”Onderhoud” ophet display (adres wordtautomatisch geactiveerd,moet na onderhoud handmatigworden teruggezet)28:1tot28:24Tijdsinterval van 1 h tot24 h instelbaar. Branderwordt telkens gedurende30 s geforceerd ingeschakeld(alleen bij werking oppropaan).2F:1 Ontluchtingsprogrammaactief2F:2 Vulprogramma actief5624 189 NL90

Codering 2Ketel/groep ”2” (vervolg)Codering in uitlevertoestand30:3 Ketelcircuitpomp toerentalgeregeldvia 0-10 V interface(niet verstellen)38:0 Status branderbesturingsapparaat:werking(geen fout)Mogelijke omstelling38:≠0 Status branderbesturingsapparaat:FoutenWarm water/groep ”3””Warm water” bij regeling voor weersafhankelijke werking selecteren (ziepagina 79).”3” bij regeling voor verhoogde werking selecteren (zie pagina 79).CoderingenCodering in uitlevertoestand56:0 Gewenste tapwatertemperatuurinstelbaar van10 tot 60 °CMogelijke omstelling56:1 Gewenste tapwatertemperatuurinstelbaar van 10 totboven 60 °COpmerkingMaximumwaarde afhankelijkvan ketelcodeerstekker.Maximaal toegestane tapwatertemperatuurrespecteren.5624 189 NL58:0 Zonder extra functie voortapwateropwarming59:0 Boilerverwarming:Inschakelpunt -2,5 KUitschakelpunt +2,5 K5b:0 Warmwaterboiler directop de verwarmingsketelaangesloten58:10tot58:6059:1tot59:10Invoer van een tweede gewenstetapwatertemperatuur,instelbaar van 10 tot°C (codeeradres ”56”en ”63” in acht nemen)Inschakelpunt instelbaarvan 1 tot 10 K onder gewenstewaarde5b:1 Warmwaterboiler achter deopen verdeler aangeslotenService91

Codering 2Warm water/groep ”3” (vervolg)Codering in uitlevertoestand5E:0 Circulatiepomp voor boilerverwarmingblijft bijsignaal ”Extern blokkeren”in regelwerking5F:0 Circulatiepomp voor boilerverwarmingblijft bijsignaal ”Externe aanvragen”in regelwerking60:20 Tijdens de tapwateropwarmingis de ketelwatertemperatuurmaximaal20 K hoger dan de gewenstetapwatertemperatuur62:2 Circulatiepomp met2 min naloop na boilerverwarming63:0 Zonder extra functie voortapwateropwarming (alleenbij regeling voor verhoogdewerking)65:0 Niet verstellen!Mogelijke omstelling5E:1 Circulatiepomp voor deboilerverwarming wordt bijsignaal ”Extern blokkeren”uitgeschakeld5E:2 Circulatiepomp voor deboilerverwarming wordt bijsignaal ”Extern blokkeren”ingeschakeld5F:1 Circulatiepomp voor deboilerverwarming wordt bijsignaal ”Extern aanvragen”uitgeschakeld5F:2 Circulatiepomp voor deboilerverwarming wordt bijsignaal ”Extern aanvragen”ingeschakeld60:5tot60:25Verschil tussen ketelwatertemperatuuren gewenstetapwatertemperatuur instelbaarvan 5 tot 25 K62:0 Boilerlaadpomp zonder naloop62:1 Nalooptijd instelbaar van 1tottot 15 min62:1563:1 Extra functie: 1 x dagelijks63:2 Om de 2 dagen tot om detot14 dagen63:1463:15 2 x dagelijks5624 189 NL92

Codering 2Warm water/groep ”3” (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstelling67:40 Bij tapwateropwarmingdoor zonne-energie: gewenstetapwatertemperatuur40 °C. Boven de ingesteldegewenste waardeis de onderdrukkingvan de naverwarmingwaardeactief (CV-ketelwordt enkel als ondersteuningbijgeschakeld,indien de toename van deboilertemperatuur te laagis).67:0tot67:956F:... Maximaal vermogen bij 6F:0tapwateropwarming in %, totingesteld door ketelcodeerstekkegen6F:100tot 100 %71:0 Tapwatercirculatiepomp:”Aan” volgens tijdprogramma(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkwerking)wenste waarde72:0 Tapwatercirculatiepomp:”Aan” volgens tijdprogramma(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkwerking)73:0 Tapwatercirculatiepomp:”Aan” volgens tijdprogramma(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkwerking)Gewenste tapwatertemperatuurinstelbaar van 0 tot95 °C (begrensd door ketelspecifiekeparameters)Maximaal vermogen bijtapwateropwarming instelbaarvan minimaal vermo-71:1 ”Uit” tijdens de tapwateropwarmingop de 1e gewenstewaarde71:2 ”Aan” tijdens de tapwateropwarmingop de 1e ge-72:1 ”Uit” tijdens de tapwateropwarmingop de 2e gewenstewaarde72:2 ”Aan” tijdens de tapwateropwarmingop de 2e gewenstewaarde73:1tot73:6Tijdens het tijdprogramma1 maal/uur gedurende5 min ”Aan” tot 6 maal/uurgedurende 5 min ”Aan”73:7 Permanent ”Aan”ServiceSolar/groep ”4”5624 189 NL”Solar” bij regeling voor weersafhankelijke werking selecteren (zie pagina 79).”4” bij regeling voor verhoogde werking selecteren (zie pagina 79).93

Codering 2Solar/groep ”4” (vervolg)OpmerkingDe groep Solar wordt alleen getoond als een zonneregelingsmodule van het typeSM1 is aangesloten.CoderingenCodering in uitlevertoestand00:8 Inschakel-temperatuurverschilvoor zonnecircuitpomp8 K.01:4 Uitschakel-temperatuurverschilvoor zonnecircuitpomp4 K.02:0 Zonnecircuitpomp zondertoerentalregeling.03:10 Temperatuurverschilvoor de start van de toerentalregeling10 K.04:4 Regelversterking van detoerentalregeling 4 %/K.05:10 Min. toerental van dezonnecircuitpomp 10%van het max. toerental.06:75 Max. toerental van dezonnecircuitpomp 75%van het max. mogelijketoerental.07:0 Intervalfunctie van dezonnecircuitpomp uitgeschakeld.Mogelijke omstelling00:2 Inschakel-temperatuurverschiltotinstelbaar van 2 tot00:30 30 K.01:1tot01:29Uitschakel-temperatuurverschilinstelbaar van 1 tot29 K.02:1 Zonnecircuitpomp met toerentalregelingen golfgroepregeling.02:2 Zonnecircuitpomp met toerentalregelingen PWMaansturing.03:5tot03:2004:1tot04:1005:2tot05:10006:1tot06:100Temperatuurverschil instelbaarvan 5 tot 20 K.Regelversterking instelbaarvan 1 tot 10 %/K.Min. toerental van de zonnecircuitpompis instelbaarvan 2 tot 100%.Max. toerental van de zonnecircuitpompis instelbaarvan 1 tot 100%.07:1 Intervalfunctie van de zonnecircuitpompingeschakeld.Om de collectortemperatuurpreciezer te registrerenwordt de zonnecircuitpompcyclisch kortstondigingeschakeld.5624 189 NL94

Codering 2Solar/groep ”4” (vervolg)5624 189 NLCodering in uitlevertoestandMogelijke omstelling08:60 Gewenste tapwatertemperatuur(maximumboilertemperatuur)60 °C.08:10tot08:90Gewenste tapwatertemperatuurinstelbaar van 10 tot90 °C.09:130 Maximumtemperatuurcollector (ter bescherming09:20totTemperatuur instelbaarvan 20 tot 200 °C.van de installatie-componenten) 130 °C.09:2000A:5 Temperatuurverschilvoor verlaging stagnatietijd0A:0 Verlaging stagnatietijd nietactief.(verlaging van het toe-rental van de zonnecircuitpomp0A:1totTemperatuurverschil instelbaarvan 1 tot 40 K.ter bescher-ming van installatiecomponentenen warmtedragendmedium) 5 K.0A:400b:0 Vorstbeschermingsfunctievoor zonnecircuit uitgeschakeld.0b:1 Vorstbescherming voorzonnecircuit ingeschakeld(niet nodig bij warmtedragendmedium vanViessmann).0C:1 Delta-T-bewaking ingeschakeld.Er wordt te weinig of geendebiet in het zonnecircuitgeregistreerd.0C:0 Delta-T-bewaking uitgeschakeld.0d:1 Bewaking nachtcirculatieingeschakeld.Ongewild debiet in hetzonnecircuit (bijv. 'snachts) wordt geregistreerd.0E:1 Warmtebalancering incombinatie met warmtedragendmedium vanViessmann.0F:70 Het debiet van het zonnecircuitbij maximaalpomptoerental 7 l/min.10:0 Regeling doeltemperatuuruitgeschakeld (ziecodeeradres ”11”).0d:0 Bewaking nachtcirculatieuitgeschakeld.0E:2 Niet instellen!0E:0 Geen warmtebalancering.0F:1tot0F:255Volumestroom instelbaarvan 0,1 tot 25,5 l/min.1 instelstap ≙ 0,1 l/min10:1 Regeling doeltemperatuuringeschakeld.95Service

Codering 2Solar/groep ”4” (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstelling11:50 Gewenste tapwatertemperatuursolar 50 °C.■ Regeling richttemperatuur11:10tot11:90Gewenste tapwatertemperatuuris instelbaar van 10tot 90 °C.ingeschakeld (co-dering ”10:1”):Temperatuur waarmeehet door zonne-energieverwarmde water aande warmwaterboilermoet worden toegevoegd.■ Codering ”20:9” (verwarmingvan tweewarmwaterboilers) isingesteld:Bij het bereiken van degewenste tapwatertemperatuurvan eenwarmwaterboiler wordtde tweede warmwaterboilerverwarmd.12:20 Minimumtemperatuurcollector (minimale inschakeltemperatuur12:0 Geen minimumbegrenzingactief.voorzonnecircuitpomp)20 °C.12:1tot12:90Minimumtemperatuur collectorinstelbaar van 1 tot90 °C.20:0 Geen uitgebreide regelingsfunctieactief.20:1 Extra functie voor tapwateropwarming.20:2 2e temperatuurverschilregeling.20:3 2e temperatuurverschilregelingen extra functie.20:4 2e temperatuurverschilregelingvoor ondersteuningverwarming.20:5 Thermostaatfunctie.20:6 Thermostaatfunctie en extrafunctie.5624 189 NL96

Codering 2Solar/groep ”4” (vervolg)5624 189 NLCodering in uitlevertoestand22:8 Inschakel-temperatuurverschilbij ondersteuningverwarming (codering”20:4” moet ingesteldzijn) 8 K.23:4 Uitschakel-temperatuurverschilbij ondersteuningverwarming (codering”20:4” moet ingesteldzijn) 4 K.24:40 Inschakeltemperatuurvoor thermostaatfunctie(codering ”20:5” of ”20:6”moet ingesteld zijn)40 °C.25:50 Uitschakeltemperatuurvoor thermostaatfunctie(codering ”20:5” of ”20:6”moet ingesteld zijn)50 °C.26:1 Voorrang voor warmwaterboiler1, met pendelverwarming.(codering ”20:9” moet ingesteldzijn).Mogelijke omstelling20:7 Verwarming door zonneenergievia externe warmtewisselaarzonder extratemperatuursensor.20:8 Verwarming door zonneenergievia externe warmtewisselaarmet extra temperatuursensor.20:9 Verwarming door zonneenergievan twee warmwaterboilers.22:2tot22:3023:2tot23:3024:0tot24:10025:0tot25:100Inschakel-temperatuurverschilinstelbaar van 2 tot30 K.Uitschakel-temperatuurverschilinstelbaar van 1 tot29 K.Inschakeltemperatuur voorthermostaatfunctie instelbaarvan 0 tot 100 K.Uitschakeltemperatuurvoor thermostaatfunctie instelbaarvan 0 tot 100 K.26:0 Voorrang voor warmwaterboiler1, zonder pendelverwarming.26:2 Voorrang voor warmwaterboiler2, zonder pendelverwarming.26:3 Voorrang voor warmwaterboiler2, met pendelverwarming.97Service

Codering 2Solar/groep ”4” (vervolg)Codering in uitlevertoestand27:15 Pendelverwarmingstijd15 min.De warmwaterboiler zondervoorrang wordt maximaalgedurende de ingesteldependelverwarmingstijdverwarmd alsde warmwaterboiler metvoorrang is verwarmd.28:3 Pendelpauzetijd 3 min.Na afloop van de ingesteldependelverwarmingstijdvoor de warmwaterboilerzonder voorrangwordt tijdens dependelpauzetijd de stijgingvan de collectortemperatuurgeregistreerd.Mogelijke omstelling26:4 Pendelverwarming zondervoorrang voor een warmwaterboiler.27:5tot27:6028:1tot28:60De pendelverwarmingstijdis instelbaar van 5 tot60 min.De pendelpauzetijd is instelbaarvan 1 tot 60 min.Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2, verwarmingscircuit3/groep ”5””Verwarmingscircuit ...” bij regeling voor weersafhankelijke werking selecteren (ziepagina 79).”5” bij regeling voor verhoogde werking selecteren (zie pagina 79).CoderingenCodering in uitlevertoestandA0:0 Zonder afstandsbedieningMogelijke omstellingA0:1 Met Vitotrol 200/200A/200RF (wordt automatisch herkend)A0:2 Met Vitotrol 300/300A/300RF of Vitohome 300 (wordtautomatisch herkend)5624 189 NL98

Codering 2Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)Codering in uitlevertoestandA1:0 Alle op de afstandsbedieningmogelijke instellingenkunnen worden uitgevoerd.A2:2 Boilervoorrang op CVpompen mengklepA3:2 Buitentemperatuur onder1 °C: CV-pomp ”Aan”Buitentemperatuur boven3 °C: CV-pomp ”Uit”Mogelijke omstellingA1:1 Op de afstandsbedieningkan alleen Partywerkingworden ingesteld (alleen bijVitotrol 200 en 200 RF)A2:0 Zonder boilervoorrang opCV-pomp en mengklepA2:1 Boilervoorrang uitsluitendop mengklepA2:3totA2:15A3:-9totA3:15Verminderde voorrang opmengklep (er is een verminderdehoeveelheidwarmte voor het verwarmingscircuit)CV-pomp ”Aan/Uit” (zievolgende tabel)!OpgeletBij instellingen onder 1 °C bestaat het gevaar dat buisleidingen buiten de isolatievan het huis bevriezen.Voorzichtigheid is vooral geboden in de uitschakelwerking, bijv. tijdens vakantie.5624 189 NLParametersCV-pompAdres A3:... ”Aan” ”Uit”-9 -10 °C -8 °C-8 -9 °C -7 °C-7 -8 °C -6 °C-6 -7 °C -5 °C-5 -6 °C -4 °C-4 -5 °C -3 °C-3 -4 °C -2 °C-2 -3 °C -1 °C-1 -2 °C 0 °C0 -1 °C 1 °C1 0 °C 2 °C2tot1 °Ctot3 °Ctot15 14 °C 16 °CService99

Codering 2Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)Codering in uitlevertoestandA4:0 Met vorstbescherming(alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking).Mogelijke omstellingA4:1 Geen vorstbescherming,instelling alleen mogelijkals codering ”A3:-9” is ingesteld.A5:5 Met functie voor CV-pomplogica(spaarschakeling):CV-pomp ”Uit” alsbuitentemperatuur (AT)1 K hoger is dan gewensteruimtetemperatuur(RT gewenst )AT > RT gewenst + 1 K (alleenbij regeling voorweersafhankelijke werking)Opmerking”Opgelet” bij codering ”A3”in acht nemen.A5:0 Zonder functie voor CVpomplogicaA5:1 Met functie voor CV-pomplogica:CV-pomp ”Uit”, zietotA5:15 volgende tabelParameter adres A5:... Met functie voor CV-pomplogica: CV-pomp ”Uit”1 AT > RT gewenst + 5 K2 AT > RT gewenst + 4 K3 AT > RT gewenst + 3 K4 AT > RT gewenst + 2 K5 AT > RT gewenst + 1 K6 AT > RT gewenst7AT > RT gewenst - 1 Ktot15 AT > RT gewenst - 9 K5624 189 NL100

Codering 2Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)5624 189 NLCodering in uitlevertoestandMogelijke omstellingA6:36 Uitgebreide spaarschakelingniet actief (alleenbij regeling voor weersafhankelijkewerking)A6:5totA6:35Uitgebreide spaarschakelingactief, d.w.z. bij een variabelinstelbare waardetussen 5 en 35 °C vermeerderdmet 1 °C worden debrander en CV-pomp uitgeschakelden wordt demengklep gesloten. Basisis de gecorrigeerde buitentemperatuur.Deze is samengestelduit de werkelijkebuitentemperatuur eneen tijdconstante die rekeninghoudt met de afkoelingvan een gemiddeld gebouw.A7:0 Zonder spaarstandmengklep (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking en verwarmingscircuitmetmengklep)A7:1 Met spaarstand mengklep(uitgebreide logica CVpompen):CV-pomp bovendien ”Uit”:■ Als de mengklep langerdan 20 min werd gesloten.CV-pomp ”Aan”:■ Als de mengklep naar deregelfunctie gaat■ bij vorstgevaarA8:1 Verwarmingscircuit metmengklep zorgt voor aanvraagvan ketelcircuitpomp(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)A9:7 Met pompstilstandtijd:CV-pomp ”Uit” bij veranderinggewenste waardedoor wisselen van modusof wijzigingen van de gewensteruimtetemperatuur(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)A8:0 Verwarmingscircuit metmengklep zorgt niet vooraanvraag van ketelcircuitpompA9:0 Zonder pompstilstandtijdA9:1totA9:15Met pompstilstandtijd, instelbaarvan 1 tot 15. Hoehoger de waarde, des telanger is de pompstilstandtijd.101Service

Codering 2Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstellingb0:0 Met afstandsbediening:Verwarming/gereduc.werking: weersafhankelijk(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkeb0:1 Verwarming: weersafhankelijkGereduc. werking: metruimtetemperatuur-bijschakelingwerking, codering alleenwijzigen voor het verwarmingscircuitmet mengklep)b0:2 Verwarming: met ruimtetemperatuur-bijschakelingGereduc. werking: weersafhankelijkb0:3 Verwarming/gereduc. werking:met ruimtetemperatuur-bijschakelingb2:8 Met de afstandsbedieningb2:0 Zonder ruimte-invloeden voor het verwar-mingscircuit moet de werkingmet ruimtetemperatuur-bijschakelinggecodeerdzijn: ruimte-invloedfactor8 (alleen bijregeling voor weersafhankelijkewerking, coderingalleen veranderenvoor het verwarmingscircuitmet mengklep)b2:1totb2:64Ruimte-invloedfactor instelbaartussen 1 en 64.Hoe hoger de waarde, deste langer is de ruimte-invloed.b5:0 Met afstandsbediening:geen ruimtetemperatuurafhankelijkeCV-pomplogica(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking, codering alleenveranderen voor het verwarmingscircuitmetmengklep)b5:1totb5:8Functie CV-pomplogica,zie volgende tabel:Parameter Met functie voor CV-pomplogica:adres b5:... CV-pomp ”Uit”CV-pomp ”Aan”1 RT werkelijk > RT gewenst + 5 K RT werkelijk < RT gewenst + 4 K2 RT werkelijk > RT gewenst + 4 K RT werkelijk < RT gewenst + 3 K3 RT werkelijk > RT gewenst + 3 K RT werkelijk < RT gewenst + 2 K4 RT werkelijk > RT gewenst + 2 K RT werkelijk < RT gewenst + 1 K5 RT werkelijk > RT gewenst + 1 K RT werkelijk < RT gewenst5624 189 NL102

Codering 2Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)Parameteradres b5:...Met functie voor CV-pomplogica:CV-pomp ”Uit”CV-pomp ”Aan”5624 189 NL6 RT werkelijk > RT gewenst RT werkelijk < RT gewenst - 1 K7 werkelijk > RT gewenst - 1 K RT werkelijk < RT gewenst - 2 K8 werkelijk > RT gewenst - 2 K RT werkelijk < RT gewenst - 3 KCodering in uitlevertoestandC5:20 Elektronische minimumbegrenzingvan de aanvoertemperatuur20 °C(alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking)C6:74 Elektronische maximumbegrenzingvan de aanvoertemperatuur74 °C(alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking)d3:14 Steilheid van de stooklijn= 1,4d4:0 niveau van de stooklijn =0d5:0 Externe omschakelingwerkingsprogrammaschakelt werkingsprogrammaom naar ”Permanentewerking metverlaagde ruimtetemperatuur”of ”Uitschakelwerking”(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)d6:0 CV-pomp blijft bij signaal”Extern blokkeren” inregelwerkingMogelijke omstellingC5:1 Minimumbegrenzing instelbaarvan 1 tot 127 °CtotC5:127 (begrensd door ketelspecifiekeparameters)C6:10totC6:127d3:2totd3:35d4:–13totd4:40Maximumbegrenzing instelbaarvan 10 tot 127 °C(begrensd door ketelspecifiekeparameters)Steilheid van de stooklijninstelbaar van 0,2 tot 3,5(zie pagina 56)Niveau van de stooklijn instelbaarvan –13 tot 40 (ziepagina 56)d5:1 Externe omschakelingwerkingsprogramma schakeltom naar ”Permanentewerking met normale ruimtetemperatuur”(afhankelijkvan codeeradres 3A, 3b en3C)d6:1 CV-pomp wordt bij signaal”Extern blokkeren” uitgeschakeld(afhankelijkvan codeeradres 3A, 3b en3C)103Service

Codering 2Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)Codering in uitlevertoestandd7:0 CV-pomp blijft bij signaal”Extern aanvragen”in regelwerkingd8:0 Geen omschakeling werkingsprogrammavia uitbreidingEA1E1:1 Niet verstellenE2:50 Met afstandsbediening:geen indicatiecorrectiewerkelijke waarde ruimtetemperatuur(alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking)E5:0 Niet verstellenF1:0 Estrikdroging niet actief(alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking).Mogelijke omstellingd6:2 CV-pomp wordt bij signaal”Extern blokkeren” ingeschakeld(afhankelijkvan codeeradres 3A, 3b en3C)d7:1 CV-pomp wordt bij signaal”Extern aanvragen”uitgeschakeld (afhankelijkvan codeeradres 3A, 3b en3C)d7:2 CV-pomp wordt bij signaal”Extern aanvragen” ingeschakeld(afhankelijkvan codeeradres 3A, 3b en3C)d8:1 Omschakeling werkingsprogrammavia ingangDE1 op de uitbreiding EA1d8:2 Omschakeling werkingsprogrammavia ingangDE2 op de uitbreiding EA1d8:3 Omschakeling werkingsprogrammavia ingangDE3 op de uitbreiding EA1E2:0totE2:49E2:51totE2:99F1:1totF1:6indicatiecorrectie –5 Ktotindicatiecorrectie –0,1 Kindicatiecorrectie +0,1 Ktotindicatiecorrectie +4,9 KEstrikdroging instelbaarvolgens 6 selecteerbaretemperatuur-tijd-profielen(zie pagina 160)F1:15 Permanente aanvoertemperatuur20 °C5624 189 NL104

Codering 2Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)F2:0 Geen tijdbegrenzing voorCodering in uitlevertoestandMogelijke omstellingF2:8 Tijdelijke begrenzing voorking) *1partywerking of externepartyfunctie *1omzetting werkingsprogrammamet knop: 8 hF2:1totBegrenzing in tijd instelbaarvan 1 tot 12 uur *1(alleen bij regeling voorweersafhankelijke wer-F2:12F5:12 Nalooptijd van de ketelcircuitpompbij verwarming:F5:0 Geen nalooptijd voor ketelcircuitpomp12 min (alleen bijregeling voor verhoogdewerking)F5:1totF5:20Nalooptijd van de ketelcircuitpompinstelbaar van 1tot 20 minF6:25 Ketelcircuitpomp is in demodus ”Alleen warm water”permanent ingeschakeld(alleen bij regelingvoor verhoogde werking)F7:25 Ketelcircuitpomp is in demodus ”Uitschakelwerking”permanent ingeschakeld(alleen bij regelingvoor verhoogde werking)F8:-5Temperatuurgrens vooropheffing van verlaagdewerking -5 ºC, zie voorbeeldop pagina 163.Instelling codeeradres”A3” respecteren.(alleen bij regeling voorweersafhankelijke werking).F6:0 Ketelcircuitpomp is in demodus ”Alleen warm water”permanent uitgeschakeldF6:1totF6:24Ketelcircuitpomp wordt inde modus ”Alleen warmwater” 1 tot 24 keer per daggedurende telkens 10 miningeschakeld.F7:0 Ketelcircuitpomp in de modus”Uitschakelwerking”permanent uitgeschakeldF7:1totF7:24F8:+10totF8:-60F8:-61Ketelcircuitpomp wordt inde modus ”Uitschakelwerking”1 tot 24 keer per daggedurende telkens 10 miningeschakeld.Temperatuurgrens instelbaarvan+10 tot -60 °CFunctie inactiefService5624 189 NL*1De partywerking eindigt in het werkingsprogramma ”Verwarmen en warm water”automatisch bij het omschakelen naar de werking op normale ruimtetemperatuur.105

Codering 2Verwarmingscircuit 1, verwarmingscircuit 2,… (vervolg)Codering in uitlevertoestandMogelijke omstellingF9:-14 Temperatuurgrens voorstijging van verlaagde gewensteruimtetemperatuur-14 ºC, zie voorbeeldop pagina 163 (alleen bijregeling voor weersafhankelijkewerking).F9:+10totF9:-60FA:20 Verhoging van de gewensteFA:0ketelwater- resp. totaanvoertemperatuur bij FA:50de overgang van de werkingmet verlaagde ruimtetemperatuurnaar dewerking met normaleruimtetemperatuur met20 %. Zie voorbeeld oppagina 164 (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking).Fb:30 Periode voor de verhogingFb:0van de gewenste ke-tottelwater- resp. aanvoertemperatuurFb:150(zie codeer-adres ”FA”) 60 min. Zievoorbeeld op pagina164 (alleen bij regelingvoor weersafhankelijkewerking).Temperatuurgrens voorverhoging van de gewensteruimtetemperatuur tot denormale waarde instelbaarvan+10 tot -60 °CTemperatuurverhoging instelbaarvan 0 tot 50%Periode instelbaar van 0 tot300 min;1 instelstap ≙ 2 min)5624 189 NL106

Diagnose en service-opvraagServiceniveau oproepenRegeling voor weersafhankelijke werkingOK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.Overzicht servicemenuServiceDiagnoseActorentestCodeerniveau 1Codeerniveau 2FoutenhistorieServicefunctiesService beëindigen?AlgemeenCV-circuit 1 VC1CV-circuit 2 VC2CV-circuit 3 VC3Warm waterZonne-energieKorte infoGegevens terugzettenDeelnemerscontroleService-pinVitocom invoer PincodeOnderhoud resetVulkraanOntluchtingMaximale stookcapaciteitInstallatie met meerdere ketelsOpmerkingHet menupunt ”Meerketelinstallatie”niet instellen.Het menupunt maakt uit de regeling voorweersafhankelijke werking een regelingvoor verhoogde werking.Serviceniveau verlaten1. ”Service beëindigen?” selecteren.2. ”Ja” selecteren.3. Met OK bevestigen.OpmerkingHet serviceniveau wordt ook na30 min automatisch verlaten.ServiceRegeling voor verhoogde werking5624 189 NL1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.In het display knippert ”Ü”.2. Gewenste functie selecteren. Zie volgendepagina's.107

Diagnose en service-opvraagServiceniveau oproepen (vervolg)Serviceniveau verlaten1. Met Ú ”Serv” 7 selecteren.2. Met OK bevestigen.”OFF” knippert.3. Met OK bevestigen.OpmerkingHet serviceniveau wordt ook na30 min automatisch verlaten.DiagnoseBedrijfsgegevens opvragen■ Regeling voor weersafhankelijke werking:Bedrijfsgegevens kunnen in zes bereikenworden opgevraagd. Zie ”Diagnose”in het overzicht servicemenu.Bedrijfsgegevens van verwarmingscircuitsmet mengklep en solar kunnenalleen worden opgevraagd als decomponenten in de installatie aanwezigzijn.Overige informatie over bedrijfsgegevens,zie hoofdstuk ”Korte opvraging”.■ Regeling voor verhoogde werking:Bedrijfsgegevens kunnen in hetmenu ”i” worden opgevraagd.BedieningshandleidingOverige informatie over bedrijfsgegevens,zie hoofdstuk ”Korte opvraging”.Bedrijfsgegevens oproepenOpmerkingAls een opgevraagde sensor defect is,verschijnt ”- - -”op het display.Regeling voor weersafhankelijke werking1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s langindrukken.5624 189 NL108

Diagnose en service-opvraagDiagnose (vervolg)2. ”Diagnose”3. Gewenste groep selecteren,bijv. ”Algemeen”.Regeling voor verhoogde werkingBedieningshandleiding, hoofdstuk”Informatie opvragen”Bedrijfsgegevens terugzettenOpgeslagen bedrijfsgegevens (bijv.bedrijfsuren) kunnen op 0 worden teruggezet.De waarde ”Buitentemperatuur gecorrigeerd”wordt teruggezet op de werkelijkewaarde.Regeling voor weersafhankelijke werking1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s langindrukken.2. ”Diagnose”3. ”Gegevens terugzetten”4. Gewenste waarde (bijv. ”Branderstarts”)of ”Alle gegevens” selecteren.Regeling voor verhoogde werkingBedieningshandleiding, hoofdstuk”Informatie opvragen”Korte opvraagMet de korte opvraag kunnen bijvoorbeeldtemperaturen, softwarestandenen aangesloten componenten wordenopgevraagd.Regeling voor weersafhankelijke werking1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.2. ”Diagnose”3. ”Korte opvraag”.4. OK indrukken.Op het display verschijnen 9 regelsmet elk 6 velden.Diagnose Kurzabfrage1:2:3:4:1 F 0 A00000000000Wählen mit1 200000005624 189 NLØService109

Diagnose en service-opvraagDiagnose (vervolg)Zie de volgende tabel voor de betekenis van de waarden op de verschillenderegels en in de velden:RegelVeld(korte opvraag)1 2 3 4 5 61: Installatieschema 01tot 10SoftwarestandRegelingSoftwarestandBedieningseenheid2: 0 0 Revisiestand toestel Toestelherkenning ZE-ID3: 0 Aantal KM-BUS-deelnemersSoftwarestand zonneregelingsmoduleSM14: SoftwarestandgasbranderautomaatTypegasbranderautomaatRevisiestand gasbranderautomaat5: Interne gegevens voor de kalibratie6: 0 0 0 Schakeltoestanddebietsensor1: Debiette klein ofniet voorhanden7: LONSubnetadres / installatienummer8: LONSBVTconfiguratieLONSoftwareversiecommunicatiecoprocessorLONNodeadresLONSoftwareversie Neuron-chip0 SoftwarestanduitbreidingAM10 00SoftwarestanduitbreidingEA1Aantal LON-deelnemers5624 189 NL110

Diagnose en service-opvraagDiagnose (vervolg)RegelVeld(korte opvraag)1 2 3 4 5 69: Verw.circ. A1 (zondermengklep)Verw.circ. M2 (metmengklep)Verw.circ. M3 (metmengklep)Afstandsbediening0: zonder1: Vitotrol200/200A/200 RF2: Vitotrol300/300A/300 RFofVitohomeSoftwareversieafstandsbedieningAfstandsbediening0: zonder1: Vitotrol200/200A/200 RF2: Vitotrol300/300A/300 RFofVitohomeSoftwareversieafstandsbedieningAfstandsbediening0: zonder1: Vitotrol200/200A/200 RF2: Vitotrol300/300A/300 RFofVitohomeSoftwareversieafstandsbediening5624 189 NLService111

Diagnose en service-opvraagDiagnose (vervolg)Regel(korte opvraag)10:(enkel bijKM-BUScirculatiepompen)Veld1 2 3 4 5 6Interne circulatiepommingscircuitCV-pomp verwar-CV-pomp verwar-M2 mingscircuit M3Toeren-SoftwarestandToeren-Software-Toeren-Softwaretalgeregeldetoetalgerestantalgerestandpomp rentalge-gelde toerentalgeldetoerental-0: zonderregelde pomp geregelde pomp geregelde1: Wilo pomp 0: zonder pomp 0: zonder pomp2: Grundfos0: geen 1: Wilo 0: geen 1: Wilo 0: geen toegeregeldetoerental-2: Grund-toerental-2: Grundrentalgere-fos geregelde fos gelde pomppomppomp11: 0 0 SoftwarestandMengklepuitbreidingverwarmingscircuitM20: geenmengklepuitbreiding0 SoftwarestandMengklepuitbreidingverwarmingscircuitM30: geenmengklepuitbreiding0Regeling voor verhoogde werking1. OK en å gelijktijdig ca. 4 s indrukken.Op het display knippert ”Ü” .2. Met OK bevestigen.3. Gewenste opvraging met V/vselecteren. bijv. ”b” voor ”maximaalvermogen” (zie volgende tabel):4. Geselecteerde opvraag met OKbevestigen.5624 189 NL112

Diagnose en service-opvraagDiagnose (vervolg)Zie de volgende tabel voor de betekenis van de verschillende opvragen:Korte opvraagDisplayweergave5624 189 NL0 Installatieschema1tot 2SoftwarestandRegelingSoftwarestandBedieningsgedeelte1 Gecorrigeerde buitentemperatuur3 Gewenste ketelwatertemperatuur4 Gemeenschappelijke aanvraagtemperatuur5 Gewenste boilertemperatuur6 Aantal KM-BUS-deelnemersAantal LON-deelnemers7 SNVT-configuratie0: Auto1: ToolSoftwarestandCommunicatie-co-processorSoftwarestandLON-module8 Subnetadres / installatienummerNodeadres9 Type automatische branderregelingToesteltypeA SchakeltoestandMax. vermogen in %de-bietsensor1: Debiet teklein of nietvoorhandenb Ketelcodeerstekker (hexadecimaal)c Debiet (weergave in l/h)CRevisiestandtoestelRevisiestandgasbranderautomaatd 0 0E1SoftwarestandgasbranderautomaatSoftwarestandSolarregelingsmodule,typeSM1SoftwarestandCascademoduleService113

Diagnose en service-opvraagDiagnose (vervolg)DisplayweergaveF1F2F3F4F5F6F7Instellingcodering53Korte opvraagSoftwarestandInterne gegevens voor de kalibratieConfiguratieuitgang A1(waardekomt overeenmet instellingcodering33)Configuratieuitgang157(Waardebeantwoordtaaninstellingcodering36 in groep1 ”Algemeen”)SoftwarestandSchakeltoestanduitgang1570: uit1: aanUitbreiding AM1Schakeltoestanduitgang A10: uit1: aanUitbreiding EA1SchakeltoestandingangDE10: open1: geslotenConfiguratieuitgangA2(waardekomt overeenmet instellingcodering34)SchakeltoestandingangDE20: open1: geslotenExterne bijschakeling 0 - 10 VIndicatie in %Zonneregelingsmodule SM1Stagnatietijd van het zonnesysteem in hNachtcirculatie zonnesysteem (aantal)Bewaking verschiltemperatuurSchakeltoestanduitgangA20: uit1: aanSchakeltoestandingangDE30: open1: gesloten5624 189 NL114

Diagnose en service-opvraagDiagnose (vervolg)Korte opvraagDisplayweergaveF8F9SoftwarestandUitbreiding Open Therm (indien aanwezig)Status tap-Externe bijschakeling 0 - 10 Vwateropwar-mingIndicatie in %Solaire ondersteuningverwarming0: niet actief1: actiefSchakeltoestanduitgang220: uit1: aanUitgangen controleren (relaistest)Regeling voor weersafhankelijke werking1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.2. ”Actorentest”5624 189 NLDe volgende relaisuitgangen kunnen afhankelijk van de installatie-uitvoeringworden aangestuurd:DisplayVerklaringAlle actoren Uit Alle actoren zijn uitgeschakeldBasisbelasting Aan Brander wordt met minimumvermogen gebruikt, circulatiepompis ingeschakeld.Vollast Aan Brander wordt met maximumvermogen gebruikt, circulatiepompis ingeschakeld.Uitgang intern Aan Uitgang sÖ actief (ketelcircuitpomp)Uitgang 21/28 Aan Uitgang sA actief (circulatiepomp voor boilerverwarming)CV-pomp VC2 Aan Uitgang CV-pomp actief (uitbreiding CV-circuit metmengklep)Mengklep VC2 Open Uitgang ”Mengklep open” actief (uitbreiding CV-circuitmet mengklep)Mengklep VC2 Dicht Uitgang ”Mengklep dicht” actief (uitbreiding CV-circuitmet mengklep)Service115

Diagnose en service-opvraagUitgangen controleren (relaistest) (vervolg)DisplayVerklaringCV-pomp VC3 Aan Uitgang CV-pomp actief (uitbreiding CV-circuit metmengklep)Mengklep VC3 Open Uitgang ”Mengklep open” actief (uitbreiding CV-circuitmet mengklep)Mengklep VC3 Dicht Uitgang ”Mengklep dicht” actief (uitbreiding CV-circuitmet mengklep)Uitg.int. uitbr. H1 Aan Uitgang op interne uitbreiding actiefAM1 uitgang 1 Aan Uitgang A1 op de uitbreiding AM1 actiefAM1 uitgang 2 Aan Uitgang A2 op de uitbreiding AM1 actiefEA1 uitgang 1 Aan Contact P - S op stekker aBJ van de uitbreiding EA1gesloten.Zonnepomp Aan Uitgang solarcircuitpompsF op de module solarregelingSM1 actief.Solarpomp minimaalAan Uitgang zonnecircuitpomp op de zonneregelingsmoduleSM1 op minimumtoerental geschakeldSolarpomp maximaalAan Uitgang zonnecircuitpomp op de zonneregelingsmoduleSM1 op maximumtoerental geschakeldSM1 uitgang 22 Aan Uitgang sS op de module solarregeling SM1 actief.Regeling voor verhoogde werking1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.In het display knippert ”Ü”.2. Met Ú ” ” selecteren en met OKbevestigen.4. Geselecteerde actor met OK bevestigen.Op de display verschijnt het getalvoor de geactiveerde actor en ”on”.3. Gewenste actor (uitgang) met V/vselecteren (zie volgende tabel):De volgende actoren (relaisuitgangen) kunnen afhankelijk van de installatieuitvoeringworden aangestuurd:DisplayVerklaring0 Alle actoren zijn uitgeschakeld1 Brander wordt met minimumvermogen gebruikt, circulatiepompis ingeschakeld.2 Brander wordt met maximumvermogen gebruikt, circulatiepompis ingeschakeld.3 Uitgang sÖ actief (ketelcircuitpomp)10 Uitgang interne uitbreiding actief1165624 189 NL

Uitgangen controleren (relaistest) (vervolg)Diagnose en service-opvraagDisplayVerklaring15 Uitgang solarcircuitpompsF op de module solarregeling SM1actief.16 Uitgang zonnecircuitpomp op de zonneregelingsmodule SM1 opminimumtoerental geschakeld17 Uitgang zonnecircuitpomp op de zonneregelingsmodule SM1 opmaximumtoerental geschakeld18 Uitgang sS op de module solarregeling SM1 actief.19 Contact P - S op stekker aBJ van de uitbreiding EA1 gesloten.20 Uitgang A1 op de uitbreiding AM1 actief21 Uitgang A2 op de uitbreiding AM1 actief22 Uitgang sA actief (circulatiepomp voor boilerverwarming)5624 189 NLService117

Storingen oplossenStoringsindicatieRegeling voor weersafhankelijke werkingBij een storing knippert de rode storingsindicatieA. Op de display knippert ”” en ”Storing” wordt getoond.ARGeaccepteerde storingen oproepenIn het basismenu ”Storing” selecteren.Er wordt een lijst van aanwezige storingengetoond.Storingscodes in storingsgeheugenuitlezen (storingshistorie)barDe laatste 10 opgetreden storingen (ookopgeheven) worden opgeslagen en kunnenworden opgevraagd.De storingen zijn op actualiteit gerangschikt.Met OK wordt de storingscode getoond.Zie de volgende pagina's voor de betekenisvan de storingscodes.Bij enkele storingen wordt het storingstypeook in volle tekst getoond.Storing accepteren1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.2. ”Foutenhistorie”3. ”Tonen?”Aanwijzingen op de display volgen.OpmerkingDe storingsmelding wordt in het basismenuopgenomen.Een eventueel aangesloten storingsmeldinrichtingwordt uitgeschakeld.Als een geaccepteerde storing niet wordtopgeheven, verschijnt de storingsmeldingde volgende dag opnieuw en destoringsmeldinrichting wordt weer ingeschakeld.5624 189 NL118

Storingen oplossenStoringsindicatie (vervolg)Regeling voor verhoogde werkingBij een storing knippert de rode storingsindicatieA. Op de display van de bedieningseenheidknippert de 2-cijferige storingscodeen (afhankelijk van het storingstype)” ” of ” ”.AAls een geaccepteerde storing niet wordtopgeheven, verschijnt de storingsmeldingde volgende dag opnieuw en destoringsmeldinrichting wordt weer ingeschakeld.Geaccepteerde storingen oproepenROK circa 4 s indrukken.De laatste 10 opgetreden storingen (ookopgeheven) worden opgeslagen en kunnenworden opgevraagd.barStoringscodes in het storingsgeheugenuitlezen (storingshistorie)Met / kunnen meer aanwezige storingenworden getoond. Zie de volgendepagina's voor de betekenis van de storingscodes.ã1 5 0Voorbeeld: Storingscode ”50”Storing accepterenOK indrukken, op het display verschijnthet hoofdscherm weer.Een eventueel aangesloten storingsmeldinrichtingwordt uitgeschakeld.De laatste 10 opgetreden storingen (ookopgeheven) worden opgeslagen en kunnenworden opgevraagd.De storingen zijn op actualiteit gerangschikt.1. OK en å gelijktijdig circa 4 s langindrukken.2. ”ã” selecteren en met OK storingshistoriebevestigen.3. Met / storingsmeldingen selecteren.Storingshistorie wissenTijdens de indicatie de knop OK indrukken,tot knippert. Met toets OK bevestigen.5624 189 NLService119

Storingen oplossenStoringscodesConst.Gedrag van deinstallatie10 X X Regelt op 0°Cbuitentemperatuur18 X X Regelt op 0°Cbuitentemperatuur19 X X Regelt op 0°CbuitentemperatuurStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakOnderbrekingbuitentemperatuursensorOnderbrekingcommunicatiebuitentemperatuursensorRF(buitentemperatuursensorRF, KMbusnaar basisstation,basisstationof radio-repeaterfout ofdefect.)MaatregelKortsluitingbuitentemperatuursensorBuitentemperatuursensorcontroleren(zie pagina140)Buitentemperatuursensorcontroleren(zie pagina140)Radioverbindingcontroleren (buitentemperatuursensorRF en radio-repeaterin de buurtvan de CV-ketelplaatsen).KM-bus naar basisstationcontroleren.Buitentemperatuursensoren radio-repeateraf- enweer aanmelden.20 X X Regelt zonderaanvoertemperatuursensor(open verdeler)120KortsluitingaanvoertemperatuursensorinstallatieBasisstationBuitentemperatuursensorRF vervangen.Radio-repeatervervangen.Basisstation vervangen.Sensor open verdelercontroleren(zie pagina 142)5624 189 NL

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)5624 189 NLConst.Gedrag van deinstallatie28 X X Regelt zonderaanvoertemperatuursensor(open verdeler)30 X X Brander geblokkeerd38 X X Brander geblokkeerd40 X Mengklepwordt gesloten44 X Mengklepwordt gesloten48 X Mengklepwordt geslotenStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakOnderbrekingaanvoertemperatuursensorinstallatieKortsluitingketeltemperatuursensorOnderbrekingketeltemperatuursensorKortsluitingaanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit2(met mengklep)MaatregelSensor open verdelercontroleren(zie pagina 142)Als er geen sensorhydraulische verdeler/verzamelaaris aangesloten, codering52:0 instellen.Keteltemperatuursensorcontroleren(zie pagina 142)Keteltemperatuursensorcontroleren(zie pagina 142)Aanvoertemperatuursensorcontroleren(zie pagina147)Kortsluitingaanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit3(met mengklep)Onderbrekingaanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit2(met mengklep)Aanvoertemperatuursensorcontroleren(zie pagina147)Aanvoertemperatuursensorcontroleren(zie pagina147)121Service

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatie4C X Mengklepwordt gesloten50 X X Geen warmwaterbereidingdoor de verwarmingsketel58 X X Geen warmwaterbereidingStoringscodeophet displayWeersafh.Storingsoorzaak90 X X Regelwerking Kortsluitingtemperatuursensor/91 X X Regelwerking KortsluitingtemperatuursensoraÖ92 X X Geen warmwaterbereidingdoor zonneenergieKortsluitingcollectortemperatuursensor93 X X Regelwerking KortsluitingboilertemperatuursensorMaatregelOnderbrekingaanvoertemperatuursensorverwarmingscircuit3(met mengklep)KortsluitingboilertemperatuursensorAanvoertemperatuursensorcontroleren(zie pagina147)Boilertemperatuursensorcontroleren(zie pagina 142)Geen warmwaterbereidingdoor deverwarmingsketelBoilertemperatuursensorcontroleren(zie pagina 142)Sensor / op dezonneregelingsmodulecontroleren.Sensor aÖ op dezonneregelingsmodulecontroleren.Temperatuursensor& op de zonneregelingsmoduleof sensor op deVitosolic controleren.Temperatuursensorop aansluitingS3 van de Vitosoliccontroleren.5624 189 NL122

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)5624 189 NLConst.Gedrag van deinstallatie94 X X Geen warmwaterbereidingdoor zonneenergieStoringscodeophet displayWeersafh.Storingsoorzaak98 X X Regelwerking Onderbrekingtemperatuursensor/99 X X Regelwerking OnderbrekingtemperatuursensoraÖ9A X X Geen warmwaterbereidingdoor zonneenergieOnderbrekingcollectortemperatuursensor9b X X Regelwerking Onderbrekingboilertemperatuursensor9C X X Geen warmwaterbereidingdoor zonneenergieOnderbrekingboilertemperatuursensor9E X X Regelwerking Te weinig ofgeen debiet inhet solarcircuitof temperatuurbewakeris geactiveerdMaatregelKortsluitingboilertemperatuursensorTemperatuursensor% op de zonneregelingsmoduleof sensor op deVitosolic controleren.Sensor / op dezonneregelingsmodulecontroleren.Sensor aÖ op dezonneregelingsmodulecontroleren.Temperatuursensor& op de zonneregelingsmoduleof sensor op deVitosolic controleren.Temperatuursensorop aansluitingS3 van de Vitosoliccontroleren.Temperatuursensor% op de zonneregelingsmoduleof sensor op deVitosolic controleren.Zonnecircuitpompen zonnecircuitcontroleren. Foutmeldingbevestigen.Service123

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieStoringscodeophet displayWeersafh.Storingsoorzaak9F X X Regelwerking Fout zonneregelingsmoduleofVitosolicA3 X Brander geblokkeerd.Rookgastemperatuursensorniet juistgeplaatst.A4 X Regelwerking Max. installatiedrukoverschredenb1 X X Regelwerkingvolgens toestandbij leveringb5 X X Regelwerkingvolgens toestandbij leveringA7 X Regelwerkingvolgens toestandbij leveringb0 X X Brander geblokkeerdBedieningsgedeeltedefectMaatregelZonneregelingsmoduleof VitosolicvervangenRookgastemperatuursensorjuistmonteren (zie pagina143).Installatiedruk controleren(installatiedrukmax. 3 bar).Functie en dimensioneringvan hetmembraanexpansievatcontroleren.Verwarmingsinstallatieontluchten.BedieningsgedeeltevervangenKortsluitingrookgastemperatuursensorCommunicatiefoutbedieningseenheidInterne foutRookgastemperatuursensorcontrolerenAansluitingen controleren,evt. bedieningseenheidvervangenRegeling vervangen5624 189 NL124

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieb7 X X Brander geblokkeerdb8 X X Brander geblokkeerdbb X Mengklep regeltop 20°Caanvoertemperatuur.Storingscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakOnderbrekingrookgastemperatuursensorbA X Mengklep regeltop 20°Caanvoertemperatuur.Communicatiefoutuitbreidingssetvoor verwarmingscircuit2(met mengklep)Communicatiefoutuitbreidingssetvoor verwarmingscircuit3(met mengklep)MaatregelFout ketelcodeerstekkerKetelcodeerstekkeraansluiten of,indien defect, vervangenRookgastemperatuursensorcontrolerenAansluitingen encodering uitbreidingssetcontroleren.Aansluitingen encodering uitbreidingssetcontroleren.5624 189 NLService125

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakbC X Regelwerkingzonder afstandsbedieningCommunicatiefoutafstandsbedieningVitotrolverwarmingscircuit1 (zondermengklep)MaatregelAansluitingen, kabel,codeeradres”A0” ingroep ”Verwarmingscircuit”eninstelling van de afstandsbedieningcontroleren (zie pagina165).Bij radiografischeafstandsbedieningen:Verbindingenzendtraject controleren,afstandsbedieningen radiorepeatervlakbij deverwarmingsketelbrengen. KM-busverbindingnaar basisstationcontroleren.Radio-componentenvervangen.5624 189 NL126

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieStoringscodeophet displayWeersafh.Storingsoorzaakbd X Regelwerkingzonder afstandsbedieningCommunicatiefoutafstandsbedieningVitotrolverwarmingscircuit2 (metmengklep)MaatregelAansluitingen, kabel,codeeradres”A0” ingroep ”Verwarmingscircuit”eninstelling van de afstandsbedieningcontroleren (zie pagina165).Bij radiografischeafstandsbedieningen:Verbindingenzendtraject controleren,afstandsbedieningen radiorepeatervlakbij deverwarmingsketelbrengen. KM-busverbindingnaar basisstationcontroleren.Radio-componentenvervangen.5624 189 NLService127

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakbE X Regelwerkingzonder afstandsbedieningCommunicatiefoutafstandsbedieningVitotrolverwarmingscircuit3 (metmengklep)C2 X X Regelwerking CommunicatiefoutzonneregelingsmoduleofVitosolicC3 X X Regelwerking CommunicatiefoutuitbreidingAM1MaatregelbF X Regelwerking VerkeerdecommunicatiemoduleLONC1 X X Regelwerking CommunicatiefoutuitbreidingEA1Aansluitingen, kabel,codeeradres”A0” ingroep ”Verwarmingscircuit”eninstelling van de afstandsbedieningcontroleren (zie pagina165).Bij radiografischeafstandsbedieningen:Verbindingenzendtraject controleren,afstandsbedieningen radiorepeatervlakbij deverwarmingsketelbrengen. KM-busverbindingnaar basisstationcontroleren.Radio-componentenvervangen.CommunicatiemoduleLON vervangenAansluitingen controlerenZonneregelingsmoduleof VitosoliccontrolerenAansluitingen controleren5624 189 NL128

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)5624 189 NLConst.Gedrag van deinstallatieStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakC4 X X Regelwerking CommunicatiefoutuitbreidingOpen ThermCd X X Regelwerking CommunicatiefoutVitocom 100(KM-BUS)CF X Regelwerking CommunicatiefoutcommunicatiemoduleLONd6 X X Regelwerking Ingang DE1aan uitbreidingEA1meldt eenstoringd7 X X Regelwerking Ingang DE2aan uitbreidingEA1meldt eenstoringd8 X X Regelwerking Ingang DE3aan uitbreidingEA1meldt eenstoringdA X Regelwerkingzonder ruimteinvloedMaatregelUitbreiding OpenTherm controlerenAansluitingen,Vitocom 100 en codeeradres”95” inde groep ”Algemeen”/1controlerenCommunicatiemoduleLON vervangenStoring op desbetreffendtoestel verhelpenStoring op desbetreffendtoestel verhelpenStoring op desbetreffendtoestel verhelpenKortsluitingruimtetemperatuursensorverwarmingscircuit1 (zondermengklep)Ruimtetemperatuursensorverwarmingscircuit1 controleren129Service

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatiedb X Regelwerkingzonder ruimteinvloeddC X Regelwerkingzonder ruimteinvloeddd X Regelwerkingzonder ruimteinvloeddE X Regelwerkingzonder ruimteinvloeddF X Regelwerkingzonder ruimteinvloedStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakOnderbrekingruimtetemperatuursensorverwarmingscircuit3 (metmengklep)E0 X Regelwerking Fout externeLON-deelnemerMaatregelRuimtetemperatuursensorverwarmingscircuit2 controlerenRuimtetemperatuursensorverwarmingscircuit3 controlerenKortsluitingruimtetemperatuursensorverwarmingscircuit2 (metmengklep)Kortsluitingruimtetemperatuursensorverwarmingscircuit3 (metmengklep)Onderbrekingruimtetemperatuursensorverwarmingscircuit1 (zondermengklep)Onderbrekingruimtetemperatuursensorverwarmingscircuit2 (metmengklep)Ruimtetemperatuursensorverwarmingscircuit1 eninstelling van de afstandsbedieningcontroleren (zie pagina165)Ruimtetemperatuursensorverwarmingscircuit2 eninstelling van de afstandsbedieningcontroleren (zie pagina165)Ruimtetemperatuursensorverwarmingscircuit3 eninstelling van de afstandsbedieningcontroleren (zie pagina165)Aansluitingen enLON-deelnemercontroleren5624 189 NL130

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieE3 X X Brander op storingE4 X X Brander geblokkeerdE5 X X Brander geblokkeerdStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakE1 X X Brander op storingIonisatiestroomtijdenshet kalibrerentehoogE2 X X Brander op storingVerwarmingswaterstroomtijdenshet kalibrerentelaag. Stromingsbewakeris uitgeschakeld.Te geringewarmteafnametijdens hetkalibreren.Temperatuurbewakerisuitgeschakeld.Fout voedingsspanning24 VFout vlamversterkerMaatregelAfstand van de ionisatie-elektrodetot vlambeker controleren(zie pagina44).Bij open werkinghoge stofbelastingin de verbrandingsluchtvoorkomen.OntgrendelingstoetsR indrukken.Voor voldoendecirculatiehoeveelheidzorgen.Stromingsbewakercontroleren.Verkalking, verstoppingenopheffen.OntgrendelingstoetsR indrukken.Voor voldoendewarmteafnamezorgen.OntgrendelingstoetsR indrukken.Regeling vervangen.Regeling vervangen.5624 189 NLService131

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakE7 X X Brander op storingIonisatiestroomtijdenshet kalibrerentelaagMaatregelIonisatie-elektrodecontroleren:■ afstand tot devlambeker (ziepagina 44)■ vervuiling van deelektrode■ verbindingsleidingen steekverbindingenRookgassysteemcontroleren, evt.rookgashercirculatieopheffen.OntgrendelingstoetsR indrukken.5624 189 NL132

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakE8 X X Brander op storingIonisatiestroomniet inhet geldigebereikMaatregelGastoevoer (gasdruken gasstromingsbewaker)controleren, gascombiregelaarenverbindingsleidingcontroleren.Toewijzing van hetgastype controleren(zie pagina34).Ionisatie-elektrodecontroleren:■ afstand tot devlambeker (ziepagina 44)■ vervuiling van deelektrodeOntgrendelingstoetsR indrukken.5624 189 NLService133

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieEb X X Brander op storingStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakEA X X Brander op storingIonisatiestroomtijdenshet kalibrerenniet inhet geldigebereik (te groteafwijkingt.o.v. dewaarde vanhet voorgaandetoestel)Herhaaldvlamverliestijdens het kalibrerenMaatregelRookgassysteemcontroleren, evt.rookgashercirculatieopheffen.Bij open werkinghoge stofbelastingin de verbrandingsluchtvoorkomen.OntgrendelingstoetsR indrukken.Na meerdere vergeefseontgrendelpogingende ketelcodeerstekkervervangenen ontgrendelingstoetsRindrukken.Afstand van de ionisatie-elektrodetot vlambeker controleren(zie pagina44).Toewijzing van hetgastype controleren(zie pagina34).Rookgassysteemcontroleren, evt.rookgashercirculatieopheffen.OntgrendelingstoetsR indrukken.5624 189 NL134

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieEd X X Brander op storingEE X X Brander op storingStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakEC X X Brander op storingParameterfouttijdenshet kalibrerenInterne foutVlamsignaalis bij branderstartniet aanwezigof telaag.MaatregelOntgrendelingstoetsR indrukkenofketelcodeerstekkervervangen en danontgrendelingstoetsR gebruiken.Regeling vervangen.Gastoevoer (gasdruken gasstromingsbewaker)controleren,Gascombiregelaarcontroleren.Ionisatie-elektrodeen verbindingskabelscontroleren.Ontsteking controleren:■ verbindingsleidingenontstekingsmoduleenontstekingselektrode■ ontstekingselektrodeafstand envervuiling (ziepagina 44).ServiceCondenswaterafvoercontroleren.OntgrendelingstoetsR indrukken.5624 189 NL135

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieEF X X Brander op storingStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakVlamverliesdirect navlamvorming(tijdens debeveiligingstijd).MaatregelGastoevoer (gasdruken gasstromingsbewaker)controleren.Rookgas-/luchttoevoerinstallatieoprookgashercirculatiecontroleren.Ionisatie-elektrodecontroleren (indiennodig vervangen):■ afstand tot devlambeker (ziepagina 44)■ vervuiling van deelektrodeF0 X X Brander geblokkeerdF1 X X Brander op storingInterne foutRookgastemperatuurbegrenzeris geactiveerd.OntgrendelingstoetsR indrukken.Regeling vervangen.Niveau van verwarmingsinstallatiecontroleren. Installatieontluchten.OntgrendelingstoetsR na afkoelenvan de rookgasinstallatiebedienen.5624 189 NL136

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieF3 X X Brander op storingF8 X X Brander op storingStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakF2 X X Brander op storingKeteltemperatuursensoris geactiveerd.Vlamsignaalis reeds aanwezigbijbranderstart.F6 X X Brander op storingTemperatuurwaardenvande keteltemperatuursensorenwijkente erg van elkaaraf.Brandstofklepsluit metvertraging.MaatregelNiveau van verwarmingsinstallatiecontroleren. Circulatiepompcontroleren.Installatie ontluchten.Keteltemperatuursensorenverbindingskabelscontroleren.OntgrendelingstoetsR indrukken.Ionisatie-elektrodeen verbindingskabelscontroleren.OntgrendelingstoetsR indrukken.KeteltemperatuursensorenvervangenGascombiregelaarcontroleren. Beideaanstuurtrajectencontroleren.OntgrendelingstoetsR indrukken.5624 189 NLService137

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieFd X X Brander op storingen anderefout b7 wordtweergegevenStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakF9 X X Brander op storingVentilatortoerentalbij debranderstartte laagFA X X Brander op storingVentilatorstilstandniet bereiktFC X X Brander op storingGascombiregelaardefectof foutieveaansturingmodulatieklepof rookgasweggeblokkeerdKetelcodeerstekkerontbreektMaatregelVentilator controleren,verbindingskabelsnaar de ventilatorcontroleren,voedingsspanningop ventilator controleren,aansturingvan de ventilatorcontroleren.OntgrendelingstoetsR indrukken.Ventilator, verbindingskabelsnaarde ventilator enaansturing van deventilator controleren.OntgrendelingstoetsR indrukken.Gascombiregelaarcontroleren. Rookgasinstallatiecontroleren.OntgrendelingstoetsR indrukken.Ketelcodeerstekkerplaatsen.OntgrendelingstoetsR indrukken.Als de storing nietwordt opgeheven,regeling vervangen.5624 189 NL138

Storingen oplossenStoringscodes (vervolg)Const.Gedrag van deinstallatieFd X X Brander op storingFE X X Brander geblokkeerdof opstoringFF X X Brander geblokkeerdof opstoringStoringscodeophet displayWeersafh.StoringsoorzaakKetelcodeerstekkerof basisprintplaatdefect of verkeerdeketelcodeerstekkerInterne fout ofontgrendelingstoetsR isgeblokkeerdMaatregelFout branderautomaatOntstekingselektrodenen verbindingsleidingencontroleren. Controlerenof er eensterk stoorveld(EMC) in de buurtvan het toestel is.OntgrendelingstoetsR indrukken.Als de storing nietwordt opgeheven,regeling vervangen.OntgrendelingstoetsR indrukken.Als storing niet opgehevenwordt, ketelcodeerstekkercontroleren resp.ketelcodeerstekkerof regeling vervangen.Toestel opnieuwinschakelen. Alstoestel niet opnieuwgaat werken,regeling vervangen.Service5624 189 NLStoringen zonder storingsindicatieStoring Storingsoorzaak MaatregelBrander blokkeerten in codering 38wordt 3 weergegeven.Niet voldoende debiet aanwezig.Circulatiepomp of stromingsbewakerdefectOf warmtewisselaar verstopt.Circulatiepomp en stromingsbewakercontroleren en eventueelvervangenWarmtewisselaar spoelen enreinigen.139

Storingen oplossenReparatieBuitentemperatuursensor controleren (regeling voor weersafhankelijkewerking)X35624 189 NL140

Storingen oplossenReparatie (vervolg)Weerstand in kΩ200100806040201086-20 -10 0 10 20 30Temperatuur in °C2. Weerstand van de buitentemperatuursensortussen ”X3.1” en ”X3.2”op afgetrokken stekker meten en metstooklijn vergelijken.3. Bij sterke afwijking van de karakteristiekaders op de sensor afklemmenen meting direct op de sensor herhalen.4. Afhankelijk van het meetresultaat dekabel of de buitentemperatuursensorvervangen.Sensortype: NTC 10 kΩ1. Stekker ”X3” van de regeling lostrekken.5624 189 NLService141

Storingen oplossenReparatie (vervolg)Keteltemperatuursensoren, Boilertemperatuursensor of aanvoertemperatuursensorvoor open verdeler controleren§ A§ B%X35624 189 NL142

Storingen oplossenReparatie (vervolg)Weerstand in kΩ2010864210,80,60,410 30 50 70 90 110Temperatuur in °CSensortype: NTC 10 kΩ1. ■ Keteltemperatuursensor 1Kabels van de keteltemperatuursensor§A lostrekken en de weerstandmeten.■ Keteltemperatuursensor 2Kabels van de keteltemperatuursensor§B lostrekken en de weerstandmeten.■ BoilertemperatuursensorStekker % van kabelboom op deregeling eraf trekken en weerstandmeten.■ AanvoertemperatuursensorStekker ”X3” van de regeling lostrekkenen weerstand tussen”X3.4” en ”X3.5” meten.2. Weerstand van de sensoren metenen met stooklijn vergelijken.3. Bij sterke afwijking sensor vervangen.GevaarDe keteltemperatuursensorenzitten direct in het verwarmingswater(verbrandingsgevaar).Vóór vervanging sensor verwarmingsketelaftappen.Service5624 189 NLRookgastemperatuursensor controlerenBij het overschrijden van de toegestanerookgastemperatuur vergrendelt derookgastemperatuursensor het toestel.De vergrendeling na afkoeling van derookgasinstallatie opheffen door de ontgrendelingstoetsR in te drukken.143

Storingen oplossenReparatie (vervolg)A1. Kabels van de rookgastemperatuursensorA lostrekken.Weerstand in kΩ2010864210,80,60,410 30 50 70 90 110Temperatuur in °C2. Weerstand van de sensor meten enmet karakteristiek vergelijken.3. Bij sterke afwijking sensor vervangen.Sensortype: NTC 10 kΩStoring bij eerste ingebruikneming(fout A3)De regeling controleert bij de eersteingebruikneming de correcte positie vande rookgastemperatuursensor. Indiende ingebruikneming wordt onderbrokenen foutmelding A3 wordt weergegeven:1. controleren of de rookgastemperatuursensorjuist is geplaatst. Zie voorgaandeafbeelding.2. Indien nodig de plaats van de rookgastemperatuursensorcorrigeren ofeen defecte rookgastemperatuursensorvervangen.3. Ontgrendelingstoets R indrukken eningebruikneming herhalen.De controle wordt herhaald tot dezesuccesvol wordt voltooid.5624 189 NL144

2 3 4 5 61Storingen oplossenReparatie (vervolg)Zekering controlerenAF11. Netspanning uitschakelen.2. Afsluitingen aan de zijkant losmakenen regeling naar beneden klappen.3. Afdekking A demonteren.4. Zekering F1 controleren (zie aansluitenbedradingschema).Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklepInstelling draaischakelaar S1 controlerenDe draaischakelaar op de printplaat vande uitbreidingsset bepaalt de toekenningaan het verwarmingscircuit.VerwarmingscircuitVerwarmingscircuit metmengklep M2 (verwarmingscircuit2)Verwarmingscircuit metmengklep M3 (verwarmingscircuit3)InstellingdraaischakelaarS1242 3478 9 078 9 015 65624 189 NLService145

Storingen oplossenReparatie (vervolg)Draairichting van de mengklepmotorcontrolerenNa het inschakelen voert het toestel eenzelftest uit. Daarbij wordt de mengklepgeopend en gesloten.Tijdens de zelftest op de draairichtingvan de mengklepmotor letten.Dan de mengklep met de hand opstand ”Open” zetten.OpmerkingDe aanvoertemperatuursensor moet nueen hogere temperatuur registreren. Alsde temperatuur daalt, is de draairichtingvan de motor fout of het mengklepinzetstukverkeerd ingebouwd.Montagehandleiding mengklepDraairichting van de mengklepmotor veranderen (indien nodig)|gS~BU1. Afdekking aan de bovenkant van debehuizing van de uitbreidingssetdemonteren.GevaarEen elektrische schok kanlevensgevaarlijk zijn.Voor het openen van hetapparaat netspanning uitschakelen,bijvoorbeeld metde zekering of een hoofdschakelaar.2. Op stekker gS de aders op de klemmen”|” en ”~” verwisselen.3. Afdekking van de behuizing weermonteren.5624 189 NL146

Storingen oplossenReparatie (vervolg)Aanvoertemperatuursensor controlerenWeerstandslijnWeerstand in kΩ2010864210,80,60,410 30 50 70 90 110Temperatuur in °CSensortype: NTC 10 kΩ1. Stekker ? (aanvoertemperatuursensor)los trekken.2. Weerstand van de sensor meten enmet karakteristiek vergelijken.Bij sterke afwijking sensor vervangen.Vitotronic 200-H controleren (accessoires)De Vitotronic 200-H is via de LON metde regeling verbonden. Ter controle vande verbinding de deelnemerscontrole opde regeling van de CV-ketel uitvoeren(zie pagina 60).5624 189 NLService147

Beschrijving van de werkingRegeling voor verhoogde werking48 °CsAVerwarmingBij vraag van de kamerthermostaatwordt in het werkingsprogramma Verwarmenen warmwater ”G” degewenste ketelwatertemperatuur aangehouden.Als er geen warmteaanvraag is, wordt deketelwatertemperatuur op de opgegevenvorstbeschermingstemperatuurgehouden.De ketelwatertemperatuur wordt door deelektronische thermostaat in het branderbesturingsapparaatbegrensd.Instelbereik van de aanvoertemperatuur:20 tot 74 °C.WarmwaterbereidingAls de boilertemperatuur 2,5 K lager isdan de gewenste boilertemperatuur,worden brander en circulatiepomp voorde boilerverwarming ingeschakeld.De gewenste keteltemperatuur ligt bijlevering 20 K boven de gewenste tapwatertemperatuur(instelbaar viacodeeradres ”60”). Als de werkelijke boilertemperatuur2,5 K groter wordt dan degewenste boilertemperatuur, wordt debrander uitgeschakeld en de naloop vande circulatiepomp geactiveerd.5624 189 NL148

Beschrijving van de werkingRegeling voor weersafhankelijke werkingVC114°C 21°CKeteltemperatuur48°CVerwarmingDe regeling bepaalt een gewenste ketelwatertemperatuurin functie van de buitentemperatuurof de kamertemperatuur(bij aansluiting van een kamertemperatuurgestuurdeafstandsbediening) envan de steilheid en het niveau van destooklijn.De bepaalde gewenste ketelwatertemperatuurwordt naar het branderbesturingsapparaatgestuurd. Het branderbesturingsapparaatbepaalt uit degewenste en werkelijke ketelwatertemperatuurde modulatiegraad en stuurtovereenkomstig de brander aan.WarmwaterbereidingAls de boilertemperatuur 2,5 K lager isdan de gewenste boilertemperatuur,worden brander en circulatiepomp voorde boilerverwarming ingeschakeld.De ketelwatertemperatuur wordt door deelektronische thermostaat in het branderbesturingsapparaatbegrensd.De gewenste keteltemperatuur ligt bijlevering 20 K boven de gewenste tapwatertemperatuur(instelbaar viacodeeradres ”60”). Als de werkelijke boilertemperatuur2,5 K groter wordt dan degewenste boilertemperatuur, wordt debrander uitgeschakeld en de naloop vande circulatiepomp geactiveerd.5624 189 NLService149

Beschrijving van de werkingRegeling voor weersafhankelijke werking (vervolg)Bijkomende opwarming tapwaterDeze functie wordt geactiveerd door viacodeeradres 58 in de groep ”Warmwater” een tweede gewenste tapwatertemperatuurin te stellen en de vierdewarmwaterperiode voor de tapwateropwarmingte activeren.De bijkomende opwarming vindt plaatstijdens de in deze fase ingestelde perioden.Interne uitbreidingen (accessoires)Interne uitbreiding H15624 189 NL150

Interne uitbreidingen (accessoires) (vervolg)Beschrijving van de werkingDe interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizingingebouwd. Op de relaisuitgangsK kunnen als alternatief de volgendefuncties aangesloten worden. Defunctie wordt via codeeradres ”53” in degroep ”Algemeen” toegewezen:■ Verzamelstoringsmelding (codering”53:0”)■ Circulatiepomp (codering ”53:1”)(alleen bij weersafhankelijke werking)■ CV-pomp voor verwarmingscircuitzonder mengklep (codering ”53:2”)■ Circulatiepomp voor de boilerverwarming(codering ”53:3”)Op aansluiting gD kan een externe veiligheidsklepworden aangesloten.Interne uitbreiding H25624 189 NLService151

Beschrijving van de werkingInterne uitbreidingen (accessoires) (vervolg)De interne uitbreiding wordt in de regelingsbehuizingingebouwd. Op de relaisuitgangsK kunnen als alternatief de volgendefuncties aangesloten worden. Defunctie wordt via codeeradres ”53” in degroep ”Algemeen” toegewezen:■ Verzamelstoringsmelding (codering”53:0”)■ Circulatiepomp (codering ”53:1”)(alleen bij weersafhankelijke werking)■ CV-pomp voor verwarmingscircuitzonder mengklep (codering ”53:2”)■ Circulatiepomp voor de boilerverwarming(codering ”53:3”)Via aansluiting aBJ kan een afzuigtoesteluitgeschakeld worden als de branderstart.5624 189 NL152

Beschrijving van de werkingExterne uitbreidingen (accessoires)Uitbreiding AM1A1A2fÖCirculatiepompCirculatiepompNetaansluitingfÖ A Netaansluiting voor accessoiresaVG KM-bus5624 189 NLService153

Beschrijving van de werkingExterne uitbreidingen (accessoires) (vervolg)FunctiesOp aansluiting A1 en A2 kan een van devolgende circulatiepompen worden aangesloten:■ CV-pomp voor verwarmingscircuitzonder mengklep■ circulatiepomp voor de boilerverwarming■ tapwatercirculatiepompDe functie van de uitgangen wordt viacoderingen op de regeling van de verwarmingsketelgeselecteerd.FunctietoekenningFunctieCodering (groep ”Algemeen”)Uitgang A1Uitgang A2Tapwatercirculatiepomp sK 33:0 34:0 (toest. bij levering)CV-pomp sÖ33:1 (toest. bij levering)34:1Circulatiepomp voor de boilerverwarmingsA33:2 34:25624 189 NL154

Externe uitbreidingen (accessoires) (vervolg)Uitbreiding EA1Beschrijving van de werkingService5624 189 NLA1 PrintplaatF1 ZekeringDE1 Digitale ingang 1DE2 Digitale ingang 2DE3 Digitale ingang 30 - 10 V 0 - 10 V ingangfÖ NetwerkaansluitingfÖ AaBJaVGNetaansluiting voor anderaccessoiresVerzamelstoringsmelding/toevoerpomp/tapwatercirculatiepomp(potentiaalvrij)KM-bus155

Beschrijving van de werkingExterne uitbreidingen (accessoires) (vervolg)Digitale gegevensingangen DE1 totDE3De volgende functies kunnen als alternatiefworden aangesloten:■ Externe omschakeling werkingsprogrammavoor telkens één verwarmingscircuit■ Extern blokkeren■ extern blokkeren met storingsmelding■ Externe opvraag met minimale ketelwatertemperatuur■ storingsmelding■ Kortstondige werking van de tapwatercirculatiepompExterne contacten moeten potentiaalvrijzijn. Bij de aansluiting moeten de vereistenvan veiligheidsklasse II wordennageleefd, d.w.z. 8,0 mm lucht- en kruiptrajectenresp. 2,0 mm isolatiedikte tot deactieve delen.Functietoekenning van de ingangenDe functie van de ingangen wordt viacoderingen in de groep ”Algemeen” opde regeling van de CV-ketel geselecteerd:■ DE1: codeeradres 3A■ DE2: codeeradres 3b■ DE3: codeeradres 3CToekenning van de functie omschakelingwerkingsprogramma aan deverwarmingscircuitsDe toekenning van de functie omschakelingwerkingsprogramma voor hetbetreffende verwarmingscircuit wordt viacodering d8 in de groep ”Verwarmingscircuit”op de regeling van de verwarmingsketelgeselecteerd:■ Omschakeling via ingang DE1: coderingd8:1■ Omschakeling via ingang DE2: coderingd8:2■ Omschakeling via ingang DE3: coderingd8:3De werking van de omschakeling van hetwerkingsprogramma wordt via codeeradresd5 in de groep ”Verwarmingscircuit”geselecteerd.De tijdsduur van de omschakeling wordtingesteld via codering F2 in degroep ”Verwarmingscircuit”.Werking van de functie Extern blokkerenop de pompenDe werking op de interne circulatiepompwordt via codering 3E in de groep ”Algemeen”geselecteerd.De werking op de desbetreffende CVpompwordt in codeeradres d6 in degroep ”Verwarmingscircuit” geselecteerd.De werking op een circulatiepomp voorde boilerverwarming wordt in codering5E in de groep ”Warm water” gekozen.5624 189 NL156

Externe uitbreidingen (accessoires) (vervolg)Beschrijving van de werkingWerking van de functie Extern vragenop de pompenDe werking op de interne circulatiepompwordt in codeeradres 3F in degroep ”Algemeen” geselecteerd.De werking op de desbetreffende CVpompwordt in codeeradres d7 in degroep ”Verwarmingscircuit” geselecteerd.De werking op een circulatiepomp voorde boilerverwarming wordt in codering5F in de groep ”Warm water” gekozen.Looptijd van de tapwatercirculatiepompbij kortstondige werkingDe tapwatercirculatiepomp wordt ingeschakelddoor het sluiten van het contactop DE1, DE2 of DE3 via een toets. Delooptijd wordt via codeeradres ”3d” in degroep ”Algemeen” ingesteld.Analoge ingang 0 - 10 VDe 0 - 10 V-bijschakeling geeft een extragewenste ketelwatertemperatuur:0 - 1 V wordt als ”geen instelling voorgewenste ketelwatertemperatuur”beoordeeld.1 V ≙ gewenste temperatuur 10 °C10 V ≙ gewenste temperatuur100 °CTussen aardleiding en minpool van dedoor de installateur te verzorgen spanningsbronmoet een galvanische scheidingzijn gegarandeerd.Uitgang aBJDe volgende functies kunnen aan uitgangaBJ worden aangesloten:■ Toevoerpomp naar substationof■ Tapwatercirculatiepompof■ StoringsmeldinrichtingFunctietoekenningDe functie van de uitgang aBJ wordt viacodeerradres ”36” in de groep ”Algemeen”op de regeling van de CV-ketelgeselecteerd:RegelingsfunctiesExterne werkingsprogramma-omschakelingServiceDe functie ”Externe werkingsprogramma-omschakeling”wordt via de uitbreidingEA1 gerealiseerd. Op de uitbreidingEA1 zijn 3 ingangen (DE1 t/mDE3) beschikbaar.De functie wordt via de volgende coderingenin de groep ”Algemeen” geselecteerd:5624 189 NL157

Beschrijving van de werkingRegelingsfuncties (vervolg)Werkingsprogramma-omschakelingCoderingIngang DE1 3A:1Ingang DE2 3b:1Ingang DE3 3C:1De toekenning van de functie werkingsprogramma-omschakelingvoor hetbetreffende CV-circuit wordt via codeeradres”d8” in de groep ”CV-circuit” opde regeling van de CV-ketel geselecteerd:Werkingsprogramma-omschakelingCoderingOmschakeling via ingang DE1 d8:1Omschakeling via ingang DE2 d8:2omschakeling via ingang DE3 d8:3In welke richting de werkingsprogramma-omschakelingplaatsvindt,wordt op codeeradres ”d5” in degroep ”CV-circuit” ingesteld:Werkingsprogramma-omschakelingCoderingOmschakeling in richting ”Permanent verlaagd” respectievelijk”Permanente uitschakelmodus” (afhankelijk van gewensted5:0waarde)Omschakeling in richting ”Permanente verwarming” d5:1De duur van de werkingsprogrammaomschakelingwordt op codeeradres”F2” in de groep ”CV-circuit”ingesteld:Werkingsprogramma-omschakelingCoderingGeen werkingsprogramma-omschakeling F2:0Duur van de werkingsprogramma-omschakeling 1 tot 12 uur F2:1 totF2:125624 189 NL158

Beschrijving van de werkingRegelingsfuncties (vervolg)De werkingsprogramma-omschakelingblijft zolang actief als het contact geslotenis, minstens echter zolang als de opcodeeradres ”F2” opgegeven tijdsinstelling.Extern blokkerenDe functies ”Extern blokkeren”en ”Extern blokkeren en ingang storingsmelding”worden via de uitbreiding EA1gerealiseerd. Op de uitbreiding EA1 zijn3 ingangen (DE1 t/m DE3) beschikbaar.De functie wordt via de volgende coderingenin de groep ”Algemeen” geselecteerd:Extern blokkerenCoderingIngang DE1 3A:3Ingang DE2 3b:3Ingang DE3 3C:3Extern blokkeren en ingang storingsmeldingCoderingIngang DE1 3A:4Ingang DE2 3b:4Ingang DE3 3C:4De werking op de interne circulatiepompwordt via codeeradres ”3E” in degroep ”Algemeen” geselecteerd.Extern opvragenDe functie ”Externe werkingsprogramma-omschakeling”wordt via de uitbreidingEA1 gerealiseerd. Op de uitbreidingEA1 zijn 3 ingangen (DE1 t/mDE3) beschikbaar.De werking op de betreffende CV-pompwordt in codeeradres ”d6” in degroep ”CV-circuit” geselecteerd.De functie wordt via de volgende coderingenin de groep ”Algemeen” geselecteerd:Service5624 189 NLExtern opvragenCoderingIngang DE1 3A:2Ingang DE2 3b:2Ingang DE3 3C:2159

Beschrijving van de werkingRegelingsfuncties (vervolg)De werking op de interne circulatiepompwordt via codeeradres ”3F” in degroep ”Algemeen” geselecteerd.De werking op de betreffende CV-pompwordt in codeeradres ”d7” in degroep ”CV-circuit” geselecteerd.De minimale gewenste ketelwatertemperatuurbij externe aanvraag wordt metcodeeradres ”9b” in de groep ”Algemeen”ingesteld.OntluchtingsprogrammaIn het ontluchtingsprogramma wordt20 min lang de circulatiepomp elke 30 safwisselend in- en uitgeschakeld.Tijdens het ontluchtingsprogramma is debrander uitgeschakeld.Ontluchtingsprogramma activeren:Zie ”CV-installatie ontluchten”.EstrikdrogingBij de activering van de estrikdroging (degegevens van de estrikfabrikant moetenbeslist gerespecteerd worden).Bij geactiveerde estrikdroging wordt deCV-pomp van het mengklepcircuit ingeschakelden de aanvoertemperatuur ophet ingestelde profiel gehouden. Nabeëindiging (30 dagen) wordt het mengklepcircuitautomatisch met de ingesteldeparameters geregeld.EN 1264 respecteren. Het protocol datdoor de CV-monteur wordt opgesteld,moet de volgende informatie over hetverwarmen bevatten:■ Opwarmgegevens met de desbetreffendeaanvoertemperaturen■ Bereikte maximale aanvoertemperatuur■ Bedrijfssituatie en buitentemperatuurbij overdrachtVerschillende temperatuurprofielen zijnvia het codeeradres ”F1” in degroep ”CV-circuit” instelbaar.Na stroomuitval of uitschakelen van deregeling wordt de functie gecontinueerd.Als de estrikdroging is beëindigd is of decodering ”F1:0” handmatig wordt ingesteld,wordt ”Stoken en Warm Water”ingeschakeld.5624 189 NL160

Beschrijving van de werkingRegelingsfuncties (vervolg)Temperatuurprofiel 1: (EN 1264-4) codering ”F1:1”Aanvoertemperatuur°C50403020101 5 10 15 20 25 30DagenTemperatuurprofiel 2: (ZV parket- en vloertechniek) codering ”F1:2”Aanvoertemperatuur°C50403020101 5 10 15 20 25 30DagenTemperatuurprofiel 3: codering ”F1:3”Aanvoertemperatuur°C50403020101 5 10 15 20 25 30DagenTemperatuurprofiel 4: codering ”F1:4”Service5624 189 NLAanvoertemperatuur°C50403020101 5 10 15 20 25 30Dagen161

Beschrijving van de werkingRegelingsfuncties (vervolg)Temperatuurprofiel 5: codering ”F1:5”Aanvoertemperatuur°C50403020101 5 10 15 20 25 30DagenTemperatuurprofiel 6: codering ”F1:6”Aanvoertemperatuur°C6050403020101 5 10 15 20 25 30DagenTemperatuurprofiel 7: codering ”F1:15”Aanvoertemperatuur°C50403020101 5 10 15 20 25 30Dagen5624 189 NL162

Beschrijving van de werkingRegelingsfuncties (vervolg)Verhoging van de gereduceerde kamertemperatuurBij werking met verlaagde kamertemperatuurkan de gewenste verlaagdekamertemperatuur afhankelijk van debuitentemperatuur automatisch wordenverhoogd. De temperatuurverhogingvindt plaats volgens de ingestelde stooklijnen maximaal tot de normalegewenste kamertemperatuur.De grenswaarden van de buitentemperatuurvoor begin en einde van de temperatuurverhogingkunnen met decodeeradressen ”F8” en ”F9” in degroep ”CV-circuit” worden ingesteld.Voorbeeld met de instellingen bij afleveringKetelwater- resp.aanvoertemperatuur en °C908070605040AB35 30 25 20 15 10 5 030Gew. ruimtetemperatuur in °C1050 -5 -10 -15 -20Buitentemperatuur in °CA Stooklijn voor werking op normalekamertemperatuurB Stooklijn voor werking op verlaagdekamertemperatuur5624 189 NLService163

Beschrijving van de werkingRegelingsfuncties (vervolg)Verkorting van de opwarmtijdBij de overgang van werking met verlaagdekamertemperatuur naar werkingmet normale kamertemperatuur wordtde ketelwater- respectievelijk aanvoertemperatuurconform de ingesteldestooklijn verhoogd. De verhoging van deketelwater- respectievelijk aanvoertemperatuurkan automatisch worden ingesteld.De waarde en de duur voor de extra verhogingvan de gewenste ketelwater- respectievelijkaanvoertemperatuur kanmet de codeeradressen ”FA” en ”Fb” inde groep ”CV-circuit” worden ingesteld.Voorbeeld met de instellingen bij afleveringGewenste ketelwater- resp. aanvoertemperatuurin °C6050403020100CBAD6 00 7 00 8 00 9 00Tijd in hA Begin van de werking op normalekamertemperatuurB Gewenste ketelwater- respectievelijkaanvoertemperatuur volgens deingestelde stooklijnC Gewenste ketelwater- respectievelijkaanvoertemperatuur volgenscodeeradres ”FA”:50 °C + 20 % = 60 °CD Periode van werking met gewensteverhoogde ketelwater- respectievelijkaanvoertemperatuur volgenscodeeradres ”Fb”:60 min5624 189 NL164

CV-circuits aan de afstandsbediening toewijzenBeschrijving van de werkingBij eerste inbedrijfstelling van deafstandsbedieningen moet de toewijzingvan de CV-circuits worden geconfigureerd.Afstandsbediening werkt op het volgendeCV-circuitConfiguratieVitotrol 200AVitotrol 200 RFCV-circuit zonder mengklep A1 H 1 CV-circuit 1CV-circuit met mengklep M2 H 2 CV-circuit 2CV-circuit met mengklep M3 H 3 CV-circuit 3OpmerkingAan de Vitotrol 200A en 200 RF kan eenCV-circuit worden toegekend.Aan de Vitotrol 300A en 300 RF kunnenmaximaal drie CV-circuits worden toegewezen.Er kunnen maximaal twee afstandsbedieningenmet kabel of drie radiografischeafstandsbedieningen op de regelingworden aangesloten.Wanneer de toewijzing van een CV-circuitachteraf weer ongedaan moet wordengemaakt, moet u het codeeradres”A0” in de groep ”CV-circuit” voordit CV-circuit weer op de waarde 0 zetten(foutmelding bC, bd, bE).Vitotrol 300AVitotrol 300 RFElektronische verbrandingsregelingService5624 189 NLDe elektronische verbrandingsregelingwerkt op basis van het natuurkundigeverband tussen de hoogte van de ionisatiestroomen de luchtfactor λ. Bij elkegaskwaliteit wordt bij luchtfactor 1 demaximale ionisatiestroom ingesteld.Het ionisatiesignaal wordt door de verbrandingsregelinggeëvalueerd en deluchtfactor wordt op een waarde tussenλ=1,24 tot 1,44 ingeregeld. In dit bereikontstaat er een optimale verbrandingskwaliteit.De elektronische gasarmatuurregelt daarna afhankelijk van debeschikbare gaskwaliteit de benodigdegashoeveelheid.165

Beschrijving van de werkingElektronische verbrandingsregeling (vervolg)Om de verbrandingskwaliteit te controlerenwordt het CO 2 -gehalte of het O 2 -gehalte van het rookgas gemeten. Metde gemeten waarden wordt de luchtfactorbepaald. De verhouding tussen hetCO 2 - of O 2 -gehalte en de luchtfactor λwordt in de volgende tabel weergegeven.Luchtfactor λ– CO 2 -/O 2 -gehalteLuchtfactor λ O 2 -gehalte(%)CO 2 -gehalte(%) bij aardgasECO 2 -gehalte(%) bij aardgasLLCO 2 -gehalte(%) bij propaanP1,20 3,8 9,6 9,2 11,31,24 4,4 9,2 9,1 10,91,27 4,9 9,0 8,9 10,61,30 5,3 8,7 8,6 10,31,34 5,7 8,5 8,4 10,01,37 6,1 8,3 8,2 9,81,40 6,5 8,1 8,0 9,61,44 6,9 7,8 7,7 9,31,48 7,3 7,6 7,5 9,0Voor een optimale verbrandingsregelingkalibreert het systeem zichzelf cyclischof na een spanningsonderbreking (buitenbedrijfstelling)Daarbij wordt de verbrandinggedurende korte tijd op de max.ionisatiestroom ingeregeld (overeenkomstigde luchtfactor λ=1). Het zelfstandigkalibreren wordt kort na de branderstartuitgevoerd en duurt ca. 5 s.Daarbij kunnen gedurende korte tijd verhoogdeCO-emissies voorkomen.5624 189 NL166

Aansluit- en bedradingsschema – Interne aansluitingenSchema's5624 189 NLServiceA1 BasisprintplaatX... Elektrische interfaces§A Keteltemperatuursensor§B KeteltemperatuursensoraA Ionisatie-elektrodeaG Rookgastemperatuursensor167

Schema'sAansluit- en bedradingsschema – Interne… (vervolg)dDgFa-ÖStromingsbewakerOntstekingseenheidVentilatormotora-Ö A Aansturing ventilatormotora:Ö Modulatiespoel5624 189 NL168

Schema'sAansluit- en bedradingschema – Externe aansluitingen5624 189 NLServiceA1A2A3BasisprintplaatSchakeladapterOptolinkA4A5A6BranderautomaatBedieningsgedeelteCodeerstekker169

Schema'sAansluit- en bedradingschema – Externe… (vervolg)A7 AansluitadapterA8 Communicatiemodule LON ofcommunicatiemodule cascadeA9 Interne uitbreiding (accessoires)S1 NetschakelaarS2 OntgrendelingstoetsX... Elektrische interfaces! Buitentemperatuursensor? Aanvoertemperatuursensor openverdeler/verzamelaar% Boilertemperatuursensor(stekker op kabelboom)sÖ CV-pomp of ketelcircuitpompdG GasmagneetklepfÖ NetwerkaansluitinglH Netaansluiting accessoire enVitotrol 100a-Ö VentilatormotoraYA GasdrukbewakingaVG KM-bus5624 189 NL170

OnderdelenlijstenOnderdelen bestellenDe volgende gegevens zijn nodig:■ Serienummer (zie typeplaatje A)■ Bouwgroep (uit deze onderdelenlijst)■ Positienummer van het onderdeel binnende bouwgroep (uit deze onderdelenlijst)Courante onderdelen zijn in de plaatselijkevakhandel verkrijgbaar.5624 189 NLService171

OnderdelenlijstenOverzicht van de bouwgroepenABCDFEA TypeplaatjeB Bouwgroep behuizing172C Bouwgroep warmtecelmet branderD Bouwgroep regeling5624 189 NL

OnderdelenlijstenOverzicht van de bouwgroepen (vervolg)E OverigeF Bouwgroep hydraulicaBouwgroep behuizing0001 Bevestigingsclips0002 Logo Viessmann0003 Muurbeugel0004 Kapselplaat0005 Frontplaat0006 Regelingsdrager0007 Afscherming0008 Set tule0009 Stelschroef5624 189 NLService173

OnderdelenlijstenBouwgroep behuizing (vervolg)00030001000400060008000900070002000500010002Bouwgroep warmtecel0001 Doorvoertule DN1100002 Lipafdichting Ø 1500003 Lipafdichting Ø 1100004 Afsluitstop ketelaansluitstuk1740005 Rookgastemperatuursensor0006 Warmtewisselaar0007 Isolatieblok0008 Ketelaansluitelement5624 189 NL

OnderdelenlijstenBouwgroep warmtecel (vervolg)0009 Sifon0010 Gasverdeling0011 Gasbuis0012 Slang Ø 19 x 1100 gegolfd0013 Pakking A 16 x 24 x 2 (5 stuks)0014 Pakkingring 21 x 30 x 2 (5 stuks)0015 Set condenswaterafvoerleiding0016 Brander5624 189 NLService175

OnderdelenlijstenBouwgroep warmtecel (vervolg)0002000300050004000800020003000100060001000700130007001600090015001000130014001400130012001100145624 189 NL176

OnderdelenlijstenBouwgroep brander0001 Gascombiregelaar0002 Ontstekingsapparaat0003 Branderpakking0004 Pakking vlambeker0005 Branderdeur0006 Pakking ontstekingselektrode (5stuks)0007 Pakking ionisatie-elektrode (5stuks)0008 Isolatiering0009 Terugstroombeveiliging0010 Blok ontstekingselektrodes0011 Gasinjector0012 Cilindervlambeker0013 Radiaalventilator0014 Ionisatie-elektrode5624 189 NLService177

OnderdelenlijstenBouwgroep brander (vervolg)00080003001200040005000400060010000600070014000700020009000100130011Bouwgroep hydraulica0001 Temperatuursensor0003 Clip Ø 8 (5 stuks)1780004 Stromingscontroleschakelaar0005 Pakkingsset 1 1/ 4 (5 stuks)5624 189 NL

OnderdelenlijstenBouwgroep hydraulica (vervolg)0006 Schroefverbinding0007 Aansluitbuizen verwarmingswaterretour0008 Kogelkraan0009 Aansluitleidingwerk verwarmingswaterretour0010 Aansluitbuis verwarmingswateraanvoer0011 Manometer0012 O-ring 35,4 x 3,6 (5 stuks)5624 189 NLService179

OnderdelenlijstenBouwgroep hydraulica (vervolg)0012000300010003000700050012001200100003000600120008000500050003000400050010000900050011000300065624 189 NL180

OnderdelenlijstenBouwgroep regeling0001 Regeling0002 Achterwand behuizing regeling0003 Codeerstekker0004 Zekering 6,3 AT (10 stuks)0005 Zekeringhouder0006 Bedieningsgedeelte voor weersafhankelijkewerking0007 Bedieningsgedeelte voor verhoogdewerking0008 LON-module0009 Printplaat adapter0010 Kabelboom X8/X9/ionisatie0011 Kabelboom 100/35/54/aarde0013 Contrastekker0014 Kabelklem0015 Vergrendelingsstukken links enrechts0016 Schuif links en rechts0017 Buitentemperatuursensor RF0018 Buitentemperatuursensor NTC0019 LAN-koppeling met kabel0020 Interne uitbreiding H15624 189 NLService181

OnderdelenlijstenBouwgroep regeling (vervolg)00020004000500150016000800090009000100150016000300200006000500040015001400170016000700180010 0011 0013Bouwgroep overige0001 Spuitbuslak, vitowit0002 Lakstift, vitowit0003 Montage- en servicehandleiding1820004 Bedieningshandleiding voor verhoogdewerking0005 Bedieningshandleiding voorweersafhankelijke werking5624 189 NL

OnderdelenlijstenBouwgroep overige (vervolg)000100020004000300055624 189 NLService183

ProtocollenInstel- en meetwaarden GewenstewaardeDatumHandtek.Rustdruk mbar ≤ 57,5Aansluitdruk (dynamischedruk)= bij aardgas E mbar 17,4-25= bij aardgas LL mbar 17,4-25= bij propaan mbar 42,5-57,5Gassoort aankruisenEerste inbedrijfstellingOnderhoud/serviceKooldioxidegehalte CO 2bij aardgas■ bij het laagste vermogen Volume-% 7,5-9,6■ bij het hoogste vermogen Volume-% 7,5-9,6bij propaan■ bij het laagste vermogen Volume-% 9,0-11,3■ bij het hoogste vermogen Volume-% 9,0-11,3Zuurstofgehalte O 2■ bij het laagste vermogen Volume-% 3,8-7,3■ bij het hoogste vermogen Volume-% 3,8-7,3Koolmonoxidegehalte CO■ bij het laagste vermogen ppm < 1000■ bij het hoogste vermogen ppm < 10005624 189 NL184

Technische gegevensTechnische gegevensNominale spanning: 230 V~Nominale frequentie: 50 HzNominale stroom: 6,0 ABeschermingsklasse: IIP X 4 D conformBeschermingsgraad: EN 60529Toegestane omgevingstemperatuur■ bij werking: 0 tot +40 °C■ bij opslag en transport:-20 tot +65 °CInstelling elektronischetemperatuurbewaker:Instelling temperatuurbegrenzer:Beveiliging van hetnet:82 °C (vast)100 °C (vast)maximaal 16 AGasketel, categorie II 2N3PNominaal vermogensbereik kW 30 - 80 30 - 100T V /T R 50/30 °CNominaal warmtebelastingsbereik kW 28,1 - 75,0 28,1 - 93,8Elektr. opgen. vermogen in de toestandW 90 175bij leveringAansluitwaardenop basis van de max. belastingmetaardgas E m 3 /h 7,94 10,42aardgas LL m 3 /h 9,23 12,12Propaan kg/h 5,86 7,70Product-identificatienummer_-0085CN050OpmerkingAansluitwaarden dienen uitsluitend voor informatie (bijvoorbeeld voor gasaanvraag)of voor een benaderende en volumetrische aanvullingscontrole van de instelling.Wegens de fabrieksmatige instelling mogen de gasdrukwaarden niet afwijken vandeze waarden. Referentie: 15°C, 1013 mbar.5624 189 NLService185

VerklaringenConformiteitsverklaringConformiteitverklaring voor Vitodens 200-WWij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, verklaren op eigen verantwoordelijkheiddat het product Vitodens 200-W met de volgende normen overeenstemt:EN 483 EN 60 335-1EN 625 EN 60 335-2-102EN 677 EN 61 000-3-2EN 806 EN 61 000-3-3EN 55 014 EN 62 233Overeenkomstig de bepalingen van de volgende richtlijn wordt dit product met_-0085 gekenmerkt:92/42/EEG2004/108/EG2006/95/EG2009/142/EGDit product voldoet aan de vereisten van de Rendementsrichtlijn (92/42/EWG) voorHR-ketels.Allendorf, 1 mei 2012Viessmann Werke GmbH&Co KGp.p. Manfred SommerVerklaring van de fabrikant conform 1.BlmSchVWij, Viessmann Werke GmbH & Co KG, D-35107 Allendorf, Duitsland, bevestigendat het product Vitodens 200-W voldoet aan de NO x -grenswaarden die wordengesteld in 1e BImSchV § 6Allendorf, 1 mei 2012Viessmann Werke GmbH&Co KGp.p. Manfred Sommer5624 189 NL186

IndexIndex5624 189 NLAAansluitdruk.......................................37Accepteren van een storingsindicatie.....................................................118Afstandsbediening...........................165BBedrijfsgegevens opvragen.............108Bedrijfstoestanden opvragen...........108Bijkomende opwarming tapwater.....150Boilertemperatuursensor..................142Brander demonteren..........................41brander inbouwen..............................45Buitentemperatuursensor.................140CCodering 1■ oproepen........................................64Codering 2■ oproepen........................................79Coderingen bij inbedrijfstelling...........49Coderingen terugzetten...............64, 79Communicatiemodule LON................59Condenswaterafvoer..........................46CV-circuits indelen...........................165CV-ketel openen................................28DDatum instellen..................................31Draairichting mengklepmotor■ veranderen...................................146Draairichting van de mengklepmotor■ controleren....................................146EEerste inbedrijfstelling........................29Elektronische verbrandingsregeling.165Estrikdroging....................................160Estrikfunctie.....................................160Extern blokkeren..............................159Extern opvragen...............................159FFoutmanager......................................59Functiebeschrijvingen......................148Functies controleren........................115GGasaansluitdruk.................................38Gascombiregelaar .............................38Gastype..............................................33Gastype omschakelen.......................34Gewenste gereduceerde ruimtetemperatuur..................................................58Gewenste normale ruimtetemperatuur.....................................................57Gewenste ruimtetemperatuur instellen......................................................57IInstallatiedruk.....................................29Installatieschema's.......................49, 64Installatie vullen.................................29Ionisatie-elektrode..............................44KKeteltemperatuursensor...................142Korte opvraag..................................109LLekkagetest concentrisch systeem....40LON....................................................59■ deelnemersnummer instellen.........59■ foutbewaking..................................60LON-deelnemerscontrole...................60MMembraanexpansievat.......................47NNiveau stooklijn..................................58OOmschakeling gastype.......................34Ontluchten..........................................30187

IndexIndex (vervolg)Ontluchtingsprogramma...................160Ontsteking..........................................44Ontstekingselektroden.......................44Opwarmtijd.......................................164PProtocol............................................184RRelaistest.........................................115Rookgastemperatuursensor.............143Rustdruk.............................................38SSchakelschema................................167Servicemenu oproepen....................107Serviceniveau oproepen..................107Sifon.............................................33, 46Steilheid stooklijn...............................58Stooklijn.............................................56Storingen..........................................118Storingen zonder storingsindicatie...139Storingscodes..................................120Storingsgeheugen....................118, 119Storingshistorie................................118Storingsmelding oproepen.......118, 119VVerbergen van een storingsindicatie118Verbrandingsregeling.......................165Verhoging van de gereduceerde kamertemperatuur......................................163Verklaring fabrikant .........................186Verkorting van de opwarmtijd..........164Verlaging van de stookcapaciteit.....163Vermogen instellen............................39Verwarmingsoppervlak reinigen.........45Vitocom 300.......................................59Vitotronic 200-H.................................59Vitotronic 200-H...............................147Vlambeker....................................42, 43Vulwater.............................................29Vuurhaard reinigen............................45WWerkingsprogramma-omschakeling 157ZZekering...........................................145TTaalkeuze..........................................31Technische gegevens .....................185Tijd instellen.......................................31UUitbreiding■ AM1..............................................153■ EA1...............................................155■ interne H1.....................................150■ interne H2.....................................151Uitbreidingsset voor verwarmingscircuitmet mengklep .................................1455624 189 NL188

5624 189 NL189

1905624 189 NL

5624 189 NL191

Geldig voorDe servicehandleiding geldt voor apparaten met volgende serienummers (zietypeplaatje):7510392 7510393192Viessmann Nederland B.V.Postbus 3222900 AH Capelle a/d IJsselTel. : 010-458 44 44Fax : 010-458 70 72e-mail : info-nl@viessmann.comwww.viessmann.com5624 189 NL Technische wijzigingen voorbehouden.