Kamper Almanak - Frans Walkate Archief
Kamper Almanak - Frans Walkate Archief Kamper Almanak - Frans Walkate Archief
eeld, en voegen de verluchtingen iets toe aan de boodschap van de tekst.Of het nu de nar in de marge is, die de geoefende lezer eraan herinnert datslechts een dwaas niet in God gelooft, de wapenschilden die de identiteitvan de opdrachtgever onthullen, of de engeltjes met bazuinen als stille herinneringenaan het laatste oordeel dat een ieder wacht. 7 Maar hun aantalwordt vele malen overtroffen door de talloze handjes in de kantlijn, die ietsbijzonders letterlijk aanwijzen, overtroffen ook door de eindeloze scholenvisjes waartoe de hoofdletters ‘I’ in registers en rekeningboeken zijn uitgewerkt.Te denken valt ook aan de monnikenkoppen met haak- en knopneuzen,die ons aankijken uit de beschaduwde hoek van de schreef van een ‘T’of ‘D’ en de bolle rug van een ‘G’, of aan de slangen en draakjes die met debuik van een ‘S’ van (Summa of Som) meekronkelen. 8 Naar dergelijke tekeningetjes,die vaak in het schemergebied tussen probatio pennae (letterlijkprobeerseltjes om te kijken of de pen het wel goed doet) en echte illustratiesgeplaatst kunnen worden, is nog nooit systematisch onderzoek gedaan.Dat is ook nauwelijks mogelijk zolang er geen inventarisatie van bestaat.Zo’n inventarisatie is ook moeilijk te maken, omdat gevallen waarin zomarkant en functioneel echte illustraties zijn opgenomen in ambtelijkestukken als in Kampen, hoogst zeldzaam zijn.Vaak is het verband tussen beeld en tekst moeilijk te leggen. Maar in hetDigestum Vetus is de relatie evident: de pentekeningen beelden een elementuit dat in de tekst wordt genoemd. Zij vatten als het ware de tekstuele boodschapvisueel samen. Het zou dan niet ver genoeg gaan om te denken datwe hier alleen maar te maken hebben met associatief gestuurde fantasievan de klerk. De afbeeldingen werken als een soort pictogrammen, diehelpen om in het register razendsnel de juiste onderwerpen op te sporen.Gelijktijdig zijn ze een uitbeelding van de stedelijke identiteit, zoals deklerk die – bewust of onbewust – wilde uitdragen. Ze zijn zowel typischKampers en algemeen stedelijk. Door de verbondenheid tussen tekst, raadsbesluitof memorabel feit en beeld, bieden tekeningen en aantekeningen delezer een introductie in het reilen en zeilen van de IJsselstad in het middenvan de 15de eeuw, en ze zijn exemplarisch voor wie wil weten hoe destedelijke samenleving van de Nederlanden functioneerde.Opmerkelijk genoeg is, als gevolg van de gebrekkige ontsluiting tot dusverrejuist die informatie die aan innerlijke samenhang en aan context zijn meerwaardeontleent, nauwelijks onderzocht. Fragmenten uit de tekst zijnuiteraard in historische publicaties verwerkt, en individuele plaatjes hebbenhun weg gevonden naar talloze boeken en artikelen. Toch is het40
Eén van de beroemdste afbeeldingen uit hetDigestum Vetus: een koggeschip, dat ruim een halvepagina in beslag neemt, bij een korte bepalingbetreffende een verbod uit 1455 om ballast uit hetschip in de haven of in de Burgel te gooien.(Foto: Theo van Mierlo)gebruik ervan beperkt gebleven toteen kleine groep van in haast eindelozeherhaling afgebeelde plaatjes.Daartoe hoort bijvoorbeeld hetberoemde portret van de Franciscaanseprediker Jan Brugman – getekendin de marge naast een verslagvan zijn urenlange preek op hetKamper raadhuis in 1455. Diens biografie,de in 2005 verschenen nieuweGeschiedenis van Nijmegen,evenmin als de analyse van de stadboekenvan Bolsward, waaraan welde inspiratie van Brugman is toegedacht,zou niet zonder die afbeeldingkunnen. Om een ander voorbeeldte noemen: er zijn nauwelijksboeken te vinden waarin sprake isvan laatmiddeleeuwse koggen, enwaarin niet de (daardoor) beroemdeafbeelding uit het Digestum Vetus isopgenomen bij de bepaling dat niemand‘inder haeven of inden borgel’ballast in of uit het schip zoumogen laden. 9Dergelijke beeldcitaten onderstrepen hoe uniek Kampen in elk geval in deNederlanden is wat betreft de rijkdom van de afbeeldingen in een ambtelijkregister. Er zijn echter interessante voorbeelden van een gelijksoortigebeeldtraditie in stedelijke registers elders. De archivaris van Tallinn (hetvoormalige Reval in Estland) werkt bijvoorbeeld aan onderzoek naar demeer dan 400 pentekeningen in de marges van de stedelijke registers diedaar in de periode van 1432-1533 werden bijgehouden. Méér dan in Kampenblijven die tekeningen beperkt tot pictogrammen en Notabene-tekens.Maar ook voor Tallinn is de vraag gerechtvaardigd of de bewaard geblevenpentekeningen ons iets kunnen vertellen over het zelfbeeld van de klerk ende stad die hij diende, of ze, anders gezegd, bruikbaar zijn als bron voor het‘imago civitatis’. 1041
- Page 1 and 2: Kamper Almanak2006CULTUUR HISTORISC
- Page 3 and 4: InhoudVoorwoord 4Het Frans Walkate
- Page 5 and 6: Het Frans Walkate Archief SNS BankD
- Page 7 and 8: Een houten spaarkist zoals die op s
- Page 9 and 10: Over de auteursR. Bergsma (1979), i
- Page 11 and 12: in de etalage
- Page 13 and 14: De opgemeten stadBouwtekeningen in
- Page 15 and 16: Annotaties op verschillende stukken
- Page 17 and 18: in deetalage
- Page 19 and 20: leving een vooraanstaande plaats be
- Page 21 and 22: in de etalage
- Page 23 and 24: Prins Maurits (1567-1625)Michiel Ja
- Page 25 and 26: NATUUR IN DE IJSSELDELTA
- Page 27 and 28: witte oogring. De snavels hebben de
- Page 29 and 30: noorden van Elburg was gezien en in
- Page 31: HISTORISCHE BIJDRAGEN
- Page 34 and 35: hebben de Koninklijke Nederlandse A
- Page 36 and 37: Een pagina uit het Digestum Vetus.
- Page 38 and 39: handschriften te presenteren zijn,
- Page 42 and 43: Het Digestum Vetus in de stedelijke
- Page 44 and 45: 1448, vlak na de indiensttreding va
- Page 46 and 47: aangegeven zal worden. Daarnaast bl
- Page 48 and 49: Teerketel, brandhaak en -emmer, afg
- Page 50 and 51: (Utrecht, 10-13 december 1989) (Doo
- Page 52 and 53: zegels waarop hun verschillende fam
- Page 54 and 55: van haar nakomelingen hebben hoge k
- Page 56 and 57: Namen van de domdekens met het jaar
- Page 58 and 59: kocht in 1498, moesten worden verde
- Page 60 and 61: Herman van Uterwijck maakte op 10 j
- Page 62 and 63: 1 Catharina van den Vene. Zij werd
- Page 64 and 65: het Sint-Agathenaltaar in de Sint-N
- Page 66 and 67: naar aanwijzingen van andere dijkpl
- Page 68 and 69: veen, waarmee hij op 16 mei van dat
- Page 70 and 71: IIIa Johan Hendriksz van den Vene.
- Page 72 and 73: IIIb Timan Hendriksz van den Vene.
- Page 74 and 75: 2 Elisabeth van den Vene. Zij was,
- Page 76 and 77: Schema familie Van den Vene76
- Page 78 and 79: heraldische bijzonderheden in kerke
- Page 80 and 81: 73 RAK, inv. nr. 62, fol. 19v.74 Le
- Page 82 and 83: De scherprechter, die dat jaar naas
- Page 84 and 85: De Wiltvank, de muurtoren gelegen t
- Page 86 and 87: zoek in om een jaarlijkse ondersteu
- Page 88 and 89: ja, dat u hierom al de lienbehooren
eeld, en voegen de verluchtingen iets toe aan de boodschap van de tekst.Of het nu de nar in de marge is, die de geoefende lezer eraan herinnert datslechts een dwaas niet in God gelooft, de wapenschilden die de identiteitvan de opdrachtgever onthullen, of de engeltjes met bazuinen als stille herinneringenaan het laatste oordeel dat een ieder wacht. 7 Maar hun aantalwordt vele malen overtroffen door de talloze handjes in de kantlijn, die ietsbijzonders letterlijk aanwijzen, overtroffen ook door de eindeloze scholenvisjes waartoe de hoofdletters ‘I’ in registers en rekeningboeken zijn uitgewerkt.Te denken valt ook aan de monnikenkoppen met haak- en knopneuzen,die ons aankijken uit de beschaduwde hoek van de schreef van een ‘T’of ‘D’ en de bolle rug van een ‘G’, of aan de slangen en draakjes die met debuik van een ‘S’ van (Summa of Som) meekronkelen. 8 Naar dergelijke tekeningetjes,die vaak in het schemergebied tussen probatio pennae (letterlijkprobeerseltjes om te kijken of de pen het wel goed doet) en echte illustratiesgeplaatst kunnen worden, is nog nooit systematisch onderzoek gedaan.Dat is ook nauwelijks mogelijk zolang er geen inventarisatie van bestaat.Zo’n inventarisatie is ook moeilijk te maken, omdat gevallen waarin zomarkant en functioneel echte illustraties zijn opgenomen in ambtelijkestukken als in Kampen, hoogst zeldzaam zijn.Vaak is het verband tussen beeld en tekst moeilijk te leggen. Maar in hetDigestum Vetus is de relatie evident: de pentekeningen beelden een elementuit dat in de tekst wordt genoemd. Zij vatten als het ware de tekstuele boodschapvisueel samen. Het zou dan niet ver genoeg gaan om te denken datwe hier alleen maar te maken hebben met associatief gestuurde fantasievan de klerk. De afbeeldingen werken als een soort pictogrammen, diehelpen om in het register razendsnel de juiste onderwerpen op te sporen.Gelijktijdig zijn ze een uitbeelding van de stedelijke identiteit, zoals deklerk die – bewust of onbewust – wilde uitdragen. Ze zijn zowel typisch<strong>Kamper</strong>s en algemeen stedelijk. Door de verbondenheid tussen tekst, raadsbesluitof memorabel feit en beeld, bieden tekeningen en aantekeningen delezer een introductie in het reilen en zeilen van de IJsselstad in het middenvan de 15de eeuw, en ze zijn exemplarisch voor wie wil weten hoe destedelijke samenleving van de Nederlanden functioneerde.Opmerkelijk genoeg is, als gevolg van de gebrekkige ontsluiting tot dusverrejuist die informatie die aan innerlijke samenhang en aan context zijn meerwaardeontleent, nauwelijks onderzocht. Fragmenten uit de tekst zijnuiteraard in historische publicaties verwerkt, en individuele plaatjes hebbenhun weg gevonden naar talloze boeken en artikelen. Toch is het40